ChristenUnie


Overleg over de Wet afbreking zwangerschap

Overleg over de Wet afbreking zwangerschap

woensdag 19 maart 2008 15:55

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) is blij dat er twintig jaar na inwerkingtreding van de Wet afbreking zwangerschap (Waz) eindelijk een volledige evaluatie voorligt. De coalitiepartijen mogen
op veel punten uiteenlopende standpunten hebben, zij slagen er wel in om datgene te vinden waar zij wel gemeenschappelijk achter kunnen staan. Daartoe is het belangrijk om niet te blijven hangen in de verschillende
opvattingen over de waarde van ongeboren leven en de autonomie van de vrouw; alle betrokkenen moeten uit de loopgraven en zich inzetten
voor datgene waar het om gaat: goede hulp bij ongewenste zwangerschap, met alle verdriet, angst en twijfel van dien; vrouwen die onder druk kunnen staan en het ongeboren kind. Abortus is niet simpelweg een recht,
maar een probleem. Gelukkig is het in deze coalitie mogelijk om werkend
vanuit verschillende uitgangspunten gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken.

De Waz is destijds zonder de steun van de ChristenUnie aangenomen; de fractie blijft van mening dat er betere oplossingen zijn dan het afbreken
van een zwangerschap; het voorkomen van ongewenste zwangerschappen is een voorbeeld daarvan. Gelukkig zijn er afspraken gemaakt in het coalitieakkoord en staan de betrokken organisaties ervoor open, daaraan uitvoering te geven. Zes kernpunten sluiten naadloos aan bij het
regeerakkoord: handhaving van de wettelijke zorgvuldigheidsnormen; het sterven om het aantal ongewenste zwangerschappen terug te dringen; een goed preventie- en voorlichtingsbeleid; een optimale begeleiding van
vrouwen die ongewenst zwanger zijn geraakt; goede nazorg na beëindiging
of na het uitdragen van een ongewenste zwangerschap; keuzevrijheid ingegeven door een hulpaanbod dat zodanig is dat ook het uitdragen van de zwangerschap sociaal en financieel een reële keuze is.
Niet alles is vanuit Den Haag te regelen. Er zijn uitvoerende hulpverleners
nodig. Allereerst moet in beeld worden gebracht wie er allemaal actief zijn
op het gebied van preventie en hulpverlening. Waar is welke expertise? Hoe kom je tot een goed regionaal aanbod, tot een goede coördinatie en doorverwijzing? Als een vrouw zonder druk keuzes moet kunnen maken - te denken valt aan gevallen van eerwraak, financiële en huisvestingsproblemen

- dan moet dat in de verdeling van middelen tot uitdrukking komen. Het gaat om geld, maar ook om keuzes: waar is scholing nodig ter
vergroting van de expertise, waar moet meer capaciteit komen voor begeleiding
en counseling? Deelt de staatssecretaris deze analyse? Op welke wijze gaat zij dat uitwerken?

De verloskundigen zijn tot nu toe nauwelijks genoemd in de discussie. Door de invoering en verbetering van de echotechniek zijn zij in de afgelopen
20 jaar sterker betrokken geraakt bij ongewenste zwangerschappen. De 20-wekenecho betekent nieuwe expertise voor verloskundigen. Hoe begeleid je zwangeren bij soms heftige confrontaties?

Er is veel in beweging. Abortusartsen werken aan een richtlijn. Is dat de
protocollering van het besluitvormingsproces waar het coalitieakkoord over spreekt? Is er voortgang? Er loopt onderzoek naar de aard van de noodsituatie en er wordt onderzoek gestart naar de psychosociale gevolgen van abortus. Dit is het moment om de seksuele gezondheidszorg en hulpverlening waar nodig opnieuw in te richten, om ze te verbinden in een zorgketen en om een landelijk dekkend netwerk per regio
in te richten. De kwaliteit van de zorgketen mag niet afhankelijk zijn van
goede verhoudingen onderling, maar moet gebaseerd zijn op constructieve
coalities in de regio's. Kan de staatssecretaris dit verder aansturen en uitwerken?

Het regeerakkoord spreekt over positieve maatregelen waarmee alternatieven
voor een zwangerschapsafbreking worden geboden. Kan de staatssecretaris
meer informatie verstrekken over de uitwerking van die toezegging, naast het geld dat in de begroting beschikbaar is gesteld voor de opvang van tienermoeders?

Mevrouw Wiegman vraagt aandacht voor een aantal punten: het benutten van de inzet en de rol van verloskundigen; het belang van het professionaliseren
van het besluitvormingsproces; de nazorg na een abortus en seksuele voorlichting aan volwassenen. Naast de tienermoeders moeten ook tienervaders meer aandacht krijgen.

De staatssecretaris heeft toegezegd dat er geld komt voor het opzetten van een opleiding, waarin verpleegkundigen en artsen vaardigheden kunnen oefenen die van belang zijn bij het besluitvormingsgesprek. Welke
middelen zijn daarvoor beschikbaar? Wie gaat de opleiding ontwikkelen? Wie gaat haar geven? Gezien de conclusie uit de evaluatie van de Waz moeten hierbij de psychosociale aspecten uitvoerig aan bod komen. In een algemeen overleg over medische ethiek heeft de staatssecretaris toegezegd, de hulpverlening bij besluitvorming te willen optimaliseren door de vergoeding van gesprekken in abortusklinieken te verhogen. Moet
dat extra geld vooral bij klinieken terechtkomen? Mevrouw Wiegman pleit
immers juist voor een zorgketen die moet bijdragen aan een zorgvuldige besluitvorming die niet vanzelfsprekend naar een abortus leidt. Waar kan
meer of beter in geïnvesteerd worden met het oog op optimalisatie? Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel verwachten om de overtijdbehandelingen
onder de Waz te brengen? Mevrouw Wiegman hecht eraan dat dit nog dit jaar gebeurt.

Nadere gedachtewisseling
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) wenst vast te stellen dat zij zich niet herkent in het verschil dat door sommigen
wordt gemaakt tussen een vroege of late zwangerschap. Voor haar is dat geen fundamenteel verschil, maar slechts een verschil in verschijningsvorm
van het menselijke leven. Ook zij meent dat de staatssecretaris het goed doet. Zij voelt zich geenszins met een kluitje in het riet gestuurd,
maar ziet een coalitie die tien jaar geleden nog onmogelijk werd geacht,
een stap vooruitzetten. Dat de staatssecretaris pleit voor de ruimte om
verantwoordelijkheid inhoud te kunnen geven, is geen blijk van betutteling,
maar van een evenwichtige kijk op de belangen die hier in het geding zijn. Ten aanzien van de tegenstelling tussen landen waar abortus legaal is
en landen waar dat niet zo is, wijst zij op het feit dat er in landen waar
abortus niet gelegaliseerd is vaak sprake is van meer misstanden zoals met voeten getreden vrouwenrechten en slechte verkrijgbaarheid van anticonceptie. Zij is blij met de toezegging van de staatssecretaris rondom
de ketenzorg en het verbeteren van de doorverwijzing in de keten. Over de
financieringssystematiek wil zij graag nog een keer spreken als de richtlijn
klaar is. Het kan niet zo zijn dat organisaties in het veld financieel onvoldoende
mogelijkheden hebben om de rol na te komen die van hen verwacht wordt. Bij de onderbrenging van de overtijdbehandeling onder de Waz verwacht zij de best mogelijke juridische borging en de grootst mogelijke duidelijkheid.