ChristenUnie


Overleg over de kwaliteitsagenda primair onderwijs

Overleg over de kwaliteitsagenda primair onderwijs

donderdag 06 maart 2008 13:48

De heer Slob (ChristenUnie) spreekt zijn waardering uit voor de Kwaliteitsagenda
Primair Onderwijs. Het is goed dat streefdoelen en streefcijfers worden genoemd. Het zeer te billijken dat in het bijzonder aandacht wordt gevraagd voor taal en rekenen. Daartoe moet terughoudend worden omgegaan met het formuleren van allerlei andere opdrachten aan het basisonderwijs. Scholen moeten niet belast worden met het oplossen van elk maatschappelijk probleem.

Het risico van het opstellen van referentieniveaus is dat de reputatie van
een school wordt bepaald door de resultaten op het gebied van rekenen en taal. Toetsen is belangrijk, maar er wordt erg veel van verwacht. Het
doel van toetsen moet zijn inzichtelijk te maken welke kennis en vaardigheden
een kind heeft. Het is zorgelijk dat scholen worden afgerekend op de resultaten van Cito-toetsen. De vraag is hoe voorkomen kan worden dat op zich noodzakelijke toetsen worden misbruikt. Hoe komt het dat scholen onvoldoende gebruik maken van de schat aan informatie waarover zij beschikken om het onderwijs te verbeteren? Als blijkt dat er belemmeringen zijn om deze informatie te benutten, moeten die worden weggenomen.

De heer Slob kijkt met belangstelling uit naar het Actieplan LeerKracht. Hij
wijst op het belang van het meenemen van de werkdruk hierin. Het aanstellen van ondersteunend personeel is een manier op de werkdruk op scholen te verlagen.

De feminisering van het lerarenkorps in het primair onderwijs is zorgelijk.
Er moet voor worden gezorgd dat ook mannen voor het primair onderwijs worden geĂŻnteresseerd en dat zij niet na een paar jaar overstappen naar
het voortgezet onderwijs of naar kaderfuncties. Hoogbegaafdheid moet beter aan de orde komen op pabo's. Op welke termijn ontvangt de Kamer de nota over hoogbegaafdheid?

Artikel 23 van de Grondwet inzake de vrijheid van onderwijs werkt niet belemmerend voor vaste aanmeldmomenten. Het is goed dat eerst pilots worden uitgevoerd met maatregelen om segregatie in het onderwijs tegen te gaan, zodat kan worden bezien of deze effectief zijn. Het invoeren
van een acceptatieplicht werkt niet om segregatie tegen te gaan. In het
kader van artikel 23 hebben scholen het grondwettelijke recht om niet alleen het respecteren van de grondslag te vragen, maar ook onderschrijving
daarvan. Meer dan 95% van de bijzondere scholen doet dat echter niet. De scholen die daadwerkelijk onderschrijving vragen van de grondslag,
zijn bovendien vaak niet in de grote steden te vinden. Het is uiteraard
niet de bedoeling dat deze scholen hun identiteit selectief inzetten om
bepaalde leerlingen te weigeren. Daar kan tegen worden opgetreden, bijvoorbeeld via de Commissie Gelijke Behandeling.

In Amsterdam bestaan zorgen over de verschraling van vroegschoolse educatie. Die wordt in verband gebracht met ontwikkelingen rond de gewichtenregeling. Dit zou gevolgen hebben voor de voorschoolse educatie. Kan de staatssecretaris de vinger aan de pols houden, met name
in de grote steden?

Nadere gedachtewisseling
De heer Slob (ChristenUnie) constateert met instemming dat de staatssecretaris
ambitie heeft wat betreft het primair onderwijs. Kan de staatssecretaris
nog ingaan op de vraag over de feminisering van het primair onderwijs?