Rechtbank Maastricht


Wel of geen terrorist

De rechtbank Maastricht heeft bij vonnis van 12 maart 2008 beslist dat een (ex-)raadslid in De Limburger in 2006 niet had mogen worden aangeduid als een terrorist. Het raadslid had de zaak aangespannen tegen De Limburger en twee journalisten van De Limburger. Hij was in de kop van een artikel op de voorpagina van het regionale nieuws een terrorist genoemd. Verder was in dit artikel door de journalisten geschreven dat hij zich gedroeg als een psychologisch terrorist. Dat was in een later artikel in De Limburger herhaald.

In het vonnis noemt de rechtbank de kwalificatie als terrorist ernstig en van verstrekkende aard. Daarbij verwijst zij naar de definitie van `terrorist' van Van Dale als iemand die met een politiek oogmerk de samenleving ontwricht door daden van terreur. De rechtbank merkt verder op dat dit woord de afgelopen jaren een extra negatieve lading heeft gekregen, in de zin dat een terrorist de beginselen van de democratische rechtsstaat verwerpt.

Het raadslid had zich echter in het geheel niet schuldig gemaakt aan terrorisme. Verder was in de artikelen voor de kwalificatie als (psychologisch) terrorist geen enkele deugdelijke onderbouwing gegeven.

De rechtbank verwierp het verweer van De Limburger en de journalisten dat in de krant slechts was weergegeven wat anderen over het raadslid tegen een van de journalisten hadden gezegd, omdat dit De Limburger en de journalisten niet ontslaat van hun eigen verantwoordelijkheid voor haar publicaties.

De rechtbank zag in de tegenwerping van de kant van De Limburger en de journalisten dat geen van de lezers van de krant werkelijk zal hebben gedacht dat het raadslid een terrorist was - naar de rechtbank aanneemt: omdat daar geen enkele feitelijke basis voor was - een aanwijzing dat het onnodig grievend was om hem wel zo te noemen.

Verder ging het om een privé-ruzie van het raadslid met enkele van zijn buren, zodat hij ondanks het feit dat hij als raadslid een `public figure' was, in redelijkheid niet hoefde te incasseren dat hij als een terrorist werd bestempeld.

De Limburger en de journalisten zijn veroordeeld tot betaling van een immateriële schadevergoeding aan het raadslid van EUR 750,00 en tot betaling van zijn proceskosten.

LJ Nummer

BC6333

Bron: Rechtbank Maastricht Datum actualiteit: 12 maart 2008 Naar boven