Ingezonden persbericht


Mosselsector gegijzeld door natuurorganisaties

De mosselsector roept de hulp van de politiek in om te overleven. Het streven van Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is om in samenspraak met mosselkwekers en natuurorganisaties de mosselcultuur voor Nederland te behouden in een ecologisch gezonde Waddenzee. De natuurorganisaties eisen echter van de minister op korte termijn herstelmaatregelen in de Waddenzee. Zij hebben een wapen in handen: een uitspraak van de Raad van State van 27 februari 2008 waarbij een vergunning om op mosselzaad te vissen is vernietigd. De mosselkwekers die druk bezig zijn met wetenschappelijk onderzoek en innovatieve projecten, worden door deze machtstrijd gegijzeld. Daardoor zullen zij niet de tijd krijgen de weg naar verdere verduurzaming af te maken en zijn zonder politieke interventie gedoemd te verdwijnen.

Mosselkwekers zijn voor de mosselkweek voor 98 % afhankelijk van het mosselzaad dat in de Waddenzee wordt geboren. Om dit op te vissen hebben zij een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig. De Minister van LNV kan deze vergunning alleen verlenen als de mosselkwekers aantonen dat hun visserij geen significante schade veroorzaakt. Omdat de Minister van mening is dat de mosselkwekers dat in voldoende mate doen, worden de vergunningen tot nu toe verleend. De mosselkwekers vissen en kweken al meer dan 100 jaar in de Waddenzee. De Waddenzee is aangemeld als Natura 2000 gebied met de mosselkwekers als economische medegebruikers daar bij inbegrepen.

Kansrijke innovaties
Sinds 2005 werken de mosselkwekers volgens het beleidsbesluit "Ruimte voor een zilte oogst". De verantwoordelijk minister destijds, Cees Veerman, wilde de mosselkwekers tot 2020 de tijd geven om hun plaats in de Waddenzee te behouden door hun vismethoden verder te laten verduurzamen en minder afhankelijk te laten zijn van het natuurlijk mosselzaad op de bodem. Momenteel is deze verduurzaming in volle gang. Drijvende constructies in zee, de zogenaamde mosselzaadinvanginstallaties, zijn een voorbeeld van een kansrijke innovatie. Het kost echter veel meer tijd dan drie jaar voordat dergelijke installaties op een economisch rendabele wijze kunnen worden geëxploiteerd.

Of de visserij op mosselzaad schadelijke effecten heeft wordt onderzocht in een meerjarig onderzoeksproject waarvan op zijn vroegst eind 2010 de eerste resultaten kunnen worden verwacht.

Omdat de natuurorganisaties willen dat de Minister van LNV nu al begint met herstelmaatregelen, worden alle tot nu toe verleende vergunningen tot bij de Raad van State aangevochten. Vooruitlopend op een definitieve uitspraak kregen de mosselkwekers toestemming van de Raad van State om toch te vissen.

Bij uitspraak van 27 februari 2008 heeft de Raad van State vastgesteld dat de minister bij het verlenen van de vergunning voor de voorjaarsvisserij van 2006 niet alle onzekerheden heeft kunnen wegnemen, omdat de uitkomsten van het bodemonderzoek nog niet beschikbaar zijn en heeft het besluit van de minister vernietigd. Voor de mosselkwekers was dat een grote klap, omdat zij hun activiteiten niet voor drie jaar kunnen onderbreken totdat er meer duidelijkheid is. Drie jaar geen inkomsten betekent feitelijk het einde van de sector.

Uitspraak Tweede Kamer
Inmiddels heeft de Tweede Kamer uitgesproken niet te kunnen instemmen met het verdwijnen van de Nederlandse Mosselsector en heeft minister Verburg opgedragen er alles aan te doen om de mosselkwekers hun plaats in de Waddenzee te laten behouden op de wijze zoals minister Veerman destijds voor ogen stond. Bij brieven van 3 en 11 maart 2008 informeert de Minister de Tweede Kamer over wat zij van plan is om tot een oplossing te komen. Eén van de mogelijkheden die zij ziet is het bij elkaar brengen van de mosselkwekers en de natuurorganisaties en met hen bespreken hoe de weg naar een duurzame Waddenzee en een duurzame mosselsector gezamenlijk kan worden gelopen. Dit laatste is gebeurd op 20 maart jl., echter zonder succes. Er zijn weliswaar afspraken gemaakt over de korte en (middel)lange termijn, maar de mosselkwekers kregen niet de zekerheid dat zij verder konden met hun visserij en kweek en dus ook niet met hun verdere verduurzaming. Juridische procedures blijven boven hun hoofd hangen. De natuurorganisaties vinden dat de Waddenzee herstelmaatregelen nodig heeft en wel meteen. De Minister heeft meer tijd nodig om het natuurbeleid voor de Waddenzee in beheerplannen vast te leggen.

Deze harde opstelling van de natuurorganisaties ervaren de mosselkwekers als een gijzelneming. Zij voelen zich de dupe van een machtstrijd tussen de Minister en de organisaties onder dreiging van juridische procedures waarmee de mosselzaadvisserij en daarmee dus ook de mosselkweek worden lamgelegd. Bij brief van 21 maart 2008 wijzen de mosselkwekers de Tweede Kamer op deze impasse. Zij hopen dat de kamer donderdag 27 maart as. in een Algemeen Overleg met de Minister tot een oplossing komt. Zo niet, dan is het over en uit met de Nederlandse mossel.

()

Nadere informatie voor de media:
Hans van Geesbergen, secretaris van de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur, tel mobiel 06 - 54 93 88 90