Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 17 maart 2008

26 maart 2008 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister verslag doet van de Landbouw- en Visserijraad. Een voorstel om melkquota uit te breiden werd aangenomen. Verder werd er gepraat over de WTO-onderhandelingen en de Health Check.

Meer informatie

* Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 17 maart 2008 Kamerstuk | 26-03-2008 | PDF-Document, 80 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel


uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
IZ. 2008/483 26 maart 2008
Verslag van de Landbouw- en
Visserijraad van 17 maart 2008

Directie Internationale Zaken

Geachte Voorzitter,

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op
17 maart jl. in Brussel plaatsvond.
De Raad begon met een discussie over de Raadsconclusies over de mededeling van de Europese Commissie over de health check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waarna de Raad instemde met de conclusies. Daarna volgde een korte discussie over de voorstellen van de Europese Commissie voor de verruiming van het melkquotum met 2% per 1 april 2008. De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid het voorstel aangenomen.

Onder het agendapunt 'diversen' kwamen meerdere punten aan bod. De Commissaris informeerde de Raad ten eerste over de stand van zaken van de WTO-onderhandelingen. Daarna vroeg de Franse delegatie aandacht voor een memorandum over beter georganiseerde agroketens. De Ierse delegatie wees vervolgens op de moeilijke situatie in de schapensector in Ierland en de rest van de Europese Unie en vroeg aandacht voor de toekomstperspectieven van deze sector. De Poolse delegatie bracht de moeilijke situatie op de markt voor varkensvlees onder de aandacht en de Griekse delegatie wees ten slotte op de stijgende productiekosten in de agrarische sector en noemde daarbij onder meer de kosten van diervoeder.

Raadsconclusies health check
De Raad heeft met unanimiteit de Raadsconclusies over de Commissiemededeling over de health check aangenomen. Ik ben blij dat de Raad zo'n duidelijk en krachtig signaal heeft afgegeven over de inhoud en de richting van het debat over de toekomst van het GLB in de periode tot 2013 in het kader van de health check. Ik kijk dan ook nadrukkelijk uit naar de wetgevingsvoorstellen van de Commissie, die zij naar verwachting in de tweede helft van mei van dit jaar zal publiceren, mede op basis van deze Raadsconclusies. Onder Frans voorzitterschap zal de Raad vervolgens in de tweede helft van 2008 deze wetgevingsvoorstellen bespreken met als doel om tot een politiek akkoord te komen voor het einde van dit jaar.


1
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 2

De aangenomen Raadsconclusies beschouwde de Raad over het algemeen als een gebalanceerde weergave van de gevoerde intensieve discussies van de afgelopen maanden. De conclusies sluiten goed aan bij de Nederlandse inzet in de health check, zoals geformuleerd in het kabinetsstandpunt dat ik u op 7 december 2007 toezond (TK 2007-2008, 28625, nr. 54). In de discussie benoemden de lidstaten de voor hen belangrijkste punten uit de conclusies, plaatsten enkele kanttekeningen en deden voorstellen voor aanvullingen. De Raad heeft de conclusies uiteindelijk zonder verdere wijzigingen aangenomen. Het is een krachtig signaal dat de Raad de conclusies over de health check zo snel heeft aangenomen, zodat de Commissie en de lidstaten zich nu kunnen concentreren op de komende discussies en het GLB beter kunnen toespitsen op hedendaagse maatschappelijke vereisten.
Zelf heb ik aangegeven wat voor mij de vier belangrijkste prioriteiten zijn in de health check. Het op een voor de hele samenleving goed zichtbare manier belonen van de publieke goederen die de landbouwsector levert, is naar mijn oordeel de belangrijkste uitdaging voor de komende tijd. De wijze waarop de inkomensondersteuning en de koppeling aan maatschappelijke waarden in de eerste pijler van het GLB vorm krijgt, is mijn eerste prioriteit. De health check biedt een uitstekende kans om daar een goed begin mee te maken, bijvoorbeeld door de overstap van een historisch model naar een regionaal model van inkomensondersteuning, waarmee Nederland meer ruimte krijgt om rekening te houden met de aanwezigheid (of afwezigheid) van deze publieke goederen. Modulatie is in mijn optiek daarmee niet nodig.

Mijn tweede prioriteit is om artikel 69 van Vo. 1782/2003 breder inzetbaar te maken. Dat kan bijvoorbeeld door artikel 69 ook van toepassing te laten zijn op ontkoppelde steun en niet zoals nu alleen op nog gekoppelde steun. Ook kan het bestaande percentage van 10% wat mij betreft omhoog. Ik gaf aan een gebiedsgerichte en regionaal gedifferentieerde benadering na te streven, wat betekent dat artikel 69 ook inzetbaar moet zijn buiten de sector waar het bedrag is ingehouden.

Mijn derde prioriteit is om te komen tot een tastbare en concrete vereenvoudiging van het GLB. Daar valt nog de nodige winst te behalen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de uitvoeringsmodaliteiten van directe inkomenssteun, maar ook aan verdere stappen op het terrein van cross compliance. Eenvoud moet in alle onderdelen van het GLB vooropstaan, waarbij de uitvoeringslasten zoveel mogelijk worden beperkt, een streven dat de Raad met mij deelt. De zachte landing van de melkquotering heb ik als vierde prioriteit benoemd. De zachte landing kan naar mijn stellige overtuiging het beste worden bereikt door een jaarlijkse quotumverruiming van minimaal 2%. Deze prioriteiten zal ik, evenals de overige Nederlandse wensen, inbrengen in de aanstaande discussie over de wetgevingsvoorstellen.

Verruiming nationale melkquota
Na een kort debat heeft de Raad het voorstel van de Commissie om de melkquota met 2% (2,84 miljoen ton) uit te breiden per 1 april 2008 met een gekwalificeerde meerderheid aangenomen. Deze 2% verruiming komt in 11 lidstaten, waaronder Nederland, boven op de 0,5% quotaverruiming waartoe in 2003 tijdens de Mid Term Review al besloten is.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 3

Ik ben erg tevreden over dit resultaat. Het is immers belangrijk dat we de overgangsperiode naar de volledig afschaffing van de melkquotering in 2015 goed benutten. Met de verruiming van de melkquota kunnen melkveehouders in Nederland en elders in Europa profiteren van de structureel stijgende vraag naar melk en melkproducten. Ook heb ik aangegeven dat het erg belangrijk is om na deze belangrijke stemming vooruit te blijven kijken. In het kader van de zachte landing is het van belang om tempo te houden in verdere verruiming van de quota en op de ontwikkeling van flankerend beleid. Duitsland en Oostenrijk stemden tegen het voorstel. Frankrijk onthield zich van stemming. Deze lidstaten delen de marktanalyse (en de trend van de stijgende prijzen) niet, zien de verruiming van de melkquota liever behandeld in het kader van de health check en zouden graag meer flankerend beleid voor zuivelboeren in benadeelde, bergachtige gebieden zien. De Commissaris gaf hierop aan dat de lidstaten niet verplicht zijn om de verruiming met 2% door te voeren. De lidstaten mogen zelf bepalen of en hoe ze de extra quota willen verdelen.

Diversen
a) WTO
(Informatie van de Commissie)
De Commissaris heeft, zoals gebruikelijk, de Raad bijgepraat over de WTO-onderhandelingen. Fischer Boel gaf aan dat de komende weken cruciaal zullen zijn voor het verdere verloop van de onderhandelingen. De voorzitter van de landbouwonderhandelingsgroep van de WTO heeft aangekondigd eind maart met een nieuwe modaliteitentekst te komen. Als de onderhandelingen over deze tekst goed verlopen, bestaat de kans dat er eind april of begin mei een ministeriële vergadering wordt georganiseerd. De Commissaris gaf aan alleen in te zullen stemmen met een evenwichtig akkoord dat de belangen van de EU dient.

Ik heb aangegeven dat Nederland het streven deelt naar een ambitieus en evenwichtig akkoord, dat rekening houdt met onze offensieve en defensieve belangen en dat tevens recht doet aan de ontwikkelingsdimensie van deze ronde. Verder heb ik aangegeven dat evenwicht zowel binnen de landbouwsector (exportsteun versus markttoegang versus directe inkomenssteun) als tussen de verschillende sectoren (landbouw versus diensten versus industriële markttoegang) van groot belang is. Dit was in meer of minder sterke bewoordingen ook de boodschap van de meeste overige lidstaten. Ook heb ik opnieuw aandacht gevraagd voor 'non trade concerns'.

b) Verantwoorde agroketen
(Verzoek Franse delegatie)
De Franse delegatie vroeg aandacht voor een verantwoord en daadkrachtig georganiseerde keten in het belang van producenten en consumenten. Frankrijk wenst juridische kaders te creëren ter stimulering van de organisatie van producenten- en brancheorganisaties, met inachtneming van de mededingingsregels. De organisatie van de producentenorganisaties in de wijn- en de groente- en fruitsector zou daarbij als voorbeeld moeten dienen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 4

Ik heb aangegeven een groot voorstander te zijn van een goede organisatie van de productieketen in de landbouw. Een goede organisatie van die keten is immers van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de landbouwsector, om beter in te kunnen spelen op de wensen van consumenten, maar natuurlijk evenzeer als tegenkracht ten opzichte van andere sterke marktpartijen. Verder gaf ik aan dat in elke discussie over dit onderwerp het van groot belang is om zorgvuldig om te gaan met de staatssteun- en mededingingsaspecten die aan dit onderwerp zijn verbonden. Veel lidstaten wezen op dezelfde zaken. Ten slotte benadrukte ik ook dat de sector zelf een grote rol speelt en verantwoordelijkheid draagt voor een goede organisatie.

c) Toekomstperspectief schapensector
(Verzoek Ierse delegatie)
De Ierse delegatie gaf aan dat het toekomstperspectief van de schapensector in Ierland en de rest van de Europese Unie niet rooskleurig is. Steeds meer Ierse boeren besluiten niet langer schapen te houden, wat negatieve gevolgen heeft voor het platteland in bredere zin. Ierland pleitte daarom voor het behoud van deze sector die voor heel wat (afgelegen) regio's zo economische en landschappelijk zo belangrijk is.

d) Situatie op de markt voor varkensvlees
(Verzoek Poolse delegatie)
De Poolse delegatie stelde de situatie op de EU-varkensvleesmarkt aan de orde. Ondanks de recentelijk genomen marktmaatregelen is de situatie is nog steeds precair. De sector lijdt verliezen als gevolg van de nog steeds lage prijzen en de hoge voederkosten. Polen drong daarom bij de Commissie aan op meer exportsteun en het bijzonder behandelen van varkensvlees in WTO-verband. De Commissie gaf aan dat het animo voor de onlangs nog verlengde maatregel voor particuliere opslag zeer gering is. Volgens haar ligt de oorzaak van de weinig rooskleurige situatie eerder in de dure diervoerders.

e) Stijgende grondstofkosten voor de landbouwsector (Verzoek Griekse delegatie)
De Griekse delegatie wees ten slotte op de sterk gestegen prijzen voor onder meer diervoeders, kunstmest, olie en gas. De hogere kosten voor deze goederen verslechteren de concurrentiepositie van de Griekse en Europese agrarische sector sterk volgens Griekenland. De delegatie riep daarom de Commissie op om niet nader gespecificeerde maatregelen te treffen. De Commissie wees de Raad in haar reactie op de diverse mogelijkheden die het GLB in het algemeen en het Plattelandsontwikkelingsprogramma in het bijzonder bieden om de sector te steunen en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, evenals de ruimte die de reguliere staatssteunkaders bieden. De Commissaris wees in reactie op de verzoeken van Ierland, Polen en Griekenland ook op de mogelijkheden die de lidstaten hebben om specifieke producten actief onder de aandacht te brengen van de Europese consumenten. Verder gaf zij aan dat de prijzen van diervoerders inderdaad sterk zijn gestegen en wees daarbij op de mogelijkheden die diervoeders die genetisch gemodificeerde gewassen (ggo's) bevatten bieden. Zij verwacht dat de prijzen van diervoeders aanmerkelijk kunnen dalen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 5
M
evrouw Fischer Boel pleitte daarom voor een snelle en efficiënte goedkeuring van de Raad voor de toelating van ggo's, zodat de Europese boeren toegang kunnen krijgen tot goedkopere grondstoffen, die ook elders in de wereld al gebruikt worden. Ik ondersteun de oproep van de Commissaris.

A-punten
In de bijlage treft u een overzicht aan van A-punten die de Raad zonder discussie heeft aangenomen. Ik wil u wijzen op het feit dat, met het aannemen van deze lijst, ook het voorstel voor een verlenging van het huidige steunregime voor vlas en hennep met één seizoen is aangenomen (eerste punt op de lijst).

Uitbetaling bedrijfstoeslag 2007
Graag wil ik u ten slotte meedelen dat het de Dienst Regelingen lukt om voor 1 april 90% van de aanvragen bedrijfstoeslag 2007 te beoordelen en uit te betalen. In totaal wordt hiermee een bedrag van ¤ 380 miljoen uitbetaald. Gelet op de huidige stand van zaken is de verwachting dat maximaal ¤ 640 miljoen wordt uitbetaald. De overige 10% aanvragen bedrijfstoeslag 2007 wordt voor 1 juni 2008 uitbetaald.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 6

Bijlage
De volgende punten heeft de Raad als A-punt aangenomen, dat wil zeggen zonder discussie.

1. Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMOverordening) (vlas en hennep);

2. Aanneming van een verordening van de Raad tot aanpassing van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn;

3. Aanneming van een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en Ivoorkust;

4. Aanneming van een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau;

5. Aanneming van een resolutie van de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de situatie van personen met een handicap in de Europese Unie;
6. Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers: benoeming van mevrouw Zanda Grundberga, ter vervanging van de heer Ojars Braza, aftredend lid voor Letland; mevrouw Ilona Kiukucane, ter vervanging van mevrouw Marina Pankova aftredend lid voor Letland; mevrouw Inese Stepina, ter vervanging van de heer Eduards Filippovs, aftredend plaatsvervangend lid voor Letland;

7. Raadgevend Comité voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers: benoeming van mevrouw Anne McManus, ter vervanging van de heer Tim Quirke, aftredend lid voor Ierland;

8. Raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid: benoeming van de heer Jakob Jensen, ter vervanging van de heer Jesper Brask Fischer, aftredend plaatsvervangend lid voor Denemarken;

9. Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers: benoeming van mevrouw Caroline Rietbergen, ter vervanging van de heer Peter Koppe, aftredend lid voor Nederland; de heer Guy Bailey, lid voor het Verenigd Koninkrijk;
10. Raadgevend Comité voor de veiligheid en de gezondheid op het werk: benoeming van de heer Harald Kihl, ter vervanging van de heer Claus Peter Weber, aftredend plaatsvervangend lid voor Duitsland; mevrouw Maja Skorupan, ter vervanging van mevrouw Nina Globocnik, aftredend plaatsvervangend lid voor Slovenië;
11. Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP): benoeming van mevrouw Luz Blanca Cosio Almeira (ES), mevrouw Mieke De Raedemaecker (BE), de heer Stéphane Lardy (FR), leden in de categorie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties; benoeming van de heer Michael Pilikos (CY), de heer Anze Hirsl (SI), de heer Richard Wainer (UK), leden in de categorie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties;

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 7


12. Aanneming van een besluit van de Raad houdende benoeming van een lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen;
13. Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen;

14. Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief;

15. Aanneming van een besluit van de Raad inzake het sluiten van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten;

16. Aanneming van een besluit van de Raad inzake de sluiting van een protocol tot wijziging van de bijlagen I en II bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie;

17. Besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 1999/70/EG betreffende de externe accountants van de nationale centrale banken, met betrekking tot de externe accountant van Suomen Pankki;

18. Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake de afschaffing door Oekraïne van de uitvoerrechten op goederen;
19. Ontwerp van gemeenschappelijk optreden van de Raad tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2007/369/GBVB van de Raad inzake de totstandbrenging van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN);
20. Gemeenschappelijk optreden van de Raad tot wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Optreden 2006/304/GBVB betreffende de instelling van een planningsteam van de EU (EUPT Kosovo) met betrekking tot een mogelijke EUcrisisbeheersingsoperatie op het gebied van de rechtsstaat en eventueel op andere gebieden in Kosovo;

21. Aanneming van een verordening van de Raad tot instelling van beperkende maatregelen tegen de illegale autoriteiten van het eiland Anjouan in de Unie der Comoren;

22. Aanneming door de Raad van een gemeenschappelijk optreden inzake steun voor EUactiviteiten ter bevordering van de controle op wapenuitvoer en van de beginselen en criteria van de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer bij derde landen;
23. Antidumping: voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde compressoren van oorsprong uit de Volksrepubliek China;

24. Antidumping: voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op cokes van steenkool in stukken met een diameter van meer dan 80 mm (cokes 80+) van oorsprong uit de Volksrepubliek China;
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
26 maart 2008 IZ. 2008/483 8

25. Antidumping: voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van het antidumpingrecht op ureum van oorsprong uit Belarus, Kroatië, Libië en Oekraïne naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad;

26. Antidumping: voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand.