Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB08-016
6 maart 2008

Inflatie stijgt naar 2,2 procent in februari 2008

De Nederlandse inflatie was in februari 2,2 procent. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in januari. Toen was de prijsstijging op jaarbasis nog 2,0 procent. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De Nederlandse inflatie ligt nog steeds ver onder die van de eurozone.

Stijging door kleding en wegenbelasting Vooral de prijsontwikkeling van kleding werkte inflatieverhogend. Kleding is in februari van dit jaar sterker in prijs gestegen na de uitverkoop dan vorig jaar. Gemiddeld was kleding in februari van dit jaar 4,5 procent duurder dan een jaar eerder. Ook de wegenbelasting droeg bij aan de stijging van de inflatie. De wegenbelasting lag 7,2 procent hoger dan in februari vorig jaar. In januari was de prijsstijging op jaarbasis nog 2,3 procent. De stijging van de wegenbelasting komt door een wijziging in de Wet op de motorrijtuigenbelasting per 1 februari 2008.

Nederlandse inflatie ver onder die van de eurozone De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in februari uitgekomen op 2,0 procent. Dit is 0,2 procentpunt hoger dan in januari. Volgens een raming van Eurostat is de inflatie van de eurozone in februari uitgekomen op 3,2 procent. De Nederlandse inflatie ligt daarmee nog steeds ver onder die van de eurozone.

Technische toelichting
Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de ln. het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft sbc. Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex door de Nederlandse huishoudens.
De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de w inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe w voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices). Voor Europa zijn er twee met de HICP vergelijkbare w inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die de euro CBS Persbericht PB08-016xxx pagina 1 van 5

hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen van de Europese Unie. De uitkomsten over februari 2008 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 14 maart gepubliceerd door Eurostat.

Basisverlegging
In januari is de basis van de CPI verlegd. Dit betekent dat de uitkomsten van de CPI vanaf deze maand (gedurende een jaar) gebaseerd zijn op het consumptiepatroon van het jaar 2007. De basis van de CPI wordt sinds 2007 jaarlijks verlegd. Anders dan bij eerdere basisverleggingen wordt geen nieuwe reeks gestart. De prijsveranderingen die worden berekend met het nieuwe consumptiepatroon worden gekoppeld aan de al bestaande reeks van 2006=100. Meer achtergrondinformatie over de consumentenprijsindex is te vinden op de CBS-website.

Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl) . Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).

CBS Persbericht PB08-016 pagina 2 van 5

Inflatie, historische reeks

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar in procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6 2008 2,0 2,2 *)

*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007 : reeks alle huishoudens 2006=100 Bron: CBS

CBS Persbericht PB08-016 pagina 3 van 5

Procentuele wijzigingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar

Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index

Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1) jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3 maanden
januari 2007 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 2007 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 2007 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 2007 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 2007 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2 oktober 2007 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7 november 2007 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1 december 2007 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2 januari 2008 2,0 1,9 1,8 3,2 *) 3,4 *) februari 2008 2,2 *) 2,1 *) 2,0 *) 3,2 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subisidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers
Bron: CBS/Eurostat

CBS Persbericht PB08-016 pagina 4 van 5

Mutatie consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep Artikelgroep Weging Mutatie in % feb '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in % % jan '08 feb '07 jan '08 feb '08 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 0,7 2,2 2,0 2,2 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,4 4,1 0,4 0,4 Voedingsmiddelen 10,1 0,4 4,2 0,4 0,4 Brood en graanproducten 2,1 0,2 5,8 0,1 0,1 Vlees 2,2 0,0 0,9 0,0 0,0 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,2 1,2 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,5 1,4 16,0 0,2 0,2 Oliën en vetten 0,2 0,7 11,3 0,0 0,0 Fruit 0,8 1,4 6,4 0,0 0,1 Groenten en aardappelen 1,2 -1,2 -2,8 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 1,4 1,0 0,0 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,1 0,6 0,7 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 0,3 2,8 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 -0,4 1,0 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,7 3,8 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 0,8 3,2 0,1 0,1 Alcoholhoudende dranken 1,2 -0,1 2,6 0,0 0,0 Tabak 1,7 1,5 3,6 0,0 0,1 3 Kleding en schoeisel 5,1 7,0 3,0 0,1 0,1 Kleding en kledingstoffen 4,2 7,8 3,7 0,1 0,2 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 3,0 -0,5 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 24,2 0,1 0,9 0,2 0,2 Werkelijke huur 6,3 0,0 1,4 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 10,1 0,0 1,4 0,1 0,1 Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 1,0 4,2 0,1 0,1 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 2,6 0,0 0,0 Energie 4,9 0,1 -1,9 -0,1 -0,1 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,4 2,0 0,1 0,1 Meubelen en vloerbedekking 2,8 0,4 2,8 0,1 0,1 Huishoudtextiel 0,5 0,9 2,5 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 -0,2 -2,5 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,5 3,6 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 -0,1 1,8 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,5 2,1 0,0 0,0 6 Gezondheid 1,2 0,0 0,4 0,0 0,0 7 Vervoer 11,4 0,6 5,6 0,6 0,6 Aankoop voertuigen 3,0 -0,6 -0,4 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 0,5 8,8 0,6 0,6 Vervoersdiensten 1,7 2,9 4,5 0,0 0,1 8 Communicatie 4,1 -0,1 -4,2 -0,2 -0,2 9 Recreatie en cultuur 10,4 0,9 -1,4 -0,3 -0,1 Audio en video, computers en software 2,0 -0,5 -10,5 -0,2 -0,2 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 -0,9 1,1 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 3,0 0,4 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 -0,1 3,7 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 3,2 -3,6 -0,1 -0,1 Pakketreizen 1,6 0,0 1,5 0,0 0,0 10 Onderwijs 0,1 0,0 2,2 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 0,9 3,7 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,3 3,7 0,2 0,2 Accommodatie 0,4 8,5 3,3 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,1 3,7 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 0,5 2,7 0,1 0,1 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,0 4,2 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,0 3,4 0,0 0,0 Verzekering 3,5 -0,3 4,4 0,2 0,2 Financiële diensten 1,0 0,0 4,8 0,0 0,0 Andere diensten n.e.g. 1,9 0,3 3,1 0,1 0,1 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 1,9 4,1 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,5 2,5 4,8 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 1,7 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,5 -0,8 4,7 0,2 0,2
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-016 pagina 5 van 5


---- --