SGP


28 - 02 - 08 | Bijdrage SGP Nota homo-emancipatie

De SGP heeft geen enkele behoefte aan een nieuwe emancipatiegolf om te bewerkstelligen dat mensen anders gaan denken over het thema homoseksualiteit. Het behoeft geen betoog dat alle vormen van geweld tegen wie dan ook niet kunnen. De inzet van het kabinet op dit punt is goed. Maar als de regering het tot haar taak rekent om opvattingen over homoseksualiteit om te turnen, vindt zij de SGP tegenover zich. Bestrijding van fysiek geweld mag niet uitmonden in ideologische dwang. Daar komt bij dat organisaties als COC en Humanistisch Verbond absoluut niet representatief zijn en dus ook ten enenmale ongeschikt om 'los te laten' op orthodoxe kringen.

________________________________________

Lesbisch- en homo-emancipatiebeleid
Van der Vlies
28 februari 2008

Voorzitter. Vandaag trekt een buitengewoon onderwerp onze aandacht, te weten homoseksualiteit. Dat blijkt allereerst uit de titel van de kabinetsnota: âgewoon homo zijnâ. Er lijkt bovendien geen punt te zijn waarop het kabinet zo angstvallig actief is. Juist op dit punt wil het kabinet moreel leiderschap tonen. Zij stuurt daarom ministers en staatssecretarissen naar activiteiten als Roze Zaterdag en Roze Landdag. Daarnaast moet homoseksualiteit droevig genoeg het Nederlandse boegbeeld in de internationale samenleving worden.

Het glas is volgens het kabinet half leeg; een idylle is verstoord. Dat is niet verbazingwekkend. Homoseksualiteit kan namelijk geen idylle zijn. Helaas bestaat er ook een misvatting over de rol van de overheid én over tolerantie. Dit kabinet moet zich voornamelijk bezig houden met het handhaven van de openbare orde en veiligheid, zowel voor heteroseksuelen als homoseksuelen. Het stimuleren van de acceptatie van heilloze overtuigingen behoort niet tot het takenpakket.

Allereerst moet opgemerkt worden dat deze nota niet uitblinkt in helderheid. Er wordt in deze nota namelijk geen onderscheid gemaakt tussen homoseksualiteit en homoseksuelen. Hoofddoelstelling van het beleid is de ene keer acceptatie van homoseksualiteit (p. 1), de ander keer acceptatie van homoseksuelen (p. 6). Die onduidelijkheid maakt het uitgangspunt voor het beleid wankel. De SGP-fractie bepleit respect voor personen, maar niet zondermeer voor daden. Dat is de basis voor een samenleving.

De bevoegdheid van de overheid beperkt zich tot het sanctioneren van gedragingen. Het beïnvloeden van overtuigingen is verboden terrein. De nota zou zich daarom enkel moeten richten op het bestrijden van geweld tegen homoseksuelen. Het is verbazingwekkend dat deze kerntaak in de nota pas na acceptatie van homoseksualiteit als overtuiging aan bod komt (par 3.2). Graag een reactie. Kan de minister overigens aantonen dat er een significant verband ligt tussen orthodoxe overtuigingen en geweldsuitingen?

Een direct gevolg van de genoemde begripsvermenging is de inperking van tolerantie. Tolerantie betekent dat we elkaar absoluut niet de hersens inslaan wanneer we het fundamenteel met elkaar oneens zijn. Alle gedachten zijn vrij zolang er geen geweld uit voortvloeit. Daar denkt het kabinet anders over. Er wordt een nieuwe emancipatiegolf ingeluid om een wijziging van de overtuiging van burgers te bewerkstelligen. In tegenstelling tot wat de nota vermeldt, is dat in strijd met een tolerante samenleving. Juridische gelijkberechtiging en handhaving is daarin het maximaal haalbare. Waarom is de minister hiermee niet tevreden? Wat is de noodzaak van een ideologische derde homo-emancipatiegolf van overheidswege? Een neutrale overheid waagt zich daar niet aan. Bestrijding van fysiek geweld mag niet uitmonden in ideologische dwang.

Het kabinet richt zich op het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in orthodoxe geloofsgemeenschappen. Respect voor homoseksuelen is inderdaad belangrijk, ook in orthodoxe kringen. De middelen voor bespreekbaarheid van homoseksualiteit missen echter doel. De organisaties die worden ingezet â COC, Humanistisch Verbond, Platform Kerk en Homoseksualiteit â zijn niet representatief en vinden in orthodoxe kringen geen ingang. Dat is dus weggegooid geld. De SGP-fractie verzoekt de minister voor het bereiken van deze doelstelling in contact te treden met meer representatieve organisaties, zoals de Stuurgroep die namens reformatorische scholen en kerken actief is. Graag een reactie. Klopt het overigens dat het ministerie enkel subsidie verstrekt aan organisaties die achter een praktiserende homoseksuele relatie staan?

Nederland moet volgens de minister een actieve rol spelen in de internationale samenleving. Er is hem veel aan gelegen om onze koploperspositie te behouden. Zelfs projecten van homo-organisaties in het buitenland worden gestimuleerd. Dat gaat naar de mening van de SGP-fractie over de grens. Hoe ver vindt de minister dat zijn verantwoordelijkheid reikt? Kan de minister toezeggen dat de inspanning zich beperkt tot het tegengaan van straffen voor en geweld tegen homoseksuelen? Zijn de voorwaarden voor subsidies aan buitenlandse organisaties ook op deze specifieke taak toegesneden?

Bescherming van de veiligheid van Nederlandse staatsburgers geniet hoge prioriteit. Dat geldt dus ook voor homoseksuelen. Het kweken van acceptatie van homoseksualiteit daarentegen is schadelijk voor onze samenleving. Een homoseksuele relatie is in strijd met de hoge waardering die de Bijbel geeft aan de unieke gemeenschap tussen man en vrouw. Homoseksualiteit kan nooit als vanzelfsprekend worden beschouwd zonder de natuur geweld aan te doen. Op dit punt moet het kabinet moreel leiderschap tonen. Een campagne voor persoonlijke opvoeding in een natuurlijke gezinssamenstelling zou heilzaam zijn. Bijdrage SGP Nota homo-emancipatie