Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust

Maart 2008

Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
070 348 5964

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008


1 Inleiding 4
2 Landeninformatie 5 2.1.1 Land en volk 5 2.1.2 Geschiedenis 6 2.1.3 Staatsinrichting 12 2.2 Politieke ontwikkelingen 14 2.3 Veiligheidssituatie 25
3 Mensenrechten 35 3.1 Juridische context 35 3.1.1 Verdragen en protocollen 35 3.1.2 Nationale wetgeving 36 3.2 Toezicht 38 3.3 Naleving en schending 39 3.3.1 Vrijheid van meningsuiting 39 3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 43 3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging 45 3.3.4 Bewegingsvrijheid en (reis)documenten 46 3.3.5 Rechtsgang 50 3.3.6 Arrestaties, detenties en verdwijningen 52 3.3.7 Mishandeling en foltering 55 3.3.8 Buitengerechtelijke executies en moorden 55 3.3.9 Doodstraf 56 3.3.10 Mensenhandel 56 3.4 Positie van specifieke groepen 57 3.4.1 Vrouwen en meisjes 57 3.4.2 Minderjarigen 62 3.4.3 Etnische groepen en minderheden 68 3.4.4 Homoseksuelen 69 3.4.5 Dienstplichtigen 70
4 Migratie 72 4.1 Migratiestromen 72 4.1.1 Binnen Ivoorkust 72 4.1.2 Buiten Ivoorkust 74 4.2 Activiteiten van internationale organisaties 75 4.3 Standpunt UNHCR 75
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008


5 Bijlagen 77 I Lijst met gebruikte afkortingen 77 II Literatuurlijst 79 III Kaart van Ivoorkust 83

3

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008


1 Inleiding
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Ivoorkust beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Ivoorkust en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Ivoriaanse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Ivoorkust (laatstelijk augustus 2007). Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van september 2007 tot en met maart 2008.
Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties (ngo's), vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordiging in Accra (Ghana) aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek en veiligheidsgebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de recente geschiedenis van Ivoorkust. Ook is een korte passage over geografie en bevolking van Ivoorkust opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Ivoorkust geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Ivoorkust partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op de naleving van de mensenrechten aan de orde. Vervolgens worden de naleving dan wel schendingen van bepaalde mensenrechten behandeld. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en vluchtelingen en activiteiten van internationale organisaties, waaronder UNHCR, aan de orde. 4

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008


2 Landeninformatie
2.1.1 Land en volk
Land
De Republiek Ivoorkust ligt aan de westkust van Afrika en beslaat een gebied van ruim 322.000 vierkante kilometer. Het land grenst in het westen aan Liberia, in het noorden aan Guinee, Mali en Burkina Faso en in het oosten aan Ghana. Sinds 1983 is Yamoussoukro de officiële hoofdstad. De meeste overheidsinstellingen bevinden zich echter nog steeds in de vroegere hoofdstad Abidjan, het economische centrum van het land.1 De franc van de Afrikaanse Financiële Gemeenschap (Communauté financière africaine) is het officiële betaalmiddel in Ivoorkust (officiële afkorting: XOF, ook wel franc CFA genoemd).2 Volk
Ivoorkust telt ruim 18,5 miljoen inwoners, inclusief ruim 5 miljoen niet-Ivorianen. Het land telt meer dan zestig Ivoriaanse etnische groepen, die onderverdeeld kunnen worden in vijf hoofdgroepen: de Akan in het oosten en de centrale delen van Ivoorkust (circa 42% van de bevolking; de Baoulé vormen hierbinnen de grootste groep), de noordelijke Mande in het noordwesten (16,5%), de zuidelijke Mande in het westen (10%), de Krou in het zuidwesten (11%) en de Voltaïc (ook wel Gur genaamd) (17,6 %).3 64% van de Ivoriaanse bevolking is jonger dan 25 jaar.4
De grootste groep onder de vijf miljoen in Ivoorkust woonachtige buitenlanders is afkomstig uit buurland Burkina Faso (circa 2,5 miljoen). De overige Afrikaanse buitenlanders komen voornamelijk uit Mali, Guinee, Ghana, Benin, Senegal, Nigeria, Liberia en Mauretanië.5 Veel van de niet-Ivorianen zijn in Ivoorkust geboren en wonen hun hele leven al in het land. Daarnaast wonen in Ivoorkust andere vreemdelingen, waaronder Fransen en Libanezen.6


1 Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007.
2 Op 19 februari 2008 was 1 EUR gelijk aan circa XOF 655. Zie www.xe.com.
3 CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007 en US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007; voor uitgebreide informatie over de etnische samenstelling van de Ivoriaanse bevolking zie het algemeen ambtsbericht Ivoorkust van april 2004.

4 UNFPA, Les jeunes en Côte d'Ivoire commencent à refaire leur vie après le conflit armée, 30 oktober 2007.

5 US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007.
6 Volgens een schatting uit 1998 zouden zich 130.000 Libanezen en 14.000 Fransen in Ivoorkust bevinden, zie CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007. US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007 gaat uit van circa 10.000 Fransen en mogelijk 60.000 Libanezen.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Circa 35-40% van de bevolking van Ivoorkust is moslim. Hierbij geldt echter dat van de Ivoriaanse burgers ongeveer 27% moslim is en van de niet-Ivoriaanse bevolking 70%. Het merendeel van de moslims woont in de noordelijke helft van Ivoorkust, hoewel hun aantal in de grotere steden van het land als gevolg van immigratie, binnenlandse migratie en interetnische huwelijken toeneemt. Het christelijke deel van de bevolking, tussen de 35% en 40%, leeft voornamelijk in de overige delen van het land. Ongeveer 25% tot 30% van de bevolking belijdt traditionele inheemse godsdiensten.7
Talen
Frans is de officiële taal in Ivoorkust.8 Het onderwijs wordt gegeven in het Frans, in alle onderwijsinstellingen en op alle niveaus. Personen die enig onderwijs hebben gehad, spreken derhalve (een zekere mate van) Frans. Ivorianen spreken als moedertaal de taal van de eigen etnische groep. Ivoorkust kent ruim zeventig inheemse Afrikaanse talen.9 Daarnaast wordt het Dioula het meest gesproken; 70% tot 80% van de bevolking, vooral op het platteland, gebruikt het Dioula, ook wel Dioula véhiculaire genoemd, als handelstaal voor communicatie met mensen die een andere taal spreken.10
2.1.2 Geschiedenis11
Ivoorkust, een voormalige Franse kolonie, werd onafhankelijk op 7 augustus 1960. Onder leiding van zijn eerste president, Felix Houphouët-Boigny (afkomstig van de Baoulé-groep) ontwikkelde het land zich tot een stabiele en relatief succesvolle economie. Het land kende op politiek gebied een relatieve stabiliteit dankzij het éénpartijstelsel ­ de Democratische Partij van Ivoorkust (Parti Démocratique de la Côte d'Ivoire, PDCI) was de enige toegestane partij ­ en een systeem van etnische quota binnen het overheidsapparaat, dat de balans tussen de verschillende regio's, godsdiensten en etnische groepen van het land trachtte te bewaren. De economische groei in het zuiden van Ivoorkust en de politieke stabiliteit oefenden een grote aantrekkingskracht uit op gastarbeiders uit het van oudsher achtergestelde noorden van Ivoorkust, evenals uit de omringende landen. Deze


7 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007 ­ Côte d'Ivoire, 14 september 2007; CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007.
8 Zie www.ethnologue.com; US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007; CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007.
9 Zie www.ethnologue.com., bezocht op 26 februari 2008.
10 CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007; K. Green, Dyula, in: Muslim Peoples. A World Ethnographic Survey, (R.V. Weekes ed.), 1984.
11 Informatie in deze paragraaf is afkomstig uit: US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007. Zie verder voorgaande algemene ambtsberichten Ivoorkust.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

overwegend islamitische migranten legden gaandeweg een groeiende druk op de bestaansbronnen van de kuststrook, waar de oorspronkelijke bevolking merendeels christelijk was. De door migratie veroorzaakte etnische, culturele en godsdienstige tegenstellingen kwamen in de jaren tachtig sterk aan de oppervlakte door een economische teruggang. In april 1990 resulteerde dit in gevoelens van algemene ontevredenheid onder de oorspronkelijke bevolking, die vervolgens werden geuit in grootschalige protesten en betogingen door de ­ officieel verboden ­ oppositie. Kort daarna werd het éénpartijstelsel verlaten. In oktober 1990 werden de eerste democratische presidentsverkiezingen in Ivoorkust gehouden. De zittende president Houphouët-Boigny slaagde erin zijn grootste rivaal van het oppositionele Ivoriaanse Volksfront (Front Populaire Ivoirien, FPI), Laurent Gbagbo, te verslaan. Het belangrijkste element van de verkiezingen van 1990 was echter niet de uitslag, maar de verkiezingscampagne van het FPI. In deze campagne werd voor het eerst openlijk een beroep gedaan op de onder de bevolking levende etnische tegenstellingen en xenofobie. Zo was de campagne van het FPI bijvoorbeeld gebaseerd op de stelling dat de regerende partij PDCI stelselmatig de etnische groep van president Houphouët-Boigny (de Baoulé) en de uit het noorden en het buitenland afkomstige migranten bevoorrechtte. Als reactie op deze vorm van discriminatie ontwikkelde zich onder de bevolking in het noorden van het land een eigen zelfbewustzijn, voor een deel gebaseerd op de islam. Deze tegenstellingen werden nog sterker naar voren gebracht in de politieke strijd die na de dood van Houphouët-Boigny in 1993 ontstond. In die context werd ook voor het eerst het idee van ivoirité gelanceerd, in het begin onder het mom van het scheppen van een gezamenlijke identiteit voor alle Ivoriaanse etnische groepen. Onder ivoirité werd ­ kort weergegeven ­ verstaan: het van oorsprong afkomstig zijn van het grondgebied van Ivoorkust, ongeacht godsdienst of etnische afkomst.12 In 1995 werd de Kieswet zodanig aangepast dat alleen personen die hun ivoirité konden aantonen, tot president van Ivoorkust konden worden gekozen. In feite was dit een politieke poging om de toenmalige premier Alassane Ouattara en zijn in 1994 in het noorden van het land opgerichte Rassemblement des Républicains (RDR) uit te sluiten van deelname aan de verkiezingen. De wijziging van de Kieswet leidde er bovendien toe dat grote delen van de Ivoriaanse bevolking vanwege hun vermeende niet-Ivoriaanse afkomst ­ of in ieder geval niet onomstotelijk aangetoonde Ivoriaanse afkomst ­ uitgesloten werden van deelname aan het politieke proces.


12 Personen die niet onder de noemer ivoirité vallen, worden ook wel de Dioulas genoemd, zie Amnesty International (AI), Côte d'Ivoire; Clashes between peacekeeping forces and civilians: lessons for the future, AFR 31/005/2006, 19 september 2006. Onder Dioulas kunnen echter ook, afhankelijk van de context, personen worden geschaard die van origine wel van het Ivoriaanse grondgebied afkomstig zijn, maar die `anders' zijn, bijvoorbeeld moslims uit het noorden van het land.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

In 1995 werd Henri Konan Bédié, mede dankzij de boycot van de verkiezingen door de RDR van Ouattara en het FPI van Gbagbo, gekozen tot president van Ivoorkust. Na zijn aantreden schafte Bédié het door Houphouët-Boigny geïntroduceerde systeem van etnische quota binnen het staatsapparaat, inclusief binnen het leger, af. In de daaropvolgende jaren werden leden van zijn eigen etnische groep (de Baoulé) bevorderd tot belangrijke functies binnen het ambtelijke apparaat en het leger. Ongenoegen binnen het leger van Ivoorkust over het door Bédié gevoerd beleid resulteerde in 1999 in een staatsgreep onder leiding van Robert Gueï.
In 2000 werd, eveneens onder leiding van Gueï, in afwachting van presidentiële verkiezingen, een overgangsregering geïnstalleerd. In de verkiezingscampagne van 2000 werd door verschillende partijen opnieuw een beroep gedaan op het idee van ivoirité en op xenofobische gevoelens onder de bevolking. Ook deze keer werd Ouattara uitgesloten van deelname aan de strijd om het presidentschap van het land, vanwege zijn (vermeende) niet-Ivoriaanse afkomst. Dit resulteerde in gewelddadige betogingen van de RDR in Abidjan, Bouaké en Korhogo. De in oktober 2000 gehouden presidentiële verkiezingen werden gekenmerkt door chaos en geweld. Toen Gueï door de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Mouassi tot winnaar werd verklaard, werden door aanhangers van Gbagbo en leden van het leger en de veiligheidsdiensten massale protestacties en betogingen georganiseerd. Op 26 oktober 2000 werd Laurent Gbagbo door de Constitutionele Raad als winnaar van de presidentsverkiezingen aangeduid. In de maanden na zijn benoeming werd de top van het ambtelijke apparaat van Ivoorkust vervangen door zijn eigen aanhangers afkomstig van het FPI. Zijn pogingen om een vergelijkbare personele wijziging binnen het leger door te voeren resulteerden in een opstand, geleid door met name uit het noorden van Ivoorkust afkomstige aanhangers van Ouattara en de RDS. In september 2002 hadden de rebellen ­ die zichzelf Mouvement Patriotique de Côte d'Ivoire (MPCI) noemden ­ de noordelijke helft van het land onder controle. Kort daarna ontstonden in het noorden en westen van Ivoorkust twee andere rebellenbewegingen, te weten de Mouvement pour la Justice et la Paix (MJP) en de Mouvement Populaire Ivoirien du Grand Ouest (MPIGO). De aanhang van MPCI bestond en bestaat nog steeds voornamelijk uit de uit het noorden afkomstige Ivorianen, doorgaans moslims. De rebellenbewegingen worden met de gezamenlijke naam Forces Nouvelles (FN) aangeduid.
Eind 2002 werd Ivoorkust de facto opgedeeld in twee delen, van elkaar gescheiden door een bestandslijn. In mei 2003 werd rondom de bestandslijn een zogenaamde `vertrouwenszone' (zone de confidence) opgericht, een gebied lopend van west naar oost, waarin het regeringsleger, verschillende veiligheidsdiensten en milities, waaronder bijvoorbeeld de Jeunes Patriotes (ten zuiden van de bestandslijn) en de
8

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

verenigde rebellengroepen FN (ten noorden van de bestandslijn), verboden werd om wapens te dragen. In april 2004 voegden de VN-soldaten van de Opération des Nations Unies en Côte d'Ivoire (ONUCI) zich bij de Franse troepen van de Operatie Eenhoorn (Opération Licorne), die zich inmiddels in de vertrouwenszone als buffer tussen de strijdende partijen hadden opgesteld.13 De daaropvolgende periode werd gekenmerkt door een cyclus van politieke impasses, uitbarstingen van geweld en internationale bemiddeling. Zo werden tijdens deze periode verschillende (vredes)akkoorden ondertekend.14 De twistpunten die ten grondslag lagen aan de terugkerende politieke impasse hadden hoofdzakelijk betrekking op het delegeren van bevoegdheden van de president aan de premier en de positie van (nakomelingen) van migranten (het vraagstuk van vaststelling van ivoirité).
Ondanks het trekken van de bestandslijn in 2002, het instellen van de vertrouwenszone in 2003 en de diverse vredesakkoorden, was Ivoorkust diverse malen het toneel van ernstige gewelddadigheden. Politieke strubbelingen vertaalden zich in en werden beïnvloed door diverse ontwikkelingen in de veiligheidssituatie. Het ging daarbij om gewelddadige confrontaties tussen het regeringsleger en de FN en om aanvallen van regeringsgezinde milities op oppositieleden, (nazaten van) migranten uit de buurlanden en het noorden van Ivoorkust en op westerse buitenlanders (met name Fransen). In november 2004 vond een grootscheepse repatriëring van buitenlanders plaats. In twee weken tijd verlieten circa 9.000 vreemdelingen het land en werden diverse ambassades, waaronder de Nederlandse ambassade, al dan niet tijdelijk, gesloten. De politieke ontwikkelingen vanaf eind 2005 tot medio 2006 gaven enige hoop op een doorbraak in het vredesproces. In oktober 2005 werd onder auspiciën van de Afrikaanse Unie (AU) een nieuwe opzet voor het vredesproces overeengekomen, waarbij het mandaat van de president Gbagbo werd verlengd tot de nieuwe (geplande) verkiezingen in oktober 2006. Daarnaast werd er een Internationale Werkgroep ter controle en evaluatie van het vredesproces opgericht.15 In het kader van de implementatie van het vredesproces werd Charles Konan Banny in


13 De Franse troepen waren in 2002, op basis van een militair samenwerkingsverband, aanvankelijk naar Ivoorkust gekomen om president Gbagbo te steunen en de Franse onderdanen in Ivoorkust te beschermen.
14 Onder andere het Akkoord van Linas-Marcoussis van januari 2003, het Accra III-akkoord van juli 2004 en het Akkoord van Pretoria van april 2005. Voor meer informatie over deze akkoorden wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Ivoorkust van november 2005 en dat van augustus 2006.

15 De Internationale Werkgroep (Groupe de Travail International), onder voorzitterschap van de Afrikaanse Unie en co-voorzitterschap van de Speciale Vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, was onder meer belast met het uitwerken van een (concreet) tijdpad voor vrede.

---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

december 2005 door de internationale gemeenschap aangewezen als interim- premier.
Op basis van het door de Internationale Werkgroep voorgestelde tijdpad voor vrede kregen in februari 2006 tijdens een bijeenkomst in Yamoussoukro de belangrijkste elementen van het vredesproces, namelijk ontwapening, herstel van het staatsgezag en identificatie en vaststelling van nationaliteit ten behoeve van de (te houden) verkiezingen, concrete invulling. Medio 2006 zag een voorzichtig begin van de implementatie van het vredesproces. De tweede helft van 2006 werd echter gekenmerkt door een onoverkomelijke politieke patstelling, veroorzaakt door moedwillige tegenwerking door alle bij het vredesproces betrokken partijen. Ondanks meerdere besluiten van ECOWAS, AU en VN, waarin de overgangsperiode werd verlengd en waarin werd aangedrongen op uitvoering van eerdere afspraken omtrent het identificatie- en registratieproces alsmede het ontwapeningsproces, werden de verkiezingen weer uitgesteld en werd de ontwapening voor onbepaalde tijd opgeschort.
In reactie op en uit ontevredenheid over VN-resolutie 1721 van 1 november 200616 initieerde president Gbagbo in december 2006 en de eerste maanden van 2007 meerdere vredesbesprekingen (`directe dialoog') tussen hemzelf en Guillaume Soro van de Forces Nouvelles (FN), die gefaciliteerd werden door Blaise Compaoré, president van Burkina Faso en voorzitter van de Economic Community of West African States (ECOWAS). De oppositiepartijen Rassemblement des Républicains (RDR) van Alassane Ouattara en Parti Démocratique de Côte d'Ivoire (PDCI) van Henri Konan Bédié werden eind februari 2007 bij de besprekingen betrokken. Ook werden Gérard Stoudmann (VN Hoge Vertegenwoordiger voor de Verkiezingen) en Abou Moussa (waarnemend VN Speciale Vertegenwoordiger in Ivoorkust17) geraadpleegd aangaande politieke en electorale kwesties en de bevelhebbers van Licorne en ONUCI aangaande militaire kwesties.
De besprekingen resulteerden in de ondertekening van het `Vredesakkoord van Ouagadougou' op 4 maart 2007. Het akkoord borduurt voort op VN-resolutie 1721 en voorgaande vredesakkoorden en onderscheidt zich inhoudelijk weinig van voorgaande afspraken, met als belangrijkste elementen identificatie, verkiezingen en ontwapening. Het grootste verschil zit in de totstandkoming: het wordt gezien als een Afrikaans akkoord dat Gbagbo en Soro gezamenlijk hebben opgesteld en niet als een internationaal akkoord dat aan beide partijen is `opgelegd'. Mede


16 Zie algemeen ambtsbericht Ivoorkust, december 2006.
17 Op 15 februari 2007 verliep de termijn van Speciale Vertegenwoordiger Pierre Schori. Eind juli 2007 was nog geen opvolger benoemd. In de tussentijd nam Abou Moussa de honneurs waar. Op 20 november 2007 trad de nieuwe Speciale Vertegenwoordiger voor de VN, Choi Young-Jin, aan.

10

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

daardoor wordt dit akkoord, ook door de internationale gemeenschap, beschouwd als doorbraak in het vredesproces. Frankrijk was in eerste instantie sceptisch en vroeg zich af of partijen oprecht waren. De Afrikaanse pers heeft het akkoord verwelkomd, waarbij de rol van president Compaoré van Burkina Faso breed werd uitgemeten. Ook ECOWAS, de VN en de AU verwelkomden de ondertekening van het vredesakkoord en gaven hun goedkeuring.
Het vredesakkoord18 bevatte zeven hoofdstukken waarin afspraken werden gemaakt over: de algemene identificatie van de bevolking, het verkiezingsproces, de krijgsmacht en veiligheidsdiensten van Ivoorkust, het herstel van het staatsgezag, de oprichting van een nieuw institutioneel kader voor implementatie van de afspraken uit het vredesakkoord, de bevordering van verzoening, vrede, veiligheid en bewegingsvrijheid van personen en goederen en een hoofdstuk over toezicht. Daarnaast bevatte het akkoord een annex waarin het tijdschema voor implementatie werd weergegeven, zonder een concrete datum voor verkiezingen te noemen. Hierin werd alleen bepaald dat implementatie binnen tien maanden voltooid moest zijn, waarna presidentsverkiezingen zouden moeten worden gehouden.19
De raketaanval op het regeringsvliegtuig van premier Soro, op 29 juni 2007 in Bouaké, waarbij de premier ongedeerd bleef, maar waarbij wel vier doden en een groot aantal gewonden vielen, zorgde voor politieke spanningen en benadrukte de zwakke staat van het vredesakkoord en de fragiele veiligheidssituatie in het land. In een nationaal uitgezonden radio- en televisieverklaring veroordeelde President Gbagbo de aanval sterk en benadrukte hij het vredesproces te willen voortzetten. VN-onderzoek moet nog uitwijzen wie achter de aanslag zit.20 Op verzoek van premier Soro ging de geplande benoemingsceremonie voor magistraten van de mobiele rechtbanken op de dag van de aanslag gewoon door.21 Het Ivoriaanse conflict kent een belangrijke economische component. Ivoorkust kent een omvangrijke armoede, ook al is het tegelijkertijd `s werelds grootste cacaoproducent en heeft het zich daarnaast toegelegd op de productie van andere exportgewassen.22 Het land is sinds enkele jaren producent en exporteur van olie.


18 Voor de tekst van het vredesakkoord, zie VN Veiligheidsraad, Letter dated 13 March 2007 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council, S/2007/144; zie verder het algemeen ambtsbericht Ivoorkust van augustus 2007.
19 S/2007/593.

20 Radio France Internationale (RFI), International fact-finding mission expected 30 September, 28 september 2007; RFI, Ivorian premier holds talks with UN probe delegation, 2 oktober 2007; S/2008/1.

21 S/2007/593; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, september 2007.
22 Het zuidwesten van Ivoorkust vormt van oudsher het hart van de Ivoriaanse koffie-, cacao- en houtproductie die samen ongeveer 40% van de economie vormen. US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Cacao en olie blijven vooralsnog de belangrijkste inkomstenbronnen van het land.23 Global Witness publiceerde in juni 2007 een rapport waarin o.a. beschuldigingen werden geuit van mismanagement, corruptie en vriendjespolitiek in de sector. De Wereldbank en de VN bekritiseerden het gebrek aan transparantie in de cacaosector en de EU sprak van fraude. In het najaar van 2007 kondigde president Gbagbo naar aanleiding van aanhoudende beschuldigingen aan, dat hij een juridisch onderzoek zou laten uitvoeren naar beschuldigingen van verduistering van geld in de cacao- en koffiesector. 24 Inmiddels zijn de hoofdverdachten door de politie ondervraagd en beschuldigd van het opsouperen van 610 miljard FCFA. Een deel van dit geld zou volgens de verdachten echter gebruikt zijn om politici om te kopen.25
2.1.3 Staatsinrichting
Ivoorkust is een republiek met een uitvoerende, wetgevende en een rechterlijke macht.26
Uitvoerende macht
De uitvoerende macht berust exclusief bij de president.27 De president, die in zijn hoedanigheid van staatshoofd de eenheid van de natie vertegenwoordigt, wordt rechtstreeks door de bevolking gekozen. Zijn ambtstermijn bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd. Hij benoemt de premier (momenteel Guillaume Soro) en, op voordracht van de premier, de overige leden van het kabinet. De president beschikt over het recht om nieuwe wetsvoorstellen voor te leggen aan de assemblee. De president is tevens opperbevelhebber van de krijgsmacht. Sinds oktober 2000 wordt de functie van president van Ivoorkust bekleed door Laurent Gbagbo.28
Wetgevende macht
De wetgevende macht berust in Ivoorkust bij de nationale assemblee, die uit één Kamer bestaat, 225 leden telt en elke vijf jaar direct wordt gekozen door de


23 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, november 2007 en januari 2008.
24 AFP, Ivorian leader calls for inquiry into cacoa, coffee sector, 13 oktober 2007; Voice of America, Côte d'Ivoire's cacoa allegedly associated with abusive child labor, corruption and civil war, 30 oktober 2007.
25 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: guerre de clans dans la filière, 3-9 februari 2008.
26 US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007; CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007.
27 Zie artikel 41 van de grondwet, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org
28 Presidentsverkiezingen hadden in 2005 moeten plaatsvinden. Wegens politieke onenigheid hebben verkiezingen nooit plaats kunnen vinden en werd het mandaat van president Gbagbo met goedkeuring van de VN verlengd.
12

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

bevolking.29 De laatste assembleeverkiezingen vonden plaats in 2000. Alle wetsvoorstellen met betrekking tot economische en sociale aangelegenheden dienen vooraf voor advies te worden voorgelegd aan de Economische en Sociale Raad.
Rechterlijke macht30
Het rechtssysteem van Ivoorkust is gebaseerd op het Franse rechtsstelsel. De rechterlijke macht bestaat uit rechtbanken met algemene jurisdictie ten aanzien van straf-, civiel- en bestuursrecht. De hoogste rechtsinstantie is het Cour Suprême (Hooggerechtshof) .31 Daaronder komen de drie Cours d'Appel (Hoven van Beroep32) en daaronder vallen negen Tribunaux de Première Instance (Tribunalen van Eerste Aanleg33) en hun vijfentwintig Sections Détachées (Districtssecties).34 Voor de berechting van zware misdrijven kent Ivoorkust juryrechtspraak middels de Cours d'Assises (Hoven van Assisen35). In Ivoorkust bestaat tevens één militaire rechtbank. Tegen de uitspraak van zowel een Assisenhof als de militaire rechtbank kan men niet in beroep gaan.
Daarnaast kent Ivoorkust een onafhankelijke Conseil Constitutionnel (Constitutionele Raad) die tot taak heeft het (voorafgaand) toetsen van wetten aan de grondwet en het behandelen van zaken gerelateerd aan verkiezingen en referenda. Een Haute Cour de Justice (Hof van Justitie36) doet uitspraak in geval van hoogverraad door de president en als er sprake is van ernstige misdaden en overtredingen, begaan door regeringsleden tijdens de uitoefening van hun functie.37 Het is niet bekend of deze instanties daadwerkelijk werkzaam zijn.


29 US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007; CIA, The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007.
30 Tenzij anders vermeld is informatie in deze subparagraaf afkomstig uit: ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007.
31 Ivoorkust is bezig met een wetsontwerp voor de herindeling van de rechterlijke macht. Daarin wordt bijvoorbeeld het Hooggerechtshof vervangen door drie hoogste instanties met een eigen jurisdictie, te weten de Conseil d'Etat, een Cour de Cassation en een Cour des Comptes.

32 Vergelijkbaar met gerechtshoven.
33 Vergelijkbaar met arrondissementsrechtbanken met sector kanton.
34 In de praktijk zijn slechts twee Hoven van Beroep in Abidjan en Daloa, vijf Tribunalen van Eerste Aanleg in Abidjan, Yopougon, Daloa, Bouaflé en Abengourou en zeventien districtssecties in Bassam, Agboville, Aboisso, Adzopé, Tiassalé, Dabou, Dimbokro, Bongouanou, M'Bahiakro, Toumodi, Sassandra, Soubré, Tabou, Divo, Lakota, Oumé en Bondoukou werkzaam. De niet-werkzame instanties zijn gelegen in het noorden en in het gebied van de voormalige vertrouwenszone.
35 Vergelijkbaar met arrondissementsrechtbanken met meervoudige strafkamer.
36 Ook: Hoge Hof van Justitie.

37 Zie artikel 109 en artikel 110 van de grondwet, verkrijgbaar via http//www.unhcr.org; US Department of State, Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007.
13

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Op het platteland wordt, weliswaar in steeds mindere mate, volgens inheems gewoonterecht door traditionele leiders recht gesproken, maar alleen inzake familierechtelijke aangelegenheden.38
Decentraal niveau
Ivoorkust is opgedeeld in 19 regio's, 58 departementen en, sinds begin oktober 2005, in 718 gemeenten.39 De departementen worden geleid door prefecten die door de nationale regering worden benoemd. 40 De gemeenten worden geleid door gekozen burgemeesters.41
2.2 Politieke ontwikkelingen
Algemeen
Volgens de secretaris-generaal van de VN was de politieke atmosfeer in Ivoorkust gedurende de verslagperiode over het algemeen genomen positief. 42 De verschillende politieke partijen werkten aan de implementatie van het vredesakkoord. President Gbagbo en premier Soro onderhielden een goede werkrelatie en er waren minder politieke spanningen dan in voorgaande verslagperiodes.43 Het bezoek van de president aan het noorden, inclusief Ferkessédougou, de geboorteplaats van de premier en het bezoek van de premier aan Gagnoa, de geboorteplaats van de president, droegen bij aan de verbetering van de politieke sfeer. Dit gold eveneens voor de verzoeningspogingen die werden ondernomen tussen de jongerenvleugel van de Jeunes Patriotes en de FN. Wel uitten verschillende politieke partijen hun bezorgdheid over de langzame implementatie van de in het vredesakkoord gemaakte afspraken.44 De grootste progressie bij de implementatie van de afspraken werd in de periode februari - juni 2007 bereikt. Daarna zijn er vertragingen ontstaan en is er maar weinig vooruitgang geboekt.45
Verkiezingen
De politieke vooruitzichten werden vooral bepaald door de vraag wanneer nationale verkiezingen zullen worden gehouden. In september 2007 riep de


38 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

39 US Department of State, Background Note:Côte d'Ivoire, november 2007 spreekt in deze context nog van 196 gemeenten.
40 US Department of State, Background Note:Côte d'Ivoire, november 2007.
41 US Department of State, Background Note:Côte d'Ivoire, november 2007.
42 S/2007/593; S/2008/1.

43 HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.
44 S/2007/593; S/2008/1; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
45 Oxford Analytica, Ivory Coast: Ouagadougou delays increase divisions, 15 november 2007.
14

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Burkinese president de Ivoriaanse leiders tijdens een evaluatiebespreking van het vredesakkoord op zich te houden aan de in het akkoord gemaakte afspraken. Verkiezingen zouden volgens hem uiterlijk begin 2008 moeten worden gehouden.46 De Commission Electorale Indépendante (CEI) kondigde in diezelfde maand aan dat verkiezingen waarschijnlijk pas in oktober 2008 zouden kunnen worden gehouden, gezien de langzame voortgang bij de voorbereidingen.47 Verschillende Ivoriaanse oppositiepartijen protesteerden fel tegen uitstel tot oktober 2008.48 De secretaris-generaal van de VN riep de Ivoriaanse regering in oktober 2007 op haar verplichtingen ten aanzien van de voorbereiding voor verkiezingen na te komen en uitte tevens grote bezorgdheid over de langzame implementatie van het vredesakkoord. De meeste deadlines werden volgens de secretaris-generaal niet gehaald en met sommige activiteiten zou nog niet eens een begin zijn gemaakt. Het risico bestaat dat het vredesproces omslaat als concrete vooruitgang, met name op het gebied van ontwapening en verkiezingen, uitblijft.49 De vijftien leden van de VN-Veiligheidsraad herhaalden in een verklaring het standpunt van secretaris-generaal Ban Ki-Moon en ze benadrukten nogmaals volledig achter het vredesakkoord te staan. Ook prezen ze president Compaoré van Burkina Faso voor zijn constante inspanningen om het vredesproces vlot te trekken.50 In een reactie op de bezorgdheid van de secretaris-generaal, trachtte de Ivoriaanse premier de gemoederen vooral te sussen.51 Hij was tevens van mening dat de internationale gemeenschap de Ivorianen bang maakt door twijfel te zaaien over de voortgang van het vredesproces.52 De FN benadrukten meer belang te hechten aan een grondige implementatie dan aan tijdigheid. Leiders van verschillende West-Afrikaanse landen trachtten met besprekingen in de Nigeriaanse hoofdstad de impasse in Ivoorkust te doorbreken. Ook de West- Afrikaanse Economische en Monetaire Unie (ECOWAS) bemoeit zich sinds begin


46 AFP, Côte d'Ivoire : Ivorian officials meet on Peace Deal in Burkina Faso, 4 september 2007 ; RFI, Main Ivorian players to meet in Burkinabe capital 4 September, 4 september 2007.

47 AFP, Côte d'Ivoire : electoral body says presidential elections likely in October 2008, 13 september 2007; Reuters, Ivory Coast pledges elections by mid-2008, 27 november 2007; Le Monde, Le président Gbagbo et son premier ministre s'accordent pour des élections avant juin 2008, 28 november 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.

48 RFI, Ivorian opposition protest delay of polls to October 2008, 21 oktober 2007.
49 IRIN, UN `deeply concerned' about failing peace effort, 11 oktober 2007; Reuters, UN council urges election progress in Ivory Coast, 22 oktober 2007.
50 AFP, UN Security Council expresses concern over peace process, 22 oktober 2007; UNSC, Political agreement signed in March eased tensions in Côte d'Ivoire, but delays in implementation growing concern, Security Council told, 22 oktober 2007; UNSC, Security Council press statement on Côte d'Ivoire, 23 oktober 2007.
51 RFI, Ivorian premier moves to allay UN concerns over peace process, 14 oktober 2007.
52 Reuters, Ivory Coast rebels play down peace process delays, 2 november 2007; JRS, Ivory Coast rebels play down peace process delays, JRS Dispatches no. 226, 9 november 2007.
15

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

september 2007 met de voortgang van het vredesproces in het land.53 De Amerikaanse Deputy Secretary of State, John Negroponte, benadrukte tijdens zijn bezoek aan Ivoorkust in november 2007 het belang van het nakomen van de gemaakte afspraken.54
Op 28 november 2007 ondertekenden de politieke leiders van Ivoorkust, president Gbagbo en premier Soro, samen met de mediator (bemiddelaar) van het vredesakkoord, president Compaoré van Burkina Faso, twee aanvullende akkoorden op het Vredesakoord van Ouagadougou van 4 maart 2007.55 In deze aanvullende akkoorden werden onder andere afspraken gemaakt over de voortgang van de demobilisatie- en ontwapeningsoperaties en de ontmanteling van milities onder leiding van het Centre de Commandement Intégré (CCI), over betalingen aan personeel van de Forces Armées Nationales de Côte d'Ivoire (FAFN) en de Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire (FDS), over het herstel van de overheidsdiensten, het belasting- en douanewezen en de registers van de burgerlijke stand, over de bemiddeling van de mediator ten aanzien van rangen van militairen en quota voor opname in het nieuwe leger en over wekelijkse vergaderingen met de Speciale Vertegenwoordiger van de mediator ten aanzien van de voortgang van het vredesproces. Tevens werd het Franse bedrijf Sagem officieel aangesteld als technisch uitvoerder van het identificatieprogramma en het verkiezingsproces.56 ONUCI beschreef de ondertekening als een `belangrijke stap in de goede richting, die de bereidheid van partijen toont te garanderen dat het vredesproces onomkeerbaar is'. De Speciale Vertegenwoordiger van de VN voor Ivoorkust noemde het `een goed teken voor de internationale gemeenschap'.57 Hoewel president Gbagbo en premier Soro eind november 2007 aankondigden dat presidentiële verkiezingen en parlementsverkiezingen op zijn laatst aan het eind van het eerste semester van 2008 (juni) zullen worden gehouden, is de


53 IRIN, Côte d'Ivoire: West African leaders seek to unblock impasse, 6 oktober 2007; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: UEMOA to meet Gbagbo, Soro; becoming involved in peace process, 10 september 2007.

54 Reuters, US urges Ivory Coast to press ahead on peace plan, 11 november 2007; UNOCI, Côte d'Ivoire: le chef par intérim de l'ONUCI s'entretient avec le Sous-secrétaire d'Etat américain, 11 november 2007; S/2008/1.
55 Deuxième Accord complémentaire à l'Accord politique de Ouagadougou, 28 november 2007; Troisième Accord complémentaire à l'Accord politique de Ouagadougou, 28 november 2007, verkrijgbaar via http:// www.onuci.org.
56 American Embassy's National Daily Press Review, 5 december 2007, verkrijgbaar via http://www.allAfrica.com; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire : Le cas Désiré Tagro, 9-15 december 2007; S/2008/1; Jeune Afrique: Côte d'Ivoire, les secrets d'Abidjan, 27 januari ­ 2 februari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.
57 UN News Centre, Ivorian supplementary peace agreements welcomed by UN mission, 30 november 2007; UNOCI, UNOCI chief discusses Ouagadougou supplementary agreements with Ivorian President, 6 december 2007.
16

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

haalbaarheid van deze datum steeds minder waarschijnlijk. 58 In eerste instantie steunden Frankrijk en de internationale gemeenschap het door president Gbagbo en premier Soro genomen besluit en noemden het een `nieuwe etappe' in de uitvoering van het Akkoord van Ouagadougou. Het bezoek van president Gbagbo en premier Soro aan de voormalige rebellenzone in het noorden van Ivoorkust werd tevens gezien als een belangrijk gebaar tegenover de Ivoriaanse bevolking op de weg naar duurzame vrede in het land.59 Begin maart 2008 kondigde president Gbagbo aan dat verkiezingen zullen worden uitgesteld als juni 2008 niet haalbaar is. Medio maart nam hij dit standpunt echter weer terug.60 Tijdens de EU-Afrika Top in Lissabon, begin december 2007, beschreef president Sarkozy de ontmoeting met Gbagbo als een poging om de relaties tussen Frankrijk en Ivoorkust te normaliseren, al zal dit volgens hem pas volledig mogelijk zijn als verkiezingen in Ivoorkust hebben plaatsgevonden.61 De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, verklaarde eind januari 2008 tijdens een bezoek aan Ouagadougou, dat de streefdatum voor het houden van verkiezingen eind juni 2008 wegens technische moeilijkheden misschien niet zal worden gehaald. Een vertraging van één of twee maanden zal volgens hem geen probleem zijn, zolang verkiezingen maar in 2008 zullen worden gehouden.62 De president van de CEI, Robert Mambé Beugré, gaf medio februari 2008 aan vóór uitstel van de verkiezingsdatum te zijn.63 Hoewel het volgens internationale bronnen niet erg realistisch is dat verkiezingen in juni 2008 zullen plaatsvinden, spreekt geen der politieke spelers zich daarover openlijk uit, omdat niemand gezien wil worden als degene die de verkiezingen heeft uitgesteld. Wel hebben verschillende politieke figuren, waaronder Alassane Ouattara, oud-premier en voorzitter van de RDR, en


58 Jeune Afrique: Côte d'Ivoire, les secrets d'Abidjan, 27 januari ­ 2 februari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008; NRC Next, Vredesproces Ivoorkust is alleen maar schijn; politieke leiders zetten alleen maar symbolische stappen naar vrede, 12 maart 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.
59 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, december 2007; Jeune Afrique, La France accueille favorablement l'accord sur les élections en Côte d'Ivoire, 29 november 2007; BBC News, Crowds welcome Ivory Coast leader, 29 november 2007; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: Le cas Désiré Tagro, 9-15 december 2007.
60 Reuters, Ivory Coast's Gbagbo says polls may slip past June, 6 maart 2008 ; Reuters, Ivory Coast polls must be held by end-June ­ Gbagbo, 19 maart 2008 ; Reuters, Rebel `war economy' hurts Ivorian peace plan-group, 20 maart 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.

61 AFP, Sarkozy breaks ice with Ivory Coast's Gbagbo, 8 december 2007; Le Monde, la diplomatie africaine controversée de Nicolas Sarkozy, 10 december 2007.
62 AFP, Kouchner: la présidentielle en Côte d'Ivoire `peut-être retardée' un peu, 27 januari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008..
63 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: les secrets d'Abidjan, 27 januari ­ 2 februari 2008; Agence de Presse Africaine (APA News), Le président de la CEI pour le report des élections, 19 februari 2008.

17

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

de niet onomstreden64 onderofficier in ballingschap Ibrahim Coulibaly (zie pag. 24), hun deelname aan de presidentsverkiezingen al aangekondigd.65 Ook Henri Konan Bédié, leider van de Parti Démocratique de Côte d'Ivoire, zal zich waarschijnlijk verkiesbaar stellen. Premier Soro zal vanwege zijn leeftijd (35 jaar) niet kunnen deelnemen.66
Met VN-resolutie 1765 van 16 juli 2007 werd de functie van de VN Hoge Vertegenwoordiger voor de Verkiezingen opgeheven. Zijn taken werden overgeheveld naar de Speciale Vertegenwoordiger voor de VN in Ivoorkust.67 De opheffing van de functie zorgde voor ontsteltenis bij de oppositiepartijen. Eind augustus verzocht de Rassemblement des Houphouëtistes pour la Démocratie et la Paix (RHPD) de mediator van het vredesakkoord zelfs in een brief om een heroverweging van het besluit. De mediator antwoordde hierop dat de bemiddelingsrol die eerder bij de Hoge Vertegenwoordiger voor de Verkiezingen lag, nu het voorrecht van de mediator is, die hierbij waar nodig door ONUCI zal worden geassisteerd.68 De nieuwe Speciale Vertegenwoordiger voor de VN, de Zuid-Koreaan Choi Young-Jin, arriveerde op 20 november 2007 in Abidjan. Hij volgt waarnemend Vertegenwoordiger Abou Moussa (Tjsaad) op, die eerder de Zweed Pierre Schori verving.69 Op 29 november 2007 had hij verschillende ontmoetingen met o.a. de president van de CEI en de mediator van het vredesakkoord over de voortgang van het verkiezingsproces en het Ivoriaanse vredesproces. Verder had hij ontmoetingen met de Ivoriaanse president en premier, de ministers van Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken, enkele politieke leiders, de voorzitters van het Front Populaire Ivoirien (FPI) en de Parti Ivoirien des Travailleurs (PIT) en de leider van de Afrikaanse Unie.70


64 Reuters, Benin bars Ivory Coast rebel after attack, 29 december 2007.
65 Jeune Afrique, la rentrée d'Alassane Ouattara, 2-8 september 2007; Le Patriote, Ouattara addresses RDR activists, confirms to run for presidency, 3 september 2007; RFI, Ex-Ivorian `putschist'said to return home by year end; run for president, 18 oktober 2007; Jeune Afrique, Ivorian self-styled rebel chief `IB' preparing to return from exile on 7 December, 31 oktober 2007.

66 De minimumleeftijd voor passief kiesrecht is 40 jaar. Zie EIU, Country Report Côte d'Ivoire, december 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.

67 S/RES/1765 (2007), 16 juli 2007.
68 S/2007/593; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, september 2007; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: RHDP leaders seek to force renewed UN supervision of elections, 4 september 2007.

69 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: l'oeil et le bras de l'ONU, 25 november - 1 december 2007; UN Secretary-General, Le Secrétaire général nomme M. Choi Youn-Jin de la République de Corée au poste de Représentant spécial pour la Côte d'Ivoire, 24 oktober 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, december 2007.
70 UN News Centre, UN's top envoy to Côte d'Ivoire discusses peace process with president, 23 november 2007; UNOCI, Côte d'Ivoire : le chef de l'ONUCI chez le président Blaise Compaoré à Ouagadougou, 29 november 2007; UNOCI, UNOCI chief pays courtesy call on
18

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Identificatie van de bevolking
Door de benoeming van nieuwe rechters op 5 juli 2007 werd het mogelijk in 63 districten, verspreid over het hele land, te beginnen met het oprichten van de mobiele rechtbanken ten behoeve van de hoorzittingen buiten het rechtsgebouw. Op 25 september 2007 werd het proces van de hoorzittingen (audiences foraines), dat volgens het akkoord op 23 april 2007 had moeten beginnen, gestart. In totaal zullen 119 mobiele rechtbanken het proces moeten gaan begeleiden.71 De eerste teams van rechters en officiële regeringsvertegenwoordigers, die in Ouragahio en Ferkessédougou (de geboorteplaatsen van resp. de premier en de president) met de hoorzittingen van start zouden gaan, ontvingen jeeps en andere benodigdheden van de minister van Justitie. Premier Soro verzekerde de bevolking dat strikte maatregelen waren genomen om fraude te voorkomen.72 Het proces kwam echter langzaam op gang.73 Begin januari 2008 waren 53 mobiele rechtbanken geïnstalleerd en ongeveer 105.000 vervangende geboortebewijzen via de hoorzittingen uitgedeeld.74 Voorts bleek dat maar weinig mensen zich daadwerkelijk hadden laten registreren. Dit zou vooral te wijten zijn aan het feit dat mensen niet voldoende geïnformeerd zouden zijn. De vertragingen die ontstonden bij de uitbreiding van het aantal mobiele rechtbanken, werden volgens de regering veroorzaakt door een gebrek aan financiële middelen. Verder zal, conform de afspraken uit het derde aanvullende akkoord, vanaf eind december 2007 en marge van de hoorzittingen en het identificatieproces begonnen worden met het herstel van de registers van de burgerlijke stand (die verloren zijn gegaan). Omdat een groot aantal mensen nog niet beschikt over identiteitspapieren75, hangt de effectiviteit van de operatie vooral af van het succes van de hoorzittingen. De kans bestaat dat het identificatieproces niet is afgerond als de verkiezingen plaatsvinden.76

Ivorian Minister of Foreign Affairs, 3 december 2007; UNOCI, UNOCI chief meets Ivorian Prime Minister, 5 december 2007 ; UNOCI, Côte d'Ivoire : Y.J. Choi chez les présidents du FPI et du PIT, 6 december 2007; UNOCI, Côte d'Ivoire: Le Représentant spécial rend visite au Ministre de l'Intérieur, 2 januari 2008; S/2008/1.
71 ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 4 januari 2008.
72 S/2007/593; RFI, Côte d'Ivoire, identification exercise to resume on 25 September 2007, 13 september 2007 ; Reuters, Pre-elections identity scheme resumes in Ivory Coast, 25 september 2007 ; AFP, Côte d'Ivoire : Prime minister Soro vows public hearings will be clean, 3 oktober 2007.

73 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, oktober en november 2007.
74 ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 4 januari 2008.
75 Schattingen gaan uit van 3 miljoen ongeregistreerde personen, waarvan 600.000 tot 1 miljoen mensen nog naar de audiences foraines zouden moeten en meer dan 2 miljoen mensen niet over identiteitskaarten beschikken (maar wel in het bezit zijn van een geboorteakte).
76 IRIN, UN `deeply concerned' about failing peace process, 11 oktober 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, oktober en november 2007 en januari 2008.
19

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Op 28 oktober 2007 kwam president Gbagbo met het voorstel de verblijfsvergunning voor buitenlanders die in Ivoorkust verblijven en die afkomstig zijn uit de ECOWAS-landen, af te schaffen.77 De verblijfsvergunning die sinds de jaren `90 werd vereist, was vooral door de hoge kosten van aanschaf zeer omstreden onder in Ivoorkust wonende migranten uit buurlanden. De maatregel werd destijds in eerste instantie gezien als een middel om de staatskas te spekken, maar ontaardde vervolgens in een nationaliteitskwestie rond de `ivoirité' en vormde uiteindelijk één van de oorzaken van de burgeroorlog van 2002.78 Op 9 november 2007 tekende president Gbagbo de verordening voor het afschaffen van deze verblijfsvergunning.79
Op 20 december 2007 tekende president Gbagbo een nieuw decreet, waarmee de regels voor het verkrijgen van een nationale identiteitskaart werden vereenvoudigd. Iedereen die ouder is dan 16 jaar kan nu na overlegging van zowel een nationaliteitsbewijs als een geboorteakte of, als men geen geboorteakte heeft, een vervangend geboortebewijs, een nationale identiteitskaart verkrijgen. Personen die al in het register van stemgerechtigden van 2000 waren opgenomen, hoeven alleen een geboorteakte of een vervangend geboortebewijs te tonen. Het decreet is een bewijs van de politieke wil om de voorbereidingen voor de verkiezingen minder gecompliceerd te maken, aangezien het bezit van een nationaal identiteitsbewijs cruciaal is voor de kiezersregistratie.80 Actief kiesrecht
Vertragingen in het identificatieproces zorgden ervoor dat er geen begin kon worden gemaakt met de kiezersregistratie. De CEI heeft tijdens de verslagperiode echter toch enkele stappen gezet ter voorbereiding van de verkiezingen. Teneinde de transparantie van het verkiezingsproces te vergroten, overhandigde de CEI het register van stemgerechtigden dat tijdens de nationale verkiezingen van 2000 werd gebruikt, ter beoordeling aan de politieke partijen. Het kamp van president Gbagbo vond een update van de lijst uit 2000 eenvoudigweg voldoende, terwijl oppositiepartijen de lijst ongeldig wilden verklaren en een nieuwe lijst verlangden. De instelling van het decreet van 20 december 2007 betekende een voorzichtig compromis op dit punt.81 Verder zal het Franse bedrijf Sagem nauw gaan


77 Buitenlandser afkomstig uit landen die geen lid zijn van ECOWAS dienen de verblijfsvergunning nog steeds (tegen betaling) aan te schaffen. Zie Jeune Afrique, Côte d'Ivoire ­Burkina Faso: retour de flamme, No. 2443, 4-10 november 2007.
78 UIDH, Côte d'Ivoire: suppression de la carte de séjour, 19 november 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, november 2007.
79 S/2008/1; Oxford Analytica, Ivory Coast: Ouagadougou delays increase divisions, 15 november 2007; RFI, Côte d'Ivoire sets up commission to eliminate residence permits, 4 november 2007.

80 RFI, Côte d'Ivoire: demobilization operations kick off, 22 december 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
81 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
20

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

samenwerken met het Institut National de la Statistique (INS) en het bedrijf zal de CEI gaan assisteren bij de kiezersregistratie. Verdere stappen, zoals de oprichting van regionale en lokale organen van de CEI zijn nog niet ondernomen. ONUCI heeft de CEI tijdens de verslagperiode geholpen bij de training van de regionale commissarissen. De benoeming en training van personeel voor de commissies op departementaal niveau en het niveau van de onderprefecturen moeten echter nog geschieden. Overeenkomstig resolutie 1765 (2007) heeft ONUCI een team opgezet dat de Speciale Vertegenwoordiger van de VN assisteert bij controle op de uitvoering van de verschillende stadia van het verkiezingsproces.82 Tijdens de tweede vergadering van het Cadre Permanent de Concertation (CPC) op 24 januari 2008 besloten de leden van het CPC (zie pag. 22) o.a. dat deelname aan de presidentsverkiezingen voortaan voor iedereen open staat en dat de wettelijke termijn tussen publicatie van de kiezerslijst en de daadwerkelijke stemming teruggebracht wordt tot drie maanden.83
Herstel staatsgezag
Het herstel van het staatsgezag kwam tijdens de verslagperiode langzaam op gang.84 In het noorden en westen van Ivoorkust is nog nauwelijks sprake van een functionerend staatsapparaat en/of openbare voorzieningen en ook in het zuiden werken de tribunalen niet goed en kunnen mensen hun recht niet halen.85 De meeste prefecten die in juni en augustus buiten Abidjan benoemd werden, keerden in eerste instantie terug naar de hoofdstad wegens de gebrekkige voorzieningen en slechte leefomstandigheden op hun posten. Ook de nieuw aangewezen rechters en onderprefecten keerden terug naar Abidjan. Uiteindelijk werden 22 prefecten, 27 secretarissen-generaal van de prefecturen en 107 onderprefecten aangesteld op hun posten in het noorden, het centrum en het zuiden van het land en keerden ongeveer 15.000 van de ruim 24.000 ambtenaren terug naar het noorden en het westen. Door gebrek aan financiële middelen zijn de overige ambtenaren nog niet weer aan het werk gegaan. Het aanstellen van juridisch personeel naast de rechters, die de leiding hebben over de mobiele rechtbanken, bleef tot nu toe eveneens beperkt. In juni 2007 werden slechts één rechter en twee openbare aanklagers voor het Hof van Beroep in Bouaké aangesteld. De rest van het personeel moet nog worden aangesteld.
Eind juni 2007 begon de nationale commissie voor het aanstellen van overheidspersoneel met het uitbetalen van achterstallige salarissen, nadat ambtenaren in het westen en het noorden van het land stakingen hielden om te


82 S/2007/593; S/2008/1; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
83 XINHUA, Côte d'Ivoire: Les acteurs s'engagent à accélérer le processus électoral, 24 januari 2008.

84 Reuters, State returns slowly, to rebel north Ivory Coast, 13 maart 2008.
85 S/2007/593; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire : Le cas Désiré Tagro, 9-15 december 2007; S/2008/1.

21

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

protesteren tegen achterstanden in de betaling door de overheid.86 De secretaris- generaal van de VN uitte in zijn voortgangsrapport van januari 2008 bezorgdheid over uitspraken van rebellenleiders in het noorden. Die zouden hebben aangegeven alleen bereid te zijn hun bevoegdheden over te dragen aan de nieuwe bestuurders als hun eigen bestuursstructuren in stand blijven.87 Toezicht88
Overeenkomstig de afspraken uit het vredesakkoord, werden een Cadre Permanent de Concertation (CPC) en een Comité d'Evaluation et d'Accompagnement (CEA) als toezichthoudende instanties opgericht. Zowel de CPC als de CEA hebben inmiddels enkele vergaderingen achter de rug, waarbij de voortgang van de implementatie van het akkoord nauwlettend werd gevolgd en nieuwe aanbevelingen werden gedaan.89 De leden van het internationale consultatieve orgaan, dat in mei 2007 werd opgericht, namen deel aan de vergaderingen van het CEA.90 Begin februari en eind maart 2008 nam de Speciale Vertegenwoordiger van de VN deel aan vergaderingen van respectievelijk het CPC en het CEA.91


86 S/2007/593.

87 S/2008/1; IRIN, Côte d'Ivoire, UN warns of lingering threats to stability, 16 januari 2008.
88 De CPC is verantwoordelijk voor de monitoring en voortzetting van de dialoog en voor de versterking van de nationale eenheid. Naast Gbagbo, Soro en Compaoré, hebben oppositieleiders Bédié en Ouattara daarin zitting. De CEA is verantwoordelijk voor de periodieke evaluatie van de implementatie van het akkoord. Hierin hebben de vertegenwoordiger van Compaoré (voorzitter) en drie vertegenwoordigers van zowel Gbagbo als Soro zitting. Samen kunnen zij andere personen afkomstig uit de Ivoriaanse politiek als lid van de CEA aanwijzen. De voorzitter kan bovendien vertegenwoordigers van andere landen, dan wel internationale of inter-Afrikaanse organisaties, uitnodigen als waarnemer deel te nemen.

89 S/2007/593; Governement of Burkina Faso, Côte d'Ivoire: Communiqué final ­ troisième réunion du Comité d'Evaluation et d'Accompagnement, Dialogue direct inter ivoirien, 14 januari 2008, zie http://www.reliefweb.int; Le Patriote, 2e Réunion du Cadre Permanent de Concertation (CPC) ­ Communiqué final, 25 januari 2008, verkrijgbaar via http:www.news.abidjan.net, geraadpleegd op 7 februari 2008; XINHUA, Côte d'Ivoire: Les acteurs s'engagent à accélérer le processus électoral, 24 januari 2008.
90 In de bijeenkomst van de CEA van 11 mei 2007 werd besloten een internationaal consultatief orgaan op te richten, dat als waarnemer deelneemt aan de vergaderingen van de CEA. De Veiligheidsraad steunde de oprichting van dit orgaan (aan het werk van de Internationale Werkgroep (GTI) is hiermee een eind gekomen). Leden zijn onder andere: het IMF, de Wereldbank, de AU, de VN en Frankrijk.
91 UN News Service, L'organe consultatif international se penche sur la sortie de crise en Côte d'Ivoire, 11 februari 2008 ; ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire for 19 March 2008 ; ONUCI, Le Comité d'Evaluation et d'Accompagnement appuie les critères de certification de l'ONUCI, 25 maart 2008.

---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

VN-sancties
Ondanks verzoeken van de leider van de FN aan vertegenwoordigers van de VN Veiligheidsraad en van de Ivoriaanse premier aan de Algemene Vergadering van de VN in september 2007 om het wapenembargo en de individuele sancties tegen drie politieke leiders op te heffen92, verlengde de VN Veiligheidsraad op 29 oktober 2007 de wapen- en diamantsancties tegen Ivoorkust met een jaar, tot 31 oktober 2008.93 Ook het mandaat van het panel dat belast is met het toezicht op de sancties werd met een jaar verlengd.94 De Veiligheidsraad beloofde echter de sancties te zullen herzien na volledige implementatie van de vredesafspraken en nadat open, vrije, eerlijke en transparante presidents- en parlementsverkiezingen volgens internationale maatstaven hebben plaatsgevonden, maar in elk geval voor 30 april 2008.95 De individuele sancties tegen Charles Blé Goudé en Eugène Djué van de Jeunes Patriotes en Martin Kouakou Fofié van de FN blijven eveneens van kracht.96
Overige politieke ontwikkelingen
In augustus en september 2006 reageerden Ivoorkust en de rest van de wereld geschokt op het dumpen van giftige afvalstoffen in het land.97 Er vielen vijftien doden en duizenden mensen raakten gewond. Het dumpingschandaal leidde tot een kleine politieke crisis in de vorm van een kortstondig aftreden van het voltallige Ivoriaanse kabinet. In februari 2007 kwamen Trafigura (de vervoerder) en president Gbagbo, tot ontsteltenis van slachtoffers en oppositiepartijen, tot een schikking van 198 miljoen US Dollar (USD). De staat werd namelijk gezien als medeplichtig aan de dumping en de slachtoffers waren niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de schikking. Bovendien werden individuele juridische procedures op deze manier uitgesloten. Eind juni 2007 werd bekend dat ongeveer 75% van het bedrag in de staatskas was verdwenen. De rest van het bedrag was


92 Ivoir' FM, Côte d'Ivoire: New Forces chief, visiting UN officials discuss santions, 6 september 2007; Reuters, Ivory Coast asks UN to ease arms embargo, sanctions, 26 september 2007; RFI, Ivorian leader asks UN to partially lift arms embargo, 27 september 2007; RFI, Côte d'Ivoire: president Gbagbo asks UN for easing of army embargo, santions, 5 oktober 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, oktober 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, november 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.
93 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.
94 Conseil de Sécurité, Le conseil de sécurité proroge d'un an les sanctions contre la Côte d'Ivoire, SC/9158, 29 oktober 2007.
95 UN Security Council, Security Council renews Côte d'Ivoire sanctions until 31 October 2008, unanimously adopting resolution 1782 (2007), 29 oktober 2007; Reuters, Un Council extends sanction on Ivory Coast, 29 oktober 2007; AFP, Côte d'Ivoire, UN agrees one-year extension of sanctions on Côte d'Ivoire, 29 oktober 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, november en december 2007.

96 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, november 2007 ; HRW, UN : Security Council should act against child recruiters, 12 februari 2008.
97 Zie algemeen ambtsbericht Ivoorkust, december 2006.
23

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

bedoeld als compensatie voor de slachtoffers. Naar aanleiding van het schandaal hield het Swiss Center for Scientific Research (CSRS) eind 2006 een onderzoek onder de slachtoffers van de giframp. Volgens het onderzoek bestaat de mogelijkheid dat slachtoffers die zich in niet door de overheid erkende gezondheidscentra hebben laten behandelen, geen uitkering zullen krijgen. De Ivoriaanse regering heeft vooralsnog geen commentaar geleverd op het onderzoek.98
Eind december 2007 vond naar aanleiding van een opstand binnen de FN een ernstig geweldsincident plaats in Bouaké. Het betrof een aanval op een patrouille, waarbij Seydou Traoré en enkele anderen werden gedood wegens mogelijke betrokkenheid bij een poging tot staatsgreep met de hulp van voormalig rebellenleider en onderofficier Ibrahim Coulibaly (bekend als `IB'). Een groot aantal mensen, waaronder twee Fransen, werd opgepakt.99 Ibrahim Coulibaly werd door de autoriteiten van Benin beschuldigd van het destabiliseren van de politiek in Ivoorkust. Hij zou een poging tot staatsgreep hebben gedaan.100 Hij kreeg een verbod om nog langer in Benin te verblijven, waar hij sinds 2000 in ballingschap verbleef. Volgens sommige bronnen verblijft hij momenteel in België, terwijl andere bronnen melden dat hij voortvluchtig is. 101 Op 31 januari 2008 werd er een internationaal arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd.102 Begin maart 2008 begon in Parijs een proces tegen Ibrahim Coulibaly, waarbij hij samen met twaalf anderen werd aangeklaagd wegens eerdere betrokkenheid bij een poging tot staatsgreep in Ivoorkust in 2002/2003.103


98 IRIN, Côte d'Ivoire: thousands of toxic waste victims could miss out on compensation, 14 september 2007.

99 Reuters, Ivorian rebels say one killed in attack on patrol, 28 december 2007; UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire for 31 December 2007, 31 december 2007; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari en februari 2008; UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 6 februari 2008; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Le Monde, Au procès Coulibaly, des prévenus admettent que leur objectif était de tuer Laurent Gbagbo, 12 maart 2008.
100 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Le Monde, Au procès Coulibaly, des prévenus admettent que leur objectif était de tuer Laurent Gbagbo, 12 maart 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.

101 AFP, Benin bans exiled Ivorian ex-rebel leader Coulibaly after events in Bouaké, 29 december 2007; Le Monde, Les rebelles ivoiriens accusés de massacres dans le nord du pays, 3 januari 2008; NRC Next, Vredesproces Ivoorkust is alleen maar schijn; politieke leiders zetten alleen maar symbolische stappen naar vrede, 12 maart 2008.
102 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari en maart 2008; NRC Next, Vredesproces Ivoorkust is alleen maar schijn; politieke leiders zetten alleen maar symbolische stappen naar vrede, 12 maart 2008.

103 Le Monde, Au procès Coulibaly, des prévenus admettent que leur objectif était de tuer Laurent Gbagbo, 12 maart 2008; NRC Next, Vredesproces Ivoorkust is alleen maar schijn; politieke leiders zetten alleen maar symbolische stappen naar vrede, 12 maart 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.
24

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

2.3 Veiligheidssituatie
Algemeen
Sinds de ondertekening van het Vredesakkoord van Ouagadougou op 4 maart 2007 is de veiligheidssituatie in Ivoorkust over het geheel genomen kalm, al noemen verschillende internationale bronnen de veiligheidssituatie ook fragiel.104 Door de getoonde bereidheid tot samenwerking tussen het regeringsleger en rebellengroeperingen van de FN, wordt het risico op hervatting van vijandigheden door de secretaris-generaal als laag ingeschat.105 Hoewel er ten opzichte van de voorgaande verslagperiode geen verslechtering te zien was ten aanzien van de mensenrechtensituatie, worden burgers nog steeds geconfronteerd met intimidatie, willekeurige arrestatie, afpersing, fysiek geweld, verkrachting en detentie door zowel leden van de veiligheidsdiensten als rebellen van de FN. Dit komt voor in het hele land, voornamelijk bij (illegale) wegversperringen, maar ook `ad hoc'.106 Daarnaast ondermijnt de toename van de criminaliteit in de steden en langs hoofdwegen de veiligheid en bewegingsvrijheid van de bevolking. Verschillende internationale bronnen bevestigen de toename van criminaliteit, die veel te maken heeft met het grote aantal wapens dat in omloop is.107 Kleine wapens worden veelal via Liberia het land binnengesmokkeld en zijn gemakkelijk te verkrijgen. De criminaliteit, waaraan ook leden van veiligheidsdiensten (politie, leger, gendarmerie) zich schuldig maken, richt zich niet alleen op individuele burgers, maar ook op instellingen als banken, internationale (hulp)organisaties en bedrijven. Veel milities zijn veranderd in criminele organisaties. Een ander groot probleem voor de veiligheid van de burgers betreft banditisme (coupeurs de route), dat vooral voorkomt in het westen van het land en in de voormalige vertrouwenszone.108 Verder blijft de grote mate van straffeloosheid een bron van zorg.109 Tijdens de verslagperiode trachtte


104 S/2007/593; Oxford Analytica, Ivory Coast: Ouagadougou delays increase divisions, 15 november 2007; S/2008/1; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, janauri 2008.
105 S/2008/1; UN News Service, Ban Ki-moon says progress slow in achieving targets of Ivorian peace accord, 9 januari 2008.
106 HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; UIDH, Côte d'Ivoire: suppression de la carte de séjour, 19 november 2007; IRIN, Côte d'Ivoire, UN warns of lingering threats to stability, 16 januari 2008; S/2008/1; ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 31 januari 2008; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.
107 S/2008/1.

108 S/2008/1; ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 14 december 2007.
109 HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; IRIN, Côte d'Ivoire: no war, no peace five years after rebellion, 19
25

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

ONUCI in samenwerking met het ministerie van Justitie en Mensenrechten en enkele ngo's door het oprichten van `mensenrechtenclubs' in scholen de mensenrechten in het land te promoten.110
Het noorden
In het noorden, dat onder controle van de FN staat, was het gedurende de verslagperiode in toenemende mate onveilig, met name door de afwezigheid van een goed functionerend rechtssysteem. Omdat de FN vaak geen salaris ontvingen, zochten ze hun toevlucht tot afpersing van de bevolking om te kunnen voorzien in hun onderhoud.111 Onrust, onvrede en overvallen waarbij dissidenten of ontevreden rebellen betrokken waren, namen toe, met name in het gebied rond Bouaké.
In oktober 2007 protesteerden lokale bewoners in het noordoosten van Ivoorkust tegen de afpersingspraktijken van rebellen bij wegversperringen. Jongeren vielen daarbij het hoofdkwartier van de FN in Bouna aan en er viel één dode.112 Gewapende overvallen, vaak met dodelijke afloop, komen steeds vaker voor, met name in het gebied rond Odienné.113 In december stelde het hoofd van de FN in het noordwesten van het land een avondklok in. Tussen zes uur 's avonds en zes uur `s ochtends werd alle vervoer uit veiligheidsoverwegingen verboden.114 Eind december 2007 vielen er enkele doden bij een aanval op een patrouille van een rebellengroepering in Bouaké.115
Het zuiden
In de verslagperiode hebben zich, voor zover bekend, in Abidjan en omgeving geen grote veiligheidsincidenten voorgedaan. In augustus 2007 waren studenten van de studentenvakbond Fédération Estudiantine et Scolaire de Côte d'Ivoire (FESCI) betrokken bij een aantal gewelddadige incidenten, waaronder een aanval op een politiebureau, het plunderen van een persbureau en een overval op een VN- voertuig. Eerder werd de FESCI al verantwoordelijk gehouden voor de gewelddadige en politiek gemotiveerde aanvallen op twee lokale mensenrechtenorganisaties. 116 Sinds de symbolische bijeenkomst tussen de Jeunes Patriotes en rebellen van de FN in juni 2007 in Bouaké, hebben de Jeunes

september 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.

110 S/2008/1.

111 S/2007/593.

112 Reuters, One killed as Ivory Coast villagers attack rebels, 22 oktober 2007.
113 IRIN, Côte d'Ivoire: Awash in arms, 14 november 2007.
114 IRIN, Côte d'Ivoire:Ex-rebels impose night-driving ban as attacks persist, 10 december 2007.

115 Reuters, Ivorian rebels say one killed in attack on patrol, 28 december 2007; UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire for 31 December 2007, 31 december 2007.
116 S/2007/593.

26

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Patriotes zich rustig gehouden. In Abidjan en Yamoussoukro was een avondklok van kracht, waardoor burgers tussen 11.00 uur 's avonds en 06.00 uur 's ochtends deze steden niet of nauwelijks in en uit konden.117 Het westen
De veiligheidssituatie in het westen van Ivoorkust is gedurende de verslagperiode enigszins verbeterd. Ivoriaanse politie-eenheden werkten met steun van VN- politieagenten aan het verbeteren van de veiligheidssituatie, met name in het gebied langs de voormalige vertrouwenszone. Ook werden ze ingezet bij de beveiliging van nationale schoolexamens die sinds de politieke crisis, die ontstond vanwege de gebeurtenissen van september 2002, voor het eerst weer werden afgenomen. ONUCI voert verder herhaaldelijk veiligheidspatrouilles uit langs de grens met Guinee en Liberia. ONUCI en UNMIL118 werken daarbij nauw samen.119
Een voortdurend probleem in het westen is het conflict over landrechten, een conflict dat sinds jaren bestaat, maar dat tijdens de politieke crisis (vanaf september 2002) is verergerd.120 Volgens een internationale bron heeft dit te maken met het feit dat het land in deze regio zeer vruchtbaar is, waardoor het gebied de afgelopen decennia een enorme aantrekkingskracht op (nationale en internationale) migranten had. De autochtone bevolking wilde zelf niet op het land werken en verpachtte of verkocht de grond aan de nieuwkomers. Er kwamen zoveel nieuwkomers dat deze groepen niet-autochtonen (personen van andere etnische afkomst dan de plaatselijke bevolking en niet-Ivorianen die er al woonden) een meerderheid begonnen te vormen (ong. 60% van de bevolking). Zij kregen de economische macht in handen. De autochtonen vormden nog maar 40% van de bevolking. Velen van hen zagen dat de niet-autochtonen hard werkten en goed boerden en wilden eigenlijk hun land terug en delen in de welvaart. De gevoelens van afgunst en racisme werden door handige politici aangewakkerd, waardoor uiteindelijk veel niet-autochtonen op de vlucht werden gejaagd en de oorlog uitbrak. Toen de niet-autochtone bevolking vluchtte, stortte de


117 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

118 UNMIL staat voor: United Nations Mission in Liberia.
119 S/2007/593; S/2008/1.

120 In Ivoorkust wordt zeggenschap en vruchtgebruik van land nog vaak op basis van afstamming doorgegeven. Elke `niet-autochtone' bewoner van een dorp (dat kunnen zowel Ivorianen van een andere bevolkingsgroep zijn, als niet-Ivorianen, zoals de Burkinabé) werd gezien als een "vreemde" die niet zonder meer land kon bezitten. Bij terugkomst zien de jongeren dat "hun" land wegens de oorlog of om economische redenen gebruikt wordt door een "vreemde". Door in te spelen op de oude tradities (en met de in de grote steden geleerde notie van ivoirité in het achterhoofd), wordt geprobeerd het land terug te krijgen; zie International Crisis Group (ICG), Côte d'Ivoire: no peace in sight, 12 juli 2004.
27

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

landbouwproductie compleet in, want juist deze groep zorgde voor de voedselvoorziening.121
Mandaat ONUCI en Licorne
Met VN-resolutie 1765 van 16 juli 2007 werd het mandaat van zowel ONUCI als Licorne tot 30 juli 2008 verlengd.122 Met de ondertekening van het akkoord van Ouagadougou zijn de taken van zowel de Franse troepenmacht Licorne als de Opération des Nations Unies en Côte d'Ivoire (ONUCI) veranderd in een meer ondersteunende en toezichthoudende rol. Licorne en ONUCI bewaken samen het gebied van de voormalige vertrouwenszone, de huidige green line. De Franse troepenmacht Licorne, die sinds juli 2007 onder leiding staat van Bruno Clément- Bollée, zal in de maanden februari en maart 2008 van 2.400 militairen naar 1.800 militairen worden teruggebracht. 123 De logistieke basis Tombokro, in het centrum van het land, zal worden gesloten. De bases in Abidjan en Bouaké blijven operationeel. Begin december 2007 gaf de Franse minister van Defensie, Hervé Morin, tijdens een bezoek aan Abidjan aan dat Frankrijk zijn troepenmacht geleidelijk aan zal verminderen als de situatie in Ivoorkust zich normaliseert en het risico van geweldsuitbarstingen kleiner wordt.124 ONUCI telt ongeveer 8.000 man125, die sinds september 2006 onder leiding staan van Fernand Marcel Amoussou uit Benin.126
Opheffing vertrouwenszone
Sinds 15 september 2007 is de vertrouwenszone (de bufferzone tussen het noorden en het zuiden van het land) volledig opgeheven. Er is een tijdelijke `green line'127 voor in de plaats gekomen, met 17 observatieposten die elk door 30 VN-soldaten


121 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: les secrets d'Abidjan, 27 januari ­ 2 februari 2008.
122 EIU, Country Report on Côte d'Ivoire , februari 2008; The Associated Press (AP), UN Security Council calls for redoubled election efforts in Ivory Coast, 16 januari 2008; Reuters, UN renews Ivory Coast force mandate for six months, 15 januari 2008; UN Security Council, Security Council extends mandate of UN Operation in Côte d'Ivoire, supporting French forces, to back country's efforts to organize elections, SC/9225, 15 januari 2008; Resolutie S/RES/1795 (2008), 15 januari 2008; Resolutie S/RES/ 1739 (2007), 10 januari 2007; Resolutie S/RES/1765 (2007), 16 juli 2007.
123 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.
124 Reuters, France reduces its Ivory Coast peacekeeping force, 20 januari 2008; Le Monde, Les troupes françaises présentes en Côte d'Ivoire vont être à nouveau allégées, 20 januari 2008; AFP, Côte d'Ivoire: France to slash troop numbers in Ivory Coast, 20 januari 2008.
125 Le Monde, Les rebelles ivoiriens accusés de massacres dans le nord du pays, 3 januari 2008 ; Reuters, France reduces its Ivory Coast peacekeeping force, 20 januari 2008; S/2008/1.
126 Ministère de la Défense, Les forces françaises en Côte d'Ivoire, zie http://www.defense.gouv.fr, geraadpleegd op 16 januari 2008.
127 De green line loopt over de middelste lijn van de voormalige vertrouwenszone. Voor een gedetailleerde kaart, zie http://www.onuci.org, geraadpleegd op 3 januari 2008.
28

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

worden bemand.128 In overleg met het Centre de Commandement Intégré (zie pag. 30) en afhankelijk van de voortgang van de implementatie van het vredesakkoord, zal beslist worden over het tijdpad voor de geleidelijke verwijdering van de observatieposten.129 Tussen 30 november en 18 december 2007 verwijderde ONUCI acht van deze observatieposten en begin februari 2008 werden nog eens vier observatieposten verwijderd.130 Met de opheffing van de vertrouwenszone kent Ivoorkust geen formele scheiding meer tussen een rebellenzone (noorden) en een regeringszone (zuiden).131 De voormalige vertrouwenszone blijft echter een onveilig gebied voor burgers, met afpersing, banditisme, maar ook (etnisch gerelateerde) mishandeling en moord als grootste risico's.132 Brigades mixtes133
De Brigades mixtes (gemengde brigades van politieagenten van de Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire, FDS en de Forces Armées des Forces Nouvelles, FAFN) moeten de politietaken en veiligheidsmissies van Licorne en ONUCI overnemen. Tot dusver zijn er zes gemengde politie-eenheden aangesteld in de voormalige vertrouwenszone, die bestaan uit 60 defensie- en veiligheidstroepen en 40 FN-troepen. Het beoogde aantal gezamenlijke troepen is 120. In het oosten, in Famienkro en Kokpingué, zijn de eenheden onvolledig doordat FN-troepen ontbreken. Problemen rond de betaling van salarissen van zowel regeringstroepen als FN-troepen leidden in november 2007 tot demonstraties in Bangolo, waarbij de burgerbevolking werd afgeperst. Andere problemen betreffen een tekort aan communicatiemiddelen, logistieke middelen en transport.
Ontwapening, demobilisatie, reïntegratie en ontmanteling van milities Sinds de (vooral symbolische) ontwapeningsceremonies in Guiglo in mei 2007 en in Bouaké in juli 2007, is er nauwelijks vooruitgang geboekt op het gebied van ontwapening. Wel heeft het Centre de Commandement Intégré (CCI) in overleg met de voor de ontwapening verantwoordelijke organisaties, de leiders van de gewapende groepen, vertegenwoordigers van de premier en ONUCI een gewijzigd plan van aanpak ontwikkeld, waarop ONUCI vier plaatsen in het westen van het land heeft ingericht waar wapens zullen worden ingezameld. De minister van


128 AFP, UN peacekeepers in Ivory Coast dismantle buffer zone, 17 september 2007; IRIN, Côte d'Ivoire: no war, no peace five years after rebellion, 19 september 2007; S/2007/593; S/2008/1.

129 S/2008/1.

130 UN News Service, Côte d'Ivoire: UN dismantling observation posts in former zone of confidence, 8 februari 2008.

131 Oxford Analytica, Ivory Coast: delayed Ouagadougou process moves forward, 6 augustus 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
132 UNHCR, Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007.

133 S/2007/275; S/2008/1.

29

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Defensie kondigde aan dat de operatie op 31 juli 2007 voor een periode van één maand van start zou gaan, maar door onenigheid over rangen en quota van de FN- troepen die in het nieuwe leger zullen worden opgenomen, ging de operatie niet door. De FN hebben aangegeven een plan van aanpak te prefereren waarbij FN- personeel dat aangenomen wordt voor het nieuwe leger, niet eerst hoeft te ontwapenen en het overige FN-personeel het Programme de Service Civique (een scholingsprogramma voor ontwapende, jonge oud-strijders134) kan volgen. De minister van Defensie heeft ONUCI gevraagd een vereenvoudigd plan van aanpak te ontwikkelen.135 Medio december 2007 voerden leiders van de FDS en de FN besprekingen in Yamoussoukro over een nieuw ontwapeningsplan, terwijl in aanvullende akkoorden op het vredesakkoord bepaald werd dat ontwapeningsoperaties en de ontmanteling van milities vanaf 22 december 2007 zouden worden hervat. Het probleem rond de rangen werd niet onmiddellijk opgelost, omdat militieleiders uit het westen van het land weigerden akkoord te gaan met het aantal in te leveren wapens (waarop de uitbetaling van vergoedingen werd opgeschort).136 Eind januari 2008 verklaarde de FDS dat tussen 22 december 2007 en 24 januari 2008 ongeveer 12.000 soldaten van zowel FN-troepen als regeringstroepen zich hadden teruggetrokken uit 35 posities in het centrum van het land.137 Eind maart 2008 hadden alle regeringstroepen zich vanuit het centrum van het land teruggetrokken, terwijl er van de FN nog steeds troepen aanwezig waren.138
Eind december zou het Programme de Service Civique, dat drie maanden zal duren, van start gaan. Medio februari 2008 was hiermee nog weinig vooruitgang geboekt.139
Centre de Commandement Integré (CCI)
Op 16 maart 2007 werd het CCI opgericht dat moet toezien op de integratie van de Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire (FDS140) en de Forces Armées


134 Het programme de service civique werd geïntroduceerd met de bedoeling om `gewone' Ivoriaanse jongeren te voorzien van begeleiding en scholing voor toekomstige banen.
135 S/2007/593.

136 RFI, Côte d'Ivoire: Disarmament operations to start by 22 December, 29 november 2007; Reuters, Ivory coast rebels, army to disarm from Dec 22, 29 november 2007; AFP, Ivory Coast disarmament to start Saturday: president, 19 december 2007; RFI, Demobilization operations kick off, 22 december 2007; Reuters, Ivory Coast former foes launch disarmament process, 22 december 2007; UN News Service, Côte d'Ivoire: Un hails regrouping of ex-fighters as step towards lasting peace, 24 december 2007; BBC, Ivoorkust: begin met ontwapening, 24 december 2007; S/2008/1.
137 AFP, Ivory Coast says troops withdrawn as disarmament nears, 28 januari 2008; EIU, Country Report Côte d'Ivoire, februari 2008.
138 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, maart 2008.
139 AFP, Ivory Coast launches job skills programme for ex-fighters, 21 december 2007; RFI, Demobilization operations kick off, 22 december 2007; S/2008/1.
30

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

des Forces Nouvelles (FAFN) en op de daarbij noodzakelijke herstructurering van de FDS. Op 16 april 2007 volgde de inauguratie van het hoofdkwartier van het CCI in Yamoussoukro en in het najaar van 2007 volgde de ingebruikname.141 Het CCI omvat zeven gemengde cellen en vier ondersteuningsgroepen en wordt bemand door 120 militairen van regeringszijde en 51 militairen van de FN. Door technische en logistieke ondersteuning van de VN, konden problemen bij de uitvoering van het CCI-mandaat worden aangepakt. Financiële problemen, gebrek aan communicatie- en transportmiddelen en een beperkte operationele capaciteit vertragen de uitvoering van kerntaken142 echter nog steeds. Als gevolg van het ontbreken van een afspraak over het aantal te integreren FN-troepen in het nieuwe leger, ontving FN-personeel, dat werkzaam is in het CCI, geen salaris. Teneinde de impasse te doorbreken bepaalde de mediator van het vredesproces eind december 2007, overeenkomstig het derde aanvullende akkoord, dat 5.000 troepen van de FN zullen worden opgenomen in het nieuwe leger, 4.000 troepen zullen worden ondergebracht bij politie en gendarmerie, 20.000 troepen zullen deelnemen aan het Programme de Service Civique en 6.000 troepen zullen reïntegratieprogramma's gaan volgen. Het CCI zal onder supervisie van ONUCI en Licorne de leiding over de operaties voeren.143 Krijgsmacht
De Ivoriaanse krijgsmacht is relatief klein (circa 21.000 man) en bestaat uit leger, marine, luchtmacht, gendarmerie en speciale eenheden.144 De krijgsmacht valt in zijn geheel onder het ministerie van Defensie. Het leger staat onder leiding van generaal Philippe Mangou en is alleen in het gebied ten zuiden van de green line aanwezig. De gendarmerie telt ongeveer 8.000 man.145 De krijgsmacht is een slecht getrainde, slecht georganiseerde en intern verdeelde organisatie die in aanzienlijke mate is gepolitiseerd en langs etnische lijnen is verdeeld.146


140 Sinds september 2006 worden de nationale krijgsmacht (leger, marine, luchtmacht en gendarmerie), politie en andere veiligheidsdiensten tezamen aangeduid als Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire (FDS). De oude benaming was FANCI (Forces armées Nationales de Côte d'Ivoire).

141 S/2007/275; S/2007/593; S/2008/1.
142 Enkele kerntaken van het CCI zijn: het bijdragen aan de uitvoering van het defensie- en veiligheidsbeleid; het implementeren van het Programme National de Désarmement, Démobilisation et Réinsertion (NPDDR); het operationaliseren van militaire taken en veiligheidstaken binnen het vredesproces; het zorgen voor de veiligheid met betrekking tot de audiences foraines, het identificatieproces en het verkiezingsproces; en het creëren van gezamenlijke militaire en paramilitaire eenheden.
143 S/2007/593; S/2008/1; ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 8 januari 2008.
144 US Department of State, Background Note: Cote d'Ivoire, november 2007.
145 US Department of State, Background Note: Cote d'Ivoire, november 2007.
146 Met name leden van de Baoulé- en Dioula-bevolkingsgroepen zouden het moeten ontgelden, terwijl leden van de Bété-bevolkingsgroep, waar Gbagbo ook toebehoort, voorgetrokken worden. Voor meer informatie over de politieke en etnische verdeling van het leger en speciale eenheden, zie voorgaande algemene ambtsberichten Ivoorkust, met name uit
31

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Politie
De handhaving van de binnenlandse orde en veiligheid in Ivoorkust is een gezamenlijke taak van de nationale politie en de gendarmerie. De politie valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid.147 In het noorden zijn structuren voor politie afwezig. Ordehandhaving en politietaken worden voornamelijk door het rebellenleger uitgevoerd. Sinds 24 december 2007 zijn met hulp van ONUCI een groot aantal politieagenten aangesteld op 26 verschillende lokaties in het hele land. Zes politiebureaus werden opgericht in Abidjan (twee), Yamoussoukro, Bouaké, Guiglo en Daloa. In Boundiali, in het noorden, moet nog een nieuw politiebureau komen. De 600 door ONUCI getrainde politiehulptroepen die verspreid over 54 politiebureaus in het noorden van het land de orde moeten bewaken, werden tijdens de verslagperiode verder ondersteund door ONUCI. ONUCI-politieagenten verleenden tevens steun aan de zes gemengde politiebureaus langs de green line. Volgens een bron maken reguliere politieagenten zich geregeld schuldig aan mensenrechtenschendingen. Ook zou het voorkomen dat politieagenten hun uniformen `uitlenen' of doorverkopen aan burgers die zich vervolgens voordoen als politieagenten. Hierdoor is het onduidelijk wie echt bevoegdheden heeft en wie niet. De Oproerbrigade (Brigade Anti-Emeute) en het in 2005 ingestelde Commandocentrum voor veiligheidsoperaties (Centre de Commandement des Opérations de Sécurité, CECOS) worden beschouwd als `speciale eenheden', maar zijn officieel onderdeel van de politie. Zij vallen daarmee ook onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid. CECOS bestaat uit (eind 2005) circa 1.700 man afkomstig van de politie, de gendarmerie en het leger en is officieel gericht op criminaliteitsbestrijding.148 CECOS beschikt over aanvalswapens en zware voertuigen. De organisatie wordt nog steeds geleid door een voormalige commandant van de gendarmerie, Georges Guiai Bi Poin.149 De organisatie wordt in verband gebracht met mensenrechtenschendingen, buitengerechtelijke executies en criminele praktijken, waaronder afpersing en intimidatie.150

augustus en december 2006. ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.
147 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

148 ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.

149 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

150 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008; UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 6 februari 2008.
32

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire
De Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire (FDS) bestaan uit leger, marine, luchtmacht en gendarmerie, politie en andere veiligheidsdiensten.151 Het vredesakkoord voorziet in de integratie van de Forces Armées des Forces Nouvelles (FAFN) in het regeringsleger en de herstructurering van de FDS onder leiding van het CCI. De herstructureringsoperatie begon op 22 december 2007 in Tiébissou en Djébonoua.152 Ook hier werd weinig vooruitgang geboekt, omdat het probleem rond de rangen en quota niet werd opgelost. Met de door de mediator voorgestelde aantallen is nog niets gebeurd.153
Forces Nouvelles en Forces Armées des Forces Nouvelles Het gebied ten noorden van de voormalige vertrouwenszone is in de praktijk nog altijd in handen van de Forces Nouvelles (FN). De FN zijn een samenwerkingsverband van de rebellenbewegingen Mouvement Patriotique de Côte d'Ivoire (MPCI), de Mouvement Populaire Ivoirien du Grand-Ouest (MPIGO) en de Mouvement pour la Justice et la Paix (MJP).154 Hun gezamenlijk hoofdkwartier bevindt zich in de noordelijke stad Bouaké. De FN als geheel staan onder leiding van Guillaume Soro (de huidige premier). De FN kennen een politieke vleugel en een militaire vleugel, de Forces Armées des Forces Nouvelles (FAFN). De FAFN bestaat voornamelijk uit oud-militairen van het regeringsleger. Zo ook de Stafschef van de FAFN, generaal Soumaïla Bakayoko. International Crisis Group geeft aan dat de FAFN volgens de FN over ongeveer 40.000 strijders beschikt. Volgens ONUCI en Licorne ligt het werkelijke (actieve) aantal rond de 8.000.155 FAFN-strijders geven zich geregeld over aan criminele activiteiten en maken zich schuldig aan (ernstige) mensenrechtenschendingen.156 Milities en andere gewapende groeperingen
Naast het reguliere leger en de militaire tak van de FN, telt Ivoorkust talrijke andere, veelal gewapende groeperingen die van invloed zijn op de Ivoriaanse veiligheidssituatie.157 De meeste van deze groeperingen bestaan uit aanhangers van


151 US Department of State, Background Note:Côte d'Ivoire, november 2007.
152 UNOCI, L'ONUCI salue le début du regroupement des ex-combattants ivoiriens, 24 december 2007; S/2008/1.

153 S/2008/1.

154 Ondanks de formele samenvoeging uit praktische overwegingen zijn de drie bewegingen in de praktijk nog loyaal aan de oorspronkelijke basis. Voor meer detail, algemeen ambtsbericht Ivoorkust, december 2006.

155 ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.

156 HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007.

157 Voor een uitgebreider overzicht van milities en gewapende groeperingen en hun (etnische) samenstelling en loyaliteit, zie voorgaande algemene ambtsberichten Ivoorkust, met name dat van augustus 2006.

---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

president Gbagbo. Zij hebben vaak dezelfde etnische afkomst als de president (Bété) of zijn afkomstig uit verwante etnische groeperingen.158 De bekendste groepering is de Jeunes Patriotes, een groep van patriottistische jongeren die onder politieke leiding van Charles Blé Goudé tijdens voorgaande verslagperiodes verantwoordelijk was voor verschillende (gewelddadige) protestacties. Tegenwoordig wordt ook de studentenvakbond Fédération Estudiantine et Scolaire de Côte d'Ivoire (FESCI) aangeduid als militie of `oproer-organisatie', vanwege de uit politieke overwegingen gewelddadige en wrede manier van opereren.159 Een lokale bron noemt FESCI een soort maffia. Veel van de leden zijn geen student (meer) en de organisatie beschikt over allerlei wapens. De Ivoriaanse autoriteiten treden niet op tegen activiteiten van FESCI. De Groupement des Patriotes pour la Paix (GPP) is een andere actieve militie die opereert in en rond Abidjan. Deze groepering schendt volgens genoemde bron mensenrechten en houdt zich bezig met verkrachtingen, ontvoeringen en executies. Er zijn ook groeperingen die aan de FN zijn gelieerd, zoals de groepering van traditionele jagers, de Dozo's. Tijdens het conflict deden ze dienst als paramilitaire hulptroepen van de FN-rebellen.160 Daarnaast telt Ivoorkust talloze, vaak lokale milities en gewapende groepen met uiteenlopende en soms wisselende samenstelling, doelstelling en loyaliteit.
Het is niet bekend hoe alle bovenstaande groeperingen zich verhouden tot berichten over het bestaan van zogenoemde doodseskaders. Deze zouden vooral tijdens de gebeurtenissen van 2002/2003 actief zijn geweest, maar niet meer sinds 2004/2005.
Uit een VN-rapport van oktober 2007, afkomstig van een panel dat toeziet op naleving van het VN-wapenembargo in Ivoorkust, is gebleken dat wapeninspectie in toenemende mate wordt geweigerd door zowel voormalige rebellen als het nationale leger. Het panel stelt dat de illegale handel in wapens een zorgwekkend verschijnsel is geworden en het uit vooral bezorgheid over het feit dat inspecteurs sinds de instelling van het wapenembargo in 2004 geen toegang meer hebben gekregen tot de eenheden van de presidentiële garde.161


158 Naar schatting tellen deze groeperingen gezamenlijk circa 31.000 leden. Volgens de leiders van de verschillende groeperingen gaat het in totaal echter om meer dan 100.000 leden. HRW, Country on a precipice ­ The precarious state of human rights and civilian protection in Côte d'Ivoire, mei 2005. Recentere gegevens zijn niet beschikbaar.
159 HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
160 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
161 Oxford Analytica, Ivory Coast: Ouagadougou delays increase divisions, 15 november 2007; IRIN, Côte d'Ivoire: government, former rebels thwarting arms inspections, UN says, 25 oktober 2007.

34

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
Ivoorkust is partij bij een aantal internationale instrumenten op het gebied van mensenrechten en het humanitair recht, waaronder:162 · Handvest van de Verenigde Naties (1960); · Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (1961) en het Protocol betreffende de status van vluchtelingen (1970); · de vier Geneefse Verdragen uit 1949 betreffende krijgsgevangenen, strijdkrachten ter land en ter zee en burgers in oorlogstijd (1961) en de bijbehorende twee Additionele Protocollen uit 1977 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale en niet-internationale gewapende conflicten (1988);
· Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (1973); · Verdrag inzake de rechten van het kind (1991); · Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1992);
· Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1992) inclusief het eerste Facultatief Protocol waarin het individueel klachtenrecht bij het Mensenrechtencomité wordt vastgesteld (1997); · Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (1996);
· Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (1996);
· Afrikaans Handvest voor de rechten van de mens en van de volkeren (1992) inclusief het bijbehorende Protocol betreffende de oprichting van een Afrikaans Hof voor de rechten van de mens en van de volkeren; · Verdrag op het verbod van landmijnen (2000). Ivoorkust heeft bij geen enkel verdragsorgaan van de VN tijdig voldaan aan de rapportageplicht.
Ivoorkust heeft het Statuut van het Internationaal Strafhof getekend, maar nog niet geratificeerd. In februari 2005 gaf Ivoorkust niettemin aan de jurisdictie van het Strafhof te erkennen voor oorlogsmisdaden die sinds september 2002 in Ivoorkust zijn gepleegd.163 Volgens de aanklager van het Hof hebben de Ivoriaanse autoriteiten op ad hoc basis ook toestemming gegeven ter plaatse onderzoek te


162 Tussen haakjes staat aangegeven vanaf welk jaar het genoemde instrument voor Ivoorkust bindend is.

163 AP, Ivory Coast recognizes jurisdiction of International Criminal Court, 15 februari 2005.
35

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

doen. Tot dusver hebben de Ivoriaanse autoriteiten gepland onderzoek echter steeds tegengewerkt. 164
Volgens de Ivoriaanse grondwet prevaleren in principe de bepalingen van alle geratificeerde en gepubliceerde internationale instrumenten boven de nationale wetgeving.165
3.1.2 Nationale wetgeving
De grondwet van Ivoorkust van 23 juli 2000 bevat een opsomming van de mensenrechten die in Ivoorkust dienen te worden beschermd.166 Naast rechten noemt de grondwet een aantal plichten, die bindend zijn voor alle personen die zich op het grondgebied van Ivoorkust bevinden, waaronder de plicht om de wetten van het land na te leven en de bij wet voorgeschreven fiscale lasten te voldoen.
Nationaliteitswetgeving
De regels inzake de verkrijging en het verlies van de Ivoriaanse nationaliteit zijn vervat in de Nationaliteitswet (wet 61-415) van 14 december 1961.167 De Nationaliteitswet sluit het bezit van meervoudige nationaliteit niet uit. De Ivoriaanse nationaliteit gaat verloren door vrijwillige verkrijging of erkenning van een andere nationaliteit, maar in bepaalde gevallen is voor het daadwerkelijke verlies van de nationaliteit een daartoe strekkend besluit van de Ivoriaanse regering noodzakelijk. De Ivoriaanse nationaliteit gaat niet verloren door het aanvragen van asiel of andere vorm van internationale bescherming buiten Ivoorkust. Sinds augustus 2006 dient in een geboorteakte naast andere gegevens tevens de nationaliteit van beide ouders van een kind expliciet te worden vermeld.168


164 IRIN, Côte d'Ivoire: UN confirms existence of blacklist of human rights abusers, 31 januari 2005; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
165 Zie artikel 87 van de grondwet, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org
166 Een kopie van de grondwet van Ivoorkust is, naast andere Ivoriaanse wetgeving, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org

167 Loi n° 61-415 du 14 décembre 1961 portant Code de la nationalité. Deze wet werd laatstelijk in 2005 gewijzigd bij presidentieel besluit n° 2005-04/PR van 15 juli 2005. Met het genoemde besluit werden de wijzigingen van artikel 53 van de Nationaliteitswet (zie het algemeen ambtsbericht Ivoorkust van augustus 2006) ongedaan gemaakt. Voor een Nederlandse vertaling van de Ivoriaanse Nationaliteitswet wordt verwezen naar http://www.kennisbanknationaliteitswetgeving.nl.
168 Reuters, War-riven Ivory Coast tightens nationality law, 3 augustus 2006.
36

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Amnestiewet
Op 12 april 2007 nam de president een verordening aan, waarin aan burgers en militairen169, die gerelateerd aan het conflict een inbreuk hebben gemaakt op de `nationale veiligheid' tussen 17 september 2000 en 12 april 2007, amnestie wordt verleend.170 In tegenstelling tot de amnestiewet uit 2003171 gaat de verordening niet in op details en uitzonderingen, zoals economische misdrijven, oorlogsmisdrijven en personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van mensenrechten. De verordening is daarmee niet in overeenstemming met zowel het Akkoord van Ouagadougou, dat uitgaat van `uitbreiding' van de amnestiewet uit 2003 en de uitzonderingen expliciet noemt,172 als de verplichtingen van Ivoorkust ten aanzien van het internationale recht.173 Volgens Human Rights Watch heeft president Gbagbo echter in het openbaar verklaard dat de amnestiewet niet van toepassing is op `misdaden tegen de menselijkheid', waarmee hij aangaf dat de verordening niet geldt voor gepleegde ernstige misdaden onder internationaal recht.174 Volgens een bron kan er nog steeds een beroep worden gedaan op de amnestiewet en zijn er in de verslagperiode geen gevallen geweest van amnestieverlening aan personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen of economische misdrijven.
Overeenkomstig de verordening van 12 april 2007 werden in Abidjan 61 gevangenen vrijgelaten, waaronder 40 burgers en 21 militairen. In Korhogo werden nog eens zeven personen vrijgelaten en in Bouaké kwam één persoon vrij. Tijdens een ceremonie in Bouaké op 26 juni 2007, lieten de FN drie krijgsgevangenen vrij.175
Corruptie
Ivoorkust kent een `cultuur van corruptie'. Corruptie is overal aanwezig, op alle niveaus en wordt met name veroorzaakt door de afwezigheid van staatsgezag en een gebrek aan (juridisch) toezicht.176 Voor zover bekend, onderneemt de overheid


169 Het gaat om burgers en militairen die dader zijn, medeplichtig zijn, schuldig zijn of verdachte zijn en in Ivoorkust of in het buitenland verblijven.
170 Voor `Ordonnance N° 457 du 12 avril 2007', zie Fraternité Matin, Loi d'amnistie: Gbagbo a signé l'ordonnance, 12 april 2007. Zie ook S/2007/275; AFP, Amnesty offer for Ivory Coast civil war crimes as brokers talk, 13 april 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.

171 De amnestiewet uit 2003 zal worden verlengd. Voor de regelingen in deze wet, zie algemeen ambtsbericht Ivoorkust, april 2004.
172 In dit kader spreekt het akkoord van `étendre la portée de la loi d'amnistie adoptée en 2003'.
173 S/2007/593.

174 HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
175 S/2007/593.

176 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Freedom House, Freedom in the World ­ Côte d'Ivoire (2007), 16 april
37

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

weinig om corruptie te bestrijden. Op de Transparency International Corruption Perceptions Index 2007 neemt Ivoorkust een gedeelde 150e plaats (uit een totaal van 179 landen) in.177
3.2 Toezicht
Nationaal gouvernementeel
Ivoorkust kent geen effectieve instrumenten van toezicht op de naleving van mensenrechten op nationaal niveau. Op nationaal niveau wordt geen enkele druk uitgeoefend om dit te veranderen.
In januari 2007 is de Nationale Mensenrechtencommissie (Commission Nationale des Droits de l'Homme de la Côte d'Ivoire) geïnaugureerd en in juli 2007 werd Victorine Wodié, voormalig minister voor Mensenrechten, gekozen tot voorzitter van de commissie. De Mensenrechtencommissie zal nauw gaan samenwerken met ONUCI. De ministeries van Justitie en Mensenrechten hebben, met steun van ONUCI, een concept voor een nationaal actieplan voor de promotie en de bescherming van de mensenrechten in Ivoorkust opgesteld, dat nog door het parlement moet worden beoordeeld.178 Volgens een lokale bron opereert de Mensenrechtencommissie echter niet onafhankelijk van de politieke macht en is er sinds juli 2007 geen enkel decreet op het gebied van mensenrechten meer getekend.
Nationaal niet-gouvernementeel
In Ivoorkust is een aantal nationale non-gouvernementele mensenrechtenorganisaties actief. Over het algemeen ondervinden deze organisaties weinig hinder bij de uitvoering van hun werk, maar het komt voor dat mensenrechtenactivisten beroofd of mishandeld worden. Daarbij gaat het meestal niet om gerichte acties vanwege hun activiteiten, maar om criminaliteit waar iedereen mee te maken heeft. Soms is er wel een duidelijke politieke context, zoals bij de aanvallen van de FESCI op twee lokale mensenrechtenorganisaties in mei 2007.179

2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008; ONUCI, Côte d'Ivoire: la corruption continue malgré le processus de réunification, 24 maart 2008.

177 Transparency International, Corruption Perceptions Index 2007.
178 S/2007/593.

179 S/2007/593; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
38

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Enkele mensenrechtenorganisaties in Ivoorkust zijn bijvoorbeeld de Ligue Ivoirienne des Droits de l'Homme, of de Mouvement Ivoirien des Droits Humains,180 of de Association/Actions pour la Protection des Droits de l'Homme. Internationaal
Internationaal toezicht is sinds 19 september 2002 vanwege de politieke crisis zeer beperkt mogelijk geweest. Toezicht op de naleving van de mensenrechten vindt doorgaans plaats in het kader van de periodieke rapportage van de secretaris- generaal van de Verenigde Naties over ONUCI. Binnen ONUCI bestaat een unit, die zich speciaal bezig houdt met mensenrechten. Dat betreft onder andere het toezien op en rapporteren over ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten, het tegengaan van straffeloosheid en het samenwerken met en trainen van relevante (inter)nationale gouvernementele en niet-gouvernementele partners. Deze unit richt zich tevens op het onderzoeken van mensenrechtenschendingen in Ivoorkust.181 Op internationaal niveau wordt volgens een lokale bron onvoldoende druk uitgeoefend op de Ivoriaanse regering om effectieve instrumenten van toezicht op de naleving van mensenrechten in te stellen. Internationale niet-gouvernementele organisaties zoals Amnesty International of Human Rights Watch rapporteren met enige regelmaat over de situatie in Ivoorkust.
3.3 Naleving en schending
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De grondwet erkent het recht op vrije meningsuiting, maar verbiedt tevens `alle vormen van propaganda' met als doel het aanzetten tot haat.182 Daarnaast bepaalt het Akkoord van Ouagadougou van maart 2007 dat partijen zich dienen te onthouden van elke vorm van mediapropaganda, die het idee van nationale cohesie en eenheid schaadt.183
Volgens een lokale ngo kan men sinds het begin van de verslagperiode niet spreken van een verbetering of een verslechtering van de vrijheid van


180 Afhankelijk van de bron wordt deze organisatie ook wel de Mouvement Ivoirien des Droits de l'Homme genoemd.

181 Informatie over de mensenrechtenunit van ONUCI is te vinden via http://www.ohchr.org
182 Zie artikel 9 en artikel 10 van de grondwet, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org
183 Zie hoofdstuk VI, artikel 6.6.2 van het Vredesakkoord van Ouagadougou, maart 2007. Voor de tekst van het vredesakkoord zie: S/2007/144; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008.
39

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

meningsuiting en de persvrijheid in Ivoorkust.184 Hoewel men volgens een bron over het algemeen vrij zou zijn om te zeggen en publiceren wat men wil, zijn er tijdens de verslagperiode echter bedreigingen en vervolgingen geweest van journalisten en personen met een uitgesproken mening.185 Journalisten werden soms veroordeeld tot het betalen van zware boetes, verplicht tot rectificatie of vervolgd wegens smaad. Ook kwam het verschillende malen voor dat journalisten een aantal dagen gevangen werden gezet, hoewel de loi de la presse uit 2004 dit uitdrukkelijk verbiedt. Gearresteerde journalisten werden mishandeld en, met name in het noorden, soms gemarteld. In oktober 2007 werd een onafhankelijke journalist en schrijver gedagvaard, omdat hij het staatshoofd zou hebben beledigd en burgers zou hebben aangezet tot opstand.186 Op 4 januari 2008 werd Antoine Assalé Tiémoko (o.a. medewerker van het dagblad Le Nouveau Réveil) veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar naar aanleiding van het schrijven van een artikel over corruptie van het rechtsstelsel.187 Weinig journalisten opereren volledig onafhankelijk. Kranten, maar ook radio- en televisiestations staan vaak onder directe controle van een politieke partij en zijn daarmee sterk gepolitiseerd en gepolariseerd.188 Bovendien passen journalisten nog altijd een bepaalde mate van zelfcensuur toe.189 Corruptie onder de media komt in Ivoorkust voor op verschillende niveaus. Daarnaast is er sprake van afpersing: er is een vooraankondiging in de media van een (verzonnen of waargebeurd) verhaal, vaak een onthulling over een prominent persoon. Deze persoon wordt vervolgens afgeperst, hetgeen erop neerkomt dat het artikel alleen in ruil voor veel geld kan worden ingetrokken. Ten slotte verdienen veel journalisten bij door pagina's uit de krant te verkopen of stukjes (vaak verzonnen artikelen) in opdracht te schrijven. 190 Volgens eerdergenoemde niet- gouvernementele organisatie is de overheid op de hoogte van de corruptie, maar onderneemt ze hiertegen niets. De secretaris-generaal van de VN sprak tijdens de


184 Het betreft hier alleen de situatie in het zuiden van Ivoorkust, over de situatie in het noorden heeft de lokale ngo geen informatie.
185 S/2008/1; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

186 RFI, Ivorian journalist faces charges of insulting president, 26 oktober 2007.
187 Reporters Sans Frontières (RSF), Le responsable d'une association écope d'un an de prison ferme pour `outrage à magistrat' et `diffamation', 10 januari 2008.
188 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

189 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

190 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

40

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

verslagperiode van een toename van vijandige, xenofobisch getinte, berichtgeving in de media.191
Op dit moment verschijnen er in Ivoorkust tussen de twintig en vijfentwintig kranten. Deze kranten zijn eigenlijk alleen verkrijgbaar in de grote steden in het zuiden van het land. Fraternité Matin is, alhoewel geen bezit van de staat, de enige `staatskrant'. Van april tot september 2007 werd deze krant het meest verkocht.192 Alle kranten, inclusief Fraternité Matin, kunnen kritiek uiten op de regering. De meeste kranten hebben een kleine oplage van ongeveer 8.000 exemplaren. Radio is voor veel Ivorianen het belangrijkste medium, want kranten en televisie zijn, vooral op het platteland, niet beschikbaar of te duur. Daarnaast is een groot deel van de bevolking analfabeet.193 Er zijn twee staatsradiostations. De staatsradio uit geen kritiek op de regering, maar uitzendingen over politieke onderwerpen zijn genuanceerder dan voorheen.194 Verder bestaan er verschillende particuliere, vaak lokale, radiozenders. In feite zijn deze allemaal ­ net als kranten ­ gelieerd aan een financier (vaak een politieke partij). ONUCI FM is de enige zender die onafhankelijk is. De particuliere radiostations staan niet onder staatstoezicht, maar president Gbagbo kan wel op elk moment de licentie intrekken of opschorten. Buitenlandse zenders, zoals RFI (Radio France Internationale), BBC en ONUCI FM hebben (bijna) landelijke dekking.195 Op 1 februari 2008 kreeg Radio France Internationale een verbod om uit te zenden vanwege het niet respecteren van een afspraak met de Ivoriaanse autoriteiten over de aanstelling van een vaste verslaggever in Ivoorkust. 196
Tijdens de verslagperiode werkte ONUCI aan de promotie van een betere mediaomgeving. Zo hield ONUCI o.a. seminars met lokale en internationale partners voor meer dan 120 journalisten over verantwoorde verslaggeving aangaande de verkiezingen en het vredesproces. Daarnaast werd een vredeskaravaan opgestart voor bezoeken aan scholen in Abidjan en waren er verzoeningsfora met traditionele leiders in gebieden waar etnische spanningen voorkomen, met name in het westen van het land. ONUCI FM zond radioprogramma's uit met informatie over het vredesproces.197 Medio december maakten de Speciaal Vertegenwoordiger van de VN en de Ivoriaanse Minister van


191 S/2008/1.

192 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008.
193 ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.

194 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

195 De VN radiozender ONUCI FM beschikt over een mobiele unit, waarmee live programma's vanuit het veld kunnen worden uitgezonden.
196 Reuters, Ivory Coast suspends French radio, wants reporter, 1 februari 2008.
197 S/2007/593.

41

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Communicatie afspraken over samenwerking op het gebied van de media in Ivoorkust en de rol van radio ONUCI FM.198
De (staats-)televisie, die grotendeels pro-Gbagbo is, is niet overal in het land te ontvangen. De FN staan ook uitzendingen van de staatstelevisie (en ­radio) in het noorden toe. Daarnaast zenden de FN ook hun eigen programma's uit in Bouaké, Yamoussoukro en Man (alleen radio).199 In een poging een einde te maken aan de politieke beïnvloeding en manipulatie van de media, zonden de staatsradio en - televisie gedurende de verslagperiode reclamespotjes uit die opriepen tot verzoening tussen de verschillende politieke partijen.200 Er zijn geen berichten bekend van beperkingen van overheidswege op de toegang tot internet of overheidstoezicht op emailverkeer en internet chatrooms.201 Ivoorkust kent geen effectieve autoriteit die over de vrijheid van meningsuiting waakt. Er bestaat wel een door journalisten opgericht en zelfregulerend orgaan (de Observatoire de la Liberté de la Presse, de l'Ethique et de la Déontologie), maar dit orgaan heeft juridisch gezien geen bevoegdheden. Zonder positief advies van dit orgaan is het echter niet mogelijk om een carte de journaliste te krijgen. Daarnaast bestaat er een Conseil National de la Presse en een Conseil National Audiovisuel. Dit zijn zelfregulerende organen die slechts beslissen over technisch- financiële aspecten, zoals reclamerechten. Deze twee organen zijn, voor zover bekend, nog niet werkzaam, aangezien nog geen besturen zijn benoemd. Met behulp van ONUCI (en voorheen met de Internationale Werkgroep, GTI202) wordt nog steeds gewerkt aan een Gedragscode. Het is niet bekend of deze Gedragscode al in gebruik is genomen.
Op 23 augustus 2007 ontving de Franse president Nicolas Sarkozy enkele familieleden van de in 2004 verdwenen Frans-Canadese journalist Guy-André Kieffer. Guy-André Kieffer werkte van 1984 tot 2002 voor het Franse economische dagblad `La Tribune'. Hij deed onderzoek naar aantijgingen van corruptie in de cacaosector. 203 Hij werd voor het laatst gezien op 16 april 2004. De


198 UNOCI, Special Representative Y.J. Choi meets the Ivorian Minister of Communication, 17 december 2007.

199 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

200 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008.
201 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

202 De Groupe de Travail International (GTI) werd met VN resolutie 1633 (2005) van 21 oktober 2005 opgericht om de voortgang in het vredesproces te bewerkstelligen. Zie algemeen ambtsbericht Ivoorkust, augustus 2006.
203 Voice of America, Côte d'Ivoire's cocoa allegedly associated with abusive child labor, corruption and civil war, 30 oktober 2007.
42

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Franse president kondigde o.a. aan Franse rechters middelen beschikbaar te stellen om getuigen en andere betrokkenen bij deze zaak te horen.204 In oktober 2007 werd een voormalig lid van de Ivooriaanse Special Services met betrekking tot deze zaak in Frankrijk gearresteerd en vastgehouden.205 Op 13 februari 2008 ontving de Franse rechter, die belast is met het onderzoek, toestemming van de militaire rechtbank in Abidjan om twee Ivoriaanse politieagenten te horen.206 Begin december 2007 vond in Abidjan de opening van het 39e congres van de Franstalige pers plaats, in aanwezigheid van president Gbagbo en ongeveer 200 journalisten uit de Franstalige wereld. De president van de Union Internationale de la Presse francophone (UPF) introduceerde het thema `media, vrede en democratie', waarover vervolgens na de openingsceremonie tijdens een aantal rondetafelgesprekken in Yamoussoukro werd gediscussieerd.207 Op 15 december 2007 ondertekenden Ivoriaanse journalisten en hun werkgevers een nieuwe cao, waarmee een einde kwam aan de grote salarisverschillen in de branche.208
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De vrijheid van vereniging en vergadering wordt expliciet in de grondwet gewaarborgd, met inbegrip van politieke partijen en vakbonden. Voor politieke partijen geldt in het bijzonder dat zij hun activiteiten kunnen ontplooien op voorwaarde, dat zij de wetten en de soevereiniteit van het land respecteren. Partijen en politieke groeperingen, opgericht langs etnische en religieuze lijnen, zijn wettelijk verboden.209
Volgens het laatstverschenen mensenrechtenrapport van het US Department of State moeten demonstraties drie dagen van tevoren worden aangemeld bij het ministerie van Veiligheid of het ministerie van Binnenlandse Zaken. De


204 RSF, Côte d'Ivoire ­ Rapport annuel 2007; RSF, Le président de la République prend des engagements auprès de la famille de Guy-André Kieffer, 23 augustus 2007; Jeune Afrique, Man accused of French journalist's murder nowhere to be found, 26 september 2007.
205 Reuters, Paris police detain Ivorian over missing reporter, 17 oktober 2007.
206 AFP, Affaire Kieffer: un juge français va auditionner des militaires ivoiriens, 13 februari 2008.

207 Jeune Afrique, Ouverture à Abidjan es 39èmes assises de la presse francophone, 3 december 2007; Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008.
208 In de nieuwe cao werd bepaald dat een beginnend journalist maandelijks 190.000 FCFA (ongeveer 290 EURO) zal gaan verdienen. Voorheen verdienden journalisten gemiddeld tussen de 50.000 FCFA en 96.000 FCFA per maand. Zie: Jeune Afrique, Côte d'Ivoire, Feuilles d'Abidjan, 23 december 2007 ­ 5 januari 2008.
209 Zie artikel 11 en artikel 13 van de grondwet, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org
43

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

autoriteiten verbieden echter sommige bijeenkomsten op grond van overwegingen van openbare orde en volgens een presidentiële verordening moeten bijeenkomsten op universiteitscampussen nadrukkelijk vooraf worden goedgekeurd.210
Op de universiteiten bestaan verschillende studentenverenigingen. De leden van de met de regering sympathiserende studentenvakbond FESCI vielen herhaaldelijk leden van andere verenigingen en individuele studenten lastig, die ze ervan verdachten de oppositie te steunen.211 Volgens een bron blijven studenten, die geen lid zijn van FESCI en niet mee willen meedoen aan demonstraties, daarom uit veiligheidsoverwegingen vaak thuis.
Hoewel demonstraties volgens internationale bronnen in de praktijk verboden zijn, werden ze gedurende de verslagperiode door de Ivoriaanse autoriteiten oogluikend toegestaan. Zo demonstreerden studenten in september 2007, omdat zij compensatie eisten van de regering voor het optreden van de politie bij een demonstratie in augustus 2006. Een twaalftal mensen raakten daarbij gewond en één student werd gedood. De FESCI-vakbond eiste voor de slachtoffers een schadevergoeding van de regering van 300 miljoen FCFA.212 In november 2007 waren er demonstraties in het noorden van het land over electriciteitsrekeningen, waarbij wegen werden afgezet, autobanden in brand gestoken en waarbij één van de kantoren van het nationale electriciteitsbedrijf in Bouaké werd vernield. De demonstranten waren boos op het bedrijf, omdat klanten die te laat betaalden werden afgesneden van de electriciteitsvoorziening.213 Op 5 december 2007 liepen in San Pedro meer dan 500 studenten mee in een demonstratie, georganiseerd door de studentenorganisatie FESCI. Ze uitten hun ongenoegen over de staking van hun docenten en eisten dat deze hun taken weer opvatten. Ook in Abengourou en Bondoukou staakten studenten. Sinds het begin van het schooljaar in september 2007 waren scholen in verschillende delen van het land gesloten vanwege de docentenstaking.214 De autoriteiten traden tijdens de verslagperiode niet op tegen activiteiten van de FESCI.215


210 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Freedom House, Freedom in the World ­ Cote d'Ivoire (2007), 16 april 2007.
211 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

212 AFP, Côte d'Ivoire: police disperse student demonstrations in Abidjan, 3 september 2007; RFI, Ivorian police disperse student demo in capital, 4 september 2007.
213 Reuters, Ivorian rebels shoot in air to disperse protesters, 8 november 2007.
214 UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire for 6 December 2007, 6 december 2007; S/2008/1.
215 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 - Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Ondanks het wettelijke verbod op de oprichting van politieke partijen langs etnische of religieuze lijnen, spelen deze twee factoren in de praktijk nog steeds een belangrijke rol binnen de aanhang van de meeste politieke partijen.216 3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
De grondwet erkent de vrijheid van godsdienst en overtuiging (artikel 9). Hoewel Ivoorkust geen staatsgodsdienst heeft, worden christenen in de praktijk om historische en etnische redenen door de overheid bevoordeeld. Met name katholieken werden in het verleden begunstigd, wat tot wrijving leidde onder de moslimbevolking. Bovendien werden moslims gediscrimineerd omdat ze ervan verdacht werden te sympathiseren met de FN.217 Over het algemeen wordt het noorden van het land nog steeds geassocieerd met de islam en het zuiden met het christendom en andere, traditionele, geloven. Zowel katholieken als protestanten wonen in het zuiden en het centrale deel van het land, terwijl katholieken ook in het oosten wonen en protestanten in het zuidwesten. Mensen die traditionele geloven aanhangen wonen voornamelijk op het platteland. Verder bestaat er een relatie tussen religie en etniciteit. Zo zijn bijvoorbeeld de Mande en de Voltaïc, waartoe de Malinké en Senoufo behoren, in hoofdzaak moslim, terwijl de Akan (waaronder de Baoulé en de Agni) overwegend katholiek zijn.218
De overheid neemt de belangrijkste islamitische en christelijke feestdagen in acht. Daarnaast worden alle scholen, ongeacht hun religie, erkend door de overheid en is godsdienstonderwijs toegestaan.219
Volgens het International Religious Freedom Report 2007 van het US Department of State worden veel moslims uit het noorden nog steeds gediscrimineerd. Zo komt het voor dat politieagenten identiteitskaarten van moslims in beslag nemen of geld eisen alvorens de papieren terug te geven. Ook worden ze benadeeld ten opzichte van niet-moslims, als het gaat om het aanvragen van bijvoorbeeld paspoorten.


216 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007, 14 september 2007; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 - Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

217 Freedom House, Freedom in the World - Côte d'Ivoire, (2007), 16 april 2007; US Department of State, International Religious Freedom Report 2007 - Côte d'Ivoire, 14 september 2007.

218 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007- Côte d'Ivoire, 14 september 2007.

219 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007 - Côte d'Ivoire, 14 september 2007.

45

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Ivoorkust kent een registratieplicht voor godsdienstige groepen en gemeenschappen. Registratie wordt verleend na een onderzoek naar de (voorgenomen) activiteiten van de groep door het ministerie van Binnenlandse Zaken. In de praktijk is een dergelijke registratie een routinekwestie. In de verslagperiode waren er geen gevallen van weigering van registratie. 220 3.3.4 Bewegingsvrijheid en (reis)documenten
Binnenlands
Tussen het noorden en het zuiden van Ivoorkust is verkeer van personen en goederen mogelijk, maar de bewegingsvrijheid wordt in het hele land beperkt door het grote aantal (illegale) wegversperringen dat gepasseerd moet worden, al is het aantal wegversperringen volgens enkele internationale bronnen tijdens de verslagperiode wel verminderd.221 Omdat de bewaking van wegversperringen vaak overgelaten wordt aan slecht betaalde, ongedisciplineerde en niet zelden corrupte leden van de FDS, worden reizigers afgeperst, lastiggevallen of geïntimideerd. Ook militieleden maken zich hieraan schuldig. Afpersing vindt volgens verschillende internationale bronnen stelselmatig plaats.222 Bij de wegversperringen wordt naar identiteitskaarten gevraagd, maar ook naar andere documenten. Een groot deel van de bevolking beschikt echter niet over identiteitspapieren.223 Bovendien worden identiteitspapieren, zoals een rijbewijs, vaak ingenomen als de `bewakers' niet tevreden zijn met het bedrag dat een reiziger overhandigt. Deze praktijken zijn, in de zuidelijke delen van het land, vooral gericht op reizigers komend uit de noordelijke door de FN gecontroleerde gebieden, niet-Ivorianen en Ivorianen met een `noordelijk klinkende' achternaam.224 Het komt voor dat identiteitspapieren van niet-Ivorianen door de veiligheidstroepen worden geconfisqueerd en/of vernietigd.225


220 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 - Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; US Department of State, International Religious Freedom Report 2007 ­ Côte d'Ivoire, 14 september 2007.
221 Government of Burkina Faso, Côte d'Ivoire: communiqué final ­ troisième réunion du comité d'évaluation et d'accompagnement, Dialogue direct inter ivoirien, 14 januari 2008, verkrijgbaar via http//www.reliefweb.int, geraadpleegd op 6 februari 2008.
222 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007, 14 september 2007; IRIN, Blocking roads, blocking peace, 2 augustus 2007.
223 Schattingen gaan uit van 300.000 tot 3 miljoen ongeregistreerde personen.
224 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Refugees International, Côte d'Ivoire: address root causes of conflict to prevent and reduce statelessness, 15 februari 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
225 Refugees International, Côte d'Ivoire: address root causes of conflict to prevent and reduce statelessness, 15 februari 2007; US Department of State, International Religious Freedom Report 2007 - Côte d'Ivoire, 14 september 2007.
46

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Volgens de overheid worden in en om Abidjan alleen tussen 0.00 uur en 06.00 uur wegversperringen opgeworpen met het oog op de veiligheid. In de praktijk worden de wegversperringen, die in de stad zelf minder dan 100 meter van elkaar zijn verwijderd, al aan het begin van de avond opgeworpen en alleen gebruikt om voorbijgangers af te persen. De meeste wegversperringen buiten Abidjan worden tussen 18.00 uur en 07.00 uur opgeworpen.
Internationaal226
Ivorianen kunnen in beginsel zonder beperking door de Ivoriaanse regering van en naar het buitenland reizen. De internationale luchthaven van Ivoorkust is gelegen nabij Abidjan. De luchthaven wordt, voor zover bekend, onder andere aangedaan door de volgende luchtvaartmaatschappijen:

- internationale vluchten: Air France, Kenya Airways, Royal Air Maroc, SN Brussels Airways, South African Airways; Emirates;
- regionale en lokale vluchten: Air Ivoire, Air Sénégal, Weasua Air Transport. De reizigerscontrole op de moderne luchthaven van Abidjan is redelijk georganiseerd. Ivoriaanse staatsburgers dienen bij vertrek te beschikken over een geldige nationale identiteitskaart. Ingezetenen van Ivoorkust (niet-staatsburgers) dienen voor verblijf een geldig paspoort en een geldig visum te kunnen tonen. Onderdanen van andere ECOWAS-lidstaten dan Ivoorkust hebben voor verblijf in Ivoorkust van minder dan één maand alleen een paspoort of een nationale identiteitskaart nodig. Voor een verblijf van langer dan één maand zijn een paspoort en visum vereist. Voor alle reizigers geldt dat een gele koortsvaccinatie verplicht is.
Internationale reisdocumenten
Ivoriaanse paspoorten worden alleen afgegeven door de Direction de la Sécurité du Territoire (DST) in Abidjan. Ivorianen die woonachtig zijn in het buitenland kunnen voor het aanvragen van een nieuw paspoort of het verlengen van een oud paspoort wel terecht bij hun ambassade of consulaat ter plaatse. Vanaf de leeftijd van achttien jaar kan zelfstandig een paspoort worden aangevraagd. Bij de aanvraag dienen de volgende documenten te worden overgelegd: vier pasfoto's, een geboorteakte van de aanvrager, tezamen met de geboorteaktes van zijn/haar beide ouders, een identiteitskaart en een bewijs van nationaliteit. 227 Een paspoort is drie jaar geldig, met de mogelijkheid tot verlenging voor een additionele periode van niet langer dan vijf jaar. Dienstpaspoorten en diplomatieke paspoorten worden afgegeven onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken.


226 Informatie in deze subparagraaf is grotendeels afkomstig uit voorgaande ambtsberichten.
227 Dit is een `certificat de nationalité', dat wordt afgegeven door het ministerie van Justitie. Het wordt opgesteld op basis van de geboorteaktes van beide ouders.
47

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Op legale wijze kan de afgifteprocedure maandenlang duren. Door middel van omkoping kan de procedure aanzienlijk worden verkort. Andere documenten
In het Akkoord van Ouagadougou is besloten dat ten behoeve van de uitvaardiging van nieuwe identiteitsdocumenten (nationale identiteitskaart, carte nationale d'identité, en verblijfsvergunning, carte de séjour) een nieuw systeem wordt opgezet. Op 20 december 2007 tekende president Gbagbo hiertoe een decreet, waarmee de regels voor het verkrijgen van een nationale identiteitskaart werden vereenvoudigd. Iedereen die ouder is dan 16 jaar kan nu tegen overlegging van zowel een nationaliteitsbewijs als een geboorteakte of, als men geen geboorteakte heeft een vervangend geboortebewijs (te verkrijgen via de audiences foraines), een nationale identiteitskaart verkrijgen.228 Vanaf 18 jaar is men verplicht een identiteitskaart te hebben. De identiteitskaart is een jaar geldig en kost 5.000 FCFA (7,60 EURO). Leden van bepaalde etnische groepen, zoals de Bété, krijgen dit document in de praktijk vaak sneller en gemakkelijker dan anderen. De nieuwe identiteitsdocumenten worden gemaakt en uitgegeven door het Office National d'Identification (ONI).229
Niet-Ivorianen, die een vervangend geboortebewijs hebben en een document van hun consulaat waarin hun nationaliteit is aangegeven, komen in aanmerking voor een nieuwe identiteitskaart, in overeenstemming met hun status. Dit is een `titre de séjour provisoire' dat groen van kleur is, zes maanden geldig is en 2.000 FCFA (3 EURO kost.
In het vredesakkoord is tevens afgesproken dat identificatie op basis van de verkiezingsregisters wordt toegekend. Dit proces zal na afronding van de audiences foraines van start gaan. Ivorianen kunnen hun naam laten toevoegen aan het kiesregister, daarbij ontvangen zij een ontvangstbevestiging met daarop een persoonlijk identificatienummer. Het vastgestelde register dient, behalve als database voor de uitgifte van oproepingskaarten bij de verkiezingen, ook als database voor de uitgifte van de nieuwe identiteitskaarten. Eerdergenoemde ontvangstbevestiging moet getoond worden wanneer de identiteitskaart wordt opgehaald.230


228 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
229 UNHCR, Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007; ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.

230 UNHCR, Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007; ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007.

48

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Iedere buitenlander die van plan is zich in Ivoorkust te vestigen of die langer dan drie maanden in Ivoorkust verblijft, dient in het bezit te zijn van een verblijfsvergunning (carte de séjour) of, afhankelijk van het geval, een vluchtelingenkaart (carte de réfugié). De vluchteling die houder is van een verblijfsvergunning, kan zich in principe vrij bewegen, maar hij kan zich niet zonder toestemming van de autoriteiten elders in het land vestigen. Geregistreerde Liberiaanse vluchtelingen, verblijvend in de ontvangstzone (zone d'accueil231) in de grensgebieden, beschikken over de vluchtelingenstatus. Het is vluchtelingen uit deze categorie niet toegestaan zich vrij te vestigen buiten die zone. Ten behoeve van hun sociale en economische integratie heeft de regering het plan opgevat de niet teruggekeerde Liberiaanse vluchtelingen in de ontvangstzone in aanmerking te laten komen voor officiële vestiging in Ivoorkust. Er zijn drie juridische mogelijkheden/keuzes om dit tot stand te brengen:

- naturalisatie;

- behoud van vluchtelingenstatus. Dan ontvangen zij een elektronische identiteitskaart. De regering heeft toegezegd deze identiteitskaart als verblijfsvergunning te erkennen (carte de séjour);
- aanvragen van een Liberiaanse consulaire identiteitskaart via UNHCR. Daarmee blijven zij Liberiaan, maar zij verliezen hun vluchtelingenstatus. Deze identiteitskaart geldt ook als verblijfsvergunning. UNHCR zal uit haar gegevens opmaken wie in aanmerking komt voor bovenstaande procedures.
Om een kind in te schrijven en vervolgens een geboorteakte te krijgen, is een medische verklaring van het plaatselijke ziekenhuis of een verpleegkundige nodig. In de praktijk volstaat een aantekening in het zogenaamde carnet de naissance. Een carnet de naissance is een medisch boekje, dat aan elke zwangere vrouw tijdens de zwangerschap wordt afgegeven door het ziekenhuis of de verpleegkundige. In het boekje worden alle medische controles en vaccinaties bijgehouden. Als er geen medische verklaring is, moet het kind binnen 24 uur na de geboorte aan de gemeenteambtenaar worden gepresenteerd ter inschrijving. Veel kinderen in Ivoorkust staan niet geregistreerd.232 Vooral op het platteland gaan veel vrouwen nooit naar de dokter, ook niet als zij zwanger zijn en ze beschikken daarom ook niet over een carnet de naissance van hun kind(eren). Daarnaast worden de meeste geboortes in de praktijk niet aangegeven, omdat het niet belangrijk of nodig wordt geacht. In de door de FN gecontroleerde gebieden worden geboortes niet geregistreerd. Er worden ook geen geboorteaktes verstrekt. In Ivoorkust bestaan geen geautomatiseerde systemen van registratie. In elke gemeente worden de boeken van de burgerlijke stand in papieren vorm


231 In deze zone worden zij prima facie als vluchteling erkend, buiten de zone niet. Er zijn geen kampen voor Liberianen, maar zij worden in de dorpen door de lokale bevolking opgevangen en maken gebruik van lokale faciliteiten.
232 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007.
49

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

bijgehouden. Veel registers zijn tijdens de oorlog (gedeeltelijk) vernietigd of verdwenen. Volgens de afspraken uit het derde aanvullende vredesakkoord zal men vanaf eind december 2007 beginnen met het herstel van de registers van de burgerlijke stand.233
3.3.5 Rechtsgang
De grondwet stipuleert een onafhankelijke rechterlijke macht (artikel 101). Daarnaast heeft de verdachte recht op een eerlijk proces (artikel 20). Deze rechten worden in de praktijk niet altijd gerespecteerd. In juni 2007 heeft de `Rule of Law Unit' van ONUCI een rapport over de organisatie en het functioneren van het justitiële systeem uitgebracht.234 Logistiek gezien is er, behalve het probleem van een gebrekkig (en soms geen) gerechtsgebouw, een ernstig tekort aan materiaal. Tevens is er een ernstig tekort aan (geschoolde) juristen. De personen díe werkzaam zijn binnen het rechtssysteem ontberen vaak de motivatie om buiten Abidjan te werken, waardoor personen in de rest van het land geen (of slechte) toegang tot een rechter en/of juridische hulp hebben.235 Ivorianen hebben toch al beperkte toegang tot een rechter vanwege het feit dat zij daar het geld niet voor hebben of omdat ze niet bekend zijn met de juridische mogelijkheden. Het grootste probleem binnen het rechtssysteem is echter de wijdverbreide corruptie, die op verschillende wijzen en binnen alle facetten van het justitieel systeem voorkomt.236 Rechters laten zich niet alleen beïnvloeden door politieke of economische druk, maar ook door familie en vrienden of langs sociale en etnische lijnen. Ze zijn makkelijk omkoopbaar, soms zelfs met seksuele handelingen.237 Volgens een internationale bron zijn er in het land maar een paar goede individuele rechters en heeft zelfs de president van het


233 EIU, Country Report Côte d'Ivoire, januari 2008.
234 ONUCI heeft in juni 2007 tevens een rapport over jeugdcriminaliteit uitgebracht, waarin onder andere de werking van het rechtssysteem ten aanzien van minderjarigen is omschreven.ONUCI, L'enfance délinquante en Côte d'Ivoire, juni 2007.
235 Personen in het noorden hebben helemaal geen toegang tot een rechter vanwege het feit dat het rechtssysteem al sinds 2002 niet meer werkt. Personen die tegen het noorden en de voormalige vertrouwenszone aan wonen hebben soms geen toegang tot een beroepsrechter, omdat hun (werkzame) districtssectie onder jurisdictie van het Hof van Beroep van Bouaké valt.

236 De notie van corruptie zit zo diepgeworteld, dat veel burgers geloven dat slechts door omkoping een gunstige uitspraak te verkrijgen is. IRIN, Justice comes at a price as corruption booms in court, 13 juli 2007.
237 ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
50

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Hooggerechtshof een zeer slecht imago (omkoopbaar).238 De analyse van ONUCI wordt door meerdere bronnen gedeeld.239
Volgens de grondwet oordeelt de Conseil Supérieur de la Magistrature (Hoge Raad voor de Rechterlijke Macht) over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en beslist deze Hoge Raad over benoemingen en promoties van rechters. In de praktijk worden rechters echter benoemd door de president en kan de Hoge Raad zijn disciplinerende taak wegens het ontbreken van een uitvoeringswet niet uitvoeren.240
ONUCI geeft aan dat het gerechtelijk apparaat in het noorden en in de voormalige vertrouwenszone al sinds september 2002 niet of nauwelijks meer werkt, maar gaat niet in op het `systeem' van de FN ten aanzien van de bestraffing van misdrijven en de oplossing van conflicten.241 Een bron omschrijft het als een soort `ad hoc' systeem, dat vooral is gebaseerd op traditionele rechtspraak en conflictbeslechting om het aantal gevangenen zo laag mogelijk te houden. In de praktijk oefenen de FN hun gezag uit door middel van (het dreigen met) geweld, wat bijdraagt aan de onveiligheid en de mensenrechtenschendingen in het noorden.242 Het gebied van de FN is verdeeld in tien districten, met elk een eigen politiemacht aangevoerd door een commissaris, die belast is met bestrijding van alle vormen van misdaad. Deze commissarissen fungeren in feite als politie, openbaar aanklager en rechter. Sommige commissarissen leggen straffen op die in lijn zijn met het Ivoriaanse strafrecht, anderen hanteren hun eigen maatstaven. Verdachten hebben geen recht op een advocaat en de commissarissen staan onder grote invloed van de militaire leiders van de FN. Als gevolg hiervan zijn de uitkomsten van een dergelijke procedure in het noorden volgens Human Rights Watch arbitrair.243
De regering en de FN hebben een weinig actieve opstelling om mensenrechtenschendingen aan te pakken. Ook de activiteiten van de milities en


238 ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

239 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Freedom House, Freedom in the World ­ Cote d'Ivoire (2007).
240 ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007.

241 ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007.

242 HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
243 HRW, "Because they have the guns ... I'm left with nothing." The Price of Continuing Impunity in Côte d'Ivoire, 24 mei 2006.
51

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

de Jeunes Patriotes worden door de regering getolereerd.244 De rechterlijke macht is sterk gepolitiseerd en het ontbreekt aan onafhankelijk toezicht. Deze `cultuur van straffeloosheid' voor mensenrechtenschendingen, met name begaan door de verschillende onderdelen van de krijgsmacht en politie, blijft daardoor volgens meerdere bronnen één van de grootste problemen in Ivoorkust.245 Over het algemeen zijn burgers bang om aangifte te doen van mensenrechtenschendingen. In eerste instantie omdat ze ontzag hebben voor het gezag en onbekend zijn met hun rechten. Ten tweede uit angst voor represailles. Slachtoffers en/of hun families worden vaak bedreigd. Bovendien helpt het niet dat ze soms bij de `dader' hun klacht moeten indienen, aangezien ook politieagenten zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen.246 Tijdens de verslagperiode vond in Daloa, in het westen van het land, de eerste rechtszaak plaats waarbij juryrechtspraak werd toegepast. Van de 21 verdachten werden 11 personen schuldig bevonden van deelname aan de etnisch gemotiveerde massamoord in 2005 op 71 inwoners uit de dorpen Petit Duékoué en Guitrozon in het zuidwesten van het land.247
3.3.6 Arrestaties, detenties en verdwijningen
Wederrechtelijke vrijheidsberoving is volgens de grondwet verboden. 248 Juridisch gezien kan een persoon in Ivoorkust na aanhouding niet langer dan 48 uur worden vastgehouden (in afwachting van een officiële aanklacht en eventuele strafvervolging).249 Daarna dient een verlenging van voorarrest te worden goedgekeurd door de rechter. In de praktijk worden deze waarborgen niet gerespecteerd.250


244 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Freedom House, Freedom in the World ­ Cote d'Ivoire (2007), 16 april 2007.
245 A/62/609-S/2007/757; S/2007/421; HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
246 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007 ; UIDH, Côte d'Ivoire: suppression de la carte de séjour, 19 november 2007.
247 S/2007/593.

248 Zie artikel 21 van de grondwet, verkrijgbaar via http://www.unhcr.org
249 De periode van 48 uur detentie kan echter zonder rechterlijke tussenkomst met nogmaals 48 uur worden verlengd.

250 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

52

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

In zowel de door de regering als in door de FN gecontroleerde gebieden vonden gedurende vorige verslagperiodes buitengerechtelijke (en vaak willekeurige) arrestaties, detenties en verdwijningen plaats. Niet zelden waren deze politiek gemotiveerd. Tijdens de huidige verslagperiode zijn geen aanwijzingen voor verbetering van de situatie in de voorgaande verslagperiode gevonden.251 Volgens een internationale bron is er wel enige hoop op een nieuwe benadering door de overheid ten aanzien van de problemen in gevangenissen. Er is namelijk voor het eerst gesproken over een budget per gevangene, terwijl voorheen de mogelijke capaciteit van de gevangenis bepalend was voor de hoogte van het budget.252 Situatie in gevangenissen
In de meeste gevangenissen zijn de omstandigheden slecht en veel gevangenissen zijn overbevolkt. Een gevangene beschikt gemiddeld over minder dan twee vierkante meter ruimte per cel. Mannen en vrouwen verblijven in gescheiden cellen, maar bij gebrek aan voldoende vrouwelijk bewakingspersoneel, worden vrouwen 's nachts door mannelijk personeel bewaakt. Ten aanzien van sociale reïntegratie zijn er nauwelijks mogelijkheden. De meeste gevangenen doen de hele dag niets, omdat er geen middelen zijn om hen aan het werk te stellen en sociaaleducatieve activiteiten ontbreken.253
In het najaar van 2007 publiceerde de sectie Rule of Law van ONUCI een rapport over de situatie in de penitentiaire inrichtingen in Ivoorkust.254 ONUCI onderzocht de situatie in 22 gevangenissen in zowel het door de regering gecontroleerde gebied (het zuiden), als 11 gevangenissen in het centrum, noorden en oosten van het land, die onder controle van de FN staan.255 De gevangenissen in het zuiden functioneerden volgens ONUCI normaal. Ze staan onder controle van de Direction de l'Administration Pénitentiaire (DAP), die weer onder toezicht staat van het ministerie van Justitie en Mensenrechten. De DAP kampt met een tekort aan financiële, materiële middelen en personeel, waardoor de veiligheid van de gevangenissen in het geding komt. Een klein aantal personen krijgt hierdoor het beheer over de gevangenen, wat vaak tot conflicten leidt. Eind mei 2007 bevatten deze gevangenissen in totaal 9.586 gevangenen.


251 S/2007/421; HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.

252 S/2007/421; HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007.

253 ONUCI, Rapport sur la situation des établissements pénitentiaires en Côte d'Ivoire, 2007.
254 ONUCI, Rapport sur la situation des établissements pénitentiaires en Côte d'Ivoire, 2007.
255 Enkele van deze gevangenissen konden niet worden bezocht in verband met de veiligheidssituatie of omdat ze beschadigd of gesloten waren.
53

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Van de elf gevangenissen die onder controle van de FN staan, zijn er slechts vijf operationeel.256 Het beheer van deze gevangenissen wordt verzorgd door FAFN- personeel en vrijwilligers die geen enkele opleiding of ervaring hebben. Er is geen budget voor het beheer van de gevangenissen. Van tijd tot tijd worden er gevangenen vrijgelaten, vaak betreft het vrouwen, kinderen of zieken. Eind mei 2007 bevatten deze gevangenissen in totaal 274 gevangenen, waaronder twee vrouwen en 26 buitenlanders. Het Rode Kruis en de FAFN verzorgen de maaltijden voor de gevangenen.
Hoewel zowel de voedselvoorziening als de gezondheidssituatie in de gevangenissen over het algemeen genomen nog steeds ontoereikend zijn,257 was er volgens ONUCI toch sprake van een verbetering tijdens de verslagperiode. Zo is het aantal sterfgevallen in alle gevangenissen gedaald. Wel zijn er nog te weinig eerste hulpposten aanwezig en zijn er gevangenen die lijden aan ondervoeding.258 Volgens het laatstverschenen rapport over de mensenrechtensituatie van US Department of State is een groot deel van de gevangenen (nog) niet veroordeeld. 259 Zij worden langer dan de voorgeschreven (twee maal) 48 uur, zonder enige vorm van proces, in voorarrest gehouden.
ONUCI, het Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen en andere hulporganisaties hebben toegang tot alle gevangenissen in het hele land.260 Begin januari 2008 werden tien personen, o.a. twee Fransen, waarvan één journalist, opgepakt wegens samenzwering tegen de regering en ondervraagd over een mogelijke inbreuk op de staatsveiligheid. Zij worden vastgehouden in de gevangenis van Abidjan. Volgens enkele internationale bronnen verblijft de journalist samen met een vijftiental andere gevangenen in een geheime gevangenis van de DST (Direction de la Surveillance du Territoire). De gevangenen worden buiten alle procedures en wetgeving om vastgehouden.261


256 Het betreft de Prison civile van Bouaké, de Maisions d'Arrêt et de Correction in Korhogo, Séguéla, Touba en Man.

257 Gevangenen krijgen doorgaans maar één maaltijd per dag.
258 Met name in de gevangenissen van Daloa, Bouaflé, Divo, Sassandra, Soubré.
259 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

260 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; ONUCI, Rapport sur la situation des établissements pénitentiaires en Côte d'Ivoire, 2007.

261 Reuters, French reporter arrested in Ivory Coast, 4 januari 2008; Reuters, Ivor y Coast charges 10 with plotting against state, 17 januari 2008; Le Monde, Dix personnes, dont deux Français, arrêtées en Côte d'Ivoire, 17 januari 2008; Le Monde, Un reporter français inculpé de `complot'à Abidjan, 18 januari 2008; UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 6 februari 2008.

54

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

3.3.7 Mishandeling en foltering
Mishandeling en foltering, evenals alle andere vormen van onmenselijke of mensonterende bestraffing, zijn grondwettelijk verboden (artikel 2 van de grondwet). In de praktijk wordt dit verbod niet nageleefd. Mishandeling en marteling (van gevangenen) door de politie of veiligheidsdiensten komen voor.262 Met name buitenlanders afkomstig uit de West-Afrikaanse regio en Ivorianen uit het noorden van het land lopen in het zuiden gevaar om zonder aanwijsbare reden te worden gearresteerd en vervolgens mishandeld. Ook in de door de FN gecontroleerde gebieden komen mishandeling en marteling van burgers en overheidsbeambten door de FN voor.263 3.3.8 Buitengerechtelijke executies en moorden
`Reguliere' krijgsmachten (zowel aan regeringszijde als aan FN-zijde) en pro- regeringsmilities worden verantwoordelijk gehouden voor buitengerechtelijke executies en moorden.264 De executies werden vaak gepleegd onder het mom van criminaliteitsbestrijding. Personen afkomstig uit het noorden van het land, immigranten uit andere Afrikaanse landen en (vermeende) sympathisanten van de FN liepen in het zuiden van Ivoorkust een verhoogd risico om slachtoffer te worden van buitengerechtelijke executies en moorden. Doodseskaders, noch `irreguliere' groeperingen (Liberiaanse strijders, Liberiaanse vluchtelingen en burgers die etnische banden hebben met Liberia) hebben zich gedurende de verslagperiode schuldig gemaakt aan buitengerechtelijke executies.265 Een lokale mensenrechtenorganisatie bevestigt dat doodseskaders sinds 2004/2005 niet meer voorkomen in Ivoorkust. Volgens deze en andere bronnen komen buitengerechtelijke executies echter nog wel voor in Ivoorkust.266


262 UIDH, Côte d'Ivoire: suppression de la carte de séjour, 19 november 2007; Reuters, French reporter arrested in Ivory Coast, 4 januari 2008; Le Monde, Un reporter français inculpé de `complot'à Abidjan, 18 januari 2008.
263 Reuters, French reporter arrested in Ivory Coast, 4 januari 2008; Le Monde, Un reporter français inculpé de `complot'à Abidjan, 18 januari 2008; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
264 AFP, Côte d'Ivoire: UN accuses government, new forces troops of human rights abuses, 20 september 2007.

265 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

266 ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 22 oktober 2007; ONUCI, Côte d'Ivoire: UNOCI condemns the violence in Bouaké, 31 december 2008; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

3.3.9 Doodstraf
De grondwet verbiedt iedere sanctie waarbij het menselijk leven wordt ontnomen (artikel 2). Het Wetboek van Strafrecht is nog niet in overeenstemming gebracht met de grondwet. Er zijn in de verslagperiode geen doodvonnissen uitgesproken en/of voltrokken.
3.3.10 Mensenhandel
Volgens de grondwet van Ivoorkust heeft eenieder recht op persoonlijke vrijheid en onschendbaarheid (artikel 2). Elke vorm van slavernij en dwangarbeid is verboden (artikel 3). Handel in mensen wordt, daarentegen, niet expliciet en als zodanig verboden of strafbaar gesteld.267 In de praktijk vormt mensenhandel een groeiend probleem in Ivoorkust.268 Binnen de netwerken voor mensenhandel fungeert Ivoorkust als een land van zowel bestemming, doorvoer, als oorsprong.Mensenhandel binnen de landsgrenzen komt meer voor dan internationale mensenhandel.269 Slachtoffers zijn met name vrouwen en kinderen die in Ivoorkust werkzaam zijn als huishoudelijke hulp of in de prostitutie. Vrouwen en meisjes worden voornamelijk vanuit het noorden naar steden in het zuiden gebracht. Jongens worden in het hele land ingezet in de mijnbouw, in de landbouw, op cacaoplantages en voor het verrichten van andere vormen van arbeid. Een groot deel van de slachtoffers onder de jongens is afkomstig uit de omringende landen, terwijl veel meisjes afkomstig zijn uit andere Noord-, West- of Centraalafrikaanse landen en landen als China, de Filippijnen en Oekraïne. Daarnaast worden veel mensen via Ivoorkust naar Europa verhandeld. Volgens UNICEF vormen o.a. factoren als armoede, corruptie, analfabetisme, het niet hebben van toegang tot scholing, het niet beschikken over identiteitspapieren en de afwezigheid van een goed functionerend juridisch kader belangrijke redenen voor de handel in kinderen in Ivoorkust.270


267 US Departement of State, Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007.
268 S/2007/593.

269 US Departement of State, Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007; UNICEF, Côte d'Ivoire 2007 Fact Sheet,Child Trafficking, maart 2007.
270 UNICEF, Côte d'Ivoire 2007 Fact Sheet, Child Trafficking, maart 2007; US Departement of State, Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007; UNICEF, Child trafficking in Côte d'Ivoire: Efforts under way to reverse a tragic trend, 14 juni 2007; HRW, "My heart is cut"- Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; AFP, Côte d'Ivoire: UN accuses government, new forces troops of human rights abuses, 20 september 2007; S/2007/593; IRIN, Côte d'Ivoire-Ghana: efforts too small to curb child labour on cocoa farms, 18 februari 2008.
56

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

In 2007 hebben de Ivoriaanse autoriteiten enkele pogingen ondernomen mensenhandelaars te vervolgen en slachtoffers te beschermen (o.a. door het opzetten van anti-trafficking and child protection committees). Ook werd getracht mensenhandel te voorkomen door het houden van bewustwordingscampagnes. Het nationale actieplan tegen kinderhandel en kinderarbeid, dat in januari 2007 werd opgesteld, moet echter nog worden goedgekeurd door het kabinet. Ivoorkust heeft het 2007 UN TIP Protocol niet geratificeerd.271 In mei 2007 werd door het ministerie van Familie, Vrouwen en Sociale Zaken in samenwerking met de politie, het IOM en enkele andere (inter-)nationale organisaties een programma ter bestrijding van mensenhandel opgezet.272 3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Vrouwen en meisjes
Wetgeving en maatschappelijke positie
De grondwet garandeert de gelijkheid van man en vrouw (artikelen 2,7 en 17). In de praktijk is de positie van vrouwen in Ivoorkust echter ondergeschikt aan die van de man en worden vrouwen gediscrimineerd op onder meer de arbeidsmarkt, op de toegang tot onderwijs bij het verkrijgen van leningen en in erfrechtkwesties.273 (Seksueel) geweld tegen vrouwen
Sinds het uitbreken van het conflict in september 2002 zijn duizenden vrouwen en meisjes slachtoffer geworden van wijdverbreide en soms stelselmatige (groeps)verkrachting. Vrouwen werden ontvoerd en gedwongen te werken als seksslavin, met name in het westen van Ivoorkust. Verkrachting ging vaak gepaard met mishandeling en marteling en vond vaak in het openbaar en in aanwezigheid van familieleden plaats. Politie, veiligheidsdiensten, FDS, FN en gelieerde rebellengroeperingen maakten zich hieraan schuldig.Vanwege het ineenstorten van het juridisch systeem in het noorden en politieke onwil om daders te vervolgen in het zuiden, zijn de daders voor deze misdrijven niet ter verantwoording geroepen. Deze straffeloosheid zorgt voor een voortzetting van verkrachtingen en ander seksueel geweld tegen vrouwen. Amnesty International en Human Rights Watch


271 US Departement of State, Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007.
272 S/2007/593.

273 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; HRW, Freedom in the World ­ Côte d'Ivoire (2007), 16 april 2007.
57

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

hebben hierover in maart en augustus 2007 uitgebreid gerapporteerd. De regering heeft hierop tot nu toe niet gereageerd.274
Geweld tegen vrouwen en meisjes, met inbegrip van seksueel geweld en seksuele intimidatie, komt nog steeds op grote schaal voor in Ivoorkust.275 Vooral vrouwen en meisjes op het platteland zijn hiervan slachtoffer. Vaak is de dader een mannelijk familielid, maar ook militairen, politie en militieleden maken zich aan dit soor misdrijven schuldig. Seksueel geweld en seksuele intimidatie zijn strafbaar gesteld, maar in de praktijk wordt nauwelijks opgetreden tegen de daders. Slachtoffers van seksueel geweld worden gestigmatiseerd. Sociale druk van de familie en de lokale bevolking weerhoudt vrouwen er vaak van om aangifte te doen of te volharden in een ingediende klacht. Vrouwen die aangifte doen, worden vaak niet serieus genomen. Vrouwenmishandeling in de context van huiselijk geweld wordt door veel vrouwen geaccepteerd. Een groot deel van de vrouwen denkt dat haar partner om verschillende redenen het recht heeft haar te slaan.276 Politie en rechtbanken zien vrouwenmishandeling in dit verband doorgaans als een privéaangelegenheid. Verkrachting binnen het huwelijk wordt niet als misdrijf gezien, aangezien de gedachtegang wijdverbreid is dat de vrouw binnen het huwelijk geen zeggenschap over haar eigen lichaam heeft. Seksuele intimidatie wordt door veel vrouwen geaccepteerd.277
Het onderzoek naar de aantijgingen van veelvuldig seksueel misbruik van minderjarigen door ONUCI-personeel in het gebied rond Bouaké is nog gaande.278 De therapiecentra voor slachtoffers van huiselijk geweld van het ministerie voor Vrouwen-, Familie- en Kinderzaken zijn niet meer actief. Anderzijds heeft het Nationale Comité ter Bestrijding van Geweld jegens Vrouwen en Kinderen onvoldoende budget om zijn werkzaamheden uit te voeren, waardoor effectieve bescherming in de praktijk niet kan plaatsvinden. Er zijn geen contactpunten van het comité bekend.


274 AI, Targetting women - the forgotten victims of the conflict, 15 maart 2007; US Departement of State, Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007; HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; IRIN, Government urged to act over sexual abuse of women, 3 augustus 2007.
275 UN Security Council, Le Conseil de sécurité condamne fermement les violations du droit international contre les femmes et les filles dans les conflits armés, 23 oktober 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2007.
276 UNICEF, Multiple Indicator Cluster Survey Côte d'Ivoire - 2006, maart 2007.
277 HRW, "My heart is cut". Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007; UNICEF, Multiple Indicator Cluster Survey (MICS 2006).
278 Jeune Afrique, Côte d'Ivoire: Investigators face difficulties in inquiry into UN peacekeepers, 13 september 2007; S/2007/593; S/2008/1; OCHA, Rapport hebdomadaire no. 47/48, 19 november ­ 2 december 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.

58

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Genitale verminking
Sinds 1998 is genitale verminking (Female Genital Mutilation, FGM) in Ivoorkust bij wet verboden (wet nr. 98/757 van 23 december 1998). Daarnaast verbiedt de grondwet (artikel 3) lichamelijk geweld, mutilatie en elke vorm van ontering van het menselijk wezen.
Ondanks dit wettelijk verbod komt FGM van vrouwen in de praktijk nog steeds voor in Ivoorkust, waarbij de daders over het algemeen ongestraft blijven.279 In Ivoorkust worden vooral de zogenaamde "type I" en "type II" excisies uitgevoerd, maar ook type III (infibulatie) komt voor.280 Ivoorkust is één van de West- Afrikaanse landen waar FGM het meest plaatsvindt, al is er volgens UNICEF de laatste jaren op nationaal niveau wel sprake van een dalende trend en vermindert de praktijk meer en meer met elke nieuwe generatie.281 Het percentage Ivoriaanse vrouwen dat besneden is, wordt geschat tussen de 40% en 60%.282 FGM komt met name voor onder de plattelandsbevolking, vooral in het noorden, het noordwesten en in het westen van het land. 283 Het wordt hier vaak uitgevoerd tijdens de oogsttijd (oktober ­ januari). Een groot deel van de vrouwen uit deze regio's gelooft dat de praktijk van FGM goed is en dat het gehandhaafd moet blijven.284 In de centrale en zuidelijke delen van het land komt FGM minder voor, al is er door de oorlog en door migratie een toename te zien onder verschillende etnische groepen in grote steden als Abidjan. Volgens een bron wordt FGM door de meeste etnische groepen in Ivoorkust gepraktiseerd, behalve door de Akan (een deel van Baoulé onder hen praktiseert FGM echter weer wel), de Bété en een deel van de Krou en de Mande. Verder komt FGM voor binnen moslimgemeenschappen (voornamelijk binnen de Malinké-gemeenschap) en onder groepen die traditionele (animistische) geloven aanhangen. Slechts een relatief klein deel van de


279 Op het toebrengen van genitale verminking staat een gevangenisstraf van één tot vijf jaar en een boete tussen XOF 360.000 en XOF 2.000.000 (ongeveer EUR 540 en EUR 3.000). Voor artsen geldt strafverdubbeling en een verbod op het uitoefenen van hun functie voor de duur van maximaal vijf jaar. Indien het slachtoffer komt te overlijden kan een gevangenisstraf van vijf tot twintig jaar worden opgelegd.
280 Type I = het verwijderen van de clitoris, type II = het verwijderen van de clitoris en (delen van) de kleine schaamlippen en type III = infibulatie.
281 Ondanks de dalende trend op nationaal niveau, is er sprake van een stijging in de noordelijke, noordwestelijke en westelijke regio's. Zie: UNICEF Côte d'Ivoire, Third International Symposium of religious leaders committed to the fight against female genital mutilation, Statement bij the Resident Representative, 23 oktober 2007; UNICEF Côte d'Ivoire, Fact Sheet Female Genital Mutilation/Cutting, april 2007.
282 UNICEF Côte d'Ivoire, Fact Sheet Female Genital Mutilation/Cutting, april 2007; UNICEF, Multiple Indicators Cluster Survey (MICS)-3/2006, Côte d'Ivoire, maart 2007, noemt een percentage van 36,4% voor vrouwen tussen de 15 en 49 jaar.
283 ONUCI, Daily brief on Côte d'Ivoire for 7 March 2007, 8 maart 2007.
284 UNICEF Côte d'Ivoire, Third International Symposium of religious leaders committed to the fight against female genital mutilation, Statement bij the Resident Representative, 23 oktober 2007.

59

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

christelijke vrouwen in Ivoorkust is besneden. Vrouwen en meisjes die geen toegang hebben gehad tot onderwijs zijn vaker besneden. Het opleidingsniveau is een relevante factor in deze context. Over het algemeen kan worden gesteld: hoe hoger het opleidingsniveau van de vrouw, hoe kleiner de kans dat haar dochters onderworpen worden aan FGM. Bij welk opleidingsniveau hiervan precies sprake is, is niet bekend.285
Op FGM rust in Ivoorkust een groot taboe. Veel ouders in de steden laten hun dochters daarom (al dan niet stiekem) in het dorp van herkomst besnijden. FGM wordt meestal uitgevoerd bij jonge meisjes of bij meisjes in de puberteit, maar het komt voor dat zelfs baby's en peuters van 0-3 jaar worden besneden. De besnijdenis wordt meestal omgeven door een ritueel, waarbij de meisjes worden meegenomen en terugkeren als `vrouw'. Verder komt het ook voor dat jonge vrouwen vlak voor het sluiten van een huwelijk alsnog besneden worden, vaak op verzoek of aandringen van (de familie van) de toekomstige echtgenoot, omdat de vrouw anders als `onrein' wordt beschouwd. Of een vrouw wel of niet wordt gestigmatiseerd, hangt samen met de gemeenschap waarin ze woont. Als ze in een gemeenschap woont waarin FGM normaal is, dan zal een niet-besneden vrouw geen huwelijkspartner kunnen vinden, niet serieus worden genomen en niet mogen deelnemen aan sociale gebeurtenissen. Voor de meeste meisjes en vrouwen bestaat er geen mogelijkheid om aan besnijdenis te ontkomen. Er wordt zelden aangifte gedaan.
FGM wordt tegen vergoeding uitgevoerd door zogenaamde `exciseuses'. Dit zijn vrouwen die veel status en macht hebben binnen een bepaalde gemeenschap en voor wie het uitvoeren van FGM een bron van inkomsten is. Er zijn, voor zover bekend, geen (overheids)programma's die als doel hebben deze vrouwen een ander beroep aan te leren.
De zorg voor slachtoffers van seksueel geweld en FGM is gedeeltelijk overgenomen door internationale ngo's, zoals het International Rescue Committee (IRC) en UNICEF. Soms benaderen vrouwen ngo's om bescherming tegen besnijdenis te vragen. Ngo's kunnen dan alleen bemiddeling verlenen. In 2006 mobiliseerde UNICEF een groot aantal traditionele en religieuze leiders en voormalige exciseuses in de strijd tegen FGM. Daarnaast werden lokaal protection committees opgezet en namen verschillende dorpen deel aan


285 UNICEF Côte d'Ivoire, Fact Sheet Female Genital Mutilation/Cutting, april 2007; HRW, Freedom in the World ­ Côte d'Ivoire (2007), 16 april 2007.
60

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

voorlichtingscampagnes voor de afschaffing van FGM.286 Volgens internationale bronnen hebben bewustwordingscampagnes zeker impact.287 In oktober 2007 vond in het kader van de strijd tegen FGM een internationaal symposium van religieuze leiders plaats in Abidjan.288 Ivoorkust kent diverse lokale organisaties die zich inzetten voor vrouwen en met name voor de strijd tegen FGM en genderbased violence, zoals: l'Organisation nationale pour l'enfant, la femme et la famille (ONEF), l'Animation rurale de Korhogo (ARK), l'Organisation pour le développement des activités des femmes (ODAFEM), l'Organisation pour les droits et la solidarité en Afrique (OIS) en l'Association Ivoirienne pour la Défense des droits des femmes (AIFD). Daarnaast werd eind januari 2008 een Centre of Excellence for Women geïnaugureerd in Man. Dit centrum is opgericht om vrouwen die in moeilijke omstandigheden leven, met name vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld of vrouwen met aids, te helpen.289
HIV/AIDS
Volgens meerdere bronnen loopt het aantal HIV/AIDS-geïnfecteerden, met name onder jonge zwangere vrouwen, in Ivoorkust terug, o.a. als gevolg van veiliger seksueel gedrag.290 Grote zorg is dat vooral vrouwen besmet zijn met het virus.291 Tevens bestaat er een groot taboe op de ziekte.292 Meer dan 52% van de jongeren in Ivoorkust is voor hun 16e levensjaar seksueel actief (vaak zonder bescherming).293


286 UNICEF Côte d'Ivoire, Fact Sheet Female Genital Mutilation/Cutting, april 2007.
287 UNICEF Côte d'Ivoire, Third International Symposium of religious leaders committed to the fight against female genital mutilation, Statement bij the Resident Representative, 23 oktober 2007.

288 UNICEF Côte d'Ivoire, Third International Symposium of religious leaders committed to the fight against female genital mutilation, Statement bij the Resident Representative, 23 oktober 2007.

289 UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 24 januari 2008.
290 UNAIDS, 2007AIDS epidemic update, 19 november 2007; UNAIDS Fact sheet, key facts per region ­ 2007 AIDS epidemic update, november 2007; UNAIDS/WHO, Global HIV prevalence has levelled off; AIDS is among the leading causes of death globally and remains the primary cause of death in Africa, 20 november 2007; UNICEF, Where ignorance can be deadly, breaking the cycle of AIDS in Côte d'Ivoire, 29 november 2007.
291 International HIV/AIDS Alliance, Côte d'Ivoire : a beacon of hope for HIV/AIDS NGO funding and capacity building, 6 december 2007.
292 IRIN, "I want my life back", 7 augustus 2007.
293 UNFPA, Les jeunes en Côte d'Ivoire commencent à refaire leurs vies après le conflit armée, 30 oktober 2007.

61

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Prostitutie
Prostitutie is niet strafbaar in Ivoorkust voor zover het een afspraak tussen twee volwassenen betreft en de daad niet in het openbaar wordt verricht. Tippelen en souteneurschap zijn wel bij wet verboden en strafbaar.294 3.4.2 Minderjarigen
Minderjarig zijn in Ivoorkust personen die de 21-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt. Voor personen in de leeftijd tussen 18 en 21 jaar geldt een beperkte vorm van handelingsbekwaamheid.295 In het strafrecht worden personen tot 18 jaar aangemerkt als minderjarig.296
Onderscheid tussen kinderen geboren binnen een huwelijk en buitenechtelijke kinderen is in beginsel niet toegestaan, maar volgens een internationale bron worden buitenechtelijke kinderen in de praktijk door geen enkele wet beschermd. 64% van de Ivoriaanse bevolking is jonger dan 25 jaar.297 Volgens een rapport van de secretaris-generaal van de VN over kinderen en het gewapend conflict in Ivoorkust van 30 augustus 2007,298 kent Ivoorkust zes ernstige vormen van schendingen van de rechten van kinderen: 1) recrutering en het inzetten van kinderen door strijdkrachten en gewapende groeperingen; 2) verkrachting en seksueel misbruik; 3) moord en verminking; 4) ontvoering; 5) aanvallen op scholen en ziekenhuizen; 6) de weigering om kinderen humanitaire hulp te bieden. De secretaris-generaal stelde in het rapport dat met name seksueel geweld tegen kinderen, vooral meisjes, nog steeds `alarmerend vaak' voorkomt. Van oktober 2006 tot september 2007 werd er een stijging in het aantal verkrachtingen van kinderen waargenomen. Verder heerst er in het land nog steeds een cultuur van straffeloosheid waar het gaat om de schendingen van kinderrrechten. Ook overlijden kinderen als gevolg van het feit dat de gezondheidszorg in de meeste delen van het land is verslechterd, omdat ze leven in een zeer onveilige omgeving en door het ontbreken van staatsgezag. 299


294 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

295 Zie Wet op de minderjarigheid (wet n°70-483 van 3 augustus 1970). Voor een (Duitstalige) kopie van deze wet zie Elfenbeinküste in Bergmann / Ferid, Internationales Ehe- und Kindschaftsrecht (losbladige editie).
296 ONUCI, L'enfance délinquante en Côte d'Ivoire, juni 2007.
297 UNFPA, Les jeunes en Côte d'Ivoire commencent à refaire leur vie après le conflit armée, 30 oktober 2007.

298 S/2007/515.

299 IRIN, Côte d'Ivoire: sexual cromes against children continue with `alarming frequency', 11 september 2007; S/2008/1; A/62/609-S/2007/757.
62

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Kort na het verschijnen van het rapport, bezocht de Speciale Vertegenwoordiger van de VN voor kinderen en gewapende conflicten Ivoorkust om te onderzoeken hoe het sinds het conflict van 2002 in het land is gesteld met seksueel geweld tegen kinderen, de vrijlating van kinderen door gewapende groeperingen en de reïntegratie van kinderen in hun leefgemeenschap. 300 Tijdens haar bezoek maakte ze afspraken met de Ivoriaanse autoriteiten over de bescherming van kinderen en in het bijzonder over de onderwerpen seksueel geweld en het inzetten van kinderen door gewapende groeperingen en strijdkrachten. De Ivoriaanse autoriteiten hebben toegezegd deze onderwerpen prioriteit te verlenen en een interministeriële commissie aan te stellen. Daarnaast zal er met hulp van de VN een nationaal actieplan om seksueel geweld te beëindigen worden ontwikkeld. Verder zijn er onderhandelingen gaande over het opzetten van een handvest voor de bescherming van kinderen en de hervorming van het rechtssysteem, waarbij rekening wordt gehouden met de rechten van kinderen. De Speciale Vertegenwoordiger riep de Ivoriaanse autoriteiten tevens op het Optionele Protocol bij het Kinderrechtenverdrag en de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten te ratificeren.301
Onderwijs
Ivoorkust is op grond van artikel 28 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat het land in 1991 geratificeerd heeft, verplicht basisonderwijs gratis aan te bieden en een leerplicht in te stellen. Basisonderwijs voor kinderen jonger dan 13 jaar behoort kosteloos te zijn, maar in de praktijk is dit vaak niet het geval.302 De Speciale Vertegenwoordiger van de VN voor kinderen en gewapende conflicten constateerde tijdens een bezoek aan Ivoorkust in september 2007, dat slechts één op de twee leerplichtige Ivoriaanse kinderen naar school gaat. 303 Ook gaan er meer jongens naar school dan meisjes.304 Volgens UNICEF kan ruim 50% van de bevolking lezen en schrijven, behalve in het noorden van het land, daar geldt dit voor slechts 25% van de bevolking. In dit deel van het land zijn ouders vaak zo arm dat ze hun kinderen niet naar school kunnen laten gaan. De kosten van schoolmaterialen zijn te hoog en ze hebben hun kinderen nodig als hulp op het land. De staat moet scholen voorzien van schoolboeken, maar vaak arriveert het schoolmateriaal niet op tijd of helemaal niet. Volgens enkele internationale


300 UN News Service, UN envoy on children and armed conflict begins visit to Côte d'Ivoire, 4 september 2007.

301 Office of the Special Representative of de Secretary-General, Côte d'Ivoire: the government is committed to give children an eminent place in the peace process, 7 september 2007; IRIN, Côte d'Ivoire: sexual cromes against children continue with `alarming frequency', 11 september 2007; S/2007/515; S/2008/1.
302 Een familie betaalt ongeveer FCFA 38.000 per kind per jaar.
303 Office of the Special Representative of de Secretary-General, Côte d'Ivoire: the government is committed to give children an eminent place in the peace process, 7 september 2007.
304 UNICEF, Multiple Indicators Cluster Survey (MICS)-3/2006, Côte d'Ivoire, maart 2007.
63

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

bronnen zijn er momenteel te weinig scholen, waardoor kinderen soms niet naar school kunnen. Ouders willen graag dat hun kinderen naar school gaan, omdat daar voorzieningen voor hen zijn, zoals voeding, schoon water toiletten. De lokale ngo Animation Rurale de Korhogo (ARK) werkt met hulp van UNICEF aan een onderwijsprogramma voor kinderen die het vee moeten hoeden of ander veldwerk doen. Tachtig leraren geven tussen 12.00 uur en 14.00 uur onder de bomen of in dorpshutten op vrijwillige basis les aan kinderen die de hele dag op het land werken. UNICEF zorgt voor de schoolmaterialen en verzorgt trainingen voor de leraren.305 De internationale ngo Save the Children verzorgt onderwijsprogramma's in negen verschillende regio's van het land. Samen met het ministerie van Onderwijs heeft Save the Children in het kader van het zero tolerance beleid voor lijfstraffen op scholen een code of conduct voor docenten opgesteld, omdat kinderen vaak door hun docenten worden geslagen. Kinderarbeid
De minimumleeftijd voor lichte arbeid in de landbouw is 12 jaar. Kinderen tussen de 12 en 14 moeten toestemming hebben van hun ouders om in de landbouw te werken, en mogen per dag niet langer werken dan vier en een half uur. De minimumleeftijd voor overige vormen van arbeid is 14 jaar. Kinderarbeid nam sinds het begin van de politieke crisis in september 2002 toe en is nog steeds een probleem.306 Met name in de cacaosector worden kinderen gedwongen onder gevaarlijke omstandigheden te werken. Vaak krijgen ze hiervoor weinig tot niets betaald. Ivoorkust werkt in het kader van het Harkin-Engel Protocol307 aan een systeem voor vrijwillige certificatie dat in juli 2008 zal worden ingesteld.308 Kinderhuwelijken
Vrouwen die jonger zijn dan 18 jaar en mannen die jonger zijn dan 20 jaar, mogen volgens de wet in Ivoorkust niet in het huwelijk treden. Voor personen van beide


305 IRIN, Côte d'Ivoire: tend to cattle then go to class, 4 december 2007; UNICEF, Non-formal education for Ivorian children in farming communities, 2 januari 2007.
306 UN General Assembly, General Assembly urges stepped up effort to meet `World fit for children' pledges, as high-level review of 2002 special session concludes at Headquarters, 13 december 2007; UNICEF, Multiple Indicators Cluster Survey (MICS)-3/2006, Côte d'ivoire, maart 2007.

307 Het Harkin-Engel Protocol is een overeenkomst tussen negen West-Afrikaanse landen en de VS dat in 2001 werd opgezet met het doel het aantal kinderen dat werkzaam is in de cacaosector terug te brengen, hun werkomstandigheden te verbeteren en te garanderen dat de helft van de cacaoproductie uit West-Afrika zonder de inzet van kinderen wordt geproduceerd. Dit doel had op 1 juli 2005 bereikt moeten zijn, maar door vertragingen, veroorzaakt door o.a. het conflict in Ivoorkust, werd de deadline verschoven naar medio 2008.

308 IRIN, Côte d'Ivoire-Ghana: efforts too small to curb child labour on cocoa farms, 18 februari 2008.

64

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

geslachten die jonger zijn dan 21 jaar, geldt tevens dat zij alleen met toestemming van hun ouders een huwelijk kunnen sluiten. Het is in Ivoorkust wettelijk verboden en strafbaar om personen die de 18-jarig leeftijd nog niet hebben bereikt, te bewegen of te dwingen tot het aangaan van een religieus huwelijk of een huwelijk volgens het gewoonterecht. Het is niet bekend in welke mate dit soort huwelijken voorkomen.309
Kindsoldaten
Tijdens de politieke crisis (vanaf september 2002) maakten zowel de FN, met name in Korhogo, als milities aan regeringszijde, vooral in Guiglo, gebruik van kindsoldaten.310 Volgens UNICEF worden momenteel nog ongeveer 3.000 kinderen ingezet als kindsoldaten in Ivoorkust en zijn 1.000 voormalige kindsoldaten gereïntegreerd in de samenleving. 311 Volgens het rapport van de secretaris-generaal van de VN over kinderen en het gewapend conflict in Ivoorkust van 30 augustus 2007 zijn er tot aan augustus 2007 geen bewijzen meer geweest dat kinderen worden gerekruteerd en werken de FN, de FDS en vier militiegroeperingen nauw samen met de VN om rekrutering te voorkomen.312 Volgens Save the Children worden voormalige kindsoldaten echter nog wel door rebellen gebruikt voor het verrichten van arbeid, zoals koken, schoonmaken en het doen van boodschappen.313
Save the Children tracht, in samenwerking met ONUCI, met onderwijsprojecten bij te dragen aan de maatschappelijke reïntegratie van kinderen die geassocieerd waren met de strijdende partijen.314 Ook UNICEF en andere (internationale) ngo's houden zich bezig met de rehabilitatie van ex-kindsoldaten.315


309 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

310 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007; S/2006/835.

311 UNICEF, Background information, Issues facing children in Côte d'Ivoire, verkrijgbaar via http://www.unicef.org, geraadpleegd op 1 februari 2008; Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007.
312 A/62/609-S/2007/757; S/2007/515; UN News Service, child recruitment continues in over one dozen countries, reports Ban Ki-moon, 29 januari 2008; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2007; UNICEF, Number of armed groups or forces using child soldiers increases from 40 to 57; 12 februari 2008.
313 OCHA/IRIN, Côte d'Ivoire: Former child soldiers still at risk, 13 februari 2008.
314 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007;
315 UNICEF, Background information on Côte d'Ivoire, via www.unicef.org, geraadpleegd op 1 februari 2008; Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007; UNICEF, UNICEF and ECHO reintegrate child soldiers in Côte d'Ivoire, and Béoué is ready for business, 15 mei 2007; UNICEF, Support for the reintegration of young Ivoirians affected by conflict, 6 juli 2007.
65

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Op 6 februari 2007 ondertekende Ivoorkust de Paris Principles, een internationaal akkoord tegen de inzet van kindsoldaten. Het akkoord voorziet onder meer in het voorkómen van rekrutering en het vervolgen van personen die kinderen ronselen.316 Op 1 oktober 2007 hernieuwden de landen die het akkoord tekenden de gemaakte afspraken. Met name in Ivoorkust zou aanzienlijke vooruitgang ten aanzien van de implementatie van het akkoord zijn geboekt.317 Straat- en weeskinderen
Ivoorkust telt een groot aantal straatkinderen, van wie er circa 5.000 in Abidjan verblijven. 318 Ongeveer 30% van de straatkinderen is wees. De meeste kinderen hebben ouders, die niet voor hun kinderen kunnen of willen zorgen. Bovendien worden kinderen op jonge leeftijd op straat gezet om voor zichzelf te zorgen of om geld te verdienen. Het merendeel van de straatkinderen is in aanraking geweest met justitie. Daarnaast zijn veel straatkinderen analfabeet. De kinderen die opgevangen worden hebben vaak psychische problemen, met name vanwege de oorlog, ruzie met hun ouders of armoede.
De overheid voorziet niet in de opvang van straat- en weeskinderen. Deze kinderen worden uitsluitend door particuliere organisaties en lokale ngo's opgevangen.319 In totaal bestaat er in Abidjan een opvangcapaciteit voor 500 kinderen, met een aantal speciale opvangcentra voor meisjes. Voor jongens zijn geen speciale opvangcentra aanwezig. De meeste centra beschikken wel over gescheiden faciliteiten. Naast opvang, wordt vaak psychologische hulp en scholing geboden. Ook worden sociaaleconomische activiteiten ontplooid. 320 Meisjes krijgen bovendien voorlichting over gezondheid en seksualiteit (met het oog op het voorkomen van ongewenste zwangerschap en prostitutie). De opvanghuizen fungeren niet als permanent verblijf voor wezen of straatkinderen. Er zijn geen `luxe' faciliteiten. Het is de bedoeling dat kinderen naar een opvanghuis komen omdat ze iets aan hun situatie willen veranderen, niet vanwege voeding of onderdak. Als de opvang geslaagd is, zullen de kinderen met betere vooruitzichten naar hun ouders/familie terug kunnen keren. Van 6 tot 8 november 2007 werd in Ouagadougou de eerste conferentie gehouden over de rechten van kinderen uit de West-Afrikaanse regio. Het doel van de


316 Speciaal voor dit onderwerp werd een internationale conferentie georganiseerd door UNICEF en de Franse regering. De Paris Principles vloeiden hieruit voort en naast Ivoorkust ondertekenden nog 57 andere landen het akkoord.
317 AP, Nations renew global commitment to stop the use of child soldiers, 1 oktober 2007.
318 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

319 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

320 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007.
---

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

conferentie was te komen tot een verbetering van de mogelijkheden om het Verdrag voor de Rechten van het Kind te implementeren. Geconstateerd werd dat de rechten van kinderen, ondanks allerlei afspraken en wetten, niet zijn verbeterd gedurende de afgelopen 15 jaar. Op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en voeding zijn de kinderen zelfs slechter af. De deelnemende landen werd gevraagd minstens 20% van hun nationale begroting te reserveren voor onderwijs en speciale aandacht te schenken aan kinderhandel en kinderarbeid. Een Comité voor de Rechten van het Kind, bestaande uit onafhankelijke experts, ziet toe op de implementatie van het Kinderrechtenverdrag en de bijbehorende protocollen.321 Jeugdcriminaliteit
ONUCI heeft in juni 2007 een rapport over jeugdcriminaliteit uitgebracht.322 Voor minderjarigen tussen de 10 en 18 jaar323 gelden volgens de Strafwet andere rechtsregels en procedures dan voor volwassenen, bijvoorbeeld op het gebied van duur van en verblijf in voorarrest, behandeling van de zaak door een strafkamer voor minderjarigen, (verplichte) juridische bijstand en op te leggen straffen en/of maatregelen.324 Over het algemeen geldt dat deze regels en procedures in de praktijk niet altijd worden nageleefd, met name wegens gebrek aan kennis en toezicht. Daarbij geldt, hoe verder buiten Abidjan, hoe slechter de regels en procedures worden nageleefd.
Abidjan kent sinds 1981 een `brigade de mineurs', een speciaal opgeleide politiebrigade die zich alleen bezig houdt met zaken omtrent minderjarigen (slachtoffers en daders). Deze politiebrigade beschikt over speciale cellen voor minderjarigen, hoewel het voorkomt dat minderjarigen tussen volwassenen worden vastgehouden. ONUCI constateert echter dat deze brigade geen exclusieve bevoegdheid heeft, wat betekent dat minderjarigen ook bij andere politiebrigades terecht komen, die niet verplicht zijn om hen door te verwijzen. Verschillende ngo's, zoals de lokale organisatie Mouvement pour l'Education, la Santé et le Développement (MESAD), leggen herhaaldelijk bezoeken af om materiële en morele steun aan minderjarigen te verlenen. Buiten Abidjan bestaan geen speciale politiebrigades en zijn er geen specifiek opgeleide agenten. Ook zijn er geen cellen met gescheiden faciliteiten voor minderjarigen.


321 OHCHR, Premier atelier ouest-africain du Comité des droits de l'enfant, 5 november 2007; IRIN, West Africa: region's children worse off despite legislation, 13 november 2007.
322 ONUCI, L'enfance délinquante en Côte d'Ivoire, juni 2007.
323 In het strafrecht worden personen tot 18 jaar aangemerkt als minderjarig (artikel 14 WvSr) en minderjarigen onder de 10 jaar zijn volgens het strafrecht uitgesloten van strafrechtelijke aansprakelijkheid (artikel 116 WvSr).
324 Er bestaan niet alleen verschillen tussen minderjarigen en volwassenen, maar ook tussen minderjarigen onderling (leeftijdsgrenzen van 10, 13 en 16). Voor een uitgebreide omschrijving van de regels, procedures en verschillen wordt verwezen naar het ONUCI- rapport.

67

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Elke Tribunaal van Eerste Aanleg heeft een strafkamer voor minderjarigen325 en bij elk tribunaal is een `kinderrechter' gemachtigd om vooronderzoek te plegen. Deze rechters zijn hier echter vaak niet specifiek voor opgeleid. Daarnaast komt het voor dat de rechters die het onderzoek doen, ook de zaak inhoudelijk behandelen. Bovendien wordt zelden een advocaat toegewezen indien de minderjarige nog geen advocaat heeft. Ook hier springen ngo's in, maar vanwege beperkte capaciteit en middelen vrijwel alleen in Abidjan en enkele grote steden. Het vooronderzoek neemt vaak veel tijd in beslag en ondertussen worden de minderjarigen vastgehouden in een politiecel of huis van bewaring, vooral buiten de steden, terwijl de wet daar alternatieven toe biedt.326 ONUCI maakt daarbij de opmerking dat de rechters uiterst voorzichtig te werk gaan bij meisjes (ongeveer 10% van het totaal aantal veroordeelde minderjarigen) en deze zeer zelden plaatsen bij volwassenen, zelfs als het vrouwen betreft. Na veroordeling worden minderjarigen, ondanks dezelfde soort alternatieven, gedetineerd in reguliere gevangenissen, die vaak wel gescheiden faciliteiten hebben. 3.4.3 Etnische groepen en minderheden
De bevolking van Ivoorkust is etnisch divers. Wijken in steden hebben een duidelijk etnisch karakter en de grote politieke partijen hebben, ondanks een grondwettelijk verbod, aanwijsbare etnische en regionale bases. Huwelijken tussen leden van verschillende etnische groepen zijn wel steeds gebruikelijker, met name in de stedelijke gebieden.327
Door de (politieke) notie van ivoirité (zie pag. 7) heeft het conflict een duidelijke etnische component gekregen, waardoor tegenstellingen tussen de inheemse bevolkingsgroepen onderling en tussen de inheemse bevolking en migranten werden vergroot.328 Sociale discriminatie op grond van etnische afkomst komt nog


325 Er bestaat ook een Cour d'Assises des mineurs voor minderjarigen die een zeer zwaar misdrijf hebben gepleegd. Zie ONUCI, L'Organisation et le Fonctionnement du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire, juni 2007.
326 Het wetboek van Strafvordering geeft meerdere mogelijkheden, maar alleen plaatsing bij familie of gastgezin wordt toegepast. Abidjan kent daarnaast nog twee andere mogelijkheden, te weten plaatsing in private rehabilitatiecentra (met beperkte capaciteit) of in het observatiecentrum voor minderjarigen (centre d'observation pour mineurs, COM). In Bouaké en Man staat ook een COM, maar deze zijn sinds 2002 niet meer werkzaam. Het COM is alleen toegankelijk voor jongens en de wet geeft geen limiet aan de duur van de plaatsing. De private centra worden zelden gebruikt als alternatief voor detentie.
327 US Department of State, International Religious Freedom Report 2007, 14 september 2007.
328 ICG, Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007; Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Côte d'Ivoire, Progress in the
68

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

steeds voor tussen alle etnische groepen en een groot deel van de mensenrechtenschendingen die in Ivoorkust worden gepleegd, is etnisch gemotiveerd.329 In heel Ivoorkust, en met name in Duékoué, Guiglo en de voormalige vertrouwenszone, is sprake van gespannen verhoudingen tussen leden van `Ivoriaanse' etnische groepen en leden van immigrantengemeenschappen.330 De immigranten worden ervan beschuldigd samen te werken met de FN. Bij wegversperringen in regeringsgebied ondervinden noorderlingen en immigranten vaak meer hinder dan leden van andere bevolkingsgroepen.331 Een voortdurend probleem in het westen is het conflict over landrechten, een conflict dat al jarenlang bestaat, maar dat tijdens de politieke crisis, die ontstond vanwege de gebeurtenissen van september 2002, is verergerd. Op grond van dit conflict zijn sinds 2002 vele immigranten van hun land verdreven door Ivorianen en het beperkt nog steeds de mogelijkheden voor terugkeer naar hun land van herkomst en/of oorspronkelijke woonplaats in Ivoorkust.332 3.4.4 Homoseksuelen
In Ivoorkust is geen sprake van discriminerende wetgeving ten aanzien van homoseksuelen. Homoseksuele handelingen, zowel tussen mannen als tussen vrouwen, zijn niet strafbaar.333 Ook met betrekking tot de leeftijd waarop seksuele handelingen niet langer strafbaar zijn (de zogenaamde age of consent) wordt geen onderscheid gemaakt tussen homoseksuele en heteroseksuele betrekkingen. Voor beide categorieën geldt de leeftijdsgrens van 15 jaar.334 In de praktijk kunnen homoseksuelen in Ivoorkust niet voor hun geaardheid uitkomen. Op homoseksualiteit rust een taboe en sociale acceptatie is een groot probleem. Homoseksuele mannen worden gestigmatiseerd, gediscrimineerd, vaak door hun familie onder druk gezet om een vrouw te zoeken en soms zelfs

peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007; UNHCR, Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007.
329 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008; Refugees International, Côte d'Ivoire: address root causes of conflict to prevent and reduce statelessness, 15 februari 2007; HRW, World Report 2007, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 11 januari 2007.
330 HRW, World Report 2007, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 11 januari 2007; UNHCR, Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007.
331 UIDH, Côte d'Ivoire: suppression de la carte de séjour, 19 november 2007; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.
332 UNHCR, Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007.
333 International Lesbian and Gay Association (ILGA), World Legal Survey; Ivory Coast (last updated 31/07/00); zie http://www.ilga.info; Jeune Afrique, Être gay en Afrique, 4-10 september 2005.

334 Zie http://www.mask.org.za, geraadpleegd op 4 december 2007.
69

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

verstoten.335 Ze zijn afhankelijk van hun eigen netwerk. Veiligheidsdiensten persen homoseksuelen af vanwege hun geaardheid en geweld tegen hen komt voor.336 Lesbiennes worden sociaal gemakkelijker geaccepteerd dan homoseksuele mannen. Uit ter plaatste ingewonnen informatie is gebleken dat de situatie voor homo's tijdens de verslagperiode is verslechterd. Er zijn geen specifieke homobars meer in Ivoorkust. Er zijn wel bars waar homoseksuelen komen, maar dit zijn bars waar ook heteroseksuelen komen (`endroits mixtes'). De overheid valt homoseksuelen op deze plaatsen niet lastig. Arc-en-Ciel Plus is de enige organisatie in Ivoorkust die de belangen voor homoseksuelen in het land behartigt.337 Ze werd in 2003 opgericht als organisatie die zich inzette voor de bestrijding van aids. Toen ze eenmaal was opgericht en erkend door de overheid, kwam het accent meer te liggen op de bestrijding van homofobie en het opkomen voor de rechten van homoseksuelen. Arc en Ciel Plus heeft ruim 200 leden, waarvan ongeveer 10% vrouw is. Omdat de meeste leden het zich niet kunnen veroorloven naar buiten te treden, opereert de organisatie nogal in de schaduw.
3.4.5 Dienstplichtigen
Dienstplicht is formeel een burgerplicht voor iedere staatsburger (mannen en vrouwen) vanaf 18 jaar en duurt maximaal achttien maanden. De dienstplicht is gelijk voor mannen en vrouwen en kent drie varianten:
- militaire dienstplicht, ingericht naar de behoeften van de nationale krijgsmacht;

- aangepaste militaire dienstplicht;
- civiele dienstplicht.
Het is voor de aanvrager mogelijk om uitstel voor studie te verkrijgen tot hij de 30-jarige leeftijd heeft bereikt. Het is eveneens mogelijk om afgekeurd te worden op medische gronden.338
De dienstplicht bestaat echter alleen in theorie. In de praktijk werd de dienstplicht in 1983 opgeschort. Desertie is strafbaar in Ivoorkust en de strafmaat kan variëren van drie maanden tot de doodstraf (zie artikel 443 en verder van het Wetboek van Strafrecht). De doodstraf is grondwettelijk afgeschaft, ook voor deserteurs, maar


335 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

336 J. Bavier, Ivorian gay community fights for right to life and love, 3 september 2006. Dit artikel werd gepubliceerd op http://www.globalgayz.com, geraadpleegd op 4 december 2007.
337 J. Bavier, Ivorian gay community fights for right to life and love, 3 september 2006.
338 Zie wet n° 95-695 van 7 september 1995 op de militaire dienst.
70

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

het Wetboek van Strafrecht is hierop nog niet aangepast. Deserteurs worden vervolgd, maar desertie komt in de praktijk weinig voor. Een baan bij het leger is lucratief, omdat men in elk geval voeding, kleding en onderdak krijgt.


71

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

4 Migratie
4.1 Migratiestromen
4.1.1 Binnen Ivoorkust
Ontheemden
Het aantal ontheemden in Ivoorkust ligt volgens UNHCR rond de 700.000 personen, verdeeld over het centrum, het westen, zuid-westen en noorden van het land, al zijn exacte cijfers volgens internationale bronnen niet bekend.339 De meeste ontheemden wonen niet in opvangkampen, maar tussen de bevolking, in krottenwijken in Abidjan of ze hebben onderdak gevonden bij familie en kennissen.340 Veel ontheemden staan niet geregistreerd. Het enige opvangcentrum voor ontheemden in Ivoorkust bevindt zich in Guiglo, waar nog ongeveer 1.000 ontheemden, voornamelijk Burkinabé uit het noorden, verblijven. 341 Het opvangcentrum wordt geleid door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). IOM verwacht dat de ontheemden die hier verblijven voor eind februari 2008 zullen terugkeren en dat het opvangcentrum rond juli/augustus 2008 zal sluiten..342
Om de terugkeer van ontheemden te bevorderen, is IOM vroeg in 2007 begonnen met programma's voor sociale cohesie en herintegratie'.343 Daarnaast organiseren verschillende internationale organisaties `go and see visits'.344 Sinds het Akkoord van Ouagadougou heeft dit geleid tot de terugkeer van ongeveer 3.500 ontheemden, waaronder veel kinderen (30%). Tegen het eind van 2007 is de spontane terugkeer van ontheemden, met name naar het westen en het noorden van het land, toegenomen.345 Volgens IOM zijn er twee categorieën ontheemden: een groep die sinds het begin van de politieke crisis van 2002 ontheemd is geraakt en


339 OCHA, Consolidated Appeals Process Côte d'Ivoire 2008; UNHCR, Global Appeal 2008- 2009­ Côte d'Ivoire; UNHCR, Supplementary Appeals for IDP Programmes 2008, 29 januari 2008.

340 UNHCR, Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007; IDMC, Côte d'Ivoire, Progress in the peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007; US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.
341 US Department of State, Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008.

342 IDMC, Côte d'Ivoire, Progress in the peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007.

343 In dat kader wordt overleg gepleegd tussen IOM, ontheemden en traditionele en religieuze leiders over de mogelijkheid en voorwaarden van terugkeer van de ontheemden in het westen.
344 OCHA, Consolidated Appeals Process Côte d'Ivoire 2008.
345 IDMC, Côte d'Ivoire: more IDPs return despite tensions, 10 january 2008.
72

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

een groep die sinds de intercommunautaire conflicten rond Duékoué en Bangolo in 2005 is ontstaan. In het terugkeergebied zijn peace and development committees opgezet die moeten helpen om conflicten te voorkomen. IOM steunt deze committees en probeert de dialoog met de lokale gemeenschap op gang te brengen. De Ivoriaanse overheid financiert geen enkel terugkeerproject, al bestaat er volgens een internationale bron een interministerieel comité voor ontheemden, dat kan rekenen op een bepaalde mate van steun binnen de Ivoriaanse regering. In het westen van het land komen nog steeds veel intercommunautaire conflicten over cacao en landrechten voor, met name in het gebied rond Zou. Daarnaast vormen sociale cohesie en het opnieuw leren samenleven grote problemen.346 De ontheemden zelf maken zich zorgen over hun veiligheid, de gebrekkige toegang tot de arbeidsmarkt en voedselzekerheid.347 De Speciale Vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor de Mensenrechten van Ontheemden, Walter Kälin, gaf tijdens zijn bezoek aan Ivoorkust eind december 2007 aan dat ontheemden bij terugkeer in een kwetsbare positie verkeren, met name vrouwen die het hoofd van het gezin vormen, weduwen en jonge moeders. Hij wees erop dat bescherming en humanitaire hulp noodzakelijk blijven en dat er financiële middelen nodig zijn om het terugkeerproces te bevorderen.348 Volgens de directeur van het maatschappelijk centrum in Yamoussoukro zijn veiligheid en het feit dat er nog steeds veel wapens in omloop zijn de grootste obstakels voor terugkeer voor de meeste ontheemden.349 Een ander groot probleem wordt gevormd door het feit dat ontheemden geen identiteitsdocumenten hebben. Om een identiteitskaart (en nationaliteit) te bemachtigen, zouden ze naar hun plaats van herkomst moeten reizen. Zonder identiteitskaart is dit echter moeilijk (en gevaarlijk), vanwege de wegversperringen en de hoge criminaliteit. Daarnaast kunnen zij zonder documenten hun kinderen niet laten registreren of aantonen wat ze hebben achtergelaten (land, huis, bedrijf).350 Ook het volgen van onderwijs en het verkrijgen van gezondheidszorg zijn hierdoor niet mogelijk.351


346 IDMC, Côte d'Ivoire, Progress in the peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007; HRW, World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008.
347 IDMC, Côte d'Ivoire, Progress in the peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007; UNHCR, Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007.

348 UNOCI, Fin de la visite en Côte d'Ivoire du Représentant du Secrétaire général des Nations Unies pour les droits de l'homme des personnes déplacées internes, Walter Kälin, 2 januari 2008.

349 UNOCI, Daily brief on Côte d'Ivoire, 5 december 2007.
350 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007.
351 Refugees International, Children and youth call for status and safeguards, 5 maart 2007.
73

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Vluchtelingen
In Ivoorkust verblijven volgens UNHCR ongeveer 31.000 vluchtelingen, waarvan de grootste groep uit Liberianen bestaat.352 De meeste Liberianen verblijven in het westen in een ontvangstzone (zone d'accueil). 353 In deze zone worden zij prima facie als vluchteling erkend, buiten deze zone niet (zie pag. 49). Er zijn geen kampen voor Liberianen, maar zij worden in de dorpen door de lokale bevolking opgevangen en maken gebruik van lokale faciliteiten. UNHCR assisteert zo'n 19.000 à 20.000 Liberiaanse vluchtelingen die in Ivoorkust willen blijven en lokaal willen integreren.354
In Ivoorkust beoogt UNHCR onder meer de behoeften aan bescherming en assistentie van ontheemden te identificeren, eigendomskwesties op te lossen en de nationale capaciteitsopbouw te versterken. Tevens zoekt UNHCR naar duurzame oplossingen voor de problemen van zowel vluchtelingen als ontheemden.355 4.1.2 Buiten Ivoorkust
Volgens UNHCR verblijven er sinds begin januari 2008 nog ongeveer 15.000 tot 19.000 Ivoriaanse vluchtelingen buiten Ivoorkust. De meesten van hen zijn afkomstig uit het westen van Ivoorkust (Danané)356 en UNHCR verwacht dat de meerderheid in 2008 terug zal keren naar hun land. De organisatie zal toezicht houden op de terugkeermogelijkheden voor vluchtelingen en het faciliteren bij reïntegratie. De veiligheidssituatie is volgens UNHCR in de meeste terugkeergebieden voor vluchtelingen nog fragiel. De Ivoriaanse autoriteiten ondernemen weinig ten aanzien van de registratie van teruggekeerde vluchtelingen en de afwezigheid van een nationale vluchtelingenwet draagt niet bij aan bescherming van deze groep. 357
In Guinee bevinden zich volgens UNHCR nog ongeveer 4.000 Ivoriaanse vluchtelingen358 en in Liberia verblijven ongeveer 15.000 gevluchte Ivorianen. 359


352 UNHCR, Global Appeal 2008-2009 ­ Côte d'Ivoire, 1 december 2007.
353 In juli 2007 is het repatriëringsprogramma van UNHCR-Liberia afgerond. Tussen 2004 en juli 2007 zijn er ongeveer 21.000 Liberianen met ondersteuning van UNHCR teruggekeerd. OCHA, Consolidated Appeals Process: Appeal 2008 for Côte d'Ivoire, 4 december 2007.
354 UNHCR, Global Appeal 2008-2009 ­ Côte d'Ivoire, 1 december 2007; OCHA, Consolidated Appeals Process: Appeal 2008 for Côte d'Ivoire, 4 december 2007.
355 UNHCR, Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007.
356 OCHA, Consolidated Appeals Process: Appeal 2008 for Côte d'Ivoire, 4 december 2007.
357 UNHCR, Global Appeal 2008-2009 ­ Côte d'Ivoire, 1 december 2007.
358 UNHCR, Global Appeal 2008-2009 ­ Guinea, 1 december 2007.
359 UNHCR, Global Appeal 2008-2009 ­ Liberia, 1 december 2007.
74

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Het is niet bekend of terugkerende Ivorianen, inclusief ex-asielzoekers, negatief in de belangstelling staan van de Ivoriaanse autoriteiten. 4.2 Activiteiten van internationale organisaties Een groot aantal internationale organisaties, VN-organisaties en niet- gouvernementele organisaties houdt zich bezig met hulpverlening aan vluchtelingen en ontheemden in Ivoorkust.
Activiteiten van internationale organisaties en VN-organisaties In het kader van het United Nations Consolidated Appeal for Côte d'Ivoire voeren verschillende internationale organisaties en VN-organisaties activiteiten uit op het gebied van o.a. voedselvoorziening, landbouw, water, hygiëne, onderwijs, gezondheidszorg en bescherming van mensenrechten. Organisaties die actief zijn, zijn: FAO, IOM, OCHA, UNICEF, UNDP, UNFPA, UNHCR, WFP, WHO en het Rode Kruis.360 Het Rode Kruis heeft vertegenwoordigingen in Adibjan, Bouaké, Gagnoa, Guiglo, Korhogo en Man.361
Activiteiten van niet-gouvernementele organisaties Ivoorkust kent verder een groot aantal internationale niet-gouvernementele organisaties die actief zijn in het land. Een aantal van deze organisaties hebben zitting in een Inter Agency Committee (IAC) dat wekelijks voor overleg bijeenkomt. De volgende niet-gouvernementele organisaties zijn o.a. actief: Artsen zonder Grenzen, CARE International, Save the Children, International Refugee Council, Danish Refugee Council, Norwegian Refugee Council en Caritas. 4.3 Standpunt UNHCR
Naar aanleiding van de positieve ontwikkelingen in Ivoorkust sinds de ondertekening van het akkoord van Ouagadougou heeft UNHCR in juli 2007 haar standpunt ten aanzien van de bescherming van personen afkomstig uit Ivoorkust gewijzigd. UNHCR adviseert landen van opvang om asielaanvragen van Ivorianen op hun individuele merites te beoordelen volgens de in het Vluchtelingenverdrag vastgestelde procedures en daarbij aandacht te schenken aan uitsluitingsgronden


360 OCHA, Consolidated Appeals Process Côte d'Ivoire 2008.
361 Zie voor een overzichtskaart met vertegenwoordigingen van het Rode Kruis (situatie per 1 juli 2007): http://www.icrc.org, geraadpleegd op 21 december 2007.
75

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

zoals verwoord in artikel 1F van hetzelfde verdrag. UNHCR vraagt daarbij speciale aandacht voor Ivorianen afkomstig uit specifieke gebieden in Ivoorkust.362 Gezien het feit dat de positieve ontwikkelingen recent zijn, de veiligheidssituatie nog onzeker is en er nog obstakels aanwezig zijn voor de terugkeer van ontheemden en vluchtelingen, maant UNHCR tot voorzichtigheid en wijst zij op humanitaire overwegingen wanneer de landen terugkeer van afgewezen Ivoriaanse asielzoekers overwegen. UNHCR neemt geen standpunt in ten aanzien van gedwongen terugkeer.363


362 Te weten personen afkomstig uit de gebieden tussen en rond de steden Man (18 Montagnes) en Duékoué (Moyen Cavally); het zuidwestelijke deel van Bas-Sassandra, tussen Meagui en San Pedro; het gebied rond de stad Bouaké in de provincie Vallée du Bandama; het gebied in en rond de steden Ferkessédougou en Ouangolodougou aan de grens met Burkina Faso.
363 UNHCR, Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007.

76

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

5 Bijlagen
I Lijst met gebruikte afkortingen
AIFD Association Ivoirienne pour la Défense des Droits des Femmes ARK Animation Rurale de Korhogo
AU Afrikaanse Unie
CCI Centre de Commandement Intégré
CECOS Centre de Commandement des Opérations de Sécurité CEI Commission Electorale Indépendante
CEA Cadre d'Evaluation et d'Accompagnement CPC Cadre Permanent de Concertation
CSRS Swiss Centrer for Scientific Research DAP Direction de l'Administration Pénitentiaire DST Direction de la Surveillance du Territoire ECOWAS Economic Community of West African States EU Europese Unie
EUR Euro
FAFN Forces Armées Nationales de Côte d'Ivoire FAO Food and Agricultural Organisation
FCFA Franc Communauté Financière Africaine FDS Forces de Défense et de Sécurité de Côte d'Ivoire FESCI Fédération Estudiantine et Scolaire de Côte d'Ivoire FGM Female Genital Mutilation
FN Forces Nouvelles
FPI Front Populair Ivoirien
GPP Groupement des Patriotes pour la Paix GTI Groupe de Travail International
IAC Inter Agency Committee
INS Institut National de la Statistique
IOM International Organisation for Migration IRC International Rescue Committee
MESAD Mouvement pour l'Education, la Santé et le Développement MJP Mouvement pour la Justice et la Paix
MPCI Mouvement Patriotique de Côte d'Ivoire MPIGO Mouvement Populaire Ivoirien du Grand Ouest OCHA Office for the Coordination of Humanitarian Affairs ODAFEM Organisation pour le Développement des Activités des Femmes OIS Organisation pour les Droits et la Solidarité en Afrique ONEF Organisation Nationale pour l'Enfant, la Femme et la Famille ONUCI Opération des Nations Unies en Côte d'Ivoire
77

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

PDCI Parti Démocratique de Côte d'Ivoire
PIT Parti Ivoirien de Travailleurs
RDR Rassemblement des Républicains
RHPD Rassemblement des Houphouëtistes pour la Démocratie et la Paix UNDP United Nations Development Programme
UNFPA United Nations Population Fund
UNHCR United Nations High Commission for Refugees UNICEF United Nations International Children's Emergency Fund UNMIL United Nations Mission in Liberia
UNOCI United Nations Operation in Côte d'Ivoire UPF Union Internationale de la Presse Francophone VN Verenigde Naties
WFP World Food Programme
WHO World Health Organisation
XOF Franc de la Communauté Financière Africaine


78

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

II Literatuurlijst
Amnesty International (AI):

- Clashes between peacekeeping forces and civilians: lessons for the future, AFR 31/05/2006, 19 september 2006;

- Côte d'Ivoire: Targeting women ­ the forgotten victims of the conflict, 15 maart 2007;
Bavier, J., Ivorian gay community fights for right to life and love, 3 september 2006;
Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook ­ Côte d'Ivoire, 18 oktober 2007;
The Economist Intelligence Unit (EIU), Country Report Côte d'Ivoire:
- rapporten van september t/m december 2007 en januari, februari en maart 2008; Het Franse ministerie van Defensie, Les forces françaises en Côte d'Ivoire ; Freedom House, Freedom in the World ­ Côte d'Ivoire (2007), 16 april 2007; Green, Dyula K., in: Muslim Peoples. A World Ethnographic Survey (R.V. Weekes ed.), 1984;
Human Rights Watch:

- Country on a precipice ­ The precarious state of human rights and civilian protection in Côte d'Ivoire, mei 2005;

- `Because they have the guns ... I'm left with nothing.' The Price of Continuing Impunity in Côte d'Ivoire, 24 mei 2006;

- `My heart is cut'. Sexual Violence by rebels and pro-government forces in Côte d'Ivoire, augustus 2007;

- World Report 2008, Country Summary ­ Côte d'Ivoire, 31 januari 2008; International Crisis Group (ICG):

- No peace in sight, 12 juli 2004;

- Côte d'Ivoire: faut-il croire à l'accord de Ouagadoudou?, Rapport Afrique N°127, 27 juni 2007;
Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Côte d'Ivoire, Progress in the peace process allows cautious optimism for IDPs, 7 juni 2007;
79

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

International Lesbian and Gay Assocation (ILGA), World Legal Survey; Ivory Coast (last updated 31/07/00);
Reporters sans Frontières (RSF), Côte d'Ivoire, Rapport annuel 2007; Transparency International, Corruption Perceptions Index 2007; UNAIDS, 2007Aids Epidemic Update, 19 november 2007; UNHCR:

- Supplement Appeal for Côte d'Ivoire, maart 2007;
- Update on International Protection Needs of Asylum-Seekers from Côte d'Ivoire, juli 2007;

- Global Appeal 2008-2009 - Guinea,, 1 december 2007;
- Global Appeal 2008-2009 - Côte d'Ivoire, 1 december 2007;
- Global Appeal 2008-2009 - Liberia, 1 december 2007; UNICEF, Multiple Indicators Cluster Survey (MICS)-3/2006 Côte d'Ivoire, maart 2007;
UNOCI:

- Rapport de l'Unité de l'Etat de Droit sur le Fonctionnement et l'Organisation du Système Judiciaire en Côte d'Ivoire , juni 2007;

- Rapport sur L'enfance délinquante en Côte d'Ivoire, juni 2007;
- Rapport sur la situation des établissements pénitentiaires en Côte d'Ivoire, 2007; UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA), Consolidated Appeals Process Côte d'Ivoire 2008;
US Department of State:

- Country Reports on Human Rights Practices 2007 ­ Côte d'Ivoire, 11 maart 2008;

- Trafficking in Persons Report, 12 juni 2007;
- International Religious Freedom Report 2007 ­ Côte d'Ivoire, 14 september 2007;

- Background Note: Côte d'Ivoire, november 2007 VN Veiligheidsraad:

- Letter dated 13 March 2007 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council, S/2007/144, 13 maart 2007;
- Thirteenth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Operations in Côte d'Ivoire, S/2007/275, 14 mei 2007;
80

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008


- Report of the Security Council Mission to Addis Ababa, Khartoum, Accra, Abidjan and Kinshasa, 14 to 21 June 2007, S/2007/421, 11 juli 2007;
- Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Côte d'Ivoire, S/2007/515, 30 augustus 2007;

- Report of the Secretary-General on children and armed conflict, A/62/609- S/2007/757, 21 december 2007;

- Fourteenth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Operations in Côte d'Ivoire, S/2007/593, 1 oktober 2007;
- Fifteenth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Operations in Côte d'Ivoire, S/2008/1, 2 januari 2008; VN Veiligheidsraad, Resoluties:

- S/RES/1739 (2007), 10 januari 2007;

- S/RES/ 1765 (2007), 16 juli 2007;

- S/RES/1782 (2007), 29 oktober 2007;

- S/RES/1795 (2008), 15 januari 2008;
Wetteksten, vredesakkoorden en grondwet:

- Loi n° 61-415 du 14 décembre 1961 portant Code de la nationalité;
- La Constitution Ivoirienne du 23 juillet 2000;
- Accord Politique de Ouagadougou, 4 maart 2007;
- Ordonnance N° 457 du 12 avril 2007;

- Deuxième Accord Complémentaire à l'Accord Politique de Ouagagougou, 28 november 2007;

- Troisième Accord Complémentaire à l'Accord Politique de Ouagagougou, 28 november 2007;
Tijdschriftartikelen, krantenartikelen, fact sheets, weekly reports, daily briefs en persberichten:
Agence France-Presse (AFP)
American Embassy
Agence de Presse Africain (APA News)
Associated Press (AP)
British Broadcast Corporation (BBC) News
Fraternité Matin
Government of Burkina Faso
Integrated Regional Information Network (IRIN)
International HIV/AIDS Alliance
Ivoir' FM
Jeune Afrique
Jesuit Refugee Service (JRS)
Le Monde

81

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

Le Patriote
Oxford Analytica
Radio France Internationale (RFI)
Refugees International
Reporters Sans Frontières (RSF)
Reuters
UNAIDS
Union Interafricain des Droits de l'Homme (UIDH)
UNFPA
UNHCR
UNICEF
UN News Centre
UN News Service
UNOCI
UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) UN General Assembly
UN Security Council (UNSC)
UN Secretary General
Voice of America
WHO
XINHUA
Websites:
http://www.allafrica.com
http://www.cia.gov
http://www.ethnologue.com
http://www.defense.gouv.fr
http://www.globalgayz.com
http://www.icrc.org
http://www.ilga.info
http://www.jeuneafrique.com
http://www.kennisbanknationaliteitswetgeving.nl
http://www.mask.org.za
http//:www.news.abidjan.net
http://www.ohchr.org
http://www.onuci.org
http://www.reliefweb.int
http://www.state.gov
http://www.iuhr.org
http://www.unhcr.org
http://www.unicef.org
http://www.xe.com

82

Algemeen ambtsbericht Ivoorkust | maart 2008

III Kaart van Ivoorkust


83