Ministerie van Financiën


* Reactie op vragen gesteld in het Algemeen Overleg van 27 februari 2008

Ministerie van Financien

Reactie op vragen gesteld in het Algemeen Overleg van 27 februari 2008

Brief | 07-03-2008 | nr DGB08-1277

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk: DGB 2008-1277

Geachte voorzitter,

Op 27 februari 2008 heeft de vaste commissie voor Financiën een algemeen overleg gevoerd over een aantal onderwerpen van de Belastingdienst. Op 29 februari 2008 heeft deze commissie een aantal vragen en opmerkingen aan mij voorgelegd; deze konden tijdens het overleg door tijdsdruk niet of onvoldoende aan bod komen. Mijn reactie op deze vragen en opmerkingen heb ik gezien de omvang in een bijlage opgenomen (zie bijlage 1).

Tijdens het overleg heb ik enkele toezeggingen gedaan welke ik via deze brief gestand doe. Ik ga achtereenvolgens in op:
* het voorzien in de informatiebehoefte van de Kamer;
* de stand van zaken ten aanzien van de pilot telefonisch muteren;
* de bereikbaarheidsnorm van de BelastingTelefoon;
* het overleg tussen de Belastingdienst met de NVVK.

Alvorens daarop in te gaan geef ik u de laatste stand van zaken ten aanzien van de aangifte inkomstenbelasting 2007 en het definitief toekennen van toeslagen over 2006.

Stand van zaken aangifte inkomstenbelasting 2007

Na 22 februari 2008 zijn ongeveer 1,2 miljoen aangiften binnengekomen. Deze aangiften zijn bij binnenkomst in een archiefbestand opgeslagen en blijken goed verwerkbaar. Op dit moment is nog niet aan te geven hoeveel aangiften hiervan opnieuw zijn ingediend. Later in de maand zal dit wel bekend zijn.

Ook zijn alle excuusbrieven verzonden. De laatste brieven zijn donderdag 6 maart 2008 bezorgd. Eind maart 2008 krijgen burgers die nog niet opnieuw hun aangifte hebben ingezonden nog een brief ter herinnering.

Stand van zaken definitief toekennen toeslagen 2006

Ten opzichte van de vorige stand zijn er thans 5 miljoen toeslagen 2006 definitief toegekend. Er moeten nog ongeveer 1,6 miljoen toeslagen definitief worden toegekend. Vanaf volgende week zullen toeslagen die massaal kunnen worden toegekend worden verzonden. Pas nadat dit massaal toekennen is afgerond kan inzicht worden gegeven hoeveel toeslagen handmatig moeten worden afgedaan. Daarom worden hierna ook geen aantallen genoemd.

Ten aanzien van de handmatige toekenning van de toeslagen is de stand als volgt. Inmiddels heeft Belastingdienst/Toeslagen extra capaciteit ingezet op het handmatig afdoen van de definitieve toekenning. Zo wordt er in de avonden gewerkt en op zaterdag.

Uit een recentelijke analyse is gebleken dat de afhandeling van een aanzienlijk aantal toeslagen meer tijd vergt dan gedacht. Het betreft toeslagen waarbij sprake is van dubbele toeslagbetrokkenheid. Dit betekent dat sofinummers in één tijdvak op meerdere aanvragen voor een zelfde toeslag voorkomen. Wat nu blijkt is dat één sofinummer tot zes keer voorkomt. Het herstellen van gevallen waarbij sprake is van dubbele toeslagbetrokkenheid is zeer arbeidsintensief. Een steekproef liet zien dat het in deze gevallen gaat om terug te vorderen bedragen. Reden temeer om bij de afhandeling zorgvuldig te werk te gaan. Door deze extra aandacht zullen deze gevallen niet allemaal voor 1 april 2008 zijn afgehandeld.

Tijdens het overleg met uw Kamer van 27 februari 2008 heb ik aangegeven dat bepaalde toeslagen niet voor 1 april 2008 zullen worden toegekend omdat hiervoor contact met de burger nodig is. Nagenoeg al deze burgers hebben een brief gekregen met het verzoek om aanvullende informatie.

Om te proberen zoveel mogelijk van deze gevallen voor 1 april 2008 alsnog te kunnen afdoen, zal een schoon-schip actie worden gehouden. Dit houdt het volgende in.

Als de antwoorden van de burger terugkomen, wordt de toeslag gelijk afgehandeld en toegekend. Komt het antwoord terug, maar is dat onduidelijk of onvolledig, dan wordt de burger gebeld en/of uitgenodigd om zich bij een Belastingkantoor te melden. Burgers die niet schriftelijk of anderszins reageren, zullen gebeld worden met de vraag of zij hulp nodig hebben. Desgewenst kunnen ook deze burgers een afspraak maken bij een Belastingkantoor. Hiervoor zullen de balies van de Belastingkantoren ook 's avonds en in het weekend opengaan. Op deze wijze proberen wij deze gevallen zo spoedig mogelijk na 1 april 2008 toe te kennen.

In het overleg met uw Kamer is ook gemeld dat een aantal toeslagen pas definitief toegekend kunnen worden nadat de aangifte inkomstenbelasting 2006 is ingediend. Voor deze aangiften geldt dat de burger uitstel heeft of een aanmaning heeft gekregen.

Er is toen een inschatting gemaakt van het aantal aangiften dat nog moest binnenkomen. Naar nu blijkt is die inschatting te laag. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de problematiek bij de toeslagen waar dubbele toeslagbetrokkenheid speelt. Omdat de Belastingdienst nog moet wachten op deze gegevens van de burger, betekent dit dat er meer toeslagen pas na 1 april 2008 definitief worden toegekend.

Voorzien in informatiebehoefte van de Kamer

Tijdens het Algemeen Overleg heeft uw Kamer aangegeven dat de verschillende rapportages (van Toeslagen, van SUB/Walvis en van de Vereenvoudigingsope-ratie) op verschillende tijdstippen het moeilijk maken om een totaaloverzicht te krijgen van de stand van zaken van de grote projecten waar de Belastingdienst mee bezig is. Enkele fracties hebben daarbij opgemerkt te overwegen de Kamer voor te stellen de vereenvoudigingsoperatie aan te wijzen tot een groot project in de zin van de Regeling Grote Projecten.

De leden van de fractie van de PVV hebben in dat kader nog een aantal vragen gesteld over de eerste halfjaarsrapportage van het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst. Zij geven aan behoefte te hebben aan meetbare doelen en aan meer inzicht in het budget en de verantwoording. Tevens stellen zij vragen over de projectorganisatie.

Ik ben mij er volledig van bewust dat het recht tot het doen van voorstellen aan de Tweede Kamer tot aanwijzing van een groot project berust bij commissies uit die Kamer. Ik veroorloof mij een aantal opmerkingen omdat ik van oordeel ben dat ik de Kamer zodanig bij de vereenvoudigingsoperatie kan betrekken dat de doelstellingen die worden nagestreefd met het aanwijzen tot een groot project toch kunnen worden gerealiseerd.

Ik ben voorstander van het aanpassen van de huidige werkwijze om tegemoet te komen aan door de Kamer geopperde bezwaren en om gehoor te geven aan bepaalde door de Kamer naar voren gebrachte wensen.

Voor de duidelijkheid markeer ik de verschillende onderdelen van het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst. Het plan van aanpak beschrijft een vierluik:
* het eerste luik bevat de activiteiten in het kader van Toeslagen en SUB/Walvis; SUB/Walvis neemt daarbij, vanwege het interdepartementale karakter, een bijzondere positie in (waarover later meer);
* het tweede luik beschrijft de vereenvoudigingsoperatie binnen de huidige organisatie van de Belastingdienst;
* het derde luik beschrijft de vereenvoudigingsoperatie voor de toekomstige organisatie van de Belastingdienst. Dit luik kent twee fasen. In fase 1 worden de basisvoorzieningen gerealiseerd. Fase 2 realiseert de fundamentele wijziging in de procesinrichting van de Belastingdienst;
* het vierde luik bevat de vereenvoudigingsoperatie wetgeving.

Tijdens het algemeen overleg heb ik aangegeven dat ik de sturing op de ICT-organisatie van de Belastingdienst vanuit centraal departementaal niveau vorm en inhoud ga geven. Onder directe verantwoordelijkheid van het mana gementteam Belastingdienst wordt daartoe een team ingericht, het team ICT- regie -en architectuur. Enkele medewerkers vanuit de Belastingdienst zijn aangesteld en zijn hun werkzaamheden voor dit team begonnen; de werving van externe medewerkers is inmiddels ook gestart. De door dit team te ontplooien activiteiten zullen worden neergelegd in een plan van aanpak dat zal worden voorzien van concrete outputdoelstellingen; de meest urgente onderdelen daarvan worden terstond in uitvoering genomen. Zo is een extern bedrijf momenteel bezig om het huidige testproces te analyseren. De in dit kader te ontplooien activiteiten zie ik als een nieuw, vijfde, luik in de vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst.

Ik stel aan uw Kamer de volgende werkwijze voor:

* vanuit het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst wordt 2 keer per jaar (conform de Regeling Grote Projecten) aan de Tweede Kamer gerapporteerd;
* uw Kamer heeft aangegeven de resultaten van de projecten zoveel mogelijk via outputdoelstellingen te willen volgen; daarom krijgt elk luik van de vereenvoudigingsoperatie een op de activiteiten van dat luik toegesneden planning en verantwoording. Ten aanzien van SUB/Walvis geldt daarbij een aparte rapportagelijn samen met de minister van SZW.

Het tweede luik (vereenvoudiging huidige organisatie) bevat concrete outputdoelstellingen voor 2008, die per kwartaal zijn benoemd. De volgende halfjaarsrapportage zal, zoals ook de eerste dat deed, concreet aangeven welke resultaten zijn geboekt. Het derde luik (verbeteringen toekomstige organisatie) bevat naar zijn aard minder concrete producten. Naarmate de tijdshorizon dichterbij ligt (fase 1), kunnen de producten en daarmee de outputdoelstellingen concreter worden omschreven. De eerste halfjaarsrapportage is ten aanzien van fase 1 ook al veel concreter dan het Plan van aanpak en bij de volgende rapportage valt daar nog zeker een verdere concretiseringsslag te maken. Ook fase 2 zal in de loop van 2008 duidelijker uitspraken kunnen doen over tempo en maatvoering in de lange-termijn-ontwikkeling. De proeven ten aanzien van overlijden (particulieren) en startende ondernemers zullen informatie verschaffen op basis waarvan concretere outputdoelstellingen voor de komende jaren kunnen worden geformuleerd;
* de financiële verantwoording vindt plaats via de gebruikelijke kanalen: via het beheersverslag waar het gaat om uitgaven ten laste van het reguliere Belastingdienstbudget met controle door de auditdienst Financiën en via afzonderlijke rapportages waar het gaat om uitgaven ten laste van het budget complexiteitsreductie (luik 3 uit de vereenvoudigingsoperatie). Ook deze uitgaven worden beoordeeld door de auditdienst Financiën. Deze jaarlijkse rapportages van de auditdienst zullen in het vervolg aan de Kamer worden verstrekt;
* bij de volgende halfjaarsrapportage zal een overzicht worden verstrekt van de projectorganisatie; daarbij zal aandacht worden besteed aan het beheer en de beheersing, waaronder de bestuurlijke informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle. Zoals ik al eerder heb aangegeven, heb ik de sturing op het programma complexiteitsreductie verstevigd door de instelling van een zogeheten Kernteam, waarin de ambtelijke top van de Belastingdienst en de voorzitters van de managementteams van de voor realisatie verantwoordelijke dienstonderdelen sturing geven aan het programma. Door deze korte lijnen komen mogelijke verstoringen direct in beeld en kunnen terstond maatregelen worden genomen. Op 1 februari 2008 is de aansturing van de diverse onderdelen van het programma nog verder aangescherpt en is de rol van het Directoraat-Generaal Belastingdienst daarin versterkt. Op dit moment vindt een nadere uitwerking hiervan plaats. Deze uitwerking zal, zoals hiervóór aangegeven, bij de eerstkomende halfjaarsrapportage worden gevoegd;
* ten aanzien van SUB/Walvis geldt dat met uw Kamer door de minister van SZW en mij een aparte rapportagecyclus is afgesproken. Vanwege de gezamenlijke verantwoordelijkheid van UWV, SZW, Financiën en de Belastingdienst stel ik voor over SUB/Walvis afzonderlijk te blijven rapporteren, waarbij deze rapportage wordt gesynchroniseerd met de rapportage vereenvoudigingsoperatie, zodat de samenhang tussen de verschillende activiteiten inzichtelijk wordt en wordt geborgd;
* om de hiervoor bedoelde synchronisatie te realiseren is het noodzakelijk de rapportagedata, die nu nog uiteenlopen, te synchroniseren: de eerstkomende rapportagedatum van SUB/Walvis is 1 juni 2008; voor Toeslagen is deze datum 30 mei 2008 en voor de vereenvoudigingsoperatie ligt deze datum zes maanden na de eerste halfjaarsrapportage, dus rond half augustus 2008. Ik stel een rapportagecyclus voor per 1 juni en per 1 december van elk kalenderjaar. Eenmalig betekent dat een vervroeging van de rapportage van de vereenvoudigingsoperatie. Omwille van de samenhang vind ik dat acceptabel. Per 1 juni zal dus ook de rapportage van het vijfde luik (plan van aanpak van het team ICT-regie en -architectuur aangevuld met eerste resultaten) plaatsvinden.
* net als bij de halfjaarlijkse rapportage van SUB/Walvis, zal ook deze halfjaarlijkse rapportage getoetst worden door een externe partij. De opdracht hiervoor moet echter aanbesteed worden. Deze aanbestedingsprocedure is opgestart en zal naar verwachting een half jaar in beslag nemen. Een en ander heeft tot gevolg dat de eerste rapportage in juni nog niet door een externe partij getoetst zal zijn. Mijn verwachting is dat dit wel het geval zal zijn ten aanzien van de rapportages die vanaf december aan uw Kamer worden toegezonden.
* met dit geheel van rapportages kan ik uw Kamer adequaat en snel informeren over wat speelt binnen de projecten en wat speelt in de samenhang tussen de projecten. Anders dan bij de regeling Grote Projecten, die een (maximaal) t ijdsverloop kent tussen peildatum en rapportage van drie maanden, kan ik garanderen dat een actuele stand van zaken aan uw Kamer wordt voorgelegd.

Ik meen dat ik met dit voorstel op effectieve wijze materieel tegemoetkom aan hetgeen uw Kamer van mij verwacht. Als gezegd, naar mijn oordeel is een nauwe betrokkenheid van uw Kamer bij de vereenvoudigingsoperatie in al zijn facetten met dit voorstel te realiseren.

De stand van zaken ten aanzien van de pilot telefonisch muteren

Sinds 1 juni 2007 wordt een pilot met telefonisch muteren voor toeslagen uitgevoerd. Vanaf die tijd kunnen burgers telefonisch hun huur- of zorgtoeslag stopzetten. In 2007 is dit ongeveer 8.000 keer gebeurd. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen om het per 1 april 2008 voor burgers ook mogelijk te maken telefonisch inkomenswijzigingen door te geven.

De bereikbaarheidsnorm van de BelastingTelefoon

Tijdens het Algemeen Overleg bestond onduidelijkheid over de gehanteerde bereikbaarheidsnorm van de BelastingTelefoon. Ter toelichting daarop het volgende. De bereikbaarheidsdoelstelling van de BelastingTelefoon is zowel 80% als 85% per dag. In drukke tijden wordt er namelijk naar gestreefd om nog altijd 80% bereikbaarheid te halen. In meer rustige tijden wordt 85% bereikbaarheid nagestreefd.

Het overleg tussen de Belastingdienst met de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet

In verband met uw vragen over de schuldhulpsanering, kan ik u het volgende melden. Op 4 maart 2008 hebben vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) overleg gevoerd met mijn ambtenaren. Naast andere onderwerpen, is in dit overleg ook gesproken over burgers die in betalingsproblemen komen als gevolg van de terugvordering van toeslagen. De vertegenwoordigers van de NVVK gaven aan in de praktijk tegen een aantal knelpunten aan te lopen. Deze knelpunten lijken oplosbaar. Afgesproken is dat de NVVK de knelpunten inventariseert en vervolgens de Belastingdienst die inventarisatie zal doen toekomen. Daarna zal de Belastingdienst in overleg met de NVVK naar een oplossing zoeken. Verder is afgesproken om in juni 2008 te overleggen over stand van zaken ten aanzien van de terugvordering van toeslagen op dat moment.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Bijlage 1: Antwoorden op vragen gesteld naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 27 februari 2008

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA


1.

Hoeveel van de 33000 gezinnen, die niet automatisch een kindtoeslag aangevraagd hebben en er toch recht op hebben, hebben de weg naar de Belastingdienst/Toeslagen gevonden? Hoe gaat de regering ervoor zorgen dat al deze gezinnen hun kindertoeslag zullen krijgen?

Antwoord

Sinds 1 januari 2008 is het mogelijk voor burgers die geen ambtshalve voorschot kindertoeslag hebben ontvangen, zelf een aanvraag in te dienen. Inmiddels heeft de Belastingdienst/Toeslagen ruim 10.000 nieuwe aanvragen ontvangen.

De Belastingdienst zet tevens een online campagne in om deze groep te bereiken. De campagne bestaat uit een banner die wordt ingezet op verschillende sites waar deze doelgroep komt. Het is een interactieve banner waarmee de aanvrager de kindertoeslag kan berekenen en vervolgens met een link naar www.toeslagen.nl kan aanvragen. Uit onderzoek is gebleken dat interactieve banners goed werken. Deze campagne is op 3 maart gestart en loopt tot eind maart.


2.

Wanneer kwam de instabiliteit van het toeslagensysteem aan het licht?

Antwoord

De eerste tekenen dat het Toeslagen systeem niet naar verwachting function eerde deden zich in december 2005 voor. Toen bleek dat ongeveer 940.000 aanvragen niet goed verwerkbaar waren en is besloten tot het 'onverwerkt' uitbetalen van deze aanvragen. Hierover is uw Kamer onder meer geïnformeerd via een brief van mijn ambtsvoorganger op 15 maart 2006 en in antwoorden op vragen van uw Kamer. Gedurende 2006 bleek dat het niet goed mogelijk was om al deze aanvragen alsnog regulier te verwerken.

Daarnaast deden zich problemen voor met het verwerken van mutaties. In de voortgangsrapportage van 27 juni 2006 bent u onder andere hierover door mijn ambtsvoorganger geïnformeerd.


3.

Was er voldoende capaciteit om het toeslagensysteem uit te voeren? De operatie WALVIS was in de Kamer aangenomen toen AWIR / Wet op de zorgtoeslag / Wet op de huurtoeslag aangenomen werd. Is de regering van mening dat op dat moment de twee projecten samen uitgevoerd konden worden?

Antwoord

Op het moment dat de beslissing werd genomen dat de Belastingdienst toeslagen zou gaan toekennen, was er geen reden om aan te nemen dat er onvoldoende capaciteit zou zijn om het toeslagensysteem te realiseren. Het naast elkaar bestaan van twee grote projecten hoeft op zichzelf ook geen bezwaar te zijn. Verschillende factoren spelen daarbij een rol:
* het stadium waarin beide projecten zich bevinden; automatiseringsprojecten kennen verschillende stadia en in elk van die stadia zijn verschillende competenties vereist. Zolang projecten in de tijd niet parallel lopen, is er van een te grote druk op één groep deskundigen geen sprake;
* voor het realiseren van grote projecten kan de Belastingdienst externe deskundigen inhuren. Door de combinatie van interne en externe medewerkers ontstaat een goede uitwisseling tussen kennis uit de markt en kennis van de processen, werkwijzen en bestaande systemen van de Belastingdienst (waarop het toeslagensysteem moest worden aangesloten).


4.

Zult u elk nieuw computersysteem minstens twee maanden van te voren onderwerpen aan een ketentest?

Antwoord

Uitgangspunt bij de herziening van het testproces zal blijven dat alle nieuwe of aangepaste programmatuur uitvoerig wordt getest. De herziening leidt tot een aanscherping van het gehele testproces. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van marktconforme testmethodieken. Voor de systemen die deel uit maken van een keten moet een ketentest worden uitgevoerd. In zijn algemeenheid kan niet worden gezegd dat dit minstens twee maanden van tevoren moet gebeuren. Dat kan van geval tot geval verschillen en is afhankelijk van verschillende factoren zoals het publieksbelang en de omvang van het systeem. Stelregel moet zijn dat het testen zodanig tijdig gebeurt dat er steeds voldoende tijd resteert om eventuele geconstateerde fouten die het proces zouden verstoren, te herstellen voor het tijdstip van de ingebruikneming.

Zorgvuldig plannen en sturen van projecten is belangrijk om aan deze uitgangspunten te kunnen voldoen. Daarbij geldt dat wensen voor programmatuur die op een laat moment worden ingebracht, inbreuk kunnen maken op een zorgvuldige planning en daarmee op de kwaliteit van het testen.


5.

Zult u rond 1 november 2008 de Kamer informeren over het resultaat van de ketentest van het nieuwe toeslagensysteem?

Antwoord

Ja.


6.

Bent u bereid vóór 1 mei 2008 een voorstel aan de Kamer te sturen, waarin alle grondslagen voor loonbegrippen (inclusief het loonbegrip voor de inkomensafhankelijke bijdrage) worden gelijkgetrokken?

Antwoord

Momenteel werkt het kabinet aan een verkenning van de mogelijkheden voor verdere vereenvoudiging van het stelsel van loonheffingen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft uw Kamer eind vorig jaar de toezegging gedaan dat de verkenning vóór het zomerreces naar de Kamer wordt gestuurd. Een belangrijk en integraal onderdeel van de verkenning is een onderzoek naar de mogelijkheden om de grondslagen voor loonbegrippen, ook dat voor de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering, gelijk te trekken. Het heeft daarom mijn nadrukkelijke voorkeur dat dit onderzoek als onderdeel van de verkenning naar uw Kamer wordt gestuurd. Dat zal conform de toezegging van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vóór het zomerreces gebeuren.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA


1.

Per 1 juli 2007 is de WAO-uitkering verhoogd met 5% naar 75%. Het UWV heeft betrokkenen in oktober 2007 een brief gezonden met de inhoud: Belastingdienst/Toeslagen neemt hierover contact met u op. U hoeft tot die tijd niets te doen. De Belastingdienst heeft geen contact opgenomen. Gevolg: vele WAO-gerechtigden moeten bedragen terugbetalen.

Om hoeveel gevallen gaat het? Hoe groot zijn de bedragen die moeten worden terugbetaald?

Antwoord

De Belastingdienst heeft bestanden van het UWV ontvangen met ongeveer 600.000 burgers waarvan de WAO-uitkering is verhoogd. Na vergelijking met de bestanden van de Belastingdienst/Toeslagen is gebleken dat 400.000 hiervan een toeslag ontvingen. Deze 400.000 burgers hebben een brief van de Belastingdienst ontvangen. In deze brief zijn de burgers gewezen op de mogelijke gevolgen van de verhoging van hun WAO-uitkering voor hun toeslag. Als de gevolgen daartoe aanleiding gaven zijn deze burgers dringend verzocht een wijziging van hun inkomen door te geven aan de Belastingdienst/Toeslagen. De Belastingdienst heeft gedurende het jaar namelijk geen inzicht in de totale inkomenspositie van de burger, de burger kan behalve de WAO-uitkering nog andere inkomstenbronnen hebben.


2.

De Algemene Rekenkamer concludeert dat er voor de zorgtoeslag geen formeel go/no go-moment was ingelast. De staatssecretaris stelt dat ondanks dat dit niet is gebeurd op basis van de beschikbare informatie het toch tot een positief advies zou hebben geleid. Is de conclusie juist dat de politieke druk zo groot was dat invoering onvoorwaardelijk heeft moeten plaatsvinden?

Antwoord

Onderdeel van de invoering van het nieuwe zorgstelsel was de zorgtoeslag. Op dit totale proces stond tijdsdruk. Dit speelde echter niet bij de huur- en de kinderopvangtoeslag.

Als er destijds wel een go/no go-moment zou zijn geweest, dan had er - ondanks de druk - met de kennis en wetenschap van toen een go-beslissing uit zou zijn gerold. De problemen met het huidige systeem werden namelijk pas bij de uitvoering duidelijk. Met de kennis en wetenschap van nu had er ten tijde van de invoering van de huur- en zorgtoeslag eigenlijk een go/no go-moment moeten zijn.


3.

Waarom wordt de heffingsrente van de teveel ingehouden inkomensafhankelijke zorgpremie slechts vergoed vanaf het eind van het betreffende jaar (dus 1 januari 2007 over 2006), terwijl de heffingsrente bij teveel ingehouden loonheffing vanaf halverwege het betreffende jaar (dus vanaf 1 juli 2006) wordt vergoed?

Antwoord

De wijze van heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) is in de ZVW geregeld. In de ZVW wordt daarbij verwezen naar de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Voor de heffingsrente betekent dit het volgende:
* als het bijdrage-inkomen bestaat uit loon, zijn de regels voor de heffing van loonbelasting van toepassing;
* als het bijdrage-inkomen bestaat uit andere inkomensbestanddelen, zijn de regels voor de heffing van inkomstenbelasting van toepassing.

Ook de wijze waarop heffingsrente wordt berekend, volgt deze uitgangspunten. Concreet betekent dit het volgende:
* als door een inhoudingsplichtige ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage rechtstreeks door de Belastingdienst aan de betrokken verzekerde wordt teruggegeven, wordt aan de verzekerde heffingsrente vergoed vanaf 1 januari na afloop van het tijdvak van het kalenderjaar waarover de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW werd ingehouden. De berekening van heffingsrente eindigt op de datum waarop de teruggaafbeschikking is gedagtekend;
* als door een inhoudingsplichtige teveel vergoede inkomensafhankelijke bijdrage aan die inhoudingsplichtige wordt teruggegeven, wordt aan de inhoudingsplichtige heffingsrente vergoed vanaf 1 april volgend op het kalenderjaar waarover de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW werd ingehouden. De berekening van heffingsrente eindigt op de datum waarop de teruggaafbeschikking is gedagtekend;
* als eerder bij voorlopige aanslag geheven inkomensafhankelijke bijdrage ZVW wordt teruggegeven, vindt dit plaats bij verminderingsbeschikking. Bij voorlopige aanslagen voor het lopende jaar die na 30 juni van dat jaar worden opgelegd, wordt heffingsrente in rekening gebracht. Bij vermindering van een dergelijke voorlopige aanslag wordt de eerder over het teruggegeven bedrag in rekening gebrachte heffingsrente ook teruggegeven.


4.

Is het waar dat bij mensen (250.000) met een AOW en een klein pensioen (1500 en 300 euro per jaar) de zorgtoeslag is toegekend over alleen het AOW-inkomen? Dit omdat de gegevens van de pensioenen in december (door fouten van het UWV en Belastingdienst) nog niet bekend waren bij de Belastingdienst. Worden deze mensen nu aangemaand het teveel uitgekeerde bedrag terug te betalen? Om welke bedragen gaat het hierbij? Bent u bereid hierover geen invorderingsrente te heffen?

Antwoord

De problemen zoals die gerapporteerd zijn over de loonaangifteketen hebben ook gevolgen gehad voor de definitieve toekenning van toeslagen. Eén daarvan is dat bij een niet nader te bepalen aantal burgers de definitieve zorgtoeslag voor 2006 is gebaseerd op uitsluitend het AOW-inkomen, waar ook sprake was van een klein pensioen. De oorzaak hiervan is dat de pensioengegevens van deze burgers op het moment van de definitieve toekenning nog niet voorhanden waren.

Zodra deze pensioengegevens voorhanden zijn kan de Belastingdienst de definitieve toekenning herzien. Op basis van de genoemde bedragen zal, naar verwachting, deze herziene definitieve toekenning leiden tot een kleine negatieve bijstelling van de toeslag bij gehuwden. Voor alleenstaanden zal de herziening naar verwachting geen gevolgen hebben.


5.

De invulservice belastingen van de FNV-bonden en ABVAKABO dreigen dit jaar gigantisch meer aanvragen te krijgen dan vorig jaar. Wat is de oorzaak hiervan?

Antwoord

De FNV krijgt dit jaar inderdaad meer aanvragen voor hulp bij aangifte (Huba). De inschatting is dat dit voor de overige bonden ook geldt. De toename komt vermoedelijk door het verplichte gebruik van DigiD. Men verwacht een toename van 15 tot 20%, dat zijn ongeveer 55.000 extra Huba verzoeken.


6.

Bij hoeveel toeslagontvangers is tot nu toe, als gevolg van de toezegging coulant om te gaan met in rekening brengen van invorderingsrente (algemeen overleg 7 november 2007, 31066, nr. 22) de invorderingsrente kwijtgescholden?

Antwoord

Voor ruim 25.000 burgers is de invorderingsrente naar aanleiding van de toezegging van de Belastingdienst vervallen. Aanvullend hebben minder dan 1.000 burgers een verzoek ingediend om coulant om te gaan met de in rekening te brengen invorderingsrente. Aan deze verzoeken is gehoor gegeven.


7.

Welke betalingsregelingen krijgen mensen aangeboden door de Belasti ngtelefoon? Wordt hen alleen gewezen op de standaard betalingsregeling of wijzen medewerkers van de belastingtelefoon hen ook op de mogelijkheden voor een individuele betalingsregeling?

Antwoord

Op dit moment wordt voor toeslagen door de BelastingTelefoon uitgelegd wat de standaardbetalingsregeling inhoudt. Daarnaast wordt verteld dat alleen via kantoor Toeslagen op schriftelijk verzoek een betalingsregeling op maat wordt aangeboden. Deze werkwijze zal worden aangepast zodat een burger bij de Belastingtelefoon een aanvraagformulier voor een individuele betalingsregeling kan aanvragen, dan wel een afspraak kan maken bij een belastingkantoor.


8.

Hoe gaat de Belastingdienst om met mensen die meer dan 1000 euro toeslag moeten terugbetalen? Worden deze mensen geïnformeerd over het bestaan van de mogelijkheid te komen tot een individuele betalingsregeling? Zo ja, hoe?

Antwoord

In de brief waarmee de standaardbetalingsregeling wordt aangeboden, en die kort na terugvorderingsbeschikking wordt verzonden, zal een passage worden opgenomen waarin de burger die niet aan de standaardregeling kan voldoen wordt doorverwezen naar de BelastingTelefoon.


9.

Geldt er bij de standaard betalingsregeling (maximaal 24 termijnen binnen 2 jaar) een maximumbedrag per termijn? Zo ja, hoe hoog is dit bedrag?

Antwoord

Voor de standaardbetalingsregeling geldt geen maximumbedrag per termijn. In het geval nakoming van de standaardbetalingsregeling niet mogelijk mocht zijn, kan op verzoek van burger een individuele (maatwerk) betalingsregeling worden getroffen.


10.

Kunnen mensen die aangegeven hebben gebruik te willen maken van de standaard door de Belastingdienst aangeboden betalingsregeling alsnog gebruik maken van een individuele betalingsregeling? Kunnen mensen bij wie de termijn voor het aanvragen van een betalingsregeling verlopen is (twee maanden) alsnog gebruik maken van de individuele betalingsregeling?

Antwoord

Zolang het bedrag van de terugvorderingsbeschikking niet is betaald, kan de burger de Belastingdienst/Toeslagen verzoeken een betalingsregeling te treffen die is gebaseerd op zijn betalingscapaciteit. Gedurende de looptijd van een standaardbetalingsregeling kan het inkomen zodanig wijzigen dat de termijnen van die regeling niet anders dan met buitengewoon bezwaar kunnen worden betaald. Ook na ommekomst van de wettelijke betalingstermijn (twee maanden) zal een verzoek tot het treffen van een individuele betalingsregeling in behandeling worden genomen.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

Wanneer wordt de uitkomst verwacht van de werkgroep bij de Belastingdienst inzake de invorderingsrente/heffingsrente?

(zie het antwoord op de vragen van het lid Irrgang die ingezonden waren op 6 december 2007 over Terugvorderen van rente door de Belastingdienst)

Antwoord

Zoals in het antwoord op de kamervragen van het lid Irrgang is aangekondigd heeft overleg plaats gehad met de koepelorganisaties van belastingconsulenten. De uitkomst van dit overleg is dat in de praktijk onvoorziene effecten met betrekking tot de heffingsrente optreden. Op dit moment wordt onderzocht hoe dit probleem kan worden opgelost.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD


1.

Waarom is onder het motto "makkelijker wel" bij de betaling van de laatste termijn 2007 na 31 december jl. gekozen voor een beroep op zelfwerkzaamheid van de belastingbetaler en niet voor een ambtshalve oplossing door de Belastingdienst zelf?

Antwoord

De betrokken belastingplichtigen zijn door de Belastingdienst per brief geï nformeerd over de stappen die ze kunnen ondernemen om hun box III vermogen te verlagen met het bedrag van de na 1 januari jl. afgeschreven incasso. Aan de hand daarvan kunnen ze zonodig een eenvoudige correctie toepassen bij het invullen van hun aangifte inkomstenbelasting 2007 en 2008. Voor correctie door de Belastingdienst waren aanpassingen in de automatisering nodig geweest. Bovendien had dit tot het wezenlijke risico geleid dat tweemaal een correctie zou zijn doorgevoerd, eenmaal door de belastingplichtige zelf en vervolgens nog eens door de Belastingdienst.


2.

Graag nog een reactie op de stelling: "Het hoge mutatiegehalte bij de huursubsidie was bekend en had bij de bouw van het ICT-systeem voorzien kunnen worden".

Antwoord

De huidige regeling voor de huurtoeslag lijkt grotendeels op de voormalige huursubsidie. Het grote verschil is dat de huurtoeslag, net als de andere toeslagen, wordt gebaseerd op de situatie in de actualiteit van het lopende jaar (jaar t). Wijzigingen in de actuele leefsituatie of inkomen van de burger leiden tot één of meer mutaties voor de huurtoeslag.

De hoogte van de huursubsidie werd op een peildatum bepaald voor het gehele jaar. Zo werd het inkomen gebruikt van het jaar t-2. Dit gegeven is een stuk stabieler, dan het inkomensgegeven van jaar t. Slechts een beperkt aantal wijzigingen werkte gedurende het jaar door in de hoogte van de huursubsidie. Er was derhalve geen sprake van een hoog mutatiegehalte bij de huursubsidie.


3.

Welke maatregelen zijn genomen naar aanleiding van de melding in het BECON-overleg van ongeveer 1,5 jaar geleden inzake regelmatige problemen met de belastingontvanger?

Antwoord

Ik neem aan dat de vragensteller doelt op de in 2006 in het beconoverleg gevoerde discussie over de overboekingstermijn bij betalingen van een bankrekeningnummer van een belastingplichtige op het rekeningnummer van de Belastingdienst bij de Postbank. De conclusie is dat voor dit soort betalingen een overboekingstermijn van één dag geldt.


4.

Worden de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman opgevolgd inzake een gegrond verklaring van een klacht inzake het VT-formulier (uitspraak 6-11-'07)?

Antwoord

Dit betreft naar ik aanneem het Nationale ombudsman rapport met nummer 2007/241. Als reactie op dit rapport is aan de Nationale ombudsman gemeld dat in het VT-programma 2008 voor de relevante situaties een melding is opgenomen dat mogelijk een bedrag aan inkomstenbelasting moet worden bijbetaald. In de helpteksten bij het voorlopige-teruggaafprogramma wordt een toelichting gegeven op de reikwijdte van het aanvragen, stopzetten en intrekken van een voorlopige teruggaaf. Met ingang van 2009 verloopt het intrekken of stopzetten van een voorlopige teruggaaf niet langer via het voorlopige-aangifteprogramma. Voor het intrekken van een voorlopige teruggaaf voor heffingskortingen komt een aparte voorziening bij de BelastingTelefoon. In het licht van deze aanpassing wordt ook nog nader gekeken naar de vormgeving van de intrekking van een voorlopige teruggaaf voor aftrekposten. Bovendien vergt de voorgenomen integratie van voorlopige teruggaaf en voorlopige aanslag sowieso dat we nog eens met een kritische blik kijken naar het programma en de daarin opgenomen hulpteksten. In dat licht zullen uiteraard ook de teksten over aanvraag, stopzetting en intrekking nog eens onder de loep worden genomen.


5.

Wordt de spot "Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker" nu wel of niet "uit de lucht gehaald"?

Antwoord

Het ligt niet in de planning dat de tv-spotjes van de Belastingdienst uit de lucht worden gehaald. Het motto wordt al vele jaren gebruikt en is een belofte aan burgers en bedrijven dat de Belastingdienst er alles aan zal doen om het makkelijker te maken. Nu er mee stoppen zou suggereren dat de Belastingdienst er niet meer alles aan zal doen. Het motto onderstreept ook, dat de dienst de regels niet maakt, maar ze slechts uitvoert.

Juist als er iets mis gaat, moet dat motto gehandhaafd blijven.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV


1.

Wij delen de zorg van de Algemene Rekenkamer over het behoud en beschikbare capaciteit aan ICT-expertise bij de Belastingdienst. Welk beleid voert de staatssecretaris hierop en is hiermee rekening gehouden bij de vereenvoudigingsoperatie?

Antwoord

Zoals in het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst is aangegeven voer ik op verschillende fronten beleid om de bij de Belastingdienst aanwezige ICT-expertise zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten. Bij fase 1 van de vereenvoudigingsoperatie toekomstige organisatie gaat het hierbij om het realiseren van generieke basisvoorzieningen: daardoor wordt de bestaande complexiteit verminderd, worden overtolligheden (zowel technisch als functioneel) bestreden, kortom zijn minder mensen nodig om het werk te doen. Voor fase 2 wordt ingezet op het organiseren van de Belastingdienst in zogeheten bedrijfsfuncties. Die bedrijfsfuncties lenen zich voor realisatie door "de markt". Zoals in het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie is opgemerkt, heeft een quick scan opgeleverd dat er zeker bruikbare pakketten dan wel componenten en services beschikbaar zijn. Het aanschaffen van marktoplossingen betekent ook dat niet langer elk detail geautomatiseerd kan worden; het in te richten proces zal moeten worden aangepast aan de beschikbare oplossing en niet andersom. Het aanbesteden op de markt betekent dat de druk op de bestaande ICT-organisatie afneemt. Bij de realisatie van het nieuwe toeslagensysteem, dat aan de markt is uitbesteed, wordt dit ook geconstateerd.

In zijn algemeenheid geldt, ook in de huidige bedrijfsvoering van B/CICT, dat wordt gestreefd naar een bepaalde mix van interne en externe medewerkers. Daardoor wordt kennis vergaard van marktontwikkelingen, terwijl ook de continuï teit is gegarandeerd.


2.

Toegezegd is tijdens het algemeen overleg van 26 september 2007, een overzicht van de ICT-kosten bij de Belastingdienst, die zijn gemoeid met de vereenvoudigingsoperatie? Krijgt de Kamer dit overzicht nog?

Antwoord

In de halfjaarsrapportage is op blz. 26 van onderdeel 3 "Programma complexiteitsreductie Belastingdienst - voortgangsrapportage" vermeld welk bedrag in 2007 is uitgegeven. Dit bedrag komt uit de projectadministratie waarin alle uitgaven voor complexiteitsreductie geregistreerd worden. De Auditdienst Financiën voert een opdracht uit om aanvullende zekerheid te verschaffen over de terechte verantwoording van de uitgaven ten bedrage van ¤ 30 miljoen op het programma complexiteitsreductie. Opgemerkt wordt dat de uitgaven die betrekking hebben op het onderdeel "Vereenvoudigingsoperatie huidige organisatie" ten laste van het reguliere budget van de Belastingdienst zijn gekomen. De tijdens het algemeen overleg van 27 februari 2008 als voorbeeld genoemde verbeteringen van de website zijn uit de lopende begroting van de Belastingdienst gefinancierd. Via het beheersverslag worden de totale uitgaven voor de Belastingdienst verantwoord. De Auditdienst Financiën is belast met het toezicht op deze totale uitgaven. In de aanbiedingsbrief van de eerste halfjaarsrapportage is aangegeven dat de in 2007 geboekte resultaten vooral betrekking hebben op voorbereidende werkzaamheden en op interne resultaten voor de Belastingdienst; dat is inherent aan de fase van het ontwerp- en realisatieproces waarin het programma verkeert. Het bedrag van ruim 30 miljoen is uitgegeven aan de in de brief en de rapportage beschreven producten.


3.

T.a.v. de 1e halfjaarrapportage vereenvoudigingsoperatie hebben de leden van de PPV-fractie de volgende vragen:


a. Het ontbreekt aan meetbare doelen, m.a.w. wanneer is er sprake van een succesvol project? Er zijn alleen actiepunten en maatregelen beschreven, maar hoe kunnen we beoordelen of het project op schema ligt.


b. Elk inzicht in budget en doelmatigheid ontbreekt en niet onbelangrijk de verantwoording.


c. Tenslotte ontbreken zaken als risicoanalyse, de projectorganisatie, het management en de beheersing van het project.

Krijg de Kamer deze gegevens nog?

Antwoord

Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar de brief waarvan de antwoorden op deze vragen een bijlage zijn.


4.

Doordat de Belastingdienst haar loongegevens is verloren, worden werkgevers nu opgezadeld met een dubbele indiening en dus extra administratieve Lasten. 15.000 inhoudingsplichtigen hebben hieraan niet voldaan en kunnen nu extra streng toezicht verwachten. Wat betekent dit?

Antwoord

In december 2007 is aan deze 15.000 inhoudingsplichtigen een brief gezonden met de vraag waarom zij de aanlevering van de jaarloongegevens nog niet hadden gedaan. Van 11.000 inhoudingsplichtigen heeft de Belastingdienst inmiddels een reactie ontvangen. Veel van deze inhoudingsplichtigen bleken in 2006 geen personeel meer in dienst te hebben of bleken failliet te zijn gegaan. Deze inhoudingsplichtigen worden niet in het intensieve toezicht betrokken.

De ongeveer 4.000 inhoudingsplichtigen die niet gereageerd hebben zullen in het intensieve toezicht worden meegenomen. Dit betekent dat zij aan een boekenonderzoek onderworpen worden. Op deze wijze kunnen de ontbrekende inkomstenverhoudingen alsnog worden verkregen ten behoeve van bijvoorbeeld het definitief toekennen van toeslagen.


5.

Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW

Inhoudingsplichtigen die geen negatief loon kunnen verwerken mogen bij wijze van uitzondering, de teruggaaf direct netto uitkeren aan de werknemer, zonder aanpassing van het fiscaal loon. Is het niet veel eenvoudiger om deze methodiek voor iedereen te hanteren, zodat iedereen gelijk behandeld wordt bij de teruggaaf van de teveel betaalde inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage?

Antwoord

De beperking tot inhoudingsplichtigen die geen negatief loon kunnen verwerken, vindt zijn achtergrond in het feit dat deze handelwijze de inhoudingsplichtige geld kost. De teruggaaf aan de inhoudingsplichtige is bedoeld als compensatie voor de in retrospectief te hoge vergoeding voor ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW die hij zijn werknemer heeft gegeven. Om die reden komt de teruggaaf de inhoudingsplichtige toe en niet de werknemer. Door vervolgens een negatiefloonboeking uit te voeren wordt de op het loon van de werknemer in te houden loonheffing verlaagd. Dit leidt tot nadeel voor de schatkist en levert de inhoudingsplichtige geen voor- of nadeel op.


6.

De staatssecretaris kondigt een vereenvoudigingsoperatie Toeslagen aan. Welke vereenvoudigen kan de Kamer tegemoet zien en wanneer?

Antwoord

Op korte termijn zullen de vereenvoudigingen in de huurtoeslag, die ik eerder met mijn collega van Wonen Wijken en Integratie in een brief van 24 oktober 2007 heb aangekondigd, aan uw Kamer worden voorgelegd. Onderdelen hiervan zijn onder meer de afschaffing van de passendheidstoets en andere aanpak van de redelijkheidstoets met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2008. Verder worden bijvoorbeeld vereenvoudigingen in de opgaaf van servicekosten doorgevoerd en de aftrekposten voor garage, bedrijfsruimte en onderhuur geschrapt. Criteria waar de vereenvoudigingen aan zijn getoetst zijn de bijdrage aan transparantie en klantvriendelijkheid voor de burger, een wezenlijke vermindering van de uitvoeringslast en de haalbaarheid van implementatie met het nieuwe systeem per berekeningsjaar 2009.

Voorts worden op ambtelijk niveau op dit moment vereenvoudigingen in de kinderopvangtoeslag voorbereid. Deze zullen dit kwartaal aan uw Kamer worden voorgelegd.


7.

Het definitief toekennen van de huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag 2006 zal nog tot 1 april 2008 in beslag nemen. Dit is bijna 1,5 jaar na datum. Welke maatregelen heeft de Belastingdienst genomen om herhaling te voorkomen?

Antwoord

Ten aanzien van het toekennen van de toeslagen over 2007 verwacht ik dat dit aanmerkelijk sneller zal verlopen dan over 2006. Gebleken is dat de kwantiteit en kwaliteit van de loongegevens in de polisadministratie beter is dan in 2006. Hierdoor valt het aantal inhoudingsplichtigen dat de jaarloongegevens moet gaan aanleveren aanzienlijk lager uit. De eerste analyse geeft aan dat er ongeveer 39.000 inhoudingsplichtigen zijn die de jaarloongegevens moeten aanleveren. Dit is 60% minder dan over 2006. Verder geldt dat het uitvragen van de jaarloongegevens over 2007 ongeveer een half jaar eerder plaatsvindt dan over 2006.


8.

De Staatssecretaris stelt dat alle inspanningen erop gericht zijn om de Toeslagen 2007 voor 1 juli 2008 af te ronden. Welke garantie geeft hij de Kamer? Welke zaken zijn significant verbeterd t.o.v. de situatie 2006?

Antwoord

Gezien de verbeterde kwaliteit van de loongegevens is het streven er op gericht om alle toeslagen over 2007 die massaal kunnen worden verwerkt voor 1 juli 2008 definitief toe te kennen. In die gevallen dat er sprake is van uitstel voor de aangifte inkomstenbelasting of dat de toeslag niet definitief kan worden toegekend dan nadat er contact is geweest met de betreffende burger, zullen deze toeslagen naar verwachting grotendeels na 1 juli 2008 definitief worden toegekend.


9.

Is de staatssecretaris het met de leden van de PPV-fractie eens dat gezien de grote problemen bij de Belastingdienst, deze dienst er op dit moment niets meer bij hebben?

Antwoord

Het afgelopen weekend heb ik bij diverse gelegenheden aangegeven dat het niet verstandig is de Belastingdienst nieuwe taken op te dragen. Ik heb daarbij vooral gesproken over de kilometerheffing. Niet omdat de kilometerheffing te complex zou zijn, maar wel een grote taak. En gelet op de betreffende grondslag is de Belastingdienst niet op voorhand de meest voor de hand liggende uitvoerder. Ten aanzien van een mogelijke heffing voor AOW'ers met een pensioen heb ik aangegeven dat slechts een eenvoudige regeling uitvoerbaar is voor de Belastingdienst.


10.

Heeft hij alle nieuwe belastinginitiatieven van het kabinetsakkoord beoordeeld op haalbaarheid en uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst? Zo ja, wat zijn daarvan de uitkomsten?

Antwoord

Het is een vast onderdeel van het wetgevende proces dat de Belastingdienst een zogeheten uitvoeringstoets doet. De resultaten van deze toets worden meegenomen in het uiteindelijke wetsvoorstel zoals dit aan de Kamer wordt aangeboden.

Die toets vindt al plaats op het moment dat een eerste concept van een wetsvoorstel intern gereed is. In dat stadium kunnen, mede op basis van resultaten van de uitvoeringstoets, nog allerlei varianten een rol spelen. De memorie van toelichting op een wetsvoorstel bevat altijd een paragraaf over de gevolgen voor de uitvoering. In deze paragraaf wordt vastgelegd wat het resultaat is van de beoordeling op haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het wetsontwerp. Ook gaat de paragraaf in op de gevolgen op het gebied van de uitvoeringskosten.


11.

Deelt de staatssecretaris de mening dat alle initiatieven (additionele belastingmaatregelen) die de Belastingdienst extra belasten per direct moeten worden opgeschort, totdat de dienst in rustiger en meer beheersbaar vaarwater is terechtgekomen?

Antwoord

Ik ben geen voorstander van een moratorium op nieuwe wetgeving. Naar mijn mening blijft het mogelijk wetgevende initiatieven door te zetten, mits de uitvoeringstoets positief uitvalt. Dat is een situationele beoordeling waarin telkens het maatschappelijke nut van het initiatief en de daaraan verbonden uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst tegen elkaar worden afgewogen. De resultaten van de afwegingen bij de uitvoeringstoets kunnen uiteraard onderwerp van overleg met uw Kamer zijn.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de ChristenUnie


1.

Hoe zit het met eventuele kosten die burgers moeten maken om de aangifte opnieuw in te sturen? Kunnen zij de kosten declareren bij de Belastingdienst, als ze kunnen aantonen dat die gemaakt zijn?

Antwoord

De kosten van het opnieuw insturen van de aangifte komen niet voor vergoeding in aanmerking.


2.

De teruggave vindt plaats door het fiscaal loon in een bepaalde periode te verlagen, waardoor de werknemer minder loonbelasting betaalt. Maar wat betekent dit voor zaken als Toeslagen? Immers, deze worden vastgesteld aan de hand van het fiscaal loon. Als dit opeens lager wordt, werkt dit ook door in deze zaken. Is dat de bedoeling?

Ook kan het in de toekomst gevolgen hebben voor een eventuele WW- of WIA-uitkering. Ook daar gaat men uit van het loon in een bepaald tijdsvak. Als dit loon lager wordt, wordt ook de uitkering lager. Klopt het dat het verlagen van het loon diverse (onbedoelde) bijeffecten kan hebben? En zo ja, is dit voldoende bekend bij de werknemers waar het om gaat?

Antwoord

De huidige systematiek voor de teruggaaf van teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW is opgezet vanuit het oogpunt dat deze ook tot een vermindering van het fiscale loon van de betrokkenen zou moeten leiden. Dit heeft zijn doorwerking naar inkomensafhankelijke regelingen als de zorg- en huurtoeslag. Evenwel werkt de teruggaaf niet door in het premieloon en het uitkeringsloon. Er treden dan ook geen effecten op voor de hoogte van bijvoorbeeld WW- en WIA-uitkeringen.


3.

Werkgevers die niet met negatief loon kunnen werken, mogen het teveel betaalde netto uitkeren. Dat scheelt ook nog aanzienlijk veel administratieve rompslomp. Maar waarom mogen werkgevers dit dan niet die wél met negatief loon kunnen werken? Er wordt zo een ongelijkheid gecreëerd die wat de leden van de fractie van de ChristenUnie betreft niet uit te leggen is. De ene werkgever krijgt veel meer administratieve lasten dan de andere. Onderkent de staatssecretaris deze ongelijkheid? Het voorstel van de leden van de fractie van de ChristenUnie: trek één lijn. Geef werkgevers de makkelijkste en goedkoopste optie. Graag een reactie.

Antwoord

De beperking tot inhoudingsplichtigen die geen negatief loon kunnen verwerken, vindt zijn achtergrond in het feit dat deze handelwijze de inhoudingsplichtige geld kost. De teruggaaf aan de inhoudingsplichtige is bedoeld als compensatie voor de in retrospectief te hoge vergoeding voor ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW die hij zijn werknemer heeft gegeven. Om die reden komt de teruggaaf de inhoudingsplichtige toe en niet de werknemer. Door vervolgens een negatiefloonboeking uit te voeren wordt de op het loon van de verzekerde in te houden loonheffing verlaagd. Dit leidt tot nadeel voor de schatkist en levert de inhoudingsplichtige geen voor- of nadeel op.

Daarentegen ondervinden inhoudingsplichtigen die de van de Belastingdienst terugontvangen teveel vergoede inkomensafhankelijke bijdrage ZVW aan hun werknemers doorbetalen daar rechtstreeks financieel nadeel van. De voor hen bedoelde compensatie wordt door hen immers afgedragen aan hun werknemers. Reeds om die reden ligt het niet voor de hand deze handelwijze ook toe te staan aan inhoudingsplichtigen die wel negatiefloonboekingen kunnen maken.


4.

De grote hamvraag bij de teruggave van de teveel betaalde bijdrage in de ZVW is natuurlijk of het dit en komend jaar geen probleem meer is. Kan de staatssecretaris nu al toezeggen dat hij het voor het komende en volgende jaren op orde heeft? Graag een reactie.

Antwoord

Voor de teruggaaf van teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW zijn de loongegevens van de rechthebbenden nodig. De problemen voor 2006 zijn terug te voeren op problemen in de loonaangifteketen, waardoor loongegevens niet, niet volledig, of niet juist in de bestanden van de Belastingdienst stonden.

Ook voor 2007 zijn er problemen met de loongegevens. Naar het zich laat aanzien, zijn deze echter beperkter van omvang dan voor 2006 het geval was. Bovendien kunnen inhoudingsplichtigen ontbrekende jaarloongegevens 2007 al in april bij de Belastingdienst aanleveren, terwijl ontbrekende jaarloongegevens 2006 vorig jaar pas in de tweede helft van het jaar zijn uitgevraagd. De bedoeling is dan ook dat de uitbetaling van teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW voor 2007 sneller kan worden gestart dan voor 2006 het geval was. De verwachting is dat de teruggaaf voor 2007 weliswaar opnieuw bijzondere aandacht zal vergen, maar wel met minder problemen gepaard zal gaan dan voor 2006 het geval was.


5.

Kan de voorlopige aanslag IB2008 niet pas later (bv. over een half jaar) ingaan, zodat zij die ruimte krijgen? Graag een reactie.

Antwoord

Het is niet mogelijk om de voorlopige aanslag IB 2008 later op te leggen om zo het nadeel van de later terug te ontvangen bijdrage ZVW voor een deel te compenseren. Er worden in de automatische regeling van de voorlopige aanslag meer dan een miljoen voorlopige aanslagen opgelegd. Daaruit kunnen niet de aanslagen gekenmerkt worden van die burgers die een uitbetaling van teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage ZVW zullen gaan ontvangen.

Antwoorden op vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SGP


1.

De leden van de SGP-fractie hebben vernomen van de Belastingdienst dat de loonaangifte die binnenkomt in de huidige programmaformaten (html en xml) vervolgens 37 keer (!) geconverteerd moet worden, omdat er nog systemen onder DOS (een sterk verouderd systeem) actief zijn bij de aanslagverwerking! Bij de 37e verwerking komt men er dan vervolgens achter dat alle informatie weggeconverteerd is. Dit probleem is al maanden bekend bij de Belastingdienst. Graag een reactie en een concrete oplossingsrichting over deze complexe en foutgevoelige software-architectuur.

Antwoord

Binnen de Belastingdienst wordt het aantal van 37 conversies niet herkend. Wel vinden conversies plaats, maar deze blijven beperkt tot een aantal van hooguit 5 á 6, afhankelijk van de wijze van aanlevering van de loonaangiftegegevens (op papier of via de elektronische loonaangifte). Ook wordt binnen de loonaangifteketen geen gebruik gemaakt van DOS-systemen. Een meer gericht onderzoek is mogelijk indien we kunnen beschikken over meer detailinformatie.


2.

Het kennisniveau van de Belastingmedewerkers en met name callcenters/belastingtelefoon laat steeds verder te wensen over. Gevolg is onbegrijpelijke en onjuiste informatie. Het inschakelen van onvoldoende geschoolde medewerkers leidt er bovendien toe dat veel foutieve aanslagen worden opgelegd. Hoe kan de staatssecretaris - gezien deze problemen vanuit de praktijk - volhouden dat dit op korte termijn opgelost is, daar de problematiek structureel oogt en veranderingen in de oorzaken maanden/jaren tijd vergen? Graag concrete en gemotiveerde plannen om de genoemde problemen op te lossen, inclusief het bijbehorende tijdspad.

Antwoord

Het beeld dat kennisniveau van de Belastingmedewerkers en met name callcenters/BelastingTelefoon steeds verder te wensen overlaat wordt niet herkend. Bij kwaliteitsmetingen wordt geconstateerd dat sprake is van gelijkblijvend of licht stijgend kwaliteitsniveau. Er wordt voortdurend aan opleiden en bijhouden van kennis gewerkt. Hiervoor zijn standaardprogramma's ontwikkeld die actueel worden gehouden. Voorts is een groter deel van de BelastingTelefoonmedewerkers ingevuld door vaste medewerkers, waarmee uitstroom van mensen en daarmee kennis wordt voorkomen. Ten slotte wordt er - waar mogelijk - met gestandaardiseerde, actuele antwoorden (dialoogondersteuning) gewerkt om uniformiteit te bewerkstelligen.

Hiermee wordt overigens niet beoogd te zeggen, dat de medewerkers foutloos werken. Er worden nog steeds fouten gemaakt bij de beantwoording van klantvragen, maar er wordt hard aan de kennis van medewerkers gewerkt om het aantal fouten te verminderen. Daarnaast wordt momenteel op één vestiging van de BelastingTelefoon een pilot gestart met een kwaliteitsteam. Dat betekent een nieuwe werkwijze met een (nog) zwaardere sturing op kwaliteit (en dus op kennis van de medewerkers). Bij succes wordt deze pilot binnen een jaar binnen de hele BelastingTelefoon ingevoerd.

Ook wordt er voor en in samenspraak met specifieke doelgroepen (zoals bijvoorbeeld momenteel met belastingadviseurs) naar verbeteringsmogelijkheden gezocht. Daarbij wordt goed gelet op het vereiste kennisniveau van medewerkers. Zo gaat de invoering van een helpdesk voor belastingconsulenten een sterke verbetering van hun dienstverlening betekenen. Invoering daarvan is in de eerste helft van 2008 voorzien.

Meer informatie


* Brief aan de Tweede Kamer

* Bijlage | 07-03-2008 | PDF bestand, 99.0 kb