Nederlands Vaccinatie Instituut


Advies gezondheidsraad: HPV-vaccin voor meisjes zinvol

maandag, 07 april 2008

Meisjes van 12 jaar moeten worden ingeënt tegen baarmoederhalskanker. Het vaccin tegen het humaan papillomavirus (HPV), dat wordt overgedragen via geslachtsverkeer en baarmoederhalskanker kan veroorzaken, moet in het Rijksvaccinatieprogramma komen. Dat adviseert de Gezondheidsraad in haar advies dat op 1 april jl. werd aangeboden aan de minister van VWS, Ab Klink. Klink zei toe de Kamer zo snel mogelijk te laten weten of hij het vaccin laat opnemen in het RVP.

De kosten voor de invoering van de HPV-vaccinatie zijn in ons land relatief hoog doordat Nederland al een succesvol programma van bevolkingsonderzoek heeft, dat ook bij vaccinatie niet gemist kan worden. Toch kunnen door de extra vaccinatie van meisjes van 12 jaar naar verwachting op termijn jaarlijks enkele honderden gevallen van baarmoederhalskanker voorkomen worden, en zo'n honderd sterfgevallen. Daarmee is deze vaccinatie de eerst aangewezene om op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma, zo oordeelde de Gezondheidsraad. Bij geen andere vaccinatie die nu voor opname in dit programma in aanmerking komt, valt zo'n vermindering van sterfte te verwachten.

Jonge meisjes

De primaire doelgroep bestaat uit meisjes van 12 jaar. Verreweg de meeste meisjes hebben op die leeftijd nog geen seksueel contact gehad. Door vaccinatie zijn zij beschermd tegen infectie op het moment dat zij wel in aanraking komen met de virustypes in het vaccin. Bij invoering van de vaccinatie van twaalfjarige meisjes in het RVP is het volgens de raad zinvol om eenmalig meisjes van 13 tot en met 16 jaar te vaccineren. Voor oudere meisjes en vrouwen zou vergoeding van de vaccinatie via het Geneesmiddelenvergoedingssysteem te overwegen zijn.

Jong vaccin

Er zijn op dit moment geen ernstige bijwerkingen bekend. Wel zouden op termijn zeldzamer bijwerkingen aan het licht kunnen komen. Omdat de geschiedenis van het vaccin tegen het humaan papillomavirus (HPV) nog jong is en de wetenschappelijke gegevens pas een periode van maximaal zes jaar beslaan, moet de invoering in het Rijksvaccinatieprogramma wel gepaard gaan met langlopend onderzoek, om de effectiviteit van de vaccinatie, de duur van de bescherming en eventuele bijwerkingen in de gaten te houden, zo stelt de raad in haar advies.

Uitstrijkje blijft

HPV wordt overgedragen via seksueel contact. Veel meisjes en vrouwen raken geïnfecteerd zonder daar iets van te merken. Bij sommige vrouwen leidt die infectie echter tot het ontstaan van voorstadia van baarmoederhalskanker. Het vaccin blijkt goed te beschermen tegen zowel infectie als de voorstadia van baarmoederhalskanker. Het valt te verwachten dat daarmee ook baarmoederhalskanker wordt voorkomen, maar definitief bewijs kan er pas over vele jaren zijn. Daarom moet invoering ook gepaard gaan met langlopend onderzoek. Overigens zijn niet alle gevallen van baarmoederhalskanker te voorkomen met vaccinatie. Het vaccin bestrijdt niet alle types van het virus en gaat maximaal 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker tegen. Bevolkingsonderzoek (het uitstrijkje) blijft daarom, ook op termijn, van belang.

Bron:

Gezondheidsraad. Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Den Haag: Gezondheidsraad, 2008; publicatienr. 2008/08.