Mogelijke bescherming World Food Programme door Koninklijke Marine

Minister van Defensie Eimert van Middelkoop heeft dinsdag 26 februari de bemanning van het luchtverdedigings- en commandofregat Hr.Ms. Evertsen persoonlijk op de hoogte gesteld dat de regering de mogelijkheid en de wenselijkheid onderzoekt het schip in te zetten ter bescherming van VN-voedseltransporten voor de kust van Somalië om de aanvoer van voedsel veilig te stellen.

Momenteel bezoekt de Minister Van Middelkoop de Evertsen en het bevoorradingsschip Hr.Ms. Amsterdam, die beiden opereren in de Middellandse Zee. De Amsterdam beëindigt op 1 maart haar UNIFIL-missie voor de Libanese kust. Aan boord van de Amsterdam bedankte de minister de bemanning voor de bijna anderhalf jaar durende succesvolle Nederlandse invulling van de UNIFIL-missie. Hierbij patrouilleerden diverse Nederlandse marineschepen voor de Libanese kust om controle te houden op naleving van het wapenembargo.

Op Hr.Ms. Evertsen stelde minister Van Middelkoop zich op de hoogte van de voorbereidingen die de mannen en vrouwen aan boord treffen voor de beveiliging van voedseltransporten van het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties. Het WFP heeft Nederland in een brief van 22 februari jl. verzocht de Koninklijke Marine in te zetten om zeetransporten van humanitaire hulpgoederen naar Somalië te beschermen tegen piraterij. Tot dergelijke bescherming is door de VN-Veiligheidsraad opgeroepen in resoluties 1772 van 20 augustus 2007 en 1801 van 20 februari jl. Een groot deel van de Somalische bevolking is afhankelijk van deze voedselhulp, maar deze transporten zijn al meerdere malen aangevallen in de Somalische kustwateren. Sinds november 2007 escorteert de Franse marine de WFP-schepen, waarna de Deense marine het in januari overnam. Dankzij deze escortes is het transport veilig gesteld en kan de voedselhulp de bevolking weer bereiken.

Noot voor redacties (