Partij van de Arbeid

Den Haag, 14 maart 2008

Aanvullende vragen van het lid Spekman (PvdA) en Van der Ham (D66) aan de staatssecretaris van Justitie

over de dreigende uitzetting van M.K.{1}


1. Deelt u de mening dat, ondanks het feit dat het Verenigd Koninkrijk op grond van de Overeenkomst van Dublin verantwoordelijk is voor het asielverzoek van betrokkene, Nederland betrokkene niet (indirect) mag terugsturen naar een land waar hij vreest voor vervolging vanwege zijn seksuele geaardheid (verbod van réfoulement)? Kunt u garanderen dat betrokkene niet zal worden geréfouleerd?


* Kunt u van uw Britse ambtsgenoot de garantie krijgen dat indien betrokkene een klacht zou indienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens - nadat eventueel zijn asielaanvraag door het Verenigd Koninkrijk is afgewezen - hij hangende deze procedure niet zal worden uitgezet naar Iran?


* Bent u bereid het specifieke beleid dat Nederland voert ten aanzien van homoseksuelen afkomstig uit Iran in Europees verband bij uw collega s onder de aandacht te brengen, mede gelet op de omstandigheid dat vervolging vanwege seksuele geaardheid één van de gronden is van het Vluchtelingenverdrag? Zo neen, waarom niet?


* In welke gevallen zal Nederland een asielverzoek wel aan zich trekken, hetgeen in het onderhavige geval niet aan de orde was? Wanneer kan worden gesproken van dusdanige uitzonderlijke gevallen van humanitaire aard dat uitzetting op grond van de Overeenkomst van Dublin niet plaatsvindt? Hoe is dit (nader) uitgewerkt in het beleid? Kunt u in dit verband aangeven waarom Nederland, in het kader van de Overeenkomst van Dublin, uitzettingen continueert naar Griekenland terwijl dit land de minimumnormen die volgen uit de Europese asielregelgeving niet naleeft?

{1} Aanvullende vragen op eerder gestelde vragen over de dreigende uitzetting van M.K., vraagnummer 2070814250

{1} Aanvullende vragen op eerder gestelde vragen over de dreigende uitzetting van M.K., vraagnummer 2070814250