Nederlandse bedrijfselite verreweg het meest internationaal van Europa
Datum: 19 maart 2008
Rondom de overname van ABN-AMRO dook het 'nationale economische
belang' ineens op in de discussies. De overname door niet-Nederlandse
bedrijven van een nationaal icoon riep allerlei emoties op. "De
belangrijkste vraag is echter wat een bedrijf nog Nederlands maakt",
zegt dr. Kees van Veen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van
de Rijksuniversiteit Groningen. "Gaat het om de aandeelhouders, of ook
om de bestuurlijke top?" Van Veen onderzoekt de samenstelling van de
Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen van grote bedrijven in
Europa en constateert onder andere dat Nederland hard voorop loopt met
een toenemend aantal buitenlanders aan de directietafels.
Wanneer verkeert een bedrijf in nationale handen? In Nederland is de
rol van aandeelhouders versterkt en met het wegnemen van allerlei
beschermingsconstructies is het Nederlandse aandelenpakket gewoon
onderdeel geworden van het mondiale kapitalistische systeem. Daar is
niets Nederlands meer aan. In de top zijn echter nog twee andere
relevante partijen aanwezig: de Raad van Commissarissen en de Raad van
Bestuur.
Helft niet-Nederlands
Nederland is, na Luxemburg (met erg weinig grote ondernemingen) het
land met verreweg de meest geïnternationaliseerde Raden van Bestuur.
Dat blijkt uit Van Veens onderzoek bij 363 grote ondernemingen in
vijftien Europese landen. "Het is ontnuchterend en geeft een nieuwe
kijk op de discussie", zegt hij. "Bijna de helft van de leden van de
Raden van Bestuur van de 25 AEX bedrijven heeft een niet-Nederlandse
nationaliteit. Het verschil met de nummer 2, het Verenigd Koninkrijk,
is substantieel: namelijk twee maal zoveel. En na Duitsland en België
beginnen de aantallen snel te dalen tot aan 2,5 procent in Spanje. De
gegevens die we momenteel over de Raden van Commissarissen verzamelen
laten een soortgelijke trend zien."
Een land vol dependances
Het lijkt niet waarschijnlijk dat het tij wordt gekeerd. Van Veen:
"Het is de vraag of dit erg is. Zolang dit aspect van het
globaliseringsproces onontkoombaar en mondiaal is, maakt het op de
lange duur niet veel uit wie precies welk bedrijf bestuurt. Dan zijn
we gewoon even de koplopers." Toch gaat Nederland wel heel erg snel,
vergeleken met alle andere landen. Mochten in de toekomst meer
gesloten bedrijfselites uit andere landen stelselmatig machtsposities
naar zich toetrekken, of anderszins nationale belangen weer stevig
opspelen, dan was onze huidige koploperspositie wellicht minder
raadzaam, volgens Van Veen. "Dan zijn we een land vol mooie
dependances, met weinig toegang tot de economische machtscentra."
Mondiaal ook eenzame koploper
Op mondiaal niveau blijkt Nederland ook voorop te lopen: een
internationaal onderzoek onder de tachtig grootste multinationale
ondernemingen onthult dat het aantal buitenlanders in de diverse raden
de laatste vijftien jaar toeneemt. Van Veen: "Maar het gaat vaak om
kleine aantallen per raad en zeker niet om de snelle veranderingen die
in Nederland hebben plaatsgevonden." Het blijkt dat in Aziatische
bedrijven vrijwel geen buitenlanders zitting hebben in de raden en in
Noord-Amerika slechts marginaal. Europa spant duidelijk de kroon, en
daarbinnen is Nederland de eenzame koploper.
Oorzaken
Op zoek naar de oorzaak blijken diverse factoren een rol te spelen,
zowel op bedrijfsniveau als op landenniveau. Bedrijven verschillen
bijvoorbeeld in de mate waarin ze actief zijn in het buitenland. "Dat
is inderdaad van belang", zegt Van Veen, "maar het effect is lang niet
zo sterk als men in eerste instantie zou verwachten. Ook hoe lang het
betreffende land lid is van de Europese Unie maakt bijvoorbeeld
verschil, maar opnieuw slechts marginaal." Erg belangrijk blijken
vooral grensoverschrijdende samenwerkingsrelaties zoals vroeger bij
SHELL en Unilever, en meer recentelijk fusies als bij CORUS en Air
France-KLM. "Deze bedrijven laten vervolgens een ingewikkeld en
langdurig intern spel zien waarin nationaliteit van managers en
commissarissen een rol speelt, maar zeer wisselende uitkomsten kent",
aldus Van Veen. "Voor sommige bedrijven is het een startpunt voor een
echt internationale samenstelling, voor andere slechts een tijdelijk
oprisping om vervolgens terug te vallen op managers uit het land van
origine."
Curriculum vitae
Kees van Veen is als universitair docent verbonden aan de afdeling
International Business and Management bij de Faculteit Economie en
Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is onder meer
gespecialiseerd in de samenstelling van topmanagement en Raden van
Bestuur binnen Europa.
Informatie
De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in K. van Veen & I.
Marsman (2008), How International are Executive Boards of MNCs?
Nationality Diversity in 15 European Countries, European Management
Journal, in press.
- Dr. Kees van Veen, 050 - 363 3866, k.van.veen@rug.nl
- European Top Managers Project, www.rug.nl/staff/k.van.veen/projects
Rijksuniversiteit Groningen