Openbaar Ministerie Groningen eist celstraffen in loverboy-affaire
Groningen, 26 februari 2008
De Officier van Justitie heeft gisteren celstraffen geëist tegen drie
mannen die ervan worden verdacht zogenaamde loverboy-praktijken te
hebben uitgeoefend.
De loverboys zochten hiervoor contact met jonge, kwetsbare vrouwen. In
het begin gaven zij hun slachtoffers veel aandacht en dure geschenken.
Hierdoor ontwikkelde er zich een sterke afhankelijkheidsrelatie. Na
enige tijd veinsde de hoofdverdachte grote geldzorgen en problemen met
de Chinese drugsmaffia. Hiermee zette hij de vrouwen onder druk hem
van geld te voorzien.
Gedwongen prostitutie en telefoonfraude
Hij bracht de slachtoffers ertoe leningen af te sluiten en dwong hen
tot prostitutie. Ook liet hij een aantal slachtoffers
telefoonabonnementen voor hem afsluiten. De slachtoffers moesten een
overgroot deel van de verdiensten en de mobiele telefoons aan de
verdachte afstaan. Deze verdachte wordt afpersing of oplichting van
geld ten laste gelegd. De twee andere mannen hebben in meer en mindere
mate een bijdrage aan de praktijken geleverd.
Inbreuk op integriteit
In zijn requisitoir benadrukt de Officier van Justitie nog eens dat de
slachtoffers door de enorme inbreuk op hun fysieke, seksuele en morele
integriteit vermoedelijk nog jarenlang schade zullen ondervinden van
hetgeen hun is overkomen. De aard van de feiten en het leed dat de
mannen de slachtoffers hebben aangedaan, waren voor de officier van
justitie om gevangenisstraffen van 40, 24 en 15 maanden te eisen,
waarvan een deel voorwaardelijk.
De Rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.
Openbaar Ministerie