ChristenUnie
Bijdrage debat over babysterfte en verloskundige zorg
Bijdrage debat over babysterfte en verloskundige zorg
woensdag 05 maart 2008 10:53
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter.
Babysterfte is een belangrijk onderwerp om over te spreken, maar ik
vraag mij af in hoeverre wij via een spoeddebat werkelijk recht kunnen
doen aan dit onderwerp. Er zijn verschillende toezeggingen gedaan om
in een commissievergadering nader over dit onderwerp te spreken, niet
alleen over babysterfte in achterstandswijken maar ook over een hoger
babysterftepercentage in de nachtelijke uren.
Daarover is recent een artikel verschenen in het blad Medisch Contact.
Ik kan mij bij het ongeduld van collega Arib wel iets voorstellen. Zij
heeft over dit onderwerp immers al eerder, in maart 2005, vragen
gesteld. Wat is er sindsdien gebeurd om de babysterfte terug te
dringen? Welke resultaten heeft dit inmiddels opgeleverd?
Ik wil dit moment ook gebruiken om te wijzen op een brief van de KNOV
over de vergoeding van zorg aan illegaal in Nederland verblijvende
vreemdelingen, met de oproep om de volledige vergoeding van
verloskundige zorg aan illegaal in Nederland verblijvende zwangeren te
handhaven en om het netwerk van ziekenhuizen dat thans voor
noodzakelijke zorg voor deze doelgroep beschikbaar is, niet te
beperken. Dit onderwerp raakt het onderwerp waarover wij nu spreken.
Uit onderzoek blijkt dat de extra tijdsbesteding aan de zorg voor
allochtone cliënten met een lage sociaal-economische status ten
opzichte van reguliere cliënten gemiddeld 23% bedraagt. Het lijkt de
ChristenUnie goed als de minister onderzoekt hoe deze extra tijd zich
verhoudt tot de tarieven voor verloskundigenzorg. Huisartsen hebben
achterstandstarieven opgebouwd uit twee onderdelen, één voor de extra
werklast en één voor de praktijkoverstijgende faciliteiten. Zou een
dergelijke constructie ook niet goed functioneren voor de
verloskundigenzorg?
De verloskundigenzorg en kraamzorg in Nederland zijn een groot goed.
Vrijwel geen enkele andere zorgverlener functioneert zo lang en zo
dichtbij in een gezin. Al eerder heb ik mijn zorgen uitgesproken over
de verschuiving van de eerstelijnszorg naar de tweedelijnszorg. Ik
roep de minister op om er mede voor te zorgen dat een thuisbevalling
in achterstandswijken in de toekomst mogelijk blijft. Zo wordt een
goede basis gelegd voor jeugd en gezin.
Mevrouw Arib (PvdA):
Ik ben blij dat mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink erkent dat de
werkdruk bij verloskundigen in achterstandswijken is toegenomen. Zij
vraagt echter naar een onderzoek naar de werkdruk. Begrijp ik dit
goed?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Mevrouw Arib begrijpt dit niet goed. De percentages over de werkdruk
zijn bekend. Er moet wel eens heel goed worden gekeken of de extra
tijd in balans is met de tarieven voor de verloskundigenzorg. Ik vraag
dit ook in het licht van de verschuiving van de eerstelijnszorg naar
de tweedelijnszorg. Een ziekenhuisbevalling is een stuk duurder. Zou
je dat geld niet veel beter kunnen inzetten in de eerste lijn, vooral
omdat je de zorg zo dichtbij de mensen thuis kunt leveren?
Mevrouw Agema (PVV):
Ik heb het betoog van mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink tot het
einde beluisterd. Zij begon haar betoog met de stelling dat dit
spoeddebat overbodig was. Dit blijkt ook wel uit haar bijdrage. Daarin
mis ik de berichtgeving waarover wij het vandaag hebben. De
verloskundige durft de achterstandswijken niet meer in, die dorre
poelen van geweld, misbruik en onveiligheid. Het heeft toch wel spoed
om ervoor te zorgen dat de verloskundigen met een beveiliger of wat
voor oplossing dan ook hun werk gewoon kunnen doen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Laat ik voor alle helderheid zeggen dat ik absoluut niet heb gezegd
dat dit debat overbodig is. Ik heb mij hardop afgevraagd of wij
voldoende recht doen aan dit onderwerp door hierover in zo'n kort
tijdsbestek te spreken. Ik ben daarom blij dat wij hierover
uitgebreider zullen spreken in een commissievergadering. Wij zullen
dan breder en in zijn algemeenheid over de babysterftecijfers spreken,
ook wanneer baby's sterven in de nachtelijke uren. De
veiligheidssituatie in de achterstandswijken is een belangrijk punt.
Ik vind het veel belangrijker om niet alleen in te zoomen op de
veiligheid. Ik wil ook duidelijkheid hebben over de vraag of
verloskundigen voldoende tijd en mogelijkheden hebben om in de
achterstandswijken hun werk naar behoren te kunnen doen. Als het heel
specifiek gaat om de verschillende wijken, is het inderdaad goed dat
de minister voor Wonen, Wijken en Integratie hier is. Het is echter
nog veel belangrijker dat dit onderwerp aan de orde komt in de
gemeenteraden waar dit soort situaties spelen. Er moet op gemeentelijk
niveau heel goed worden gekeken naar de veiligheidssituatie en wat
daaraan gedaan kan worden. Alle hulpverleners in de gezondheidszorg
moeten veilig over straat kunnen.
Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink noemt dit een belangrijk punt
en legt de verantwoordelijkheid ervoor bij de gemeenten, maar hier zit
de minister met haar veertig prachtwijken. Vanavond is er toch de kans
om tegen deze minister te zeggen dat zij in samenspraak met de andere
minister ervoor moet zorgen dat deze verloskundigen veilig over straat
kunnen? Dit is toch een kwestie van vandaag en niet een van over een
paar weken?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Daarom is het fijn dat de minister er is. Ik ben ook ontzettend blij
met al die gemeenteraden die heel serieus hun werk doen op het gebied
van veiligheid. Het is goed dat de minister daarover overleg voert,
maar ik heb geen illusies. Zij kan niet in alle gemeenten hetzelfde
pakket aanbieden. Het is veel belangrijker dat er in elke gemeente
maatwerk wordt geleverd, onder toezicht van het college van
burgemeester en wethouders, gecontroleerd door de gemeenteraad.
Tweede termijn
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik bedank de beide ministers voor de beantwoording en voor
hun toezeggingen. Ook ik kijk uit naar het plan van aanpak en de
discussie die daarover gevoerd zal worden in de commissievergadering.
De visie die minister Vogelaar uiteenzet over de wijkaanpak spreekt
mij erg aan, meer dan de visie van mevrouw Agema, die poep op de muur
constateert en zich er vervolgens van afkeert. Het spreekt mij aan om
juist als er dingen loos zijn, het moment aan te grijpen om hulp te
organiseren. Vanuit mijn ervaring in de gemeenteraad in Zwolle sprak
de aanpak van de multiproblemgezinnen mij enorm aan. Het gaat hierbij
om de vraag hoe je hulp achter en rondom de voordeur organiseert om zo
de problemen structureel aan te pakken. De motie van collega Arib heb
ik medeondertekend. De route die de minister aangaf om de NZa te
betrekken bij de tarieven kan heel goed worden toegepast bij de
uitvoering van deze motie.
Mevrouw Agema (PVV):
De poep aan de muur is vandaag al een aantal keren langsgekomen, maar
de verloskundigen geven zelf aan dat het een indicatie is om te
vertrekken. Als er een onhygiënische situatie is, is het toch logisch
dat zij vertrekken en de bevalling elders willen laten plaatsvinden?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ook ik sta uiteraard voor een veilige en hygiënische bevalling. Op het
moment dat in een gezin problemen worden geconstateerd, mag dat geen
reden zijn om ons ervan af te keren. Wij mogen niet zeggen: die
gezinnen moeten weg, die zijn fout en vies. Wij moeten zo'n moment
aangrijpen om te zeggen: hier is hulp nodig en die hulp gaat verleend
worden.
Mevrouw Agema (PVV):
Dat is dus niet wat ik heb gezegd.