Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/ADT 2837080
11 maart 2008
Op 29 februari 2008 zond ik uw Kamer, mede namens de ministers van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Jeugd en Gezin, een
brief over de uitvoering van de moties van het VAO Alcoholbeleid. Naar
aanleiding daarvan verzocht uw lid Bouwmeester (PvdA) op 6 maart jl,
tijdens de Regeling der werkzaamheden, om een uitleg over het niet
uitvoeren van de motie over het sluiten van de alcoholafdeling van
supermarkten (27 565, nr. 43).
In reactie op dat verzoek deel ik u, mede namens voormelde collega's,
het volgende mee.
Bedoelde motie vraagt de regering landelijk vast te leggen dat de
burgemeester als sanctie voor het verkopen van alcohol aan jongeren
beneden de 16 jaar door een supermarkt, de alcoholafdeling van die
supermarkt moet sluiten. Het kabinet heeft begrip voor de argumenten
vóór uitvoering van deze motie. Winkeliers die de leeftijdsgrenzen van
de Drank- en Horecawet regelmatig overtreden moeten adequaat en stevig
worden aangepakt. Maar wij wijzen erop dat de proportionaliteit van de
straffen en sancties voortdurend afgewogen moet worden. Bovendien
dient rekening gehouden te worden met de gevolgen die een dergelijk
verplicht sanctieregiem voor burgers kan hebben. Het kan immers
betekenen dat in een kleine plattelandsgemeente de alcoholafdeling van
de laatste supermarkt gesloten wordt. Daarom zijn wij van mening dat
er op dit punt gemeentelijk maatwerk nodig moet kunnen zijn.
Wij stellen uw Kamer nu voor om in het wetsvoorstel Drank- en
Horecawet de minimum- en maximum sancties op te nemen voor winkeliers
die voor de derde maal het verbod op verkoop van alcohol aan jongeren
onder de 16 jaar overtreden. Zo kan tegemoet worden gekomen aan de
doelstelling van de motie. Op lokaal niveau zal dan vastgelegd worden
hoe de burgemeester hieraan invulling geeft.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink