Sociaal-Economische Raad

18 april 2008
De arbeidsproductiviteit in Nederland sinds 1984 is sterker gegroeid dan gedacht. De groei doet zich vooral voor in de ICT en de groothandel, en in mindere mate de detailhandel. Dat zei het kroonlid Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, vanochtend tijdens de openbare raadsvergadering.

Teulings gaf als oorzaak aan een herziening van de productiviteitscijfers door het Centraal Bureau voor de Statistiek, als gevolg van een betere meting van de kwaliteitseffecten. Ondanks dat de productiviteitsgroei hoger is dan gedacht, blijft deze toch nog iets achter bij die van de Verenigde Staten. Net als in de VS start er in Nederland rond 1997 een versnelling van de groei van de arbeidsproductiviteit.

Stagflatie
Teulings ging ook in op de vraag of Nederland zich in een situatie van stagflatie bevindt. De inflatie in Nederland wordt volgens hem opgestuwd door hoge prijzen voor voedsel en olie, waardoor er een ruilvoetverlies ontstaat. Toch is het effect hiervan op Nederland kleiner dan bij de andere EMU-landen. De hoge olieprijs werkt in Nederland met vertraging door. Teulings verwacht dat de inflatie vanaf juli dit jaar zal toenemen naar 3 procent, wat slecht is voor de koopkracht. Er was voor 2009 een lichte loonstijging verwacht (van 3,25 procent in 2008 naar 3,75 procent in 2009), maar de vakbonden stellen inmiddels looneisen van 3,5 à 4,5 procent. Dat kan leiden tot een loonprijsspiraal. Teulings pleitte ervoor te blijven streven naar een inflatie van niet meer dan 2 procent.
De centrale banken bevinden zich in Europa in een spagaat. Zij staan voor de vraag of ze de rente moeten verhogen of juist moeten verlagen.

Renteverhoging vermindert de inflatie, maar remt de consumptie en investeringen. Daar staat weer tegenover dat het de euro versterkt, waardoor de import goedkoper wordt. Renteverhoging kan bovendien een hogere werkloosheid tot gevolg hebben, wat weer kan leiden tot lagere looneisen.
Kiezen de centrale banken voor renteverlaging, dan stimuleren ze de economische groei en treden ontwikkelingen in werking die precies het omgekeerde zijn als die beschreven bij het scenario voor renteverhoging.

---