Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 07-03-2008

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de film van Tweede Kamerlid Wilders


VAN GAALEN:
Ik heb even met de gedachte gespeeld om een Wildersloos gesprek te maken. Maar het is weer niet gelukt.


BALKENENDE:
Dat is aan u, meneer Van Gaalen.


VAN GAALEN:
We gaan het er toch over hebben. Het moet wel, want u heeft vorige week een grote persconferentie gegeven en daar heeft u een nogal dreigend verhaal gehouden. De vraag is nu natuurlijk: - de coördinator terreurbestrijding de heer Joustra heeft het dreigingsniveau opgeschaald - zijn er nieuwe dreigingen binnengekomen?


BALKENENDE:
Het is zo bij het bepalen van wat is het dreigingsniveau in Nederland dan gaan we natuurlijk af op de signalen die wij krijgen uit binnen- en buitenland. Het is niet alleen overigens het verhaal van de heer Wilders. Het zijn ook andere signalen die er toe leiden dat wij dat niveau wat hebben moeten opschalen. Dat betekent dat er reden is voor alertheid.


VAN GAALEN:
Klopt het dat leden van Al-Qaida in Spanje zijn gearresteerd die Nederland als doelwit zouden hebben?


BALKENENDE:
Daar kan ik geen mededelingen over doen. Het is wel zo dat er altijd reden is om alert te zijn wanneer dit soort signalen komen. En u heeft natuurlijk wel gelijk, ontwikkelingen in het ene land kunnen in een Europese context relevant zijn voor het andere land. Dus ik vind niet dat ik in moet gaan op de specifieke situatie die de veiligheidsdiensten betreffen. Dat is ook niet mijn taak. Maar weet u er wel van verzekerd dat wij natuurlijk alles goed in de gaten houden. En daarom werken we ook met dit soort dreigingniveaus. Overigens was het verhaal van vorige week niet een dreigend verhaal, maar gewoon een reëel verhaal.


VAN GAALEN:
Okay. Maar u zegt: we moeten met z'n allen alert zijn. Maar ja, sinds 11 september 2001 zijn er verschillende niveaus van dreiging. Mensen kunnen toch niet 7, 8 jaar alert blijven? Ik spreek niemand die zegt: ik ben alerter dan gisteren.


BALKENENDE:
Een paar jaar geleden zag je dat dingen wat gingen veranderen in Nederland. Langzamerhand leek het maatschappelijk klimaat wat meer ontspannen te worden. Dat vond ook het Sociaal en Cultureel Planbureau, die analyseerde dat en die zegt: er is wat aan het veranderen in Nederland. Het klimaat wordt rustiger. We hebben nu de laatste maanden gezien dat het temperament weer toeneemt. En zeker de discussie rond de film van de heer Wilders heeft behoorlijke consequenties.


VAN GAALEN:
Maar hoe kun je alert zijn dan?


BALKENENDE:
Alert zijn doen we altijd. In de gaten houdend vang je bepaalde signalen op, hoor je bepaalde dingen.


VAN GAALEN:
Maar concreet.


BALKENENDE:
Dat is gewoon een kwestie van je eigen omgeving in de gaten houden. Kijk, het begint soms met een schooltas die onbeheerd in de metro ligt of in een bus. Dat is een voorbeeld. Er zijn natuurlijk talloze te geven.


VAN GAALEN:
U was deze week bij de Franse president Sarkozy. U heeft daar ook gepraat over de Wildersfilm. Hij heeft zijn solidariteit uitgesproken. Wat houdt dat eigenlijk in?


BALKENENDE:
Ik heb natuurlijk eerst verteld hoe de discussie in Nederland loopt. Dat de positie van de regering zo is dat wij een heel ander verhaal hebben dan Wilders. Wij zeggen ook steeds: wat de heer Wilders zegt is niet het verhaal van de Nederlandse regering. We hebben het over vrijheid van meningsuiting die je op een verstandige en verantwoordelijke manier moet gebruiken. En ik heb natuurlijk gesproken over de zorgen die in Nederland en ook zeker in het buitenland leven ten aanzien van deze film. Toen zei hij tegen mij: ik begrijp je zorgen zeer wel en weer dat ik aan je kant sta. Ik heb ook in de persconferentie, het persmoment daarna gezegd: dat kan te maken hebben met diplomatieke contacten of anderszins. Wat dat allemaal zal omvatten zal de toekomst leren. Maar het was wel heel goed om te merken dat ook een Franse collega de ernst van de situatie inziet.


VAN GAALEN:
En overigens ook toekomstig voorzitter van de Europese Unie. Ik benadruk dat omdat u donderdag uw Europese collega's ziet bij een Europese top. Verlangt u nu anders dan bij de Deense cartooncrisis een Europese solidariteitsverklaring?


BALKENENDE:
Het gaat in dit stadium niet om een solidariteitsverklaring, want de film is er nog niet eens. En we weten nog niet eens wat de inhoud zal omvatten. Ik maak me wel zorgen over de film. Maar ik ben natuurlijk volgende week in Brussel. En daar zal ik ook spreken met de collega's over wat de signalen in Nederland zijn, wat de positie van de Nederlandse regering is en ik zal ook wijzen op het belang van een gemeenschappelijke strategie als er aanleiding voor is. En dat betekent dat je in dit stadium gewoon moet wijzen op wat tekent zich af, waaruit bestaan de gevaren en wat kunnen landen voor elkaar betekenen.


VAN GAALEN:
Wat bedoelt u met een gemeenschappelijke strategie?


BALKENENDE:
Dat kan ook zijn het uitwisselen van informatie. Dat vindt natuurlijk altijd al plaats. Maar in deze omstandigheden kan het een extra gewicht hebben. Het kan ook zijn het trekken van gezamenlijk posities. Het geven van dezelfde commentaren. Het nog eens onderlijnen dat de visie van de Nederlandse regering een heel ander verhaal is dan dat van de heer Wilders. En dat men op moet passen dat het beeld van Wilders, niet het beeld van Nederland is.


VAN GAALEN:
Dat weten ze in Europa wel, toch?


BALKENENDE:
Ja, maar het is wel goed om dat toch tegen elkaar te zeggen.


VAN GAALEN:
Ja? Is daar misverstand over dan?


BALKENENDE:
Het is goed om wanneer een land deze situaties meemaakt om dan in ieder geval met elkaar erover te spreken. Daarover het debat aan te gaan als het nodig mocht zijn. En ook om te zeggen dat er een moment kan zijn dat je elkaar behoort te steunen. Ik heb heel recent nog weer contact gehad met mijn Deense collega. Om een ander voorbeeld te noemen. Die natuurlijk heel veel hebben meegemaakt.


VAN GAALEN:
Voelde hij zich toen alleen staan?


BALKENENDE:
Ik heb het daar zo niet deze week met hem over gehad. Ik weet wel dat hij destijds grote problemen had met het thema vrijheid van meningsuiting. En de sentimenten die naar voren kwamen maanden nadat die cartoons waren gepubliceerd.


VAN GAALEN:
In de Arabische wereld?


BALKENENDE:
Ja, en toen was een van de vragen: waar gaat het nu om? Moet je nu reageren op wat er in de Arabische wereld gebeurt? Wat speelt zich in Denemarken zelf af? Men was daar ook nog eerst bezig met de goede woordvoering te vinden. Ik heb ook in Davos met hem gesproken. Toen hebben we het ook gehad over hoe ga je in deze omstandigheden om met snel werken, internationale contacten, andere landen inschakelen, woordvoering. Toen hebben we ook tegen elkaar gezegd: we houden elkaar goed op de hoogte. Want wat je op het ogenblik ziet is dat in delen van de wereld Denemarken en Nederland op een hoop worden gegooid. En ook dat is een reden voor alertheid.


VAN GAALEN:
Nou, op een hoop gegooid... Het is natuurlijk dezelfde aanleiding, het anti-islamgevoel. Is het dan niet terecht dat Denemarken en Nederland op een hoop worden gegooid?


BALKENENDE:
Ik snap wel dat men na de cartooncrisis en de te verwachten film dat men zegt: hoe zit dat met die landen? En dat kan er hard aan toe gaan. U heeft wel de beelden gezien van de eerste demonstaties. Er is grote bezorgdheid. Maar goed, dat hebben we ook vorige week met elkaar besproken. Wij als kabinet weten wat ons te doen staat. En dat is ook de reden waarom wij er bovenop zitten.


VAN GAALEN:
Wilders heeft vanmiddag laten weten dat er geen enkele omroep is die de film wil uitzenden. Nieuwspoort wordt ook lastig, omdat hij zelf de beveiliging moet betalen. Als die film nu ineens op die Amerikaans getinte website van hem staat, dan bent u natuurlijk alle regie kwijt. Het gaat natuurlijk razendsnel straks als er geen persconferentie komt.


BALKENENDE:
Het is een beetje een probleem om te praten over regie van onze kant. Degene die moet worden aangesproken is de heer Wilders zelf.


VAN GAALEN:
Dan gaan we er even vanuit dat hij hem uitzendt.


BALKENENDE:
Ik heb vorige week natuurlijk toch duidelijk gezegd: weet heel goed wat jouw verantwoordelijkheid is. Het valt mij ook op de heer Wilders heeft het nog steeds over contacten met omroepen, maar hij gaat deze week helemaal voorbij aan het feit wat zijn woorden, zijn voorgenomen activiteiten gaan oproepen aan sentimenten. Hij mag ook wel eens nadenken over de vraag: wat betekent dat voor Nederlanders elders in de wereld.


VAN GAALEN:
Hij gaat er niet aan voorbij. Hij slaat keihard terug. Hij zegt: u bent een laffe, bange man. U zwicht voor de moslims in de Arabische wereld.


BALKENENDE:
Ja, maar kijk, wat hij zegt zijn de grote woorden van de heer Wilders. Daar ga ik niet eens op in. Ik vind ze niet eens de moeite waard om er op in te gaan.


VAN GAALEN:
Maar ze zijn wel vaak heel begrijpelijk.


BALKENENDE:
Ik verbaas me dat een journalist dat zegt, want op het ogenblik gaat het om hele serieuze dingen. Mogelijk krijgen we te maken met situaties die heel riskant kunnen zijn. En dan vind ik dat je daar niet aan voorbij kunt gaan. En de heer Wilders gaat aan dat belangrijke onderwerp, wat betekenen zijn woorden voor ontwikkelingen elders in de wereld, daar gaat hij volledig aan voorbij.


VAN GAALEN:
U houdt er nog steeds rekening mee of u vindt dat hij er rekening mee zou moeten houden, dat hij het niet doet.


BALKENENDE:
Dat ligt op zijn weg.


VAN GAALEN:
U zegt: kijk eerst eens een stadium terug.


BALKENENDE:
Ja, ik heb vorige week tegen hem gezegd: Nederland is een land en daar zijn we trots op. We zijn een land van vrijheid van meningsuiting. En we kunnen veel zeggen. Maar juist als je zoveel vrijheid hebt, dan is ook de vraag: ga je op een verantwoorde manier met die vrijheid om. En je mag ook wel eens kijken wat jouw woorden kunnen betekenen voor anderen. Mag ik u een ander voorbeeld noemen? Ik had contact met de heer Plaisier, een bekend iemand binnen de protestantse kerken in Nederland. Hij was in Indonesië geweest. Hij zegt: ik merk daar dat christenen zich bedreigd voelen vanwege de uitlatingen van de heer Wilders. Maar ook de gematigde moslims voelen zich evenzeer bedreigd, omdat zij weer last gaan krijgen voor de meer extreme kanten.


VAN GAALEN:
Wat wilt u hiermee zeggen?


BALKENENDE:
Wat ik hiermee wil zeggen is dat er op het ogenblik dingen gebeuren wereldwijd waar men zich zorgen over maakt. Waarin christenen, gematigde moslims en anderen zich ook bedreigd gaan voelen. En dat is een punt waar we niet aan voorbij mogen gaan. En dat is ook de reden waarom ik vorige week heb gezegd: vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar denk wel na wat je feitelijk kunt bewerkstelligen. En dat is vorige week gezegd. En ik merk het gaat nu over het uitzenden van de film en de contacten met omroepen en met Nieuwspoort. We zullen afwachten hoe zich dat ontwikkelt. Maar u heeft gelijk, het gaat om twee belangrijke vragen.


VAN GAALEN:
De vraag was eigenlijk: kan het zijn dat u en iedereen overvallen wordt? Dat u in die zin ook geen regie meer heeft. Dat die film ineens op internet staat, demonstraties in het Midden-Oosten en dat het kabinet ook maar moet afwachten.


BALKENENDE:
Die vraag is een beetje lastig, want de heer Wilders staat niet toe dat men kennis draagt van de inhoud van de film.


VAN GAALEN:
U mag de film niet van tevoren zien?


BALKENENDE:
Nee.


VAN GAALEN:
Dat doet hij natuurlijk omdat u dan alsnog een verbod zou kunnen uitvaardigen.


BALKENENDE:
Dat zal misschien zijn afweging zijn. Maar in ieder geval, wij weten dus niet wat de inhoud van de film is. Wij weten niet wanneer hij van plan is om zaken naar buiten te brengen. En u heeft natuurlijk gelijk. Het kan zijn dat dat via Nieuwspoort loopt, het kan zijn dat dat via een heel andere weg gebeurt. Maar weet wel dat wij er natuurlijk bovenop zitten wat betreft eventuele woordvoering, wat betreft internationale contacten en we nemen deze zaak hoogst serieus.


VAN GAALEN:
Nu wel een Europese strategie?


BALKENENDE:
Er is veel contact met de collega's van andere landen. En het is niet voor niets dat de minister van Buitenlandse Zaken, andere bewindslieden en ik zelf voortdurend over het thema spreken, want er staan grote, grote belangen op het spel. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)