Ingezonden persbericht


Vooruitzicht Europese commerciële vastgoedsector: tweedeling in markt

Internationaal waarderingssystemen voor energieverbruik van gebouwen is grootste uitdaging ooit voor vastgoedsector

Amsterdam, 27 februari 2008 - Jones Lang LaSalle adviseert klanten in heel Europa over de complexe uitdagingen die de implementatie van de 'Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen' (EPBD) in 2009 met zich brengt.

Vooruitlopend op de Europese richtlijn moeten eigenaren en investeerders van gebouwen de komende 12 maanden een aantal stappen nemen om te voorkomen dat ze tekort schieten bij de uitvoering van de ophanden zijnde EU-richtlijn. Deze stappen zijn:
. evaluatie van de huidige staat van hun Europese gebouwen
. de internationale verschillen in de waarderingssystemen kunnen begrijpen
. de renovatie en/of verkoop van gebouwen strategisch plannen
. voorbereiden op de mogelijkheid van een tweedeling in de markt

Chris Hiatt, Director bij Jones Lang LaSalle, licht toe: "Uit ons onderzoek naar de 'EU-richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen' is gebleken dat, hoewel de implementatie ongetwijfeld een uitdaging is, het voor degenen die er goed op zijn voorbereid geen enorm probleem hoeft te zijn. Voor degenen met minder goed ontwikkelde 'strategieën voor energiemeting', kan de richtlijn echter langdurige financiële consequenties hebben voor hun oudere kantoren, vooral als het gaat om het verkopen of verhuren van deze gebouwen.

We adviseren commerciële vastgoedeigenaren en investeerders met klem hun portfolio's te evalueren. Als er actie ondernomen moet worden om de energieprestaties van een gebouw te verbeteren, kan men het beste prioriteitenlijsten opstellen die het organiseren van verbeteringen aan oudere gebouwen ter voorbereiding op de EU-richtlijn vergemakkelijken."


- vervolg -

Het onderzoek van Jones Lang LaSalle stelt dat met de komst van de EPBD de regeringsrichtlijnen per EU-land, die nu per land verschillend zijn, waardeverschillen kunnen creëren tussen gebouwen met lage en hoge energie-efficiencywaarderingen. Als dit scenario werkelijkheid wordt, zijn er kansen voor vastgoedinvesteerders die voorbereidingen hebben getroffen voor de komst van de EPBD en actief nieuwe en vernieuwde vastgoedobjecten met goede energiewaarderingen aanprijzen. Uiteindelijk kunnen zij zo een topsegment in de markt vormen. Een secundair segment zou op een natuurlijke manier evolueren, met bestaande gebouwen die lage energiecertificeringen hebben en daarom misschien minder aantrekkelijk zijn voor toekomstige investeerders. De wens van de gebruiker verschuift immers steeds meer richting 'groenere' gebouwen.

Het onderzoek laat daarnaast zien dat investeerders, ontwikkelaars en gebruikers over het algemeen wel op de hoogte zijn van de ophanden zijnde EPBD-wetgeving, maar dat er meer kan worden gedaan ter voorbereiding op de daadwerkelijke invoering ervan. Een gebrek aan gestandaardiseerde systemen in Europese landen betekent dat investeerders met portfolio's die zijn verspreid over Europa mogelijk problemen krijgen met de kritieke energieanalyses die voor hun gebouwen moeten worden uitgevoerd voordat de EPBD wordt geïmplementeerd.

-einde bericht-



Ingezonden persbericht