Datum: 19 maart 2008
Centraal Economisch Plan 2008: Economie met twee gezichten
De economische situatie in 2007 had veel weg van een januskop.
Enerzijds groeide de Nederlandse economie vorig jaar zeer voorspoedig,
met 3,5%. Anderzijds openbaarden zich de eerste verschijnselen van
ernstige problemen op de financiële markten. Deze problemen zullen hun
uitwerking op de reële economie hebben, maar desondanks ligt de
verwachte productiegroei met 2¼% dit jaar en 1¾% volgend jaar in de
buurt van de Nederlandse potentiële groei.
De groeivertraging is vooral het gevolg van de - mede onder invloed
van de kredietcrisis - afzwakkende wereldhandel, waardoor de export
zich minder uitbundig ontwikkelt. Volgend jaar trekt de wereldhandel
naar verwachting weer wat aan, en in het spoor daarvan de uitvoer. Dan
zijn het echter de binnenlandse bestedingen die langzamer groeien,
zodat per saldo de economische groei verder terugvalt. De onrust op de
internationale financiële markten levert extra onzekerheid op voor de
raming.
Dit zijn enkele hoofdlijnen uit het Centraal Economisch Plan 2008 dat
het Centraal Planbureau (CPB) vandaag openbaar heeft gemaakt.
Internationale economische groei vertraagt
De Amerikaanse economie groeide in 2007 met 2,2%. Ondanks de
aanhoudende uitvoerstijging en expansief macro-economisch beleid zal
de groei dit jaar naar verwachting terugvallen tot een magere 1%. Dit
komt vooral door de scherpe daling in de woninginvesteringen.
Bovendien zal de consumptiegroei worden gedempt door lagere
huizenprijzen, de verslechtering van de arbeidsmarktsituatie en
aanscherping van kredietvoorwaarden. De economische groei is dit jaar
bijna volledig het gevolg van overloop: in de loop van 2008 neemt het
BBP nauwelijks toe ten opzichte van het laatste kwartaal van 2007; in
de eerste twee kwartalen neemt het BBP wellicht zelfs af ten opzichte
van het voorgaande kwartaal. Toch betekent dit voor het hele jaar nog
een groei, vergeleken met het BBP over heel 2007, omdat het BBP in de
eerste kwartalen van vorig jaar nog lager was.
Door de oplopende prijzen van olie en voeding blijft de inflatie
aanzienlijk. In 2009 krabbelt de Amerikaanse economie naar verwachting
voorzichtig uit het conjuncturele dal.
In het eurogebied zal de economische groei dit jaar naar verwachting
1½% bedragen. De doorwerking - via de buitenlandse handel - van de
zwakkere Amerikaanse economie speelt hierbij een grote rol. Andere
belangrijke oorzaken van de groeivertraging zijn een verdere
verslechtering van de prijsconcurrentiepositie door de sterkere euro,
een krapper kredietbeleid van Europese banken en negatieve
vertrouwenseffecten van de huidige financiële crisis voor bedrijven en
consumenten. Daar komt bij dat ook in enkele eurolanden de hausse op
de huizenmarkt voorbij is. In 2009 trekt de economische groei naar
verwachting enigszins aan. In de prognose wordt uitgegaan van een
gemiddelde wisselkoers in 2008 en 2009 van 1,45 dollar per euro. Voor
dit en volgend jaar wordt gerekend met een gemiddelde olieprijs van 87
dollar per vat Brent.
Nederlandse economie groeit komende jaren minder hard
In de tweede helft van 2007 groeide de Nederlandse economie met meer
dan 4%. Het gevolg van deze gunstige realisatiecijfers in de tweede
helft van vorig jaar is dat er een flinke basis ligt onder de groei
die dit jaar zal worden gemeten. Naar verwachting zal de economische
groei in 2008, ondanks een afzwakkende wereldhandel, 2¼% bedragen.
Voor 2009 wordt een verdere terugval in de economische ontwikkeling
voorzien. De wereldhandel en de Nederlandse uitvoer trekken dan iets
aan, maar de particuliere consumptie en de investeringen laten juist
een groeivertraging zien.
Aardgasproductie schommelt sterk
De gasproductie heeft een groot aandeel in het specifieke
kwartaalpatroon van vorig jaar. Terwijl in de eerste helft van 2007
het productievolume van de delfstoffenwinning 20% lager was ten
opzichte van de overeenkomstige periode een jaar eerder, gold dat deze
in de tweede helft juist ruim 30% hoger lag. Daarmee heeft het
aardgas, via de overloop, een groot effect op de geraamde economische
prestatie in 2008. Als de sectoren delfstoffenwinning en openbaar nut
buiten beschouwing blijven, vertonen de BBP-kwartaalgroeicijfers een
veel vlakker patroon.
Spanning blijft
Hoewel de economie naar verwachting dit en volgend jaar wat minder
presteert dan in de afgelopen jaren, betekent dit niet dat de spanning
in de economie meteen afneemt. De output gap, het verschil tussen het
feitelijke en het evenwichtige productieniveau, bedraagt
waarschijnlijk 2% in 2008. Dat is fors hoger dan de -1¼% in 2003, de
laagste waarde in de afgelopen jaren. Pas komend jaar, als de
BBP-toename nog wat verder vertraagt, zal de output gap kleiner
worden.
De spanning komt met name tot uiting via de arbeidsmarkt. De
werkloosheid daalt dit jaar door tot net boven de 300 000 personen, om
volgend jaar iets toe te nemen. Dit betekent dat ongeveer 4% van de
beroepsbevolking werkloos is, ruim minder dan de geschatte
evenwichtswerkloosheid van 5%.
Stijgende lonen en oplopende inflatie
De contractlonen zullen dit jaar naar verwachting stijgen met 3¼%.
Volgend jaar bedraagt de geraamde toename zelfs 3¾%. Naast de lage
werkloosheid speelt ook prijscompensatie een belangrijke rol in de
loonstijging. De inflatie neemt volgens de prognose toe tot 2½% dit
jaar en 2¾% volgend jaar. Vooral in de tweede helft van 2008 zal de
inflatie gaan oplopen. Huren, energieprijzen, de vliegbelasting en
hogere accijnzen drijven het prijspeil vooral dan op. Het grootste
deel van de oploop van de inflatie dit jaar komt echter voort uit de
hogere kosten voor de productiefactoren: de arbeidskosten per eenheid
product en de kapitaalkosten lopen aanzienlijk op. Volgend jaar dragen
de btw-verhoging van 19 tot 20% en de accijnsverhoging op alcohol bij
aan de inflatie, zodat die ook aan het begin van 2009 op een hoog
niveau zal liggen. Pas vanaf het derde kwartaal van dat jaar neemt de
inflatie naar verwachting af.
Consumptie blijft toenemen
De consumptiegroei wordt voor dit jaar geraamd op 2%. Gecorrigeerd
voor het vervangen van de no-claimteruggave in de zorgverzekering door
een eigen risico, vermindert deze tot 1½%. Het reëel beschikbaar
gezinsinkomen daalt weliswaar veel harder dit jaar, maar dat is pas
met enige vertraging terug te zien in de consumptieve bestedingen. Wel
drukken de afgenomen huizenprijsstijging en de recente daling van de
aandelenkoersen de consumptie. Voorts is in de raming rekening
gehouden met een bescheiden positief anticipatie-effect als reactie op
de btw-verhoging in 2009. Dit anticipatie-effect drukt tegelijkertijd
de consumptiegroei voor komend jaar. Naar verwachting komt die groei
uit op 1%. Het reëel beschikbaar gezinsinkomen stijgt volgend jaar
waarschijnlijk een ½%-punt harder dan dit jaar, maar ook hier geldt
dat de consumptie daar vertraagd op reageert.
Investeringsgroei vlakt af
De totale bedrijfsinvesteringen groeien dit jaar naar verwachting met
iets meer dan 7%, tegenover 6,2% vorig jaar. Volgend jaar volgt een
terugval. Geschoond voor niet-conjunctuurgevoelige investeringen,
zoals in vliegtuigen en energieprojecten, vertraagt de groei van de
investeringen dit jaar al, terwijl er volgend jaar naar verwachting
zelfs een daling van 3½% zal zijn. Dit is vooral het gevolg van de
geringere productiegroei in de marktsector. Tevens drukken oplopende
arbeidskosten en hogere rentelasten de winsten, waardoor investeringen
minder makkelijk te financieren zijn. Ook de toegenomen
voorzichtigheid van banken bij het verstrekken van kredieten
bemoeilijkt de financiering van investeringen.
Minder uitvoergroei
De groei van de in Nederland geproduceerde uitvoer halveert dit jaar
naar verwachting zowat: tegenover de toename van 4% in 2007 staat een
toename met slechts 2½% in 2008. In 2009 vindt waarschijnlijk een
licht herstel plaats. Dit groeiprofiel valt samen met dat van de
relevante wereldhandel. Naast de wereldhandel speelt ook de
prijsconcurrentiepositie een rol in de ontwikkeling van de uitvoer.
Onder invloed van een dure euro en een ongunstige ontwikkeling van de
arbeidskosten per eenheid product verslechtert de
prijsconcurrentiepositie dit en volgend jaar. Overigens neemt, zoals
de laatste jaren gebruikelijk is, de wederuitvoer aanzienlijk sneller
toe dan de binnenslands geproduceerde uitvoer.
Verbetering EMU-saldo door aardgasbaten en conjunctuur
Het EMU-saldo voor 2007 wordt geraamd op 0,6% BBP. Naar verwachting
loopt het overschot dit jaar op naar 1,1% BBP, om volgend jaar zelfs
uit te komen op 1,4% BBP. De belangrijkste achterliggende oorzaken
zijn de hoge belastinginkomsten als gevolg van de gunstige economische
ontwikkeling en, onder invloed van de hoge olieprijs, sterk toegenomen
aardgasbaten. Geschoond voor de conjunctuur, de gasbaten en de
rentelasten op de staatsschuld verslechtert het begrotingssaldo dit en
volgend jaar juist.
Goed functionerende markten bevorderen productiviteit
Een speciaal onderwerp in dit Centraal Economisch Plan gaat in op de
merites van marktordenings- en concurrentiebeleid voor de welvaart in
ons land. Sinds 1975 is in tal van sectoren de marktwerking verbeterd.
Nederland staat daarin niet alleen. In veel OESO-landen heeft
marktwerkingsbeleid ertoe geleid dat de concurrentie tussen aanbieders
is toegenomen. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië liepen daarin
voorop, maar de laatste 10 jaar is ook in Frankrijk en Duitsland de
marktwerking gestimuleerd. Theoretisch staat niet bij voorbaat vast of
meer concurrentie bijdraagt aan een hogere productiviteitsstijging en
daarmee aan een hogere welvaart. Weliswaar dwingt concurrentie
bedrijven om meer te investeren in innovatie, omdat zij anders het
onderspit delven in de wedloop met hun concurrenten. Als de
concurrentie echter te hevig is, dan komen de bedrijfswinsten zozeer
onder druk te staan dat innovatie de moeite niet meer loont. Empirisch
onderzoek voor Groot-Brittannië laat echter zien dat in de praktijk
veelal het eerste effect dominant is. Bovendien zijn de effecten van
concurrentie op de productiviteitsgroei in de desbetreffende
bedrijfstak verrassend groot. In diverse bedrijfstakken heeft meer
marktwerking ook in Nederland geleid tot meer productiviteitsstijging.
Marktordeningsbeleid heeft dan ook bijgedragen aan de toename van de
productiviteitsgroei sinds 1990.
Bestellen:
Centraal Economisch Plan / 2008 / druk 1
-
Centraal Planbureau