'Modernisering activiteiten levende dieren en producten'

Op 1 februari 2008 verzocht de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) mr. R.J Hoekstra een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het concept VWA-rapport 'Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten' 1 .

Aan mr. R.J. Hoekstra werd verzocht antwoord te geven op de volgende vragen:
* Wie heeft de opdracht gegeven? Wat is de status van het rapport en aan wie is het verstrekt?
* Geven de bevindingen in het conceptrapport een getrouw beeld van de situatie op dat moment?
* Wat is er sinds januari 2007 naar aanleiding van het conceptrapport gebeurd?

Tevens heeft de Minister gevraagd aandacht te besteden aan de vragen van de Tweede Kamer over het artikel in Vrij Nederland getiteld 'Sjoemelen met slachtvee' d.d. 6 februari 2008:
* Zijn de meldingen van misstanden in het artikel authentiek en actueel;
* Waren deze meldingen bekend bij VWA/LNV en wat is er naar aanleiding van deze meldingen gebeurd? .

Tevens is hem verzocht om melding te maken aan de Minister indien gedurende het onderzoek concrete aanwijzingen werden verkregen dat er bewijsmateriaal wordt achtergehouden dan wel is vernietigd. Dit naar aanleiding van berichten genoemd door het Tweede Kamerlid Ouwehand (PvdD) bij de Regeling van Werkzaamheden van 6 februari 2008.

VWA en haar omgeving voortdurend in beweging

Alvorens de vragen concreet te beantwoorden heeft mr. R.J. Hoekstra zich laten informeren over de situatie van de VWA en de ontwikkelingen in haar directe omgeving. Een aantal relevante

aspecten zijn:


* VWA is per 1/1/2006 formeel gefuseerd en bereidt nu een nieuwe fusie voor met AID en PD;


* VWA wordt door opdrachtgever VWS meer op afstand gestuurd dan door LNV;


* Positie en werkinhoud dierenartsen laat te wensen over. Verbetermogelijkheden zitten in de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden. De strikte EU-regelgeving maken het opwaarderen van de werkinhoud lastig;


* De sector internationaliseert en het is van belang een balans te vinden tussen de belangen van de export enerzijds en preventie van dierziekte en bevorderen dierenwelzijn anderzijds;


* Het creëren van een level playing field is gecompliceerd omdat en handhaving en toezicht in de lidstaten onderling verschilt);


---


1 brief d.d. 1 februari 2008; kenmerk BBR.2008/68


* De specifieke regelgeving per diersoort kan per lidstaat en derde land wijzigen als gevolg van de actuele situatie met betrekking tot dierziekten;


* Toenemend belang voor de sector om eigen verantwoordelijkheid te nemen via kwaliteitssystemen, meer door marktprikkels dan door overheidsregelgeving;

Wie heeft de opdracht gegeven? Wat is de status van het rapport en aan wie is het

verstrekt?

De opdracht voor het opstellen van het rapport is gegeven door de directeur van de Dienst Uitvoering van de VWA. Doelstelling was het verkrijgen van een totaalbeeld ter zelfreflectie en kwaliteitsverbetering.

Het rapport heeft de status van een intern conceptrapport en is niet formeel vastgesteld als definitief intern rapport. De reden daarvan is dat het onmiddellijk is ingebracht in de beleidsvoorbereiding (stuurgroep Ontwerpregeling Preventie, stuurgroep programmatisch

handhaven, regiegroep Levend Vlees) en intern bij VWA ter voorbereiding van verbetervoorstellen.

Geven de bevindingen in het conceptrapport een getrouw beeld van de situatie op dat moment?

Het beeld dat het conceptrapport geeft van de praktijk bij het VWA-toezicht op levend vee en levende producten acht ik, mede op basis van de in het kader van dit onderzoek gevoerde gesprekken, herkenbaar. Daarbij plaats ik echter de kanttekening dat de feitelijke omvang van de gesignaleerde problematiek niet is vastgesteld en dat deze op basis van de beschikbare gegevens ook niet is vast te stellen.

De kwalificatie 'getrouw beeld' komt pas aan de orde bij een formeel vastgesteld rapport. De personen die in het kader van dit onderzoek zijn gesproken achtten de kwalificatie 'getrouw beeld' gezien de verder strekkende betekenis van deze kwalificatie niet verantwoord. In mijn gesprekken met externe (belangen-)organisaties bleek dat ook deze organisaties de gesignaleerde knelpunten uit de conceptrapportage herkennen.

Wat is er sinds januari 2007 naar aanleiding van het conceptrapport gebeurd?

Voorafgaand aan het intern gereed komen van de conceptrapportage liepen al een aantal acties ter verbetering. De heer Hoekstra noemt er enkele:


* Actieprogramma opleiding en scholing dierenartsen (vanaf 2000);


* Werving extra dierenartsen en afspraken met de faculteit Diergeneeskunde over een op deze functie gericht studiepad (vanaf 2001);


* Voorbereiden van een aangepaste Preventieregelgeving (voorkomen van dierziekten);


* Overleg met het bedrijfsleven om te komen tot gecertificeerde kwaliteitsystemen ter bevordering van dierenwelzijn (vanaf 2006);


* Taskforce Transport (2005) gericht op nauwere samenwerking met andere lidstaten, gaan werken conform de Transportverordening, centralisatie van de klachtenafhandeling bij VWA;


* Voorbereiding nota Dierenwelzijn (conform aankondiging in het Coalitieakkoord 2007)


* Voorbereiding conceptwet Dieren.

Naar aanleiding van de bevindingen in de conceptrapportage zijn daar een aantal verbetertrajecten aan toegevoegd:
* Inbrengen van de bevindingen uit het conceptrapport in de Conceptregeling Preventie;
* Inbrengen van de bevindingen in de regiegroep Levend Vlees.

Voor een volledig overzicht, ingedeeld in de categorieën Beleid, wet- en regelgeving enerzijds en Uitvoeringspraktijk, verwijs ik naar Bijlage B van deze rapportage.

Slotbeschouwing

Voor zover op basis van de korte doorlooptijd van mijn onderzoek mogelijk is, trekt mr. R.J. Hoekstra een aantal voorzichtige conclusies:
* De status van een document dient naar mijn mening te allen tijde duidelijk te zijn voor betrokkenen. Dat zou ook de goede afstemming tussen beleid en uitvoering bevorderen;
* De positie van VWA als handhavingautoriteit kan verbeteren door de Inspecteur-generaal ook formeel een zelfstandige rapportagelijn naar de Minister te geven;
* De interne afstemming van de sturing kan verbeteren door de beleidsdossiers preventie dierziekten en bevordering dierenwelzijn onder te brengen bij één beleidsdirectie.
* Het succesvol realiseren van risicogerichte handhaving en toezicht is mede afhankelijk van het tot stand komen van goede kwaliteitsystemen bij het bedrijfsleven. Het spoedig tot stand komen hiervan is dringend gewenst omdat anders de Minister genoodzaakt wordt tot herintroductie van een zeer intensieve controle.
* Het hanteren van open normen bij het toezicht op preventie van dierziekten is op zichzelf positief. De sterk gewijzigde werkwijze die dit voor de VWA tot gevolg heeft is op dit moment onvoldoende uitgewerkt.
* Er zijn maatregelen getroffen of in voorbereiding waarmee aan een groot deel van de aanbevelingen uit het conceptrapport gevolg wordt gegeven. Niettemin heb ik de stellige indruk dat de gewenste en noodzakelijke kwaliteitsverbetering nog de nodige tijd en middelen zal vergen. Daarbij moet gewaakt worden voor het misverstand dat, ook als alle mogelijke verbeteringen zijn doorgevoerd, dan de garantie bestaat dat er geen risico's meer worden gelopen. Risico's zullen, zeker ook in deze sector, altijd blijven bestaan.

Bron: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Bijlagen:


* Brief Tweede Kamer

* Rapport Hoekstra