Gerechtelijke organisatie

Veroordelingen wegens oplichting kleinzoon en neef

Arnhem, 10 maart 2008 - De rechtbank heeft vandaag een 64-jarige vrouw uit Arnhem veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van EUR75.000,- wegens medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, en witwassen van gelden. De rechtbank acht bewezen dat zij in samenwerking met haar twee mededaders (eveneens veroordeeld) haar kleinzoon en twee Luxemburgse banken heeft opgelicht. Dit had tot gevolg, dat haar kleinzoon geld van zijn overleden moeder niet kreeg uitgekeerd, nadat hij door het handelen van de vrouw en haar mededaders, bestaande uit een valselijk opgemaakte boedelbeschrijving, bewogen was tot het verwerpen van een (in werkelijkheid aanzienlijke) nalatenschap. Vervolgens hebben de Luxemburgse banken na een overgelegde verklaring van erfrecht, waarin de vrouw en haar andere dochter als erfgenamen waren genoemd, de banktegoeden van de overleden dochter naar haar en die andere dochter overgemaakt. Die bankrekeningen werden daarna leeggehaald. De rechtbank zag vanwege de fysieke gesteldheid van de vrouw af van oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. (BC6172)

De 38-jarige mededader (dochter van de 64-jarige vrouw) is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een geldboete van EUR15.000,- wegens medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, en witwassen van gelden. De rechtbank acht bewezen dat zij in samenwerking met haar twee mededaders (eveneens veroordeeld) haar neef en twee Luxemburgse banken heeft opgelicht. Dit had tot gevolg, dat haar neef geld van zijn overleden moeder niet kreeg uitgekeerd, nadat hij door het handelen van de vrouw en haar mededaders, bestaande uit een valselijk opgemaakte boedelbeschrijving, bewogen was tot het verwerpen van een (in werkelijkheid aanzienlijke) nalatenschap. Vervolgens hebben de Luxemburgse banken na een overgelegde verklaring van erfrecht, waarin de vrouw en haar moeder als erfgenamen waren genoemd, de banktegoeden van de overleden dochter naar haar en die moeder overgemaakt. Die bankrekening werden daarna leeggehaald. (BC6149)

De andere mededader, een 67-jarige financieel adviseur uit Millingen aan de Rijn, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, wegens medeplegen van valsheid in geschrift en medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De rechtbank acht bewezen dat hij in samenwerking met zijn twee mededaders (eveneens veroordeeld) de kleinzoon van een van hen en twee Luxemburgse banken heeft opgelicht. Dit had tot gevolg, dat de kleinzoon geld van zijn overleden moeder niet kreeg uitgekeerd, nadat hij door het handelen van de man en zijn twee vrouwelijke mededaders, bestaande uit een valselijk opgemaakte boedelbeschrijving, bewogen was tot het verwerpen van een (in werkelijkheid aanzienlijke) nalatenschap. Vervolgens hebben de Luxemburgse banken na een overgelegde verklaring van erfrecht, waarin de mededaders als erfgenamen waren genoemd, de banktegoeden van de overleden vrouw naar hen overgemaakt. De rechtbank zag daarnaast aanleiding tot ontneming van een wederrechtelijk verkregen voordeel van EUR50.000,-. (BC6167)

LJ Nummers

BC6172
BC6149
BC6167

Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 10 maart 2008 Naar boven