VVD


4-3-2008

Schriftelijke vragen aan de Raad van de EU over vrijheid van meningsuiting

Vandaag heeft Jeanine Hennis-Plasschaert schriftelijke vragen aan de Raad van de EU gesteld over de vrijheid van meningsuiting in Europa.

"Ik deel uw ideeën niet, maar zal mijn leven geven voor uw recht om ze uit te dragen".

Zoals bekend hebben de rellen rondom de publicatie van cartoons in een Deense krant bizarre 'hoogtepunten' gekend. Geweld werd (en wordt nog altijd) niet geschuwd. Naar aanleiding van alle commotie hebben Raad en Commissie toentertijd min of meer schoorvoetend aangegeven dat de vrijheid van meningsuiting één van de belangrijkste grondbeginselen van de Europese Unie is. Tegelijkertijd stelden Raad en Commissie dat de publicatie van de gewraakte cartoons wellicht ietwat 'onvoorzichtig' was. Mijns inziens hebben Raad en Commissie, door de nogal zwakke stellingname van toen, de geloofwaardigheid van de EU geen goed gedaan.

Het zal Raad en Commissie niet zijn ontgaan dat ook in Nederland het debat over de 'vrijheid van meningsuiting' momenteel volop gaande is. Dit naar aanleiding van een mogelijke film van de nationale parlementariër Geert Wilders. Alhoewel de inhoud van de film vooralsnog niet bekend is, heeft de film nu al tot grote discussies geleid - binnen de EU maar ook elders in de wereld.

Voor een stevige positie van de EU op het wereldtoneel is het naar mijn mening van cruciaal belang dat Raad en Commissie met één stem spreken. Als lidstaten verdeeld (lijken te) reageren zoals toentertijd t.a.v. de Deense Cartoons, wordt die positie maar ook de geloofwaardigheid van de EU flink ondermijnd. Met een dergelijk zwakke stellingname wordt vervolgens ook ruimte gegeven aan zij die een fundamentalistische uitleg van de Koran nastreven, binnen en buiten de EU. Onvoorwaardelijke solidariteit van de EU-lidstaten is het enige antwoord op een mogelijke escalatie van geweld en/of een boycot. Mocht het zover komen dan moet de EU mijns inziens haar volle gewicht in de strijd gooien.


1. Is de Raad van plan, mocht het inderdaad zover komen of zelfs op voorhand, maatregelen te treffen tegen de landen die geweld en/of een boycot niet schuwen? En dan in het bijzonder voor die landen alwaar een mogelijke escalatie niet in glasheldere bewoordingen door de betreffende regeringsleiders is afgewezen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?


2. Is de Raad met mij van mening dat er geen enkele aanleiding bestaat om de vrijheid van meningsuiting überhaupt ter discussie te stellen? Zo nee, waarom niet?


3. Is de Raad met mij van mening dat de vrijheid van meningsuiting en pers nooit mag buigen voor opvattingen van radicale moslims met een fundamentalistische uitleg van de Koran? Zo nee, waarom niet?