Universiteit van Tilburg

26 februari 2008

Peter de Jonge hoogleraar depressie en lichamelijke ziekten

Onderzoek interactie tussen psyche en lichaam

Psycholoog Peter de Jonge wordt per 1 maart 2008 hoogleraar depressie en somatische ziekten bij de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Hij versterkt het Tilburgse onderzoek naar de invloed van de geestelijke gezondheid op de lichamelijke gezondheid, dat gebundeld is in het onderzoeksinstituut CoRPS.

Depressie kan het verloop van een lichamelijke ziekte sterk beïnvloeden. Na een hartinfarct blijken bijvoorbeeld de depressieve patienten een slechtere prognose te hebben dan de niet-depressieve patienten; ze krijgen vaker complicaties en overlijden eerder. De invloed van depressie op lichamelijke ziekten is het onderzoeksterrein van Peter de Jonge, psycholoog/psychotherapeut bij de kliniek voor medisch onverklaarbare klachten van het Universitair Medisch Centrum Groningen en hoofddocent interne geneeskunde en psychiatrie. Vanaf maart 2008 zal De Jonge tevens werkzaam zijn als deeltijdhoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Eind 2007 publiceerde De Jonge in het gerenommeerde American Journal of Psychiatry dat wanneer de depressie bij hartpatiënten succesvol wordt behandeld met antidepressiva, ook de prognose voor hun lichamelijke gezondheid verbetert. Ze hebben vier- tot vijfmaal minder complicaties. Opvallend is dat wanneer de antidepressiva níet werken, zelfs een slechtere prognose voor de hartaandoening wordt gevonden dan bij onbehandelde patiënten. De huidige psychologische en psychiatrische diagnostiek en behandelingsmogelijkheden vindt De Jonge ontoereikend voor mensen met depressies naast een lichamelijke ziekte. Integratie van psychiatrische en lichamelijke zorg kan betere resultaten opleveren. Hiertoe identificeert De Jonge groepen die door psychologische factoren minder baat lijken te hebben bij een standaard behandeling. Vervolgens probeert hij te bepalen welke factoren de verschillen veroorzaken. Nemen depressieve patiënten hun medicijnen niet tijdig in? Houden ze zich minder aan de leefregels? Of beinvloedt een depressie het functioneren van het zenuwstelsel en/of andere lichamelijke factoren? Uiteindelijk moet het onderzoek resulteren in therapieen die een betere prognose en kwaliteit van leven opleveren.

CoRPS
De Jonge zal zijn onderzoek in Tilburg uitvoeren binnen het onderzoekscentrum CoRPS: het Center of Research on Psychology in Somatic diseases. CoRPS is een samenwerkingsverband tussen de UvT-departementen Neuropsychologie en medische psychologie en Methoden en technieken, en de twee Tilburgse ziekenhuizen: het St. Elisabethziekenhuis en het TweeSteden Ziekenhuis. Behalve naar hartklachten kijkt De Jonge ook naar ziekten als diabetes 2 en psychologische factoren als angst en persoonlijkheid.

Dr. Peter de Jonge (1969, Amsterdam) studeerde methodeleer en klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1999 in de geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar de herkenning van patiënten met zowel lichamelijke als geestelijke aandoeningen. Sinds 2002 is hij verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, sinds 2007 als universitair (hoofd)docent. Hij werkte verschillende malen bij buitenlandse medische instellingen, onder andere bij het Department of Epidemiology, University of California en het Behavioral Medicine Center, Washington University in de VS. In 2007 ontving hij van NWO een prestigieuze VIDI-subsidie van 600.000 euro voor zijn onderzoek op het terrein van depressie en hartziekten.