Gemeente 's-Hertogenbosch

05-03-2008
Discussie als opmaat naar nieuwe welstandsnota

Sinds 2004 werkt de gemeente met een welstandsnota. In deze nota is voor verschillende wijken aangegeven waaraan nieuwe bouwwerken moeten voldoen. Ook is aangegeven welke criteria de welstands- en monumentencommissie gebruikt bij de beoordeling van bouwplannen. Het college vindt dat de inhoud van de welstandsnota en de welstandstoetsing op bepaalde punten toe zijn aan een update. De eerste stap naar verandering is het uitbrengen van een discussienotitie. Die wordt voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke ontwikkelingen en Beheer. Daarna vindt overleg plaats met verschillende belangenorganisaties. Het definitieve voorstel wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden.

In de discussienotitie worden verschillende thema's belicht. Ook draagt het college mogelijke oplossingsrichtingen aan. Zo is het idee om maatwerk toe te passen bij nieuwe gebouwen die door hun functie, situering en/of grootte bepalend zijn voor de beleving van de stad, een wijk of buurt. De nota geeft momenteel te weinig ruimte om flexibel te zijn. Maatwerk zou bijvoorbeeld het aanstellen van een supervisor kunnen zijn, het maken van een beeldkwaliteitplan of het formuleren van welstandscriteria op maat.

Binnenstad
Ook is het de bedoeling om bij grotere ontwikkelingen in de binnenstad maatwerk te leveren zoals bij de ontwikkeling van het GZG-terrein. Daar zou ruimte geboden kunnen worden voor een nieuwe stedenbouwkundige structuur en architectuur met behoud van de historische elementen. Juist hier kan de historie inspiratiebron zijn voor nieuwe, uitdagende architectuur. Daarvoor worden afzonderlijke welstandscriteria aan de gemeenteraad voorgelegd.

In de huidige welstandsnota zijn de welstandscriteria voor de binnenstad te strikt geformuleerd. Het succesvolle puienbeleid, dat ook een eigentijdse vertaling van de historische situatie toestaat, kan hierdoor niet volledig worden toegepast. Kwalitatief hoogwaardige bouwplannen voor winkelpuien moeten om die reden soms worden afgekeurd. Het opnemen van ruimere welstandscriteria komt hieraan tegemoet.

Beoordeling van bouwplannen
Het komt voor dat bij de beoordeling van bouwwerken door de welstandscommissie zaken ter discussie worden gesteld die niet direct relevant zijn voor de architectonische aspecten. Bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte, de aangrenzende bebouwing, de wegenstructuur of het bouwprogramma. Dit komt de inhoudelijke beoordeling niet altijd ten goede. Het idee is om de welstandstoets uitsluitend te richten op de meer architectonische welstandsaspecten. Ook bouwhistorische aspecten worden bij de welstandstoets betrokken. Dit gebeurt uitsluitend als de locatie van het bouwplan, de directe omgeving en/of het bestaande pand bouwhistorische waarde heeft.

Bijzonder welstandsregime
In de welstandsnota zijn gebieden aangegeven met een bijzonder welstandsregime zoals de binnenstad, de dorpskernen en historische bouwlinten waaronder Orthen en Hintham. In de praktijk betekent dit dat alle bouwplannen binnen een dergelijk gebied worden getoetst aan strengere en aan een groter aantal welstandscriteria dan bij andere gebieden. Dit gebeurt ook als de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van het betreffende pand of locatie beperkt is. Voorgesteld wordt het bijzondere welstandsregime uitsluitend toe te passen bij bebouwing en locaties die reeds een bijzondere status hebben zoals monumenten, beeldbepalende gebouwen en beschermde stads- en dorpsgezichten.

Welstandsvrij
In het huidige welstandsbeleid is geen ruimte opgenomen voor welstandsvrije gebieden. Het voorstel is te overwegen meer welstandsvrije gebieden op te nemen. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan bebouwing van grotere, vrije kavels. Daar zou meer vrijheid mogelijk moeten zijn. Ook wordt gedacht aan het welstandsvrij maken van kleinschalige bebouwing die aan de achterzijde van een woning wordt gerealiseerd zoals aan- en bijgebouwen bij woningen, dakkapellen, zwembaden en kozijn- en gevelwijzigingen. Dit kan dan onder voorwaarde dat de woning geen monument is, buiten het beschermde stads- of dorpsgezicht ligt, er voldoende afstand is tot de perceelsgrens en het past in het bestemmingsplan.

Compacter
Tot slot is het de bedoeling om de welstandsnota compacter en overzichtelijker te maken. Dat kan door het aantal welstandscriteria te beperken, welstandscriteria te bundelen en minder categorieën bebouwingstypen op te nemen.