Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten
Waardering en wijziging monumenten
In de laatste 50 jaar is veel van de oude bebouwing verdwenen of
gewijzigd. Hierdoor gingen tastbare getuigenissen van ons verleden
verloren. Met hen verdwenen zowel bronnen van kennis als elementen die
onze omgeving een diepere historische gelaagdheid gaven. De RACM richt
zich op behoud, revitalisering en verdere ontwikkeling van historische
waarden in ons gebouwde erfgoed.
Waarden
Deze waarden zijn gelegen in bijvoorbeeld het architectuurontwerp, de
structuur, de constructie, het interieur en de afwerking. Het
bestaande gebouw dient uitgangspunt te zijn: geplande wijzigingen aan
het gebouw dienen de aanwezige waarden te respecteren. De RACM wil een
bijdrage leveren aan architectuuruitingen van deze tijd door vanuit de
cultuurhistorische context als partner mee te denken bij nieuwe
ontwikkelingen.
Adviespraktijk monumenten
Om het huidige monumentenbestand op een kwalitatief hoog peil te
houden en een zorgvuldige omgang met monumenten te verzekeren, is de
procedure van de monumentenvergunning in het leven geroepen. De
gemeente verleent deze vergunningen. Aanvragen moeten dan ook bij de
gemeente worden ingediend. De monumentenvergunning behelst een
afweging van belangen. Het monumentenbelang wordt ingebracht door twee
adviserende instanties: de RACM en de gemeentelijke
monumentencommissie.
Beperking van de adviesplicht
De RACM gaat vanaf volgend jaar niet meer in alle gevallen aan de
gemeente adviseren over vergunningaanvragen. In een nog vast te
stellen ministeriële regeling wordt bepaald in welke gevallen de RACM
nog wel adviseert. De advisering zal worden beperkt tot aanvragen die
het voortbestaan van het monument raken (bijvoorbeeld afbraak,
reconstructie en nieuwe bestemming/functie). Gemeenten krijgen daarmee
meer verantwoordelijkheid bij besluitvorming over aanvragen om een
monumentenvergunning. Voor overheid en monumenteigenaren betekent dit
een vereenvoudiging van de procedure. De RACM zal zich concentreren op
die aanvragen waarbij advisering door het Rijk een duidelijke
meerwaarde oplevert. Er is een wijziging van de Monumentenwet 1988
nodig om de door de RACM uitgevoerde ministeriële adviesplicht te
beperken tot deze aanvragen. Begin februari is hiervoor een
wetsvoorstel (pdf 60kB) ingediend bij de Tweede Kamer. Naar
verwachting zal de wetswijziging op 1 januari 2009 van kracht worden.
Vooruitlopend hierop zal de RACM vanaf 21 april voor wat betreft de
beperking van de adviesplicht al in de geest van de nieuwe wet gaan
werken. De minister heeft dit in een brief (pdf 35 kB) voorgesteld aan
de Tweede Kamer. In de bijlage bij de brief van de minister is de
beleidslijn voor de advisering vastgelegd en zijn ter illustratie
voorbeelden van ingrepen genoemd. Op 4 april heeft de Tweede Kamer
zijn accoord hieraan gegeven. Gemeenten kunnen aanvragen die buiten de
adviesplicht vallen bij de RACM melden via een meldingformulier. Voor
het vragen van advies aan de RACM is een standaard
adviesverzoekformulier beschikbaar dat bij de volledige aanvraag kan
worden gevoegd. In de periode tot aan de invoering van de
wetswijziging kan de gemeente advies blijven vragen aan de RACM, dus
ook voor vergunningaanvragen voor ingrepen die niet behoren tot de
drie genoemde categorieën. Voor meer informatie over praktische
uitvoering in de interim-periode zie bijgaand bericht voor gemeenten.
Waarde advies
Het advies van de RACM over de vergunningaanvraag richt zich vooral op
de in het monument aanwezige waarden. Dit geldt zowel voor het
exterieur als het interieur. Hierbij moet worden gedacht aan
architectuurhistorische waarden aan gevels en interieur, structuren en
constructies maar ook aan interieurafwerking en kleuren en zelfs aan
historische installaties. Het is van het grootste belang dat het
monument met alle veranderingen die het gedurende de tijd heeft
doorstaan, goed geanalyseerd wordt. Deze analyse maakt het mogelijk te
herkennen wat van waarde is en welke aspecten of onderdelen van het
monument met elkaar in verband staan. Het advies stelt de gemeente in
staat aan te geven wat behouden dient te worden, èn waar de
mogelijkheden tot ontwikkeling liggen. Ook helpt het gemeenten om het
cultuurhistorische belang op een zorgvuldige manier af te wegen ten
opzichte van andere belangen. Op bouwkundig vlak wordt geadviseerd
over de gepaste mate van onderhoud en herstel aan het monument, zodat
het oorspronkelijke uiterlijk van het monument met zijn soms
waardevolle patina bewaard blijft.
Aanvraag monumentenvergunning
De aanvraag voor een monumentenvergunning vindt meestal plaats na de
planvorming. Het heeft echter de voorkeur de gemeente zo vroeg
mogelijk bij de plannen te betrekken. Indien gewenst kan ook de RACM
een (schriftelijk) preadvies geven, waarin de monumentale waarden
geanalyseerd worden en waardoor duidelijk wordt welke onderdelen en/of
aspecten van het monument van belang zijn. Door tijdens de planvorming
rekening te houden met de aanwezige waarden kan vertraging worden
voorkomen, omdat de kans op planaanpassingen aanzienlijk wordt
verkleind.
Adviespraktijk bij archeologische monumenten
Anders dan bij gebouwde monumenten is bij archeologische
rijksmonumenten de minister (namens deze de RACM) in alle gevallen
bevoegd gezag om te beslissen over vergunningaanvragen tot wijziging
van monumenten. Veel terreineigenaren, initiatiefnemers en gemeenten
hebben de behoefte om al in de fase van planvorming met de RACM te
overleggen over de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de
beschermde archeologische terreinen. Deze belanghebbenden kunnen
daartoe contact opnemen met de waardestellende consulent (archeologie)
in hun regio.