Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 18 februari 2008

06 maart 2008 - kamerstuk

rectie Internationale Zaken
Di

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

2008/290 IZ. 5 maart 2008

onderwerp bijlagen rslag van de Landbouw- en Ve
Visserijraad van 18 februari 2008 Geachte Voorzitter,

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op
18 februari jl. in Brussel plaatsvond.

De Raad sprak over de toelating van vier genetisch gemodificeerde maïsvariëteiten en één genetisch gemodificeerde fabrieksaardappel. Daarna discussieerde de Raad aan de hand van twee vragen van het voorzitterschap over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Alle lidstaten benoemden hun prioriteiten voor de Health Check en de instrumenten die het best gekozen kunnen worden voor een zachte landing van de melkquotering.

Tot slot besprak de Raad onder het agendapunt `diversen' verschillende onderwerpen. De Cypriotische delegatie vroeg aandacht voor de aanhoudende droogte op het eiland. De Duitse delegatie wees op de situatie op de varkensvleesmarkt en verzocht de Commissie Ministerie van Landbouw, om noodmaatregelen. Daarna riep ik de Commissie en de Raad op om de mogelijkheden Natuur en Voedselkwaliteit te onderzoeken om de handel in illegaal hout ook vanuit de Convention on International Directie Internationale Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES) aan te pakken en wees ik op Zaken
Bezuidenhoutseweg 73 de mogelijk ontoereikende middelen voor de financiering van de vaccinatie tegen blau- Postadres: Postbus 20401 tong. Vervolgens stelde de Belgische delegatie de economische schade door blauwtong 2500 EK 's-Gravenhage aan de orde, waarna de Zweedse delegatie de Commissie verzocht om een spoedige Telefoon: 070 - 3786868 oplossing voor de problemen die zijn veroorzaakt naar aanleiding van de uitspraak van Fax: 070 - 3786100 het Europese Hof in de zaak Schonewille-Prins over de premiewaardigheid van runderen. Tot slot informeerde de Commissaris de Raad over de stand van zaken van de WTO-onder- handelingen.

Voorafgaand aan de Raad discussieerden de ministers van Visserij tijdens een informele bijeenkomst over de visserijcontrole.

Genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) De Commissaris zette uiteen dat de toelating van deze door de European Food Safety Authority (EFSA) veilig bevonden genetisch gemodificeerde variëteiten cruciaal zijn, ook met het oog op de veevoederbehoefte van de varkenssector

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 2

Enkele lidstaten uitten hun bedenkingen bij de toelating van deze maïs- of aardappel- variëteiten. De Voorzitter rondde af met de inmiddels traditionele conclusie ten aanzien van de toelating tot ggo's: er was noch een gekwalificeerde meerderheid vóór, noch tegen toelating. De procedure is in dat geval dat Europese Commissie beslist tot (al dan niet) toelaten van deze variëteiten. Ik heb ingestemd met de toelating van de vier variëteiten ggo-maïs en één fabrieksaardappel, omdat de EFSA deze ggo's immers veilig heeft bevonden.

Health Check
De Raad debatteerde aan de hand van twee vragen over de Health Check. In de eerste vraag vroeg het voorzitterschap de lidstaten aan te geven wat hun drie prioriteiten in de Health Check zijn en in de tweede vraag welke instrumenten het beste gekozen konden worden om een zachte landing van de melkquotering te realiseren.

Uit de interventies bleek dat de lidstaten verdere vereenvoudiging van het GLB als gezamenlijke prioriteit zien. Vervolgens gaven veel lidstaten in hun prioritering aan een vangnet te wensen om ernstige prijsschommelingen en andere risico's en calamiteiten te kunnen opvangen in de toekomst. Het huidige markt- en prijsbeleid zou al dan niet in afgeslankte vorm, als vangnet kunnen fungeren. In dit kader gaven veel landen aan ook voorstander te zijn van communautaire regels voor risico- en crisismanagement, één van de `nieuwe uitdagingen' uit de Mededeling van de Europese Commissie.

Als derde gemeenschappelijke prioriteit bleek dat veel lidstaten voorstander zijn van ruimere toepassingsmogelijkheden van artikel 69, waarmee lidstaten door herbestemming van de inkomenssteun middelen binnen de nationale enveloppe voor inkomenssteun kunnen herbesteden voor het stimuleren van bijvoorbeeld milieuvriendelijke landbouw of `kwaliteitslandbouw'. Het voorstel van de Commissie voor een verhoging van de verplichte modulatie kreeg slechts bijval van een paar lidstaten. Veel lidstaten wezen modulatie krachtig af. De Raad leek een voorkeur te hebben voor een sterke eerste pijler, waarin ook nieuwe uitdagingen aangepakt kunnen worden via een verruimd artikel 69. Hoewel de lidstaten zich in een aparte vraag konden uitlaten over de zachte landing van de melkquotering, noemden enkele lidstaten de quotering en de (eventuele) zachte landing als prioriteit voor de Health Check.

De Raad sprak zich in meerderheid uit voor een zachte landing van de quotering en een einde van het quotumstelsel in 2015, hoewel de meningen verschilden over de wijze waarop de zachte landing bereikt dient te worden. Veel lidstaten gaven aan een jaarlijkse verhoging te wensen van (minimaal) 2%. Enkele landen prefereren zelfs een jaarlijkse stijging van 5% of meer. De productie dient in alle gebieden te kunnen blijven plaats- vinden, zo stelden veel lidstaten. Begeleidende maatregelen zijn daarom van groot belang voor het bewerkstelligen van de zachte landing. Deze maatregelen kunnen dan bijvoorbeeld uit artikel 69 gefinancierd worden, zo suggereerden zij. Tot slot wenstte een aantal landen dat de Commissie aanvullende impactanalyses gaat uitvoeren.

In mijn reactie op de eerste vraag heb ik aangegeven dat de betekenis van de landbouw verder gaat dan louter het produceren van voldoende en kwalitatief hoogwaardig voedsel. Het gaat mij evenzeer om de kwaliteit van de omgeving waarin wordt geproduceerd.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 3

De landbouwsector levert de samenleving publieke goederen waarvoor lang niet altijd een goed functionerende markt is, zoals natuur en landschap, maar ook dierenwelzijn en voedselzekerheid. De gevolgen van klimaatverandering en de rol van de landbouw bij klimaatmitigatie en -adaptatie verdienen ook aandacht. Ik gaf voorts aan dat het op een voor de hele samenleving goed zichtbare manier belonen van de publieke goederen die de landbouwsector levert, de belangrijkste uitdaging voor de komende tijd is. De eerste prioriteit is om dat beter tot uiting te laten komen in de wijze waarop inkomensondersteu- ning in de eerste pijler van het GLB vorm krijgt. De Health Check biedt volgens mij een uitstekende kans om daar een goed begin mee te maken, onder meer door de overstap naar een regionaal model met forfaitaire inkomenstoeslagen, waarmee Nederland de ruimte kan krijgen om rekening te houden met de aanwezigheid (of afwezigheid) van deze publieke goederen. Als tweede prioriteit gaf ik aan het breder inzetbaar maken van artikel 69 na te streven. Dit kan bijvoorbeeld door het artikel ook van toepassing te laten zijn op ontkoppelde steun en niet zoals nu alleen op nog gekoppelde steun en het bestaande percentage van 10% te verhogen en de inzetbaarheid te verruimen tot buiten de sector waar het bedrag is ingehouden. Als derde prioriteit noemde ik de noodzaak om te komen tot een tastbare vereenvoudiging van het GLB, waarbij ik de uitvoerings- modaliteiten van directe inkomenssteun, maar ook aan verdere stappen op terrein van cross compliance als voorbeelden noemde. Eenvoud moet voorop staan in het GLB.

Bij de tweede vraag gaf ik aan dat de zachte landing van de melkquotering het beste kan worden bereikt door een jaarlijkse quotumverruiming van bijvoorbeeld 2%. Voorts onder- streepte ik dat een quotumstijging vaak niet zal leiden tot een even grote productie- stijging, omdat een aantal lidstaten momenteel met hun melkproductie immers onder hun quotumplafond blijft. Vervolgens gaf ik aan een verlaging van de superheffing een minder verstandige benadering te vinden, omdat dan niet meer goed voorspelbaar zal zijn hoe hoog de extra productie zal uitvallen. Ik betoogde voorts dat duidelijkheid voor de sector van essentieel belang is en het creëren van onzekerheid voorkomen dient te worden. Het aanpassen van de vetcorrectiefactor en het verhandelbaar maken van quota over grenzen heen lijken mij geen haalbare opties. Ten slotte sprak ik mijn begrip uit voor de wens van enkele lidstaten om flankerende maatregelen te kunnen nemen om de eventuele nega- tieve gevolgen van het verdwijnen van de melkquotering op te kunnen vangen, in berg- gebieden en elders. Ook gaf ik aan bereid te zijn om mee te werken aan het beschikbaar komen van speciale maatregelen voor de melkveehouderij in die gebieden. Tenslotte dienen de effecten op milieu, natuur en landschap een plek te krijgen in de aanpak van de zachte landing.

Het voorzitterschap streeft ernaar om in de Raad van maart 2008 conclusies aan te nemen. Mede op basis van deze Raadsconclusies zal de Commissie vervolgens concrete wetgevingsvoorstellen kunnen opstellen en deze nog voor de zomer van dit jaar publiceren. Onder Frans voorzitterschap zal de Raad vervolgens in de tweede helft van 2008 deze concrete voorstellen bespreken om tot een politiek akkoord te komen voor het einde van dit jaar.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 4

Diversen

a) Droogte
(Verzoek Cypriotische delegatie)
De Cypriotische delegatie vroeg in de Raad aandacht voor de aanhoudende droogte in de afgelopen tien jaar, die voor grote financiële problemen zorgt. De Commissaris gaf aan begrip te hebben voor de situatie waarin Cyprus zich bevindt en verwees daarna naar een aantal mogelijkheden die de bestaande regelgeving biedt om dergelijke problemen te helpen opvangen, zoals het reguliere staatssteunkader, de marktordening voor groenten en fruit en het Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP).

b) Situatie op de varkensvleesmarkt
(Verzoek Duitse delegatie)
De Duitse delegatie gaf aan, gezien de lage prijsvorming van het varkensvlees en de almaar stijgende voederprijzen, de situatie op de varkensvleesmarkt zeer zorgelijk te vinden. Duitsland, gesteund door een grote groep lidstaten, vroeg in dat kader om een verhoging van de exportrestituties en een verlenging van de regeling voor particuliere opslag. Eerdere maatregelen op dit gebied hebben bijgedragen aan een stabilisering van de prijzen. Commissaris Fischer Boel was in haar reactie begripvol, maar van mening dat de sector zich moet aanpassen en meer vraaggestuurd moet produceren. Zij zag dan ook geen directe aanleiding om het niveau van restituties te verhogen. Wel gaf zij aan op het gebied van particuliere opslag te willen onderzoeken of verlenging van de opslagperiode van reeds opgeslagen varkensvlees tot de mogelijkheden behoort.

c) Handel in illegaal gekapt hout en CITES
(Verzoek Nederlandse delegatie)
Ik hecht groot belang aan het tegengaan van de import van illegaal hout en de illegale handel ervan op de EU-markt. Het bossenbeleid is een speerpunt van het Nederlands biodiversiteitsbeleid. Een belangrijk onderdeel hiervan is het weren van illegaal hout van de EU-markt en het bestrijden van de illegale handel daarin. Ik herinnerde de Europese Commissie eraan de eerder gedane toezegging om in mei van dit jaar een overzicht te geven van de wettelijke mogelijkheden Tevens riep ik de Raad en de Commissie op om importen van illegaal hout tegen te gaan. Ik heb aangegeven dat in de strijd tegen de illegale handel in hout het juridische instrumentarium van CITES nog niet ten volle wordt gebruikt. Een drietal lidstaten heeft mij hierin gesteund. In haar reactie onderstreepte Commissaris Fischer Boel het belang van de door Nederland georganiseerde 14e Conferen- tie van Partijen van CITES (juni 2007). Met 172 deelnemende landen is CITES een goed multilateraal instrument dat door een goed ontwikkeld systeem van vergunningen de handel kan reguleren in bedreigde soorten zoals mahonie en marin. Op dit ogenblik onderzoekt de Commissie additionele juridische mogelijkheden onder het Forest Law Enforcement, Governance and Trade (FLEGT-) regime, maar zo stelde Fischer Boel, ook CITES zal een belangrijke rol moeten blijven spelen in de mondiale strijd tegen illegale handel in hout.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 5

d) Blauwtong: communautaire financiering van vaccinatie (Verzoek Nederlandse delegatie)
Zoals ik uw Kamer heb toegezegd, heb ik de communautaire financiering van vaccinatie van blauwtong tijdens de Raad aan de orde gesteld. In 2007 heeft blauwtong zich ver- spreid over een groot gedeelte van Noordwest Europa, waarbij dieren, bedrijven en boeren veel leed en schade hebben geleden. Tot nu toe was er geen geschikt vaccin beschikbaar tegen het type 8 virus. Zowel de Commissie als de lidstaten hebben er bij de producenten op aangedrongen om op korte termijn een geschikt vaccin te ontwikkelen. Nederland en een aantal andere lidstaten hebben al vaccins besteld om zeker te zijn dat in het voorjaar van 2008 voldoende vaccin beschikbaar is. Ik gaf aan het principe van de Commissie voor "massavaccinatie" te delen en wil ook in Nederland een dekking van 80% beschermde dieren bereiken. Om dit te verwezenlijken is cofinanciering van de Europese Commissie essentieel. Recentelijk is duidelijk geworden dat de Commissie bij de cofinan- ciering uitgaat van forfaitaire bedragen per dier. Het huidige voorstel voor deze forfaitaire bedragen komt voor Nederland, maar ook voor andere lidstaten, niet overeen met de werkelijke kosten van het vaccin en de kosten voor toediening. Ik deed dan ook een dringend beroep op de Commissie om bij de vergoedingen rekening te houden met de specifieke kenmerken van de lidstaten. Dertien lidstaten ondersteunden mijn pleidooi.

Commissaris Fischer Boel gaf in haar reactie aan dat blauwtong het afgelopen jaar voor veel schade heeft gezorgd. Vaccinatie is veterinair gezien het meest efficiënte instrument om deze ziekte te bestrijden. De Commissaris verzekerde dat landbouwmiddelen zullen worden vrijgemaakt om de kosten te vergoeden die lidstaten maken in het kader van hun vaccinatie-campagne. In principe gaat het hier om 100% van de kosten van het vaccin en 50% van de kosten van de toediening van het vaccin. Zoals gebruikelijk kent het Veterinaire fonds een zeker plafond voor dergelijke vergoedingen om reden van een goed financieel management en bescherming van het EU-budget. Zij gaf aan dat als de lidstaten objectieve en juiste informatie aanleveren over de kosten van vaccin en toediening, de plafonds bespreekbaar zijn.

e) Blauwtong: economische schade
(Verzoek Belgische delegatie)
De Belgische minister vroeg aandacht voor de economische schade voor boeren als gevolg van blauwtong. Nationale maatregelen zijn niet voldoende gebleken. De Belgische minister verzocht de Commissie de mogelijkheid te onderzoeken voor het nemen van buitengewone marktmaatregelen. De Commissie gaf aan zich bewust te zijn van de economische gevolgen voor de boeren, maar dat de oplossing van het probleem niet moet worden gezocht in het nemen van marktmaatregelen. Het treffen van marktmaatregelen wordt alleen toegepast in situaties waarbij dieren moeten worden geslacht omdat er geen afzetmogelijkheden zijn. Dit is bij blauwtong niet het geval.

f) Criteria voor runderslachtpremie
(Verzoek Zweedse delegatie)
De Zweedse delegatie riep de Commissie op om tot een spoedige oplossing te komen voor de problemen die zijn veroorzaakt naar aanleiding door de uitspraak van het Europese Hof in de zaak Schonewille-Prins over de premiewaardigheid van runderen. Samen met enkele andere lidstaten heb ik mij nadrukkelijk aangesloten bij het Zweedse verzoek.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 6

Ik heb onderstreept dat er een oplossing moet komen voor de gerezen problemen en gaf aan verheugd te zijn over de actie die door de Commissie op dit dossier wordt onder- nomen, omdat het van belang is dat de boeren zo spoedig mogelijk duidelijkheid krijgen over de voorwaarden van premiewaardigheid. De commissaris gaf tenslotte aan dat zij binnenkort een voorstel hoopt te presenteren. Zij benadrukte een oplossing te zoeken, zowel voor de betalingen over het jaar 2007 als 2008 en 2009. Ook benadrukte mevrouw Fischer Boel terugvorderingen over het jaar 2007 te willen voorkomen.

g) WTO
(informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel gaf een uitgebreide toelichting op de stand van zaken van de onderhandelingen en de nieuwe voorstellen, wade ministers van gedachten wisselden met de commissaris over de stand van de (landbouw)onderhandelingen. De commissaris gaf aan dat de onderhandelingen de goede kant op gaan en dat er zowel reden is tot enig optimisme alsook bezorgdheid. Volgens de commissaris is het positief dat de voorstellen voor landbouw en industriële markttoegang (NAMA) tegelijkertijd zijn gepresenteerd. Zij was minder tevreden over de inhoud van de voorstellen, met name over de relatie tussen landbouw en NAMA. Zij onderstreepte dat de Doha-ronde niet een exclusieve landbouw- ronde is en dat parallelliteit een belangrijk uitgangspunt is. Teleurgesteld was de commis- saris ook over het ontbreken van een balans in de landbouwtekst zelf. De Commissie streeft naar een evenwichtig en horizontaal proces. Verdere EU-concessies op landbouw moeten vermeden worden.

Een grote groep ontevreden lidstaten leverde stevige kritiek op de Commissie. De Commissie kreeg het verwijt (te veel) unilaterale concessies te doen op landbouwgebied en zich niet krachtig genoeg op te stellen. Deze lidstaten wezen eveneens op de noodzaak van parallelliteit in de onderhandelingen en een evenwichtig uiteindelijk akkoord over NAMA, diensten en landbouw. Andere aspecten die de lidstaten noemden in hun interventies zijn: gevoelige producten, geografische identificaties, non-trade concerns. Diverse lidstaten spraken niettemin hun waardering uit voor de inzet van Commissaris Fischer Boel om tot verbeteringen in de modaliteitentekst te komen. Slechts vier lidstaten toonden zich overwegend positief over de onderhandelingsteksten uit Genève.

Ik gaf aan het streven naar een ambitieus en evenwichtig akkoord te ondersteunen; een akkoord dat is gebaseerd op parallelliteit, dat rekening houdt met onze defensieve en offensieve belangen en dat recht doet aan de ontwikkelingsdimensie van deze ronde. Ik gaf aan dat we op een cruciaal punt van de onderhandelingen zijn aanbeland, en dat het van groot belang is om - ondanks onze wellicht verschillende deelbelangen - nu gezamen- lijk een krachtig signaal af te geven. Een goed resultaat moet een gebalanceerd resultaat zijn. De nu voorliggende voorstellen behoeven nog op heel veel punten een forse verbete- ring. Ik heb mijn steun uitgesproken voor de inspanningen van de commissaris om die verbetering te bewerkstelligen en het eindresultaat aanvaardbaar te maken. Ik gaf aan daarbij in het bijzonder te hechten aan parallelliteit bij de uitfasering van exportsteun. Offensieve exportbelangen vereisen dat er voor voedselhulp, exportkredieten en voor staatshandelsondernemingen vergelijkbare uitfaseringsdisciplines gaan gelden als voor onze eigen exportsubsidies. In dat verband brak ik een lans voor uitfasering van export- subsidies op basis van budgettaire beperkingen en niet op basis van volumerestricties.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 7

Daarnaast gaf ik aan dat in de markttoegangsonderhandelingen bij de keuze van gevoelige producten rekening wordt gehouden met dierenwelzijngevoelige producten.

Informele discussie over visserijcontrole
De Raad heeft informeel van gedachten gewisseld over de visserijcontrole in het Gemeen- schappelijk Visserijbeleid. Commissaris Borg heeft zijn aanpak uiteengezet en de Raad geïnformeerd over de resultaten van een door de Commissie gehouden onderzoek naar het functioneren van de visserijcontroles in vijftien lidstaten. Uit dit onderzoek kwam Nederland als beste naar voren, maar bleek ten algemene dat de naleving van het beleid tekort schiet. De commissaris gaf aan dat een ambitieuze aanpak nodig is, om tot verbeteringen te komen.

Ik heb aangegeven de Commissie op hoofdlijnen te kunnen steunen. Het is noodzakelijk nu actie te ondernemen. Ondanks de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserij- beleid in 2002 zijn de resultaten onbevredigend. Naar mijn opvatting moet het visserij- beleid gestoeld worden op transparante, eenvoudige en controleerbare regelgeving met daarbij een effectief toezicht door de Commissie en een sterke rol voor het Visserijcontrole agentschap. Ook de introductie van communautaire benchmarks in de controlestrategieën is noodzakelijk. Ik heb in de Raad gewezen op onze goede ervaringen met het gezamenlijk beheer. Een publiek-privaat gedeelde verantwoordelijkheid bij de uitvoering van het beleid leidt tot een groter draagvlak voor de doelstelling van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid bij alle belanghebbenden.Tevens zullen de lidstaten op regionaal niveau beter moeten samenwerken en afstemmen, moeten positieve economische prikkels voor vissers worden ingebouwd in de regelgeving en zullen op onderdelen de sancties in de Gemeenschap moeten worden geharmoniseerd, bijvoorbeeld bij de administratieve sancties. De voorzitter concludeerde dat er groot draagvlak bestaat bij de lidstaten voor een strikter beleid ten aanzien van de naleving. Met name het onderwerp co-management werd door de commissaris als een interessant onderwerp gekenschetst om mee te nemen in de verdere besprekingen.

Toezeggingen
Tijdens het Algemeen Overleg van 13 februari jl. heb ik uw Kamer toegezegd, naar aanleiding van een vraag van de SP, schriftelijk te zullen reageren op een rapport van Greenpeace over de EU-markttoelating van ggo-aardappelen. Aangezien het voorstel voor EU-markttoelating van de aardappel is gebaseerd op de ggo-milieurichtlijn 2001/18, zal de minister van VROM zo spoedig mogelijk een reactie aan uw Kamer sturen.

Tevens heb ik, zoals toegezegd tijdens hetzelfde overleg, commissaris Fischer Boel gewe- zen op de positie van gewetensbezwaarden in het kader van de identificatie en registratie. Zij gaf aan voor geen enkele groep een uitzondering te kunnen maken op de verplichte communautaire identificatie- en registratie-eisen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 8

A-punten
In de bijlage treft u een overzicht aan van A-punten die de Raad zonder discussie heeft aangenomen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 maart 2008 IZ. 2008/290 9

Bijlage

De volgende punten heeft de Raad als A-punt aangenomen, dat wil zeggen zonder discussie.


1. Voorstel voor een verordening van de Commissie tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

2. Aanneming van de Raadsconclusies over de toetsing van het Protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië;

3. Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers, benoeming van mevrouw Agni Papageorgiou, ter vervanging van mevrouw Myria Andreou, aftredend lid voor Cyprus; mevrouw Ana Paula Fernandes, ter vervanging van de heer Adolfo Louro Alves, aftredend lid voor Portugal; mevrouw Mirja Mykkänen, ter vervanging van mevrouw Sinikka Hyyppä, aftredend lid voor Finland; mevrouw Wivi-Ann Wagello- Sjöllund ter vervanging van de heer Tuomo Kurri, aftredend plaatsvervangend lid voor Finland;

4. Raadgevend Comité voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers, benoeming van de heer Andreas Kyriakides, ter vervanging van mevrouw Eleni Parouti, aftredend lid voor Cyprus; de heer V. Sannes, ter vervanging van mevrouw H. Zunderman, aftredend lid voor Nederland; de heer J.A.M.M. Pijnenburg, plaatsvervangend lid voor Nederland;

5. Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, benoeming van de heer Michael Koll, ter vervanging van de heer Ulrich Becker, aftredend lid voor Duitsland; de heer Stuart Bristow, ter vervanging van de heer Malcolm Darvill, aftredend lid voor het Verenigd Koninkrijk; de heer Robin Foster, ter vervanging van de heer Jason Batt, aftredend plaatsvervangend lid voor het Verenigd Koninkrijk;
6. Raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, benoeming van de heer Stuart Bristow, ter vervanging van de heer Malcolm Darvill, aftredend plaatsvervangend lid voor het Verenigd Koninkrijk;
7. Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids- omstandigheden, benoeming van mevrouw Malgorzata Rusewicz, ter vervanging van de heer Michal Boni, aftredend lid voor Polen;
8. Aanneming van een besluit van de Raad over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer inzake de wijziging van Besluit nr. 1/2001 wat betreft de invoer van geregistreerde paardachtigen rechtstreeks uit IJsland en het verkeer van geregistreerde paardachtigen tussen de Faeröer en de Europese Gemeenschap;
9. Aanneming van een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over aanpassingen van de bijlagen 1 en 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten;

10. Comité van de Regio's, benoeming van een lid en twee plaatsvervangende leden (Spanje).


---- --