Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk
3 maart 2008 HO/PROG/2008/6315

Onderwerp
Voortgang beleidsreactie `Ruim baan voor talent'/
uitvoeringsoverzicht moties en toezeggingen
strategische agenda voor het hoger onderwijs-,
onderzoek- en wetenschapsbeleid

Hierbij informeer ik u nader over de voortgang van mijn beleidsreactie op het eindrapport van de Commissie `Ruim baan voor talent'. Gelet op de samenhang met andere onderwerpen in verband met de strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid (Kamerstukken II 2007-2008, 31288, nr. 1) lijkt het mij nuttig u tevens te informeren over de uitvoering van de (aangenomen) moties, die zijn ingediend bij het notaoverleg over de strategische agenda op 10 december jl., en de overige toezeggingen, die in dat overleg zijn gedaan. Daarmee geef ik ook invulling aan uw verzoek van 14 februari 2008 (uw kenmerk 08-OCW-B-006).

Ruim baan voor talent
Op 26 maart a.s. heeft uw commissie een algemeen overleg gepland over het eindrapport van de Commissie `Ruim baan voor talent'. Dit rapport heb ik 11 december 2007 aan de Tweede Kamer aangeboden. Ik heb toen aangegeven dat ik ernaar zou streven om in februari 2008 met een beleidsreactie te komen.

In het eindrapport `Wegen voor Talent' heeft de commissie de uitkomsten van experimenten met selectie van studenten, collegegeldverhoging en flexibele toelating beschreven en een aantal aanbevelingen gedaan. De commissie adviseert o.a. om meer vrijheid voor opleidingen te bieden voor selectie aan de poort en om verder te experimenteren met verhoging van het collegegeld. Verder stelt de commissie voor om de twee experimenten die nu lopen met flexibele toelating te laten doorlopen om meer ervaring op te doen. Zij adviseert dit vanuit het idee dat `flexibele toelating' in de toekomst op meer scholen wordt ingevoerd.
Alvorens met voorstellen te komen, heb ik de behoefte om o.a. met de studenten en instellingen meer overleg te voeren. Het gaat daarbij om de vraag of, en zo ja, onder welke voorwaarden en bij welke opleidingen selectie en collegegelddifferentiatie toegepast zouden kunnen worden (afbakeningsvraag) en hoe we daarbij de toegankelijkheid maximaal kunnen houden. Dit overleg is nog niet afgerond. Ik kom in mei, nadat ik met de instellingen en studenten heb gesproken, met mijn beleidsreactie op "Wegen voor Talent".

Op de agenda voor het Algemeen Overleg van 26 maart staat aangegeven dat de volgende documenten erbij betrokken kunnen worden:

- brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van Bijsterveldt- Vliegenthart, d.d. 3 december 2007 inzake aanbieding verkenning Onderwijsraad 'Doorstroom en talentontwikkeling' (Kamerstuk 31 289, nr. 7);
- het Onderwijsraad advies, d.d. 24 juli 2007 inzake 'Kwaliteit belonen in het Hoger Onderwijs?', (Kamerstuk 30 800 VIII, nr. 117);

blad 2/5


- het advies van de Onderwijsraad, d.d. 10 januari 2008 inzake een succesvolle start in het hoger onderwijs (brief nr. OCW0800027).

Het betreft hier drie adviezen van de Onderwijsraad. Ik kan het volgende over deze adviezen melden:
- Doorstroom en talentontwikkeling. Gepland is dat staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart uw Kamer in de loop van maart a.s. voorziet van een beleidsreactie op dit advies.
- Kwaliteit belonen in het hoger onderwijs. In `Het Hoogste Goed' is aangekondigd dat via een instellingsspecifieke onderwijsopslag kwaliteit meer centraal wordt gesteld in de bekostiging. Daarnaast is er in de motie Zijlstra en Besselink (18 december 2007, Kamerstuk 31 288, nr. 15) verzocht om kwaliteitsaspecten op te nemen in de nieuwe bekostigingssystematiek. Inmiddels is een `commissie prestatiebekostiging hoger onderwijs' ingesteld die mij zal adviseren over de haalbaarheid hiervan en eventueel te starten pilots. Het advies over de mogelijke meerwaarde van pilots verwacht ik zomer 2008 en het eindadvies over vorm en invoering van prestatiebekostiging verwacht ik begin 2009.

- Een succesvolle start in het hoger onderwijs. In de brief van 14 februari 2008 (uw kenmerk 08- OCW-B-008) verzoeken de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij om voor 15 maart 2008 met mijn beleidsreactie op dit advies te komen. Ik heb eerder in mijn brief van 25 januari 2008 (HO/BL/2008/1574) aangegeven dat de beleidsreactie wordt geïntegreerd in de notitie over uitval in het hoger onderwijs, die u voor de zomer van 2008 ontvangt. De reden voor deze integratie is dat er een inhoudelijke verbinding is tussen het advies van de Onderwijsraad en de meerjarenafspraken over het verhogen van studiesucces en kwaliteit in de bachelorfase die ik nog ga maken en waarover in de notitie over uitval zal worden gerapporteerd. Mijn voornemen is nu om deze notitie over uitval op te nemen in een integrale voortgangsrapportage strategische agenda (zie hierna). Dit betekent dat ik niet op uw verzoek kan ingaan om al voor 15 maart met een beleidsreactie te komen.
Op de verkenning doorstroom en talentontwikkeling zult u separaat een reactie ontvangen. De voor het hoger onderwijs relevante aspecten worden ook meegenomen in de voortgangsrapportage van de strategische agenda.

Uitvoeringsoverzicht strategische agenda
U hebt mij bij uw eerder genoemde brief van 14 februari 2008 verzocht om een uitvoeringsoverzicht over de moties die na de behandeling van de strategische agenda zijn aangenomen. Dat overzicht is hieronder opgenomen evenals een uitvoeringsoverzicht van de overige toezeggingen tijdens het notaoverleg over de strategische agenda.
Ik zal uw Kamer in juni a.s. voorzien van een voortgangsrapportage in verband met de strategische agenda, die aan alle onderwerpen in verband met de moties en toezeggingen aandacht zal geven. Deze rapportage kan onderwerp zijn van nader overleg, waarna de strategische agenda definitief kan worden vastgesteld. Ik verwijs hiervoor kortheidshalve naar mijn brief over de procedure tot vaststelling van de strategische agenda d.d. 19 december 2007 (Kamerstukken II 2007-2008, 31288, nr. 16).

Overzicht aangenomen moties, die zijn ingediend bij het notaoverleg over de strategische agenda hoger onderwijs en wetenschapsbeleid

Motie Uitvoering 31 288, nr. 4 -de motie-Leijten c.s. over De uitvoering van deze motie wordt meegenomen verbetering van de medezeggenschap in het hoger in de bepalingen over medezeggenschap in het onderwijs wetsvoorstel ter wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dat in de strategische agenda is aangekondigd en dat naar planning dit najaar aan de Tweede Kamer zal worden voorgelegd.

blad 3/5

Motie Uitvoering 31 288, nr. 5 -de motie-Joldersma c.s. over een Ik heb op 30 januari jl. (bij brief met kenmerk beleidsrijke dialoog met de universiteiten OWB/AI/2008/653) NWO verzocht in over Nederlandse graduate schools samenwerking met mijn ambtenaren en met consultatie van o.a. de universiteiten en KNAW mijn voorstel voor een experiment met "graduate schools naar Amerikaans model" verder uit te werken. De uitwerking van een dergelijk experiment geschiedt op basis van door mij gestelde randvoorwaarden waaraan een dergelijke "graduate school naar Amerikaans model" zou moeten voldoen. Uw Kamer zal, zoals afgesproken naar aanleiding van motie 31288 nr. 5, voor de zomer worden geïnformeerd over de uitkomsten. Ik zal ook nader op dit onderwerp ingaan in de voortgangsrapportage van de strategische agenda. 31 288, nr. 7 (nader gewijzigd) -de nader Er is een Commissie Kwaliteit en Bekostiging gewijzigde motie-Zijlstra/Besselink over het Hoger Onderwijs ingesteld die mij zal adviseren opnemen van kwaliteitsaspecten in de nieuwe over de haalbaarheid van kwaliteitsaspecten in de bekostigingssystematiek nieuwe bekostigingssystematiek en eventueel te starten pilots. De commissie zal mij in september a.s. hierover adviseren. De Tweede Kamer kan dit advies en mijn beleidsreactie daarop komend najaar betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel ter wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) dat in de strategische agenda is aangekondigd en de aanpassing van het Uitvoeringsbesluit WHW vanwege de nieuwe bekostigingssystematiek. Beide voorstellen worden naar verwachting dit najaar aan de Tweede Kamer worden aangeboden. 31 288, nr. 8 -de motie-Besselink c.s. over de Ik zal de Tweede Kamer hierover in juni a.s. termijn waarbinnen studiefinanciering met informeren. Ik zal dit doen in de terugwerkende kracht kan worden stopgezet voortgangsrapportage van de strategische agenda. 31 288, nr. 9 -de motie-Besselink c.s. over de De uitvoering van deze motie wordt meegenomen niet-goed-geld-terug-gedachte in de bepalingen over restitutie van collegegeld in het wetsvoorstel ter wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) dat in de strategische agenda is aangekondigd en dat naar planning dit najaar aan de Tweede Kamer zal worden voorgelegd.

blad 4/5

Overzicht overige toezeggingen in het notaoverleg strategische agenda hoger onderwijs en wetenschapsbeleid

Toezegging Uitvoering
1. Notitie over internationalisering in het hoger Ik streef ernaar om deze notitie, zoals door mij is onderwijs toegezegd tijdens het notaoverleg, uiterlijk voor de zomer aan de Tweede Kamer te overleggen. De totstandkoming van deze notitie vergt echter grondig overleg met o.a. de onderwijs ­en studentenkoepels en het vakdepartement voor Ontwikkelingssamenwerking. Het is dan ook denkbaar dat de notitie pas na de zomer gereed is.
2. Notitie over accreditatie Ik heb deze notitie op 11 februari 2008 naar de Tweede Kamer gezonden.
3. Notitie over toekomst van de masters Deze notitie zal mede gebaseerd zijn op de evaluatie van de bachelor-master structuur. Deze evaluatie is niet eerder dan in juni a.s. gereed. De notitie zal naar planning eind 2008 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
4. Notitie over bijverdienregeling in de Ik zal de Tweede Kamer hierover in juni a.s. studiefinanciering informeren. Ik zal dit doen in de voortgangsrapportage van de strategische agenda.
5. Terugkoppeling van de plannen inzake het Ik zal de Tweede Kamer hierover informeren in de terugdringen van de uitval van studenten voortgangsrapportage van de strategische agenda. Daarbij zal ik nader ingaan op de meerjarenafspraken met de VSNU en de HBO- raad over het terugdringen van de uitval van studenten. Ook zal ik daarbij een beleidsreactie geven op het advies van de Onderwijsraad `Een succesvolle start in het hoger onderwijs'.
6. Notitie over de aanwending van de extra Momenteel wordt door OCW en de multisectorale middelen voor de allochtone studenten in het hogescholen in de vier grote steden gewerkt aan hoger onderwijs afspraken over het vergroten van studiesucces van allochtonen studenten. Ik verwacht in april a.s. tot afronding van deze afspraken te komen en zal de Tweede Kamer daarover nader informeren. Op 10 april a.s. heeft de Tweede Kamer een Algemeen Overleg gepland over allochtone studenten in het hoger onderwijs. Ik zal ook nader op dit onderwerp ingaan in de voortgangsrapportage van de strategische agenda.
7. Standpunt over de afbetalingsystematiek van Ik zal de Tweede Kamer hierover in juni a.s. de studiefinanciering, na overleg met de informeren in de voortgangsrapportage van de studentenorganisaties strategische agenda.
8. Notitie over het al dan niet verruimen van het Dit onderwerp wordt opgenomen in de paragraaf bindend studieadvies over het terugdringen van de uitval van studenten (genoemd onder punt 5) in de voortgangsrapportage van de strategische agenda.
9. Rapportage aan de Kamer over het overleg met Ik zal de Tweede Kamer hierover in juni a.s. de VSNU inzake de arbeidspositie van bursalen, informeren in de voortgangsrapportage van de aio's en oio's. strategische agenda.

blad 5/5

Toezegging Uitvoering
10. Voortgangsrapportage inzake het onderwerp Ik zal deze rapportage uiterlijk voor het einde van handicap en studie 2008 aan de Tweede Kamer doen toekomen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk