Meisjesbesnijdenis: houding Belgische gynaecologen onwettig


UTRECHT, 20080305 -- De houding van een aantal Belgische gynaecologen ten opzichte van lichte vormen van meisjesbesnijdenis (VGV) is volgens het Nederlandse kennis- en adviescentrum Pharos in strijd met de Belgische wet. Pharos reageert hiermee op recent verschenen berichten in de Nederlandse pers over een proefschrift van dr. Els Leye van de Universiteit Gent. Hieruit bleek dat het gros van de Belgische gynaecologen een sneetje in de clitoris acceptabel vindt.

Pharos voert in opdracht van het ministerie van VWS de aanpak preventie meisjesbesnijdenis in Nederland uit. Directeur Monica van Berkum bestrijdt de houding van de Belgische gynaecologen uitdrukkelijk. "Het is verbazend dat zij zo denken. Meisjesbesnijdenis is in België, net als in andere Europese landen, bij wet verboden. Elke vorm van meisjesbesnijdenis, ook deze zogenaamd lichte vorm, de 'sunna', is een aantasting van de rechten van de mens."

In het Nederlandse strafrecht geldt de ingreep in welke vorm dan ook als kindermishandeling. Daders of helpers kunnen, wanneer het gaat om een meisje uit Nederland, zowel bij een besnijdenis in Nederland als in het buitenland vervolgd worden. Verschillende medische beroepsgroepen hanteren meldcodes en protocollen ter preventie van meisjesbesnijdenis. De beroepsgroep voor Nederlandse Gynaecologen (NVOG) neemt in de pers dan ook duidelijk afstand van haar Belgische collega's.

Tijdens de internationale dag tegen meisjesbesnijdenis op 6 februari haalde staatssecretaris Jet Bussemaker nogmaals aan dat strafvervolging moet plaatsvinden bij ontdekking van welke vorm van deze besnijdenis dan ook. Jet Bussemaker: "VGV is niets minder dan een zeer ernstige verminking van het lichaam, met blijvende lichamelijke en vaak ook psychische gevolgen. Daarom is het in ons land verboden en strafbaar."






Ingezonden persbericht