interventies aan het hart 2008

Planningsbesluit bijzondere interventies aan het hart 2008

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/TSZ-2830028

22 april 2008

Bij brief van 19 juli 2007 (30 800, XVI, nr. 177) heb ik u een concept toegezonden van het Planningsbesluit bijzondere interventies aan het hart. Dit is besproken tijdens het Algemeen Overleg interventies aan het hart van 13 december 2007. U heeft tijdens dit overleg mijn beleidsvoornemens en uitgangspunten onder hieronder te verwoorden conditie geaccordeerd, zoals verwoord in mijn bovenvermelde brief alsmede mijn brief van 13 juni 2007 (30 800, XVI/29 214, nr. 150) met betrekking tot de toepassing van de Wet op bijzondere medische verrichtingen.

Bijgaand Planningsbesluit regelt op hoofdlijnen de volgende punten.
* Er is geen behoefte aan uitbreiding van het aantal hartchirurgische centra.

* Instellingen moeten voortaan zelfstandig en volledig aan alle kwaliteitseisen voldoen.

* Voor percutane coronaire interventies alsmede voor implantaties van interne cardioverter defibrillatoren zal de vergunningplicht per 2009 worden opgeheven. Ter voorbereiding hierop zal in 2008 het aantal vergunningen worden uitgebreid.

Het Planningsbesluit is op het punt van de catheterablaties aangepast. Overleg met de beroepsgroepen heeft tot de conclusie geleid dat opheffing van de vergunningplicht in 2009 te vroeg is.

Ik zal u dit najaar informeren over de ervaringen met de uitbreiding van het aantal vergunninghouders voor PCI's en ICD's. Tevens zal ik aan u rapporteren of per 2009 voor beide verrichtingen aan de criteria voor uitstroom wordt voldaan, zoals die met u zijn besproken en vastgesteld in genoemd AO.

Dit biedt u de gelegenheid eventueel te interveniëren alvorens opheffing van de vergunningplicht voor PCI's en ICD's feitelijk gerealiseerd wordt door aanpassing van het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen 2007.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink