BouwNed

Aanbesteding met preselectie legt markt teveel beperking op 11-03-2008

Bij een aanbesteding met voorafgaande selectie zou er geen beperking plaats zou moeten vinden van het aantal geselecteerden, vindt Bouwend Nederland. Met andere woorden: elke gegadigde die aan de eisen voldoet, zou geselecteerd moeten worden en dus een uitnodiging voor inschrijving moeten krijgen. In de praktijk gebeurt dat evenwel maar zelden.

In de meeste gevallen waarin een preselectie wordt toegepast, wordt het aantal uitnodigingen beperkt tot drie of vijf bedrijven. Aanbestedende diensten doen dit om transactiekosten te besparen: als minder bedrijven de moeite hoeven te doen om aan een aanbesteding deel te nemen, worden er minder transactiekosten gemaakt. Hoewel ze daarin gelijk hebben, is het wel bijzonder dat dit argument juist van de aanbesteder afkomt. De bouwbranche geeft zelf immers aan geen moeite te hebben met een groter aantal inschrijvers. Daar komt bij dat het beperken van het aantal inschrijvers een tweetal nadelen heeft.
In de eerste plaats is de manier om tot een beperking te komen is vaak discutabel. Minimumeisen zorgen er al voor dat alleen partijen overblijven die in beginsel geschikt geacht moeten worden om het werk te kunnen maken. Door het stellen van selectie-eisen wordt geprobeerd om deze groep nog verder te beperken.

Buiten de boot

Gebeurt dit op basis van specifieke eisen, dan is er al gauw sprake van het `meer is beter'-principe: een inschrijver met 10 referenties scoort beter dan een inschrijver met twee referenties. Dat leidt er weer toe dat het MKB bij voorbaat buiten de boot valt ten faveure van de grote spelers, terwijl dat, gelet op de minimumeisen, voor de opdracht helemaal niet nodig hoeft te zijn.
Nadere selectie kan ook plaatsvinden op basis van loten. Ondanks het feit dat alle partijen daarbij gelijke kansen hebben, kan het resultaat voor veel gegadigden zeer onbevredigend zijn. Ook het bedrijf dat specialist is op een bepaald gebied kan door het lot immers buiten de boot vallen.
Een tweede nadeel is dat, door steeds een beperkt aantal inschrijvers toe te laten, de flexibiliteit van de markt wordt beperkt. Geschikte partijen kunnen niet meer zelf de afweging maken of ze deelnemen aan een bepaalde aanbesteding of niet. Als enkele partijen zich gekwalificeerd hebben voor een aantal preselecties, dan zullen ze genoodzaakt zijn keuzes te maken, die ertoe leiden dat in plaats van drie of vijf slechts twee of drie inschrijvers zich melden.

Minder trek
De vraag dient zich daarmee aan of er in het algemeen nog wel een reden om te kiezen voor een procedure met voorafgaande selectie in plaats van een openbare procedure. Dat is volgens Bouwend Nederland zeker het geval. In tijden waarin de markt onder druk staat, hebben inschrijvers minder trek in openbare aanbestedingen: zijn zij één van de 20 inschrijvers of doen er maar zes mee? Het animo wordt pas na de inschrijving duidelijk.
Bij een procedure met preselectie is het animo al eerder duidelijk, wat het voor gegadigden interessanter maakt om er energie in te steken. De kans op een goede aanbieding voor de aanbesteder wordt daarmee dus groter.