GroenLinks

Duisenbergregeling voor Legiolease moet aangepast

31 maart 2008

In een recent arrest bepaalt de Hoge Raad dat effectenlease-overeenkomsten vernietigbaar zijn als één van de gehuwden de overeenkomst niet heeft getekend. Dit arrest heeft tot gevolg dat heel veel effectenlease-gedupeerden waarbij één van de huwelijkspartners zich kan beroepen op deze vernietigingsgrond hun geld kunnen terugvorderen.

GroenLinks wil dat deze principiële uitspraak ook gaat gelden voor de mensen die akkoord zijn gegaan met de Duisenbergregeling. Deze regeling was bedoeld om ellenlange rechtsprocedures over effectenleaseproducten te voorkomen, in ruil voor kwijtschelding van de restschuld. Ook deze mensen moeten de vruchten kunnen plukken van het standpunt van de Hoge Raad dat het onder omstandigheden gaat om vernietigbare effectenleaseconstructies.

GroenLinks heeft in de afgelopen jaren al vele malen aangedrongen op een snelle afhandeling van de effectenlease-ellende. Consumenten zijn soms welbewust in de problemen gebracht met effectenleaseproducten die gouden bergen beloofden, maar financiële rampspoed verwezenlijkten. Het wordt tijd dat het kabinet schoon schip maakt en gedupeerden schadeloos laat stellen.

Kees Vendrik en Naïma Azough

Schriftelijke vragen van de leden Vendrik en Azough (beiden GroenLinks) aan de ministers van Financiën en van Justitie over de consequenties van het arrest van de Hoge Raad voor de Duisenbergregeling.


1. Kent u het arrest van de Hoge Raad , waarin is bepaald dat effectenlease-overeenkomsten beschouwd moeten worden als overeenkomsten van koop op afbetaling en dat in de gevallen waarin één van de huwelijkspartners een dergelijke overeenkomst is aangegaan voor een rechtsgeldige totstandkoming krachtens artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek toestemming nodig is van de ander echtgenoot en dat bij het ontbreken van deze toestemming de overeenkomst vernietigbaar is?


2. Bent u het met ons eens dat dergelijke principiële rechterlijke oordelen integraal en dus óók voor degenen die om moverende redenen zijn ingegaan op het aanbod van de zgn. Duisenbergregeling moeten gelden? Zo nee, waarom niet?


3. Hoeveel rechtszaken zijn er op dit moment nog aanhangig waarin er sprake is van dergelijke effectenlease-overeenkomsten? Hoeveel rechterlijke capaciteit is er tot nu toe gemoeid geweest met de afdoening van deze rechtsgeschillen en hoeveel capaciteit zal de afdoening van deze geschillen bij benadering nog vergen? Bent u bereid, om verder procederen te voorkomen, uit de tot nu toe beschikbare rechterlijke uitspraken een algemeen rechtskader af te leiden en effectenlease-aanbieders op te dragen de afnemers van hun gewraakte producten schadeloos te stellen? Zo nee, waarom niet?

Den Haag, 31 maart 2008