Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Aanbieding verslag Milieuraad 3 maart te Brussel: verslag

kamerstuk | datum verzending: 28-3-2008

VERSLAG EU - MILIEURAAD

3 maart 2008 te Brussel

Onder voorzitterschap van de Sloveense milieuminister Janez Podobnik slaagde de Milieuraad erin conclusies vast te stellen over de bijdrage van de Milieuraad aan de Voorjaarsraad en over de EU inzet tijdens de Biodiversiteitstop alsmede de Bioveiligheidstop. De beleidsdebatten gingen over het klimaat- en energiepakket en CO2 emissies van auto's. Nederland kreeg veel positieve reacties op de oproep om zeescheepvaartemissies voortvarend aan te pakken. Wat betreft mogelijke maatregelen voor het tegengaan van geluidsoverlast van AWACS radarverkenningsvliegtuigen in Nederland en Duitsland was Commissaris Dimas verbaasd dat op dit moment voor dezelfde vliegtuigen verschillende normen gelden. Onderwerp voor de lunch was financiering van mondiaal klimaatbeleid. Gastspreker was het Hoofd van het VN Klimaatsecretariaat Yvo de Boer.

Klimaat- en Energiepakket
In de Raad werd een beleidsdebat gehouden over de voorstellen uit het klimaat- en energiepakket. Alle Lidstaten hebben hun voorlopige positie toegelicht. De Raad reageerde in het algemeen positief op het pakket dat in 2020 moet leiden tot een verlaging van de CO2-uitstoot in de Europese Unie met tenminste 20% en moet voorbereiden op een verdere verlaging naar 30% bij een mondiaal klimaatakkoord.

Het klimaat- en energiepakket betreft vier voorstellen over: de verdeling van de inspanningen voor de reductie van broeikasgassen tussen de lidstaten; de herziening van het Europees emissiehandelssysteem (ETS); de afvang en ondergrondse opslag van CO2 ('CCS') en de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie met het oog op een vergroting van het aandeel hernieuwbare energie in de energieconsumptie met inbegrip van biobrandstoffen.

Veel landen hebben tijdens het debat, net als ik, gepleit voor een duidelijke boodschap van de Commissie over de bereidheid van de Unie om een 30%-reductiedoelstelling te accepteren in het licht van een internationaal klimaatakkoord en tevens een indicatie te geven over de extra maatregelen die daarvoor nodig zullen zijn. Een aantal landen voelden zich benadeeld bij de verdeling van de inspanningen over de lidstaten. Sommigen wilden dat het pakket uitgaat van het Kyoto basisjaar 1990 in plaats van 2005. Deze Europese Commissie heeft in reactie hierop aangegeven dat hiertoe de benodigde gegevens ontbreken. Met betrekking tot de ETS-richtlijn werd de Commissie gevraagd de gevolgen voor de concurrentiepositie, in het bijzonder van de energiesector. Ook waren er lidstaten die aandacht vroegen voor de positie van de energiesector en de gevolgen van het volledig veilen van emissierechten voor deze sector. Het CCS-voorstel werd verwelkomd vanwege de potentiële bijdrage van CCS aan het behalen van toekomstige klimaatdoelstellingen, maar enkele Lidstaten waren van mening dat veilige opslag nog veel vragen oproept en goed geregeld moet worden, vooral als het gaat om veiligheid en aansprakelijkheid. Naast opslag van koolstof zouden ook de mogelijkheden van sequestratie via nieuwe technologieën moeten worden onderzocht, zoals het binden van CO2 aan rotsen via een chemische reactie. Ik heb gevraagd om meer duidelijkheid over de lange termijn financiering van de CCS projecten.

Tot mijn genoegen, kon het voorstel van de Commissie om criteria voor duurzame biobrandstoffen en duurzame productie van biomassa voor energiegebruik te ontwikkelen op veel bijval rekenen. Verschillende Lidstaten gaven net als Nederland aan dat de in het voorstel genoemde criteria een goede eerste stap zijn, maar nog aangescherpt en uitgebreid moeten worden. Die criteria worden door een ad-hoc werkgroep in Brussel uitgewerkt voor zowel de herziene Richtlijn Brandstofkwaliteit als voor de nieuwe Richtlijn Hernieuwbare Energie en zullen nog voor de zomer gepresenteerd worden. Vooralsnog wordt gestreefd naar het aannemen van de Richtlijn Brandstofkwaliteit in eerste lezing.

Ik heb mijn inbreng afgesloten met de oproep om wel aandacht te schenken aan de zorgen die door de verschillende lidstaten op tafel zijn gelegd maar niet af te laten leiden van het doel van overeenstemming over het pakket binnen het tijdsbestek van een jaar.

Het Sloveense Voorzitterschap was tevreden met het pakket aan maatregelen zoals voorgesteld door de Commissie en concludeerde onder andere dat de Raad uiterlijk begin 2009 het pakket moet vaststellen ruimschoots voor de verkiezingen van het Europese Parlement in juni 2009 en de Klimaattop in december 2009, wanneer een mondiale post-2012 klimaatakkoord wordt nagestreefd.

Tijdens de lunch ging de discussie over het klimaat- en energiepakket verder door met focus op financiering van mondiaal klimaatbeleid. Als voortrekker bij dit onderwerp heeft Nederland de discussie voorbereid en ingeleid. Mijn pleidooi voor de spoedige ontwikkeling van een coherente, efficiënte en eerlijke financiële architectuur en het stroomlijnen van internationale gelden werd gesteund en versterkt door het Hoofd van het VN Klimaatsecretariaat Yvo de Boer. De discussie heeft bijgedragen aan het genereren van ideeën voor input aan de Voorjaarsraad.

Voorjaarsraad
Het Sloveense Voorzitterschap had Raadsconclusies over de bijdrage van de Milieuraad aan de Voorjaarsraad voorbereid, ter vaststelling door de Milieuraad. De belangrijkste onderwerpen in de Voorjaarsraadsconclusies zijn naast het klimaat- en energiepakket, de Lissabonstrategie voor groei en banen in de EU, biodiversiteit, milieutechnologie, duurzame consumptie en productie en betere regelgeving.

De Raadsconclusies over de bijdrage van de Milieuraad aan de Voorjaarsraad werden naar aanleiding van het beleidsdebat aangescherpt. De discussie bij dit punt ging vooral over het tijdspad voor de vaststelling van het klimaat en energiepakket, de verdeling van inspanningen en het voorkomen van carbonleakage door mogelijke concurrentienadelen. Een aantal Lidstaten wilde een verwijzing naar economische convergentie als een van de doelstellingen van de Unie. Met de formulering 'duurzame economische groei in de hele Europese Unie' op te nemen, kon een moeizame discussie over de noodzaak van convergentie als aspect van het klimaat en energiepakket worden kortgesloten. In de paragraaf over het tijdpad van de besluitvorming over het pakket is de doelstelling opgenomen om eind 2008 overeenstemming te hebben bereikt over het pakket en dat uiterlijk begin 2009 de voorstellen door Raad en Parlement worden aangenomen. Het concept van de 'top runners'-benadering als stimuleringsinstrument voor schone technologie is naar mijn tevredenheid verankerd in de tekst. Al met al heeft de Milieuraad een positieve boodschap voor de Voorjaarsraad van 13-14 maart voorbereid.

CO2 emissies van auto's
Een tweede beleidsdebat op de Raad was gewijd aan het verordeningsvoorstel over CO2-emissies van personenauto's. De Milieuraad gaf steun aan het Commissievoorstel om de CO2 emissies van personenauto's terug te dringen tot maximaal 120 gram per kilometer in 2012; te bereiken via reductie tot 130 gr/km via motortechnologische aanpassingen minus 10 gram per kilometer via aanvullende maatregelen. De Commissie werd wel verzocht om snel licht te werpen op dit aanvullend maatregelenpakket. Verder gaf het debat een divers doch redelijk voorspelbaar beeld over de vraag hoe de verdeling van de doelstelling over de verschillende autofabrikanten tot stand zou moeten komen. Op basis van gewicht of op basis van afmetingen (zgn. 'footprint') en de inspanningsverdeling over grote enerzijds en kleine en nu al relatief zuinige auto's anderzijds. Lidstaten met autofabrikanten die kleine en zuinige auto's produceren willen niet nog extra worden aangeslagen. Voor wat betreft de grondslag, gewicht of 'footprint', was de Europese Commissie helder in de boodschap; er ontbreken nu gegevens om 'footprint' als uitgangspunt te nemen, wellicht dat dit in de evaluatie terug kan komen. Ik kreeg van veel kanten steun voor mijn oproep ook langere termijndoelen (2020) te formuleren. Ik heb voorgesteld om met tussendoelstellingen in 2014 en in 2017, in2020 uit te komen op een doelstelling van gemiddeld 80 gram per kilometer. Als principe is dit pleidooi voor lange termijn doelstellingen door een behoorlijk aantal lidstaten over genomen. Verder heb ik aandacht gevraagd voor het sanctiesysteem; de boetes moeten zo effectief zijn dat er geen afwenteling plaatsvindt en het voor fabrikanten aantrekkelijker is om CO2 reducerende maatregelen te nemen dan de boete voor lief te nemen (en door te berekenen aan de consument). De Raad zal dit jaar het verordeningsvoorstel verder uitwerken. Aangezien het voorstel ook raakt aan concurrentieverhoudingen tussen autoproducerende landen, komt dit onderwerp, in het bijzonder de boete regime terug in de volgende Raad voor Concurrentievermogen.

Biodiversiteitstop
De tweede set Raadsconclusies die in de Milieuraad voorlag, vormde het onderhandelingsmandaat van de Europese Unie en lidstaten voor de onderhandelingen tijdens de 9e Conferentie van Partijen van de Conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD COP 9). Deze bijeenkomst vindt plaats van 18-31 mei 2008 in Bonn. De conclusies werden met minimale wijzigingen, betreffende versterking van de tekst over financiering, aangenomen. Speerpunten voor Nederland tijdens COP 9 zijn vooral het waarborgen van een internationaal regime voor eerlijke verdeling van de voordelen van biodiversiteit, aansluiting bij het klimaatbeleid, mariene beschermde gebieden, betrokkenheid van de private sector en toekomstige strategie voor CBD na 2010. Deze punten zijn naar tevredenheid in de aangenomen Raadsconclusies geregeld.

Bioveiligheidstop
Tot genoegen van het Voorzitterschap werd de derde set Raadsconclusies ongewijzigd aangenomen. Deze Raadsconclusies gingen over de inzet van de Europese Unie en Lidstaten bij de onderhandelingen over een verdere implementatie van het mondiale bioveiligheidregime en dienen ter voorbereiding van de bijeenkomst van Partijen bij het Protocol van Cartagena betreffende bioveiligheid onder het Biodiversiteitsverdrag (COP/MOP 4). Deze bijeenkomst vindt plaats van 12 -16 mei 2008, in Bonn. Volgens de Raadsconclusies dienen tijdens COP/MOP 4 'Aansprakelijkheid en Verhaal' zoveel mogelijk geregeld worden. Voortgang op het gebied van Risicoanalyse & management en verdergaande capaciteitsopbouw zijn twee andere onderwerpen in de Raadsconclusies, die ook voor Nederland als essentiële elementen van een slagvaardig internationale bioveiligheid regime worden gezien.

Diversenpunten
a) Tijdens de Raad zijn zes diversenpunten aan de orde gesteld; EURO VI, AWACS, b) Zeescheepvaartemissies, de bedreiging van de Donaudelta in Roemenië door het uitdiepen van een kanaal naar de Zwarte Zee in de Oekraïne, het Franse voornemens om tijdens hun voorzitterschap in de tweede helft van 2008 een principiële discussie te voeren over het Europees beleid voor genetisch gemodificeerde organismen en de Overeenkomst van Albufeira tussen Spanje en Portugal als een voorbeeld van bilaterale samenwerking bij het beheer van gedeelde stroomgebieden, in het kader van de Kaderrichtlijn water. Bij de drie onderbeschreven punten heb ik het woord genomen.

EURO VI
Commissaris Dimas lichtte kort het EURO VI-voorstel over emissies van zware voertuigen toe en de Sloveense voorzitter Podobnik meldde dat de ambtelijke besprekingen waren begonnen. Ik heb gebruik gemaakt van de mogelijkheid om nogmaals te pleiten voor snellere inwerkingtreding van de normen en werd daarin door enkele lidstaten gesteund.

AWACS
Ik heb dit punt geagendeerd om via de Milieuraad aandacht te voor de grote geluidshinder die de inwoners van de gemeente Onderbanken in Limburg ondervinden van de AWACS radarverkenningsvliegtuigen, die opstijgen en landen vanaf de luchtmachtbasis Geilenkirchen in Duitsland - net over de Nederlands-Duitse grens. Mijn inbreng was op twee punten gericht: het verkrijgen van begrip en daardoor mogelijk steun voor Nederland in NAVO-verband en het neerleggen van de vraag wat de EU zou kunnen betekenen in het oplossen van dieze problematiek. De Duitse delegatie steunde de Nederlandse interventie, bedankte voor het aansnijden van het probleem en gaf aan dat ook Duitse burgers de geluidsoverlast ervaren. Ook Duitsland gaf aan dat de pogingen om stillere motoren in betreffende vliegtuigen te krijgen tot op heden onvoldoende steun ontvangen. Gezien dit gebrek aan vorderingen ziet Duitsland met interesse initiatieven om dit probleem aan te pakken tegemoet. In reactie hierop bevestigde Commissaris Dimas dat de huidige EU-regelgeving enkel van toepassing is op de burgerluchtvaart. In principe moet het vervangen van de motoren in NAVO-verband worden opgelost. Wel vond hij het paradoxaal dat op dit moment voor dezelfde vliegtuigen verschillende normen gelden en dat een omgebouwd civiel luchtvaartuig ineens niet meer onder de Europese eisen valt. Dat hoeft niet zo te blijven: Commissaris Dimas kan zich voorstellen dat dit in de toekomst rechtgetrokken wordt.

Zeescheepvaartemissies
Ook dit punt is op mijn verzoek geagendeerd. Ik deelde met mijn collega's in de Milieuraad mijn zorgen over de groeiende emissies van de zeescheepvaart. Zonder nieuwe maatregelen zal de zeevaart in 2020 voor 5% aan de gemiddelde fijnstofconcentratie en voor 17% aan de stikstofoxidenconcentratie in Nederland bijdragen. Daarom heb ik de Commissie en de Lidstaten opgeroepen om in de volgende bijeenkomst van de Milieucommissie (MEPC) van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) die eind van deze maand plaatsheeft een krachtig en eensgezind geluid te laten horen om ervoor te zorgen dat scherpere eisen voor de scheepvaart en scheepvaartbrandstoffen in IMO-verband opgesteld worden, die in overeenstemming zijn met de Europese ambities ten aanzien van luchtkwaliteit en volksgezondheid. Een groot aantal Lidstaten en de Commissie steunde mijn oproep. Enkele Lidstaten onderkenden het probleem maar benadrukten dat afspraken op mondiaal niveau moeten worden gemaakt. Commissaris Dimas concludeerde dat wanneer er geen overeenstemming in IMO-verband tot stand komt, de Commissie een voorstel zal doen voor het aanpakken van deze kwestie in EU-verband.