ChristenUnie


Overleg over de WMO

Overleg over de WMO

donderdag 06 maart 2008 13:41

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) vraagt om een goede uitvoeringstoets te laten plaatsvinden bij de voorgenomen wetswijziging, waarmee zij instemt. Deze wetswijziging zal ingaan per
1 januari 2009. Wat betekent dit voor de korte termijn en voor andere aandachtspunten waarvoor de staatssecretaris de systeemverantwoordelijkheid
heeft? De Wmo zou zo moeten functioneren dat dit soort maatregelen niet nodig zijn. Ruim de helft van de gemeenten heeft meegewerkt aan de benchmark over 2007, waarin de cliënten en burgers de uitvoering van de Wmo door gemeenten een 7,3 geven. De verschuiving naar alfahulpconstructies is een structureel probleem. De vrijwillige keuze
om als alfahulp te werken of voor een alfahulp te kiezen moet gewaarborgd
zijn. Tegelijkertijd moet ervoor worden gezorgd dat mensen die noodgedwongen in een alfahulpconstructie zijn gestapt, desgewenst kunnen terugkeren naar een betrekking in loondienst. Als het overgangsrecht
voor een pgb-houders afloopt, kan dat ertoe leiden dat dit persoonsgebonden
budget lager wordt dan in 2007. De staatssecretaris vertrouwt erop dat de gemeenten passende maatregelen treffen, waarmee tegemoet wordt gekomen aan het compensatiebeginsel en de keuzevrijheid. Gezien de resultaten van de operatie herindicatie is er meer nodig dan het uitspreken van vertrouwen.

Er is een subsidieregeling om ervoor te zorgen dat een noodzakelijke verschuiving in het personeelsbestand geleidelijk tot stand kan komen. Bij
deze regeling worden zodanige eisen gesteld dat het veel inspanningen vergt van de thuiszorgorganisaties om ervoor in aanmerking te komen. Een deel van het bedrag dat hiervoor beschikbaar is, te weten 20 mln. in
2007, blijft hierdoor wellicht ongebruikt. Dat bedrag was niet bedoeld om
de omslag van cao-lonen naar alfahulp terug te draaien, maar om mensen voor de zorg te behouden.

Er moet ook worden gekeken naar de hoogte van de tarieven die de gemeenten hanteren. Bij een aantal gemeenten wordt de geleverde zorg niet direct volledig afgerekend, maar slechts voor de helft, waarbij de
andere helft wordt voldaan als alle formaliteiten zijn afgewikkeld. Een
thuiszorgorganisatie die hiervoor geen geld heeft kunnen reserveren, moet het lenen en daarover rente betalen waardoor de marges worden verkleind. Dat komt de huishoudelijke zorg niet ten goede. Er zijn allerlei
verschillende eisen, procedures, financiële bepalingen en formats voor de
facturering. Dit kost veel tijd en geld. Kan de staatssecretaris overleg
voeren met de VNG over standaardisering?

Er is een bedrag van 60 mln. overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo voor collectieve preventie en bemoeizorg. Volgens GGZ Nederland wordt dit geld onvoldoende gebruikt omdat de gemeenten deze taak niet oppakken. Kan de staatssecretaris hierop actie ondernemen? MEE Nederland heeft erop gewezen dat verstandelijk gehandicapten niet als doelgroep zijn genoemd bij het beleid inzake geweld in afhankelijkheidsrelaties, terwijl zij vaak te maken krijgen met huiselijk en
seksueel geweld. Kan deze groep expliciet worden betrokken bij de uitvoering
van dit beleid?