SGP


26 - 02 - 08 | SGP vindt de stimulerings-regeling duurzame energie van het kabinet onder de maat.

Ministeriële regelingen SDE
Van der Vlies
26 februari 2008

Voorzitter, de SGP-fractie heeft met grote ontevredenheid kennisgenomen van de concept ministeriële regelingen voor de stimulering van duurzame energieproductie. Want met deze regeling zal de Kabinetsdoelstelling om 20% duurzame op te wekken in 2020 niet behaald worden! Het beschikbare budget voor 2008 is veel te laag, investeerders hebben een te grote investeringsonzekerheid en veel perspectiefvolle energiebronnen zijn uitgesloten van de regeling. Door éérst te kijken naar kosteneffectiviteit, en pas daarnà naar toekomstperspectief en innovativiteit bekruipt ons het sterke gevoel dat niet de duurzame energie, maar de harde euro's de boventoon hebben gevoerd bij het opstellen van de SDE-regeling.

Maar ondanks de forse kritiek vanuit de relevante marktpartijen houdt de minister tegen beter weten in vol dat de doelstellingen met de beschikbare budgetten gemakkelijk gehaald kunnen worden. Deze stelling is niet onderbouwd, en in deze bijdrage zal ik aantonen waarom dat volgens de SGP zo is.

Harde bewijzen gevraagd!
Voorzitter, de minister verwijst naar het hoogste scenario van 17% duurzame energie uit de ECN doorrekening van het programma Schoon en Zuinig, en denkt daarmee te bewijzen dat de SDE-regeling wel degelijk tegemoet komt aan de 20%-norm. Echter, déze SDE-regeling komt niet overeen met dit meest optimistische scenario. De vraag is nu: wat is het verwachte effect van de SDE en de MEP vertaald naar 2020? Het zou van politieke moed en inzicht van de minister getuigen om zoân predictie door ECN te laten maken. Graag deze toezegging, zodat onderzoek laten uitvoeren, zodat we allemaal weten waar we aan toe zijn?

Investeringsonzekerheid voor ondernemers
De SGP-fractie betreurt het dat met name de kleine ondernemers en de agrarische sector door deze ministeriële regelingen opnieuw geen investeringszekerheid krijgen. Want hoewel het jaren kost om duurzame energieprojecten van de grond te krijgen, geeft de minister slechts zekerheid voor het jaar 2008. Doordat de minister de bedragen per jaar kan wijzigen of stoppen, dreigt de veelbelovende SDE-regeling te verworden tot een instabiel instrument. In het verleden is ook al gebleken dat dit kan leiden tot een plotselinge subsidiestop , of het op â nulâ zetten van het subsidietarief . Daardoor wordt het nu al zichtbaar dat investeerders investeringen op de lange baan schuiven, of zelfs onder de grond begraven.

Om de lange termijn investeringszekerheid wél te bieden vindt mijn fractie het noodzakelijk dat investeerders ook voor de periode na 2012 inzicht krijgen op een samenhangend en stabiel stimuleringsbeleid. Daarom pleit de SGP voor een financiering buiten de begroting om, zoals ook in het Duitse model gebeurt . Kan de minister dat in het belang van het Nederlandse investeringsklimaat toezeggen?

Te korte indienperiode
Voorzitter, de SGP-fractie is ontevreden over de veel te korte periode van indiening. Heeft de minister bijvoorbeeld onderzocht hoeveel tijd het vergt om een bouw- en milieuvergunning te krijgen voor windturbines en biomassacentrales? Precies: de benodigde tijd voor vergunningen is langer dan de indienperiode, zodat alleen projecten waarvoor al eerder vergunningen zijn afgegeven subsidie zullen krijgen! De door de minister gekozen met het âvenster 1 april tot 1 augustusâ is geen oplossing! De SGP-fractie pleit voor een van de volgende opties:

1) Openstelling van de regeling over het gehele jaar met mogelijk een overgangsperiode van een maand ten behoeve van de beoordelingstijd door SenterNovem.

2) Een verlenging tot 1 december, hetzij indiening op basis van een volledige vergunningsaanvraag. Een dergelijke aanvraag voor een kleine ondernemer al relatief veel geld zodat hij niet lichtvaardig een dergelijk traject doorlopen.

Graag een reactie hierop.

Met name stimuleren van MKB?
Voorzitter, de SGP vindt dat de minister wel heel erg gemakkelijk over de beloften voor kleine ondernemers in het regeerakkoord heenstapt. Daarin staat namelijk dat het met name voor kleine ondernemers mogelijk wordt gemaakt om te investeren in duurzame energie. Het geven van extra voorlichting aan het MKB is een doekje voor het bloeden en is geen extra steun voor kleinschalige biomassaprojecten! Er worden juist extra hindernissen opgeworpen. Is het de minister bekend dat VROM nog in overleg is met de sector over deze regelgeving? En is het de minister bekend, dat volgens de sector de thans voorgestelde emissie-eisen voor biogasinstallaties technisch nog niet haalbaar zijn? Sterker nog: de eisen die de minister nota bene middels een subsidieregeling oplegt, zijn wat betreft de fijnstofeis conflicterend met, en strenger dan de Europese eis van 2009. Kan de minister praktijkvoorbeelden geven van biogasprojecten, waar de voorgestelde emissie-eisen met succes zijn gerealiseerd?

Co-vergisting en Biomassa
Voorzitter, het lijkt erop dat de minister het voor biomassa procedureel, financieel en inhoudelijk zo moeilijk heeft gemaakt, dat er nauwelijks aanvragen ingediend zullen worden. En dat terwijl biomassa bij het gebruik van reststromen en mest wel degelijk extra milieuvoordelen heeft ten opzichte van de windproductie. Realiseert de minister zich bovendien dat zij, door 'alle vloeibare biomassa' niet meer toe te staan, veel goede en schone/duurzame biomassa ten onrechte uitsluit?

Voorzitter, het is nu volslagen onduidelijk waarom biogas sterk beperkt wordt en de wel gesteunde segmenten feitelijk een ontmoedigingsubsidie krijgen. Mijn fractie wil een duidelijk en gemotiveerd antwoord waarom de minister de belofte uit âSchoon en Zuinigâ niet nakomt om de regelgeving voor mest co-vergisting te verruimen. Ook willen wij de argumentatie van de minister horen waarom juist groen gas uit biomassa formeel wel, maar feitelijk niet wordt gestimuleerd.

Wat betreft de voorgestelde basisprijs van co-vergisting: de 12 eurocent per geproduceerde kilowattuur kan toch niet worden volgehouden wanneer het Energiecentrum Nederland (ECN) heeft voorgerekend dat voor een rendabele productie een prijs van 17,9 cent nodig is? Hierdoor zullen initiatieven sneuvelen op het gebrek aan rendement of te hoge financiële risicoâs . Daarom vraagt de SGP de minister alsnog het ECN advies over te nemen.

AVIâs
Voorzitter. Tenslotte over de AVIâs. Een AVI behaalt een elektrisch rendement van 22-26% met als uitschieter de nieuwe AVI in Amsterdam met 30%. Maar door warmtebenutting kan een totaalrendement van 80% worden bereikt. Warmtebenutting, zoals bij afvalverbranding, vergt echter grote extra investeringen. Waarom stopt de stimulering dan bij een rendement van 30%?


---

----------

Wijn, 18-8-2006
Zoals recent voor gas-WKK
Het grote voordeel van het Duitse model is dat het geen aanslag pleegt op de begroting van de ministeries van EZ, VROM of Financiën, maar omgeslagen wordt op de kWh prijs van alle afnemers Het Duitse model hoeft beslist geen open einde regeling te zijn, ook daar kunnen limieten worden ingebouwd. Daarnaast wordt het omgeslagen op de kWh- (elektra) en m3 (gas-) prijs van de gebruikers. Zo is de productie van biomassa gemakkelijker te sturen dan het windaanbod en fluctueert het aanbod minder doordat de biomassa kan worden opgeslagen. Daarnaast kan dankzij innovatie de CO2 in biogas of de rookgassen worden hergebruikt, wat het voordeel verdubbelt. De reststromen leveren energie die anders verloren gaat. Ook wordt de logistieke inspanning verminderd, wat een verminderde druk op het reeds overvolle Nederlandse wegennet tot gevolg heeft. En wat tenslotte te denken van het feit dat de emissie van methaan wordt gereduceerd met mestvergisting, wat ook wordt aangetoond in het rapport âSchoon en Zuinigâ van deze overheid?
Er is geen steun voor vergisting van reststromen zonder mest, geen steun voor groen gas uit biomassa en geen steun voor benutting van CO2 uit biogas of voor warmtekrachtkoppeling.
Zelfs als warmte (deels) benut kan worden en het digestaat op het eigen bedrijf afgezet wordt, kan voor 12 cent écht niet geproduceerd worden.
SGP vindt de stimulerings-regeling duurzame energie van het kabinet onder de maat.