Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De weg naar (maat)werk

Onderzoek in de regio Oost naar de voorwaarden waaronder de activering van werklozen in de WW tot stand komt

De weg naar (maat)werk

Onderzoek in de regio Oost naar de voorwaarden waaronder de
activering van werklozen in de WW tot stand komt

Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

R08/05, maart 2008

ISSN 1383-8733
ISBN 978-90-5079-208-0


2 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Voorwoord

Er is veel discussie over de opbrengsten van het re-integratiebeleid. De discussie leidt tot de vraag op welke wijze de huidige re-integratieaanpak beter kan.
De inspectie ziet dat UWV een aantal zaken beter heeft geregeld dan vroeger. Een goed voor- beeld is de intensievere samenwerking met CWI voor mensen die net een uitkering hebben aangevraagd. Samen kijken ze naar de mogelijkheden van de werkzoekende en naar een match met actuele vacatures. Ook wordt de wijze waarop UWV trajecten inkoopt bij re-integratiebe- drijven vanaf 1 april 2008 verbeterd. Door een nieuw inkoopkader kunnen de re-integratie- coaches die met de werkzoekenden om de tafel zitten, beter rekening houden met de wensen en mogelijkheden van de cliënten. Daardoor kan UWV beter maatwerk leveren. Er zijn volgens de inspectie ook enkele punten van aandacht. De belangrijkste zijn de werk- voorraad van de re-integratiecoaches (het aantal werkzoekenden dat zij moeten begeleiden) en de wijze waarop UWV zorgt dat de re-integratiecoaches hun kwaliteit blijven ontwikkelen. De functie van re-integratiecoach is relatief nieuw en er is nog weinig algemene kennis over de beste manier om werkzoekenden te begeleiden. Het is daarom belangrijk dat de re-integratie- coaches van elkaar leren en dat ze zoveel mogelijk gebruik maken van de beschikbare kennis. Op dit moment gebeurt dat naar de mening van de inspectie te weinig. De goede kant is dat de re-integratiecoaches veel vrijheid hebben om met hun cliënt te bedenken wat het beste traject is (veel handelingsvrijheid en maatwerk). Het risico is echter dat de coaches werkwijzen kiezen waarvan bewezen is dat die niet het beste zijn voor de werkzoekenden. Wat voor de ene coach een goede werkvoorraad is, is dat voor de ander niet. Het is belangrijk dat de coaches voldoende tijd hebben om hun werk goed te doen, maar het verschilt per re- integratiecoach met hoeveel werkzoekenden dat zo is. De coach moet naast de tijd om werk- zoekenden te begeleiden ook voldoende tijd hebben voor bijvoorbeeld het onderhouden van een netwerk bij werkgevers en voor kennisontwikkeling. De inspectie ziet dat deze balans nu niet altijd gevonden wordt.
De inzichten uit het onderzoek kunnen helpen bij de inrichting van de nieuwe organisatie van UWV en CWI en het uitbalanceren van de rol van de werkcoach als professional in het re-inte- gratieproces.
Mr. H. Zeilstra
Waarnemend inspecteur-generaal


3 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


4 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Inhoud


1 Inleiding 7
2 Inzicht in de cliënt 9
3 Inzicht in de lokale arbeidsmarkt 13
4 Inzicht in snelste weg naar werk 15
5 Handelingsvrijheid 17
6 Samenvattende conclusies 21
7 Beschouwing: De weg naar (maat)werk 23
8 Reactie UWV/CWI en nawoord IWI 25 Lijst van afkortingen 36
Bijlage 1: Theoretisch onderzoeksmodel 27
Bijlage 2: Onderzoeksmethode 29
Bijlage 3: Werkbeschrijving re-integratiecoach UWV 31
Bijlage 4: Overzicht diensten re-integratiecoach 33
Bijlage 5: Reactie UWV/CWI 37
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 43


5 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


6 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


1 Inleiding

De afgelopen jaren is ons sociale zekerheidstelsel steeds meer gericht op het activeren van werklozen. Voor het in stand houden van onze verzorgingsstaat en het bevorderen van de maatschappelijke cohesie is het namelijk van belang dat zoveel mogelijk mensen participeren op de arbeidsmarkt. In deze kabinetsperiode streeft het kabinet naar het aan de slag helpen van
200.000 werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Een effectief re-integratieproces uitgevoerd door CWI, UWV en gemeenten speelt hierin een belangrijke rol.
Om werklozen succesvol aan werk te helpen, is maatwerk cruciaal. Investeren in begeleiding of scholing van werklozen zonder daarmee de kans op werk te vergroten, is immers weggegooid geld. Maatwerk houdt in dat voor elke cliënt afzonderlijk wordt vastgesteld hoe die op de meest effectieve wijze naar de arbeidsmarkt kan worden geleid. Vanuit de behoefte aan een sterkere regie en meer maatwerk door UWV is in 2005 de functie van casemanager vervangen door de functie van re-integratiecoach. Recente ontwikkelingen kunnen ook in dat licht worden gezien. Dat geldt in het bijzonder voor de fusie CWI en UWV, de invoering van één aanspreekpunt en het werken in geïntegreerde teams voor werkzoeken- den en werkgevers. Deze doelen moeten in 2008 tot stand komen. Om dit te realiseren hebben UWV en CWI het WERKbedrijf opgericht. De huidige politieke en maatschappelijke discussie over de opbrengsten van de investeringen in het aan de slag helpen van werklozen, leidt tot de vraag op welke wijze de huidige re-integratie- aanpak beter kan. De Inspectie Werk en Inkomen beoogt met dit onderzoek een bijdrage te leveren aan deze discussie door te laten zien onder welke voorwaarden het huidige re-integra- tieproces voor werklozen verloopt, en inzichten te bieden in de knelpunten en verbetermoge- lijkheden. De inzichten van het onderzoek kunnen helpen bij de totstandkoming van de fusie tussen UWV en CWI, de invoering van één aanspreekpunt, het werken in geïntegreerde teams (integrale dienstverlening), en het uitbalanceren van de rol van de werkcoach als professional in het re-integratieproces.
Centrale onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag die in dit rapport centraal staat, is: Onder welke voorwaarden komt maatwerk in het re-integratieproces van werklozen tot stand, en welke verbeteringen zijn mogelijk?
Om de centrale onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, is een theoretisch model opge- steld (zie bijlage 1). Maatwerk biedt de grootste kans op een succesvolle werkhervatting. Daarom staat in ons model het leveren van maatwerk centraal. Om maatwerk te kunnen reali- seren moet volgens de inspectie aan vier voorwaarden worden voldaan: 1) inzicht in de cliënt,
2) inzicht in de arbeidsmarkt, 3) inzicht in de kortste weg naar werk, en 4) voldoende hande- lingsvrijheid voor de professional. Onderzoeksmethode
Om de vraag te kunnen beantwoorden heeft de inspectie onderzoek verricht naar de actuele situatie van het re-integratieproces in de WW op zes locaties in de regio Oost-Nederland. De onderzoeksuitkomsten geven zodoende in het bijzonder een representatief beeld voor de regio Oost, en zijn daarmee niet zonder meer landelijk representatief. De aanpak is tot stand geko- men in goed overleg tussen IWI enerzijds en UWV en CWI anderzijds.
1 Het onderzoek kende verschillende onderzoeksmethoden.1 Er zijn enquêtes uitgezet onder de Zie voor een uitgebreide toelichting re-integratiecoaches, interviews gehouden met verschillende functionarissen van UWV en dis- op de onderzoeksmethode
bijlage 2. cussiebijeenkomsten georganiseerd. Ook zijn vragen uitgezet bij CWI-adviseurs. Verder zijn de cijfers over de dienstverlening en de prestatie-indicatoren (bijvoorbeeld ten aanzien van werk- hervatting) per vestiging met elkaar vergeleken. Door het huidige re-integratieproces en de effecten daarvan op verschillende locaties met elkaar te vergelijken, levert de inspectie inzicht in de wijze waarop maatwerk tot stand komt, de knelpunten en de verbetermogelijkheden.
7 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


8 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


2 Inzicht in de cliënt

Voor een effectieve aanbodgerichte re-integratieaanpak is het nodig om inzicht te verwerven in de wensen, motivatie, mogelijkheden en houding (verantwoordelijkheid, plichtsbesef) van de werkloze cliënt. De caseload van de re-integratiecoach, de samenwerking met CWI, handha- ving, en interne ondersteuning zijn van invloed op het verkrijgen van dit inzicht. Caseload
Hoewel er geen landelijke norm is voor de caseload, gaat men in de regio uit van de globale richtlijn van honderd cliënten per re-integratiecoach. Daarbij zitten cliënten die veel en cliënten die weinig aandacht nodig hebben. Uit het onderzoek blijkt dat in de praktijk - op alle locaties - door tijdelijke uitval, of de inzet van re-integratiecoaches in bijzondere projecten, de caseload van re-integratiecoaches snel kan oplopen tot meer dan honderd cliënten per re-integratie- coach.
Bijna alle re-integratiecoaches merken op dat zij door (tijdelijk) te hoge caseload niet aan alle aspecten van re-integratiecoaching toekomen, zoals het hebben van een goed inzicht in het ei-
2 gen klantenbestand, het rekening houden met de vraag van werkgevers en het uitvoeren van Voor een volledige beschrijving van intensieve controles in het kader van handhaving.2 Een re-integratiecoach merkt op: "Door de de taken van de re-integratiecoach
verwijzen we naar bijlage 3. hoge caseload moet ik keuzes maken. Als ik bijvoorbeeld vacature-overleg heb met CWI, weet ik bijna zeker dat ik wel een cliënt heb die er bij past, maar door de hoge caseload is er geen tijd om de juiste kandidaat te vinden". Het voorbeeld geeft aan dat in sommige gevallen een hoge caseload een belemmering kan zijn voor goede dienstverlening. De meeste re-integratiecoaches ervaren ondanks de hoge caseload geen hoge werkdruk, omdat zij hun werkdruk kunnen regelen, bijvoorbeeld door minder gesprekken te plannen of werklo- zen eerder op traject te zetten. Het extern inkopen van trajecten wordt in geval van werkdruk door de managers gestimuleerd. Re-integratiecoaches moeten volgens hen niet te veel zelf wil- len doen.
Een hoge caseload gaat overigens niet zonder meer gepaard met minder goede prestaties in termen van uitstroom naar werk. Op één onderzochte locatie blijkt een hoge caseload geen belemmering voor zeer goede prestaties. De inspectie schrijft dat evenwel toe aan een goede invulling van de overige voorwaarden voor maatwerk. De specifieke locatie laat bijvoorbeeld een intensieve samenwerking met CWI zien, waarbij elkaars cliënten onderling worden opge- vangen. Ook zijn op die locatie maatregelen genomen toen de hoge werkdruk door coaches aan de orde werd gesteld bij het management. Samenwerken aan de juiste diagnose aan de kop Het verkrijgen van inzicht in de cliënt via een goede diagnose, is de eerste stap die de re-inte- gratiecoach zet in het re-integratieproces van haar of zijn cliënt. Uit het onderzoek blijkt dat de intensievere samenwerking tussen UWV en CWI veelal goed verloopt en het duidelijk posi- tieve gevolgen heeft voor het re-integratieproces. De recente samenwerking in vaste koppels tussen CWI-adviseurs en re-integratiecoaches of het werken in brancheteams op sommige locaties, bevordert volgens de geïnterviewden een goede diagnose en daarmee een snellere op maat gesneden aanpak. Kleinschaligheid lijkt voor de samenwerking goed te werken, omdat uit het onderzoek bleek dat vooral op kleine vestigin- gen de samenwerking goed verloopt. Maar ook op grotere vestigingen kan die kleinschaligheid gecreëerd worden door bijvoorbeeld te werken in multifunctionele brancheteams, of in vaste koppels tussen UWV en CWI (en mogelijk ook gemeenten). De re-integratiecoaches zijn wel van mening dat de huidige scheiding tussen de organisaties (CWI en UWV) nog knelpunten veroorzaakt. Werklozen zouden volgens hen door de over- dracht nog steeds te laat de juiste begeleiding naar werk ontvangen.
3
SONAR is een registratiesysteem Ook de gescheiden registraties van de gegevens over de werkloze belemmeren een optimaal van CWI dat medio 2007 ook door
UWV in gebruik is genomen. inzicht in de klant. Ondanks het gezamenlijke systeem dat hiervoor wordt gebruikt (SONAR) zijn gegevens van CWI en UWV nog niet op alle locaties toegankelijk.3 De toegang tot elkaars
9 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

gegevens wordt vrijgegeven op het moment dat er voldoende waarborgen zijn voor de be-

trouwbaarheid van de gegevens. Andere knelpunten in de samenwerking liggen meer op het terrein van organisatieprincipes en cultuurverschillen. Zo geven de re-integratiecoaches aan dat zij meer handelingsvrijheid heb- ben dan de CWI-adviseurs.
De geïnterviewden zijn het eens met de stelling dat de fusie CWI/UWV (en de formulering van eenduidige ketenprestatie-indicatoren) én de invoering van de integrale dienstverlening, de pro- blemen in de samenwerking kunnen oplossen. Ook de inspectie meent dat die ontwikkeling een belangrijke stap in de goede richting is. Preventie en controle
Via handhaving verkrijgt de re-integratiecoach inzicht in de motivatie en houding van de cliënt. Uit het onderzoek blijkt dat coaches handhaving zien als een natuurlijk onderdeel van hun werk. Voorlichten, waarschuwen en controleren levert volgens hen veelal het gewenste resul- taat, waardoor het daadwerkelijk opleggen van sancties vaak onnodig is. Zij ervaren dan ook geen spanning tussen hun handhavende en coachende rol. Wel geven de coaches aan dat de hoge caseload niet goed te combineren is met het uitvoeren van intensieve controles.
4 De formele procedures rondom handhaving, zoals de Poortwachterstoets, worden vaak niet Teneinde in de uitvoering een een- gevolgd.4 De ondervraagde re-integratiecoaches betwijfelen de toegevoegde waarde van de for- duidiger handhavingsbeleid te
garanderen heeft de minister van mele Poortwachterstoets. Veel cliënten zien zij immers vaker dan eens per drie maanden. De SZW sinds 1 januari 2007 de controleafspraken vormen volgens hen een standaard onderdeel van hun re-integratievisie, die Poortwachtertoets in het leven
geroepen. De toets behelst dat er alleen niet worden vastgelegd in het hiervoor bestemde formulier. Re-integratiecoaches vinden met de nieuwe cliënten die bij CWI het formulier erg omslachtig en arbeidsintensief. binnen komen, afspraken worden
gemaakt over de uit te voeren solli-
citatieactiviteiten. Hiervan moet Uit het onderzoek blijkt dat bij het vaststellen van verwijtbaar gedrag de ondervraagde re-inte- een poortwachtersverslag worden
opgesteld in een voorgeprogram- gratiecoaches de persoonlijke omstandigheden meewegen.5 Een re-integratiecoach verwoordt meerd formulier dat door de cliënt het als volgt: "Het hangt af van de situatie. Als een klant een aantoonbare reden heeft waarom hij wordt getekend. Na drie maanden
worden de afspraken getoetst en iets niet gedaan heeft (bijv. dierbare van verzekerde is overleden) kan je met een waarschuwing vol- nieuwe afspraken gemaakt. De re- staan. Is de reden twijfelachtig (waarheid ligt in het midden) kan je een gedeeltelijke sanctie toepas- integratiecoach is verantwoordelijk
voor de Poortwachtertoets na over- sen. En indien het geheel aan de klanten te wijten is, leg je een gehele sanctie op (verzekerde reageert dracht van de cliënt door CWI. De niet op brieven, is telefonisch niet te bereiken)." re-integratiecoach neemt dan de
afspraken die CWI met de cliënt
heeft gemaakt over. Indien de cliënt Bij het vaststellen van verwijtbaar gedrag wijken re-integratiecoaches onderling af. De een con- direct na instroom bij UWV in beeld
komt, maakt de coach zelf concrete stateert direct verwijtbaar gedrag als cliënten niet meewerken aan hun re-integratie, de ander afspraken met de cliënt. Hoewel er alleen bij recidive.
duidelijke kaders zijn, wordt steeds
per cliënt gekeken welke afspraken De managers zijn van mening dat handhaving in sommige gevallen effectiever kan worden inge- gemaakt worden. zet. Bijvoorbeeld door gericht een traject aan te bieden aan gedeeltelijke werklozen met een
5 WW-recht van minder dan 12 uur. "Cliënten zouden met 2 of 3 pittige gesprekken kunnen worden De backoffice WW bepaalt na een gestimuleerd voor werkhervatting of om af te zien van hun uitkering. Een stevige aanpak van die groep kennisgeving van verwijtbaar gedrag
door de re-integratiecoach de - bijvoorbeeld door een re-integratietraject aan te bieden op woensdagmiddag als de cliënt vrij is - leidt hoogte en duur van de sanctie. zo tot uitstoom of werkhervatting", aldus een manager. Kwaliteitsbewaking, bijvoorbeeld door de invoering van intercollegiale toetsing en consultatie, kan de uniformiteit bevorderen. Een knelpunt bij handhaving is ten slotte dat re-integratiecoaches niet altijd op de hoogte zijn van de maatregel die de backoffice aan de werkloze oplegt. Dat is onhandig in de voorbereiding van een vervolggesprek met de cliënt. De re-integratiecoach kan hiervoor het uitkeringssys- teem raadplegen, maar dat vindt hij vaak te omslachtig. Interne ondersteuning en Arbeidsomstandigheden Re-integratiecoaches moeten in hun werk ondersteund worden door mentoren, toegankelijke ICT en goede arbeidsomstandigheden. Op deze manier wordt hun deskundigheid ontwikkeld en is er een goede balans tussen primaire en administratieve taken. De arbeidsomstandigheden zijn vooral van belang voor de gesprekken met de klant. In de functieomschrijving van de mentor staat omschreven dat de mentor een kwaliteitsbevor- derende rol heeft die hij of zij vervult door het bijwonen van gesprekken en daarna feedback geeft aan de re-integratiecoach. In de praktijk blijken de mentoren evenwel bijna geen gesprek-
10 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

ken bij te wonen, hetgeen onder meer wordt veroorzaakt door de werkdruk van de mentor in

verband met de vele organisatieontwikkelingen.

De rol van mentor wordt door de re-integratiecoaches zeer verschillend gewaardeerd. Minder ervaren re-integratiecoaches ervaren de begeleiding van de mentor als waardevol. Ervaren re- integratiecoaches zien minder toegevoegde waarde. Bij vragen benaderen ze toch eerder een collega. Dat komt ook omdat de mentor niet altijd aanspreekbaar is, omdat hij of zij op ver- schillende locaties werkzaam is. Ook speelt daarin mee dat de mentor een rol heeft naar het management toe. Re-integratiecoaches zien de mentor hierdoor als een verlengstuk van de manager.
Re-integratiecoaches ervaren de ICT-systemen waarmee ze moeten werken als veel en tijdro- vend. De administratieve kracht die op elke locatie enkele dagen werkt, komt deels tegemoet aan dit probleem.
Tot slot heeft de huidige werkplek van de re-integratiecoach, de open ruimtes van de bedrijfs- verzamelgebouwen, voor- en nadelen. Een voordeel is de vanzelfsprekende samenwerking tussen re-integratiecoaches onderling en met CWI-adviseurs. Als nadeel wordt genoemd dat de gesprekken met de cliënt onrustig verlopen door het lawaai. Dat gaat volgens de geïnterviewde coaches en managers ten koste van de effectiviteit. De cliënt laat niet snel het achterste van zijn tong zien.
Conclusie: inzicht in de cliënt, knelpunten en verbetermogelijkheden De wijze waarop het huidige inzicht in de motivatie, mogelijkheden en houding van de werkloze tot stand komt, teneinde maatwerk te realiseren kent een aantal knelpunten. Een eerste knelpunt betreft de beheersing van de caseload. De caseload is volgens de coaches vaak te hoog voor het behouden van een actueel beeld van het klantenbestand, het daadwerke- lijk kunnen uitvoeren van intensieve controles, en het raadplegen van CWI adviseurs. Een tweede knelpunt is de organisatorische scheiding tussen CWI en UWV en de daarmee gepaard gaande knip in het re-integratieproces. De noodzakelijke overdracht veroorzaakt vol- gens de geïnterviewden nog steeds te late dienstverlening. Of de huidige wijze van handhaven voldoende effectief is, is op dit moment nog onduidelijk. Tot slot ziet de inspectie risico's rondom een aantal interne zaken.
De inspectie ziet aanknopingspunten voor verbeteringen in het verwerven van inzicht in de cliënt. Allereerst is het van belang dat er voldoende flexibiliteit in de normering van de case- load wordt gebouwd. Daarbij moet worden gewaarborgd dat de professionals aan alle aspecten van hun werk aandacht kunnen geven, en tijdelijke uitval van re-integratiecoaches kan worden opgevangen.
Het onderzoek geeft ten tweede aan dat de fusie en de landelijke invoering van integrale dienstverlening de juiste weg is naar meer inzicht in de cliënt en dus naar maatwerk. Voorts zouden het management en de coaches in samenspraak na kunnen gaan op welke wijze handhaving eenduidiger en mogelijk effectiever kan worden, bijvoorbeeld via intercollegiale toetsing of consultatie.
Ten slotte zou een aantal verbeteringen rondom de interne ondersteuning, de uitvoering van de primaire taak van coaches ten goede komen, te noemen: een uitbreiding van de administratieve ondersteuning of bijscholing in ICT, versterking van de rol van de mentor als kwaliteitsbevorde- raar, en een betere inrichting van de werkplekken van de professionals.
11 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


12 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


3 Inzicht in de lokale arbeidsmarkt

Het verwerven van inzicht in de arbeidmarkt - op zowel korte als middellange termijn - is nodig voor een goede inzet van vraaggerichte re-integratie. De kans op werk is dan het grootst en er kan tegemoet worden gekomen aan de vraag van werkgevers. Factoren die van invloed zijn op het verwerven van inzicht in de arbeidsmarkt, zijn naast de caseload en de externe samenwer-
6 king ook de aanwezigheid van een werkgeversbenadering op de locatie.6 In het onderzoek zijn niet de regio-
nale samenwerkingsverbanden
tussen uitvoerders in de sociale Vraaggerichte re-integratieaanpak zekerheid en werkgevers betrokken. De geïnterviewde re-integratiecoaches zijn zich bewust van het feit dat zij rekening moeten Die samenwerking zal in de toe-
komst ­ gezien het belang dat het houden met de lokale of regionale arbeidsmarkt bij de keuze van dienstverlening. Een aantal kabinet hieraan hecht ­ een gro- knelpunten belemmert evenwel het huidige inzicht in de arbeidsmarkt van de coaches. Zo tere rol gaan spelen.
hebben niet alle re-integratiecoaches een goed en actueel beeld van de vacatures. Hiervoor wordt wel steeds beter samengewerkt met het CWI, maar op de meeste onderzochte locaties hebben de coaches nog onvoldoende toegang tot de CWI systemen. Dientengevolge kan er digitaal geen match plaatsvinden tussen de competenties in het ABS-systeem van CWI en de competenties van de werkzoekenden uit SONAR. Ook hier worden mogelijkheden tot snelle re-integratie gemist.
Werkgeversbenaderingen, vacatureoverleggen en brancheteams De werkgeversbenaderingen op de locaties zijn nog volop in ontwikkeling. Werkgeversservicepunten zijn aanwezig, maar staan of in de kinderschoenen, of ondergaan een reorganisatie. Vooralsnog is de betrokkenheid bij de werkgeversservicepunten van de re-inte- gratiecoach gering. Daardoor wordt de dienstverlening van de coach nog niet afgestemd op de middellange termijnontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Rekening houden met de actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt doet de re-integratie- coach niet zozeer via de werkgeversservicepunten, maar via de vacatureoverleggen die dagelijks of wekelijks plaatsvinden tussen CWI en UWV. Op deze manier kan de re-integratiecoach vaca- tures matchen met cliënten uit zijn bestand. Uiteraard is hiervoor wel een goed beeld van het eigen klantenbestand nodig, hetgeen, zoals is gebleken, volgens de coaches door de hoge case- load in het gedrang kan komen. De vaak hoge caseload heeft ook volgens hen een negatief effect op het daadwerkelijk raadplegen van vacatures, en het benaderen van CWI-adviseurs. Op één locatie is er sprake van een goed werkend brancheteam van CWI en UWV functiona- rissen waarin zowel het werkzoekendenbestand als de werkgeverskant aan de orde komt. Vraag en aanbod worden hier snel bij elkaar gebracht. Hier is het inzicht in de arbeidsmarkt voor een bepaalde branche groot. Dat biedt goede waarborgen voor een vraaggerichte re-integratie. Opmerkelijk is overigens de geringe samenwerking tussen de werkgeversservicepunten en de bilaterale vacatureoverleggen of brancheteams tussen CWI en UWV. Soms wordt dat veroor- zaakt doordat het werkgeversservicepunt vooral een initiatief van de gemeente is. Conclusies: inzicht in de arbeidsmarkt, knelpunten en verbetermogelijkheden De werkgeversbenadering op de onderzochte locaties is volop in ontwikkeling, het is daarom nog te vroeg om echt al de vruchten hiervan te plukken in het kader van vraaggerichte re-inte- gratie. Op dit moment is het inzicht van re-integratiecoaches in de middellangetermijnontwik- kelingen op de lokale arbeidsmarkt, en daarmee de koppeling van de re-integratiedienstverle- ning en de toekomstige vraag van werkgevers, nog gering. Verbetermogelijkheden voor het daadwerkelijk uitvoeren van vraaggerichte re-integratie zijn in eerste instantie een optimale toegang tot elkaars systemen en een goede samenwerking met CWI. Het samenwerken van UWV en CWI in brancheteams heeft volgens de geïnterviewden een duidelijk een positieve invloed op de vraaggerichte re-integratieaanpak. Ook de inspectie meent dat het aan de kop van het proces bij elkaar brengen van aanbod en vraag, bij voorbeeld in de vorm van brancheteams, de uitstroom naar werk kan bevorderen. Nieuwe vacatures worden dan dagelijks samen doorgesproken en gematcht met het aanbod. De werkgeversservi- cepunten zouden wel een heldere samenhang of integratie moeten hebben met die bilaterale
13 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

brancheteams of vacatureoverleggen. Coaches kunnen dan in hun dienstverlening ook rekening

houden met toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen.
Ook het nieuwe inkoopkader van UWV, dat 1 april 2008 van kracht zal zijn, biedt goede aan- knopingspunten voor een snellere inzet van maatwerk en een betere vraaggerichte dienstverle- ning. Dat nieuwe kader hanteert als uitgangspunten een korte intensieve dienstverlening aan de kop van het proces en het zo veel als mogelijk koppelen van de dienstverlening aan een vaca- ture.
Tot slot zal ook de - door het kabinet gestimuleerde - regionale samenwerking tussen uitvoer- ders in de sociale zekerheid en de werkgevers in de regio naar verwachting een positief effect hebben op de uitvoering van vraaggerichte re-integratie.


14 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


4 Inzicht in snelste weg naar werk

Na het verwerven van inzicht in de cliënt en in de arbeidsmarkt, is het voor de re-integratie- coach van belang dat hij voor de werkloze cliënt passende ondersteuning vindt die de cliënt zo snel mogelijk aan duurzaam werk helpt. Hiervoor heeft hij inzicht nodig in welke instrumenten goed werken. Verder heeft hij inzicht nodig in de (lokale) re-integratiemarkt. Dat betekent inzicht in welke re-integratiebedrijven er zijn, welke instrumenten zij aanbieden en wat hun prestaties zijn.
Inzicht in het aanbod en de prestaties van de re-integratiemarkt De meeste geïnterviewde re-integratiecoaches geven aan dat zij weinig inzicht hebben in het aanbod en de prestaties van re-integratiebedrijven. De bestaande databanken, zoals de bench- mark van UWV en de site van Blik op werk worden hiervoor niet vaak geraadpleegd. De re- integratiecoaches gaan vooral uit van hun eigen ervaringen en die van hun directe collega's. Hierdoor bestaat het risico dat de re-integratiecoach voor hem onbekende, maar mogelijk goed presterende re-integratiebedrijven, niet in zijn selectie van re-integratiebedrijven mee- neemt.
De samenwerking tussen re-integratiecoaches en medewerkers van de backoffice Inkoop Re- integratie (IR) verloopt steeds beter. De re-integratiecoaches zullen hierdoor een beter beeld krijgen van de lokale re-integratiemarkt. UWV overweegt om in 2008 de contractdeskundige van IR als inkoopmakelaar op de locatie te plaatsen om de coach nog beter te kunnen onder- steunen.
Inzicht in de effectiviteit van instrumenten Inzicht in de effecten van de verschillende instrumenten is niet structureel beschikbaar. Welke dienstverlening in specifieke situaties moet worden aangeboden, wordt overgelaten aan de pro- fessionele inschatting van de coach, al dan niet tot stand gekomen na overleg met collega-re- integratiecoaches. UWV functionarissen twijfelen overigens aan het nut van een systeem waar- mee de effectiviteit van instrumenten kan worden vastgelegd en geraadpleegd. Zij menen dat maatwerk een individuele benadering vereist waarbij de inzet van elk instrument steeds per klant moet worden overwogen. De geïnterviewde managers hebben veel vertrouwen in de pro- fessionaliteit van de coach. Conclusies: knelpunten en verbetermogelijkheden De inspectie concludeert dat de re-integratiecoach zelf, soms in overleg met collega's, de kort- ste weg naar werk bepaalt. Uit eerder IWI onderzoek komt naar voren dat de re-integratie- coach een professional is die ernaar streeft cliënten een zo goed mogelijk aanbod te doen dat
7 afgestemd is op de mogelijkheden en wensen van de cliënt.7 In dit onderzoek komt de inspectie Uitvoering van re-integratietrajecten tot de conclusie dat re-integratiecoaches hierbij veelal uitgaan van de eigen ervaring met instru- door UWV, IWI , 2007.
menten en functionarissen bij re-integratiebedrijven en zij hiervoor weinig gebruik maken van de beschikbare informatie over de re-integratiebedrijven. Wel worden zij hierin ondersteund door de backoffice IR. Ondanks het vertrouwen van de managers in de coaches signaleert de inspectie hier het risico dat de kortste weg naar werk hiermee onvoldoende geborgd is. De inspectie ziet verbetermogelijkheden voor een groter inzicht in de snelste weg naar werk door een beter gebruik van bestaande informatiebronnen over aanbod en prestaties van re- integratiebedrijven. Het plaatsen van een medewerker van IR op de locatie, zoals het manage- ment in de regio overweegt, kan de re-integratiecoach daarbij ondersteunen. Daarnaast kan een groter inzicht in de effectiviteit van de ingezette dienstverlening, gekoppeld aan de klantkenmerken, de kortste weg naar werk beter waarborgen. De inspectie ziet voor het verwerven van dat inzicht mogelijkheden in de bestaande registratiesystemen van de regio Oost.

15 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


16 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


5 Handelingsvrijheid

Met de inzichten die de re-integratiecoach heeft opgebouwd over klant, arbeidsmarkt en snel- ste weg naar werk, bepaalt hij uiteindelijk de dienstverlening die naar zijn mening het snelst naar duurzaam werk leidt. De re-integratiecoach heeft hierbij een bepaalde mate van hande- lingsvrijheid nodig. Ze zijn professionals. De handelingsvrijheid kan tot een grote diversiteit aan
8 dienstverlening leiden.8 UWV houdt in de sturing op de re-integratiecoach rekening met de Er is een scala aan mogelijk benodigde handelingsvrijheid. Het is wel van belang, in het bijzonder omdat re-integratiecoach vormen van dienstverlening.
Verwezen wordt naar bijlage 3 van nog een functie in ontwikkeling is, dat er een kwaliteitsbewaking en ­bevorderingssysteem aan- deze studie. wezig is.
Prestatieafspraken met re-integratiecoaches De sturing op de re-integratiecoach is vooral gericht op resultaat. De re-integratiecoach maakt met de manager afspraken over het percentage te behalen werkhervattingen per jaar. De norm
9 voor de regio Oost is dat zestig procent van de uitstroom leidt tot werkhervatting.9 De belang- De landelijke norm hiervoor is 40 rijkste prestatieafspraken worden in contracten neergelegd. In de beoordelingsgesprekken procent.
tussen de managers werk en de re-integratiecoaches worden de realisaties besproken. Bijna alle geïnterviewde re-integratiecoaches geven aan dat de afgesproken prestatie-indicatoren vol- doende vrijheid geven om de dienstverlening te geven die zij nodig vinden voor de klant. Registraties van dienstverlening per re-integratiecoach
10 Dat de coach inderdaad zijn eigen keuzes maakt, blijkt ook uit de registraties in SONAR.10 In de Het registratiesysteem waarin alle registraties per re-integratiecoach zien wij grote verschillen in dienstverlening. De ene coach contacten en diensten per cliënt
worden vastgelegd. geeft bijvoorbeeld voor de helft van zijn cliënten intensieve dienstverlening, terwijl de ander juist veel IRO's inzet. Verschillen die overigens niet rechtstreeks gerelateerd kunnen worden aan de caseload. Een hoge caseload zou naar verwachting gepaard kunnen gaan met veel arbeidsextensieve dienstverlening, zoals een groot aantal extern ingekochte trajecten. Dat blijkt niet het geval te zijn. De inspectie leidt hieruit af dat de re-integratiecoach een eigen inschat- ting maakt bij de inzet van instrumenten. Ervaring en professionele inschatting zijn hierbij belangrijke factoren, zoals blijkt uit de interviews. Ook qua effecten van dienstverlening, zoals het aantal werkhervattingen, zijn er grote verschillen waar te nemen tussen re-integratie- coaches. Opvallend is verder uit de cijfers dat een goed presterende kleine locatie, relatief een grote variëteit aan dienstverlening laat zien en weinig werklozen monitort (de minst intensieve vorm van dienstverlening, zie hieronder). Door re-integratiecoaches ervaren belemmerende factoren Zoals gezegd vinden de re-integratiecoaches dat zij in principe voldoende handelingsvrijheid hebben. Toch is er het afgelopen jaar een aantal maatregelen geweest die de re-integratie- coaches hebben ervaren als een inbreuk op hun handelingsvrijheid. Volledig benutten van gunningcontracten In het laatste deel van het jaar is er centrale sturing geweest op het benutten van gunningcon- tracten voor cliënten van 45 jaar en ouder. De re-integratiecoaches beschouwen dat als een inbreuk op maatwerk. Dat heeft deels ook te maken met een doorgaans negatief beeld van sommige re-integratiebedrijven met een gunning. De re-integratiecoaches gaan in de praktijk toch uit van wat in hun ogen het beste is voor de klant. Een ander probleem met de gunning- contracten voor hele trajecten, zal mogelijk in de komende tijd worden opgelost door het nieuwe inkoopkader van UWV. Volgens het nieuwe kader zal er geen sprake meer zijn van de aanbesteding van trajecten, maar van losse modules. Hiermee wordt de keuzevrijheid voor de re-integratiecoach groter.

17 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Monitoring versus intensieve begeleiding

Voor de zelfredzame direct bemiddelbare cliënt kan de re-integratiecoach kiezen voor monito- ring en intensieve begeleiding.


11 Monitoring is de meest minimale vorm van dienstverlening en wordt ingezet voor de zeer zelf- Zelfredzame werklozen zijn bijvoor- redzame werkloze én (tijdelijke) kansloze werkloze.11 In principe geldt dat voor de groep die beeld mensen die net een traject
hebben afgerond, en door het tra- onder monitoring valt zwaardere ondersteuning niet nodig of niet zinvol wordt gevonden. Met ject wordt geacht snel werk te de cliënten die onder monitoring vallen moet de re-integratiecoach minimaal eens per 3 maan- kunnen vinden. Kansloze werklo-
zen, al dan niet tijdelijk, zijn vaak den contact hebben. Uit de registraties van de re-integratiecoaches komt overigens naar voren mensen die ouder zijn dan 55 jaar dat niet iedere klant eens in de drie maanden contact heeft met de coach.12 en zeer eenzijdige werkervaring
hebben. Of werklozen die een
rouwproces doorgaan om uiteenlo- Intensieve begeleiding wordt ingezet voor zelfredzame werklozen die in een korte periode met pende redenen. Uit SONAR is niet
af te leiden hoe de verdeling zelf- lichte hulp van de coach snel aan het werk kunnen komen. De richtlijn is dat intensieve begelei- redzame en kansloze cliënten is. ding maximaal 4 maanden mag worden gegeven en dat er minimaal één gesprek per maand
12 plaatsvindt. De begeleiding bestaat uit hulp bij het zoeken van vacatures, samen de sollicitatie- Dat geldt niet specifiek voor perso- brief doornemen, of bijvoorbeeld samen bij de werkgever nagaan waarom de persoon is afge- nen die onder monitoring vallen,
maar is gemeten aan de hand van wezen. Eveneens wordt intensieve begeleiding vaak ingezet om de werkloze beter te kunnen de interne prestatie-indicator: mini- diagnosticeren. Uit het onderzoek blijkt overigens dat de re-integratiecoach de werkloze vaker maal eens in de 3 maanden con-
tact voor 95 procent van de doel- dan eens per maand spreekt. Het gemiddeld aantal klantcontacten onder intensieve begeleiding groep. Die doelstelling wordt nog ligt volgens de registratie tussen de anderhalf en twee keer per maand. niet gerealiseerd.
Re-integratiecoaches helpen de cliënt liefst zelf via intensieve dienstverlening aan het werk. De cijfers ondersteunen de keuze van de coaches, aangezien het aantal werkhervattingen na inten- sieve begeleiding hoog is. Dat komt uiteraard ook omdat het een groep relatief zelfredzame groep werklozen betreft. Uit de cijfers blijkt overigens ook een relatief groot aantal werkher- vattingen na monitoring. Hoewel de cijfers dit niet kunnen aangeven, nemen we aan dat de uit- stroom uit monitoring voornamelijk de groep zelfredzame klanten betreft. Sturing op juiste toepassing richtlijn intensieve begeleiding Toen medio 2007 uit de registraties bleek dat veel coaches de maximale termijn voor intensieve begeleiding overschreden, heeft het management gestuurd op het correct toepassen van inten- sieve begeleiding. Die sturing hebben coaches als negatief ervaren. Een re-integratiecoach: "Het is niet zinvol om voor een cliënt waarvan je denkt dat hij binnen korte tijd werk vindt, toch een traject in te kopen. Dat is in een dergelijke situatie niet de kortste weg naar werk." Het management meent evenwel dat re-integratiecoaches graag te veel in eigen hand houden. Re-integratiecoaches zouden volgens hen in geval van hoge werkdruk sneller moeten inkopen. Zo kan een extra diagnose ook op de markt worden ingekocht. Toch wordt de keuze om een cliënt zelf te begeleiden of hiervoor een traject in te kopen, overgelaten aan de professionaliteit van de coach. De uiteindelijke dienstverlening hangt zodoende voornamelijk af van de individu- ele voorkeur van de coach. Er kan geen eenduidig antwoord worden gegeven over het effect van de sturing op de juiste toepassing van de richtlijn intensieve begeleiding. De registraties geven aan dat na de sturing een deel van de intensieve dienstverlening onder monitoring wordt geregistreerd en, hoewel in mindere mate, onder IRO's. Volgens de geïnterviewde coaches geven zij echter nog steeds de dienstverlening aan die zij nodig vinden. Dat zou kunnen betekenen dat er voor het grootste deel geen andere dienstverlening is aangeboden, maar het vooral een wijziging in registraties betreft. Voor een klein deel heeft de sturing geleid tot extra inkoop van trajecten.
13 Scholingsmakelaar
De scholingsmakelaar koopt uitslui- De scholingsmakelaar wordt zowel door re-integratiecoaches als door de managers gezien als tend ­ in opdracht van de re-inte-
gratiecoach - scholingen in voor een instrument zonder toegevoegde waarde.13 De inschakeling van de scholingsmakelaar kost klanten voor wie de noodzaak tot zowel tijd als geld zonder dat dit volgens de coach en managers iets toevoegt. "De scholingsma- inzet van een scholing op basis van
het Protocol Scholing is vastgesteld. kelaar wordt door mij en mijn collega´s als overbodig beschouwd. Het is wel ineens 600 euro Uitgangspunt bij scholing is de kort- duurder", aldus een re-integratiecoach. Volgens de registraties worden er weinig scholingen ste weg naar werk. Scholingen mét
baangarantie genieten daarom de gegeven. Om de scholingsmakelaar te ontwijken registreren re-integratiecoaches relatief kort- voorkeur. De maximale individuele lopende scholingen echter ook onder de noemer `opstapje', maar dan nog is het niet veel. trajectduur van scholing is 2 jaar.

18 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Kwaliteitsbevordering/-bewaking

Voor de kwaliteitsbewaking heeft UWV diverse mogelijkheden. Via de registratiesystemen kan het management de inzet en effectiviteit van dienstverlening en het aantal klantcontacten
14 volgen. Ook het huidige kwaliteitssysteem MCP maakt gebruik van deze registraties.14 De resul- MCP = Minimale controle pro- taten van analyses worden eens per kwartaal met de re-integratiecoaches besproken. Kritiek gramma.
van de coaches is dat de overleggen niet gaan over `wat' er is geregistreerd, maar `dat' er niet is geregistreerd. Er is nog geen toets op de kwaliteit van dienstverlening. UWV heeft het voorne- men om het systeem MCP in de loop van 2008 uit te breiden met een kwaliteitstoets van de dienstverlening via steekproeven.
Er is geen sprake van een structurele intercollegiale toetsing tussen re-integratiecoaches zoals UWV dat op andere vakgebieden wel kent. De re-integratiecoaches geven aan daar wel behoefte aan te hebben.
Conclusies handelingsvrijheid: knelpunten en verbetermogelijkheden De huidige sturing op prestatie-indicatoren die vooral gericht zijn op het resultaat van de dienstverlening, geeft de re-integratiecoaches voldoende handelingsvrijheid om de klant de ondersteuning te geven die zij nodig vinden. Een aantal zaken ervaren de coaches in principe als een inbreuk op hun handelingsvrijheid, zoals de sturing op het benutten van de gunningcontrac- ten, de juiste toepassing van intensieve begeleiding en de verplichte inschakeling van de scho- lingsmakelaar. Die inbreuk lijkt echter geen grote gevolgen te hebben voor de dienstverlening. De re-integratiecoaches laten zich over het algemeen toch vooral leiden door de vraag wat de cliënt aan ondersteuning nodig heeft. Uit de registraties blijkt dat de huidige handelingsvrijheid leidt tot een per coach sterk varië- rende dienstverlening, zoals ook het aantal werkhervattingen per coach erg wisselt. Dat kan het gevolg zijn van maatwerk, elke cliënt vereist immers een op maat gesneden aanpak. Echter, bij een grote handelingsvrijheid voor professionals past een adequaat systeem van kwaliteits- borging en -bevordering. Een dergelijk systeem is nodig voor het waarborgen van een optimale dienstverlening die leidt tot de snelste weg naar werk. De inspectie is van mening dat de kwali- teitsborging is in het huidige re-integratieproces voor de WW nog onvoldoende is ontwikkeld. De inspectie ziet hiervoor de volgende verbetermogelijkheden. De kwaliteitsborging kan worden verbeterd door een versterking van de rol van de mentor, meer gestructureerde inter- collegiale toetsing en consultatie en een uitbreiding van het systeem MCP met de kwaliteit van dienstverlening. Het borgen van kwaliteit geldt ook voor het handelen van de re-integratie- coach op het gebied van handhaving.
Eveneens biedt zoals gezegd het huidige registratiesysteem mogelijkheden om meer inzicht te krijgen in de succesfactoren voor re-integratie. Zo kan er een analyse worden gemaakt van de aangeboden diensten en werkhervattingen per re-integratiecoach gerelateerd aan de kenmer- ken van cliënten. Het gebruik van die inzichten door de re-integratiecoach zou de kortste weg naar werk beter kunnen waarborgen.

19 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


20 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


6 Samenvattende conclusies

In dit rapport staat de vraag centraal onder welke voorwaarden maatwerk in het re-integratie- proces van werklozen tot stand komt, en welke verbeteringen mogelijk zijn. De onderzoeks- vraag is beantwoord aan de hand van een viertal voorwaarden waaraan volgens de inspectie zou moeten worden voldaan om maatwerk te kunnen leveren, te noemen: inzicht in de cliënt, inzicht in de arbeidsmarkt, inzicht in de kortste weg naar werk, en voldoende handelingsvrijheid voor de professional. Hieronder wordt ingegaan op de belangrijkste conclusies ten aanzien van de vier voorwaarden, in de vorm van knelpunten en verbetermogelijkheden. Inzicht in de cliënt
De wijze waarop het huidige inzicht in de werkloze cliënt tot stand komt kent een aantal knel- punten. Zo is de caseload volgens de re-integratiecoaches vaak te hoog voor het behouden van een actueel beeld van het klantenbestand, het daadwerkelijk kunnen uitvoeren van intensieve controles, en het raadplegen van CWI adviseurs. Een tweede knelpunt voor het verkrijgen van inzicht in de cliënt zijn de gescheiden organisaties tussen CWI en UWV en de bestaande knip in het re-integratieproces. Tot slot bestaan er knelpunten rondom een aantal interne zaken, zoals de ondersteuning van de mentor en ICT en de open werkplekken. De inspectie ziet aanknopingspunten voor verbeteringen in het verwerven van inzicht in de cliënt:

· Het is van belang dat er voldoende flexibiliteit in de normering van de caseload wordt gebouwd om de werkdruk van coaches te kunnen beheersen, ook bij tijdelijke uitval van coaches. De inspectie merkt daarbij op dat werkdruk ook door andere factoren bepaald wordt, zoals de administratiedruk. De re-integratiecoach lijkt in dat kader gebaat bij de huidige administratieve ondersteuning en/of bijscholing in ICT.

· De fusie en de landelijke invoering van integrale dienstverlening kan de huidige knelpunten in de samenwerking oplossen en is daarmee een goede stap op weg naar maatwerk.
· De huidige wijze van handhaven kan mogelijk effectiever en eenduidiger. Het management en de coaches zouden dat samen na kunnen gaan. Hoewel ook handhaving een kwestie van maatwerk is, is het wenselijk dat re-integratiecoaches in gelijke situaties gelijk handelen.
· Tot slot zou de werkplek van de re-integratiecoach zo moeten zijn dat een gesprek met de werkloze rustig en efficiënt kan verlopen.
Inzicht in de arbeidsmarkt
De geïnterviewde re-integratiecoaches geven aan dat zij weliswaar een globaal inzicht hebben in de vacatures, maar dat zij desondanks weinig toekomen aan de match met hun klantenbestand. Van een vraaggerichte benadering van re-integratie gericht op (middel)lange termijnontwikkelin- gen op de arbeidsmarkt is nog nauwelijks sprake. De werkgeversbenadering op de onderzochte locaties is wel volop in ontwikkeling, maar de betrokkenheid van de coaches bij een dergelijke benadering is doorgaans nog laag.
Verbetermogelijkheden op het terrein van vraaggerichte re-integratie zijn:
· Vacatureoverleggen en/of het werken in brancheteams. In die overlegstructuren worden nieuwe vacatures dagelijks doorgesproken en gematcht met het aanbod. Ter ondersteuning hieraan is toegang nodig tot elkaars registratiesystemen om ook een digitale match tussen vraag en aanbod mogelijk te maken.

· De werkgeversservicepunten zouden een logische samenhang of integratie moeten hebben met de bestaande bilaterale brancheteams of bilaterale vacatureoverleggen. Coaches kunnen dan in hun dienstverlening sneller profiteren van de geworven vacatures en rekening houden met toe- komstige arbeidsmarktontwikkelingen.

· Ook het nieuwe inkoopkader van UWV biedt goede aanknopingspunten voor een snellere inzet van maatwerk en een betere vraaggerichte dienstverlening. Dat nieuwe kader hanteert als uit- gangspunten een korte intensieve dienstverlening aan de kop van het proces en het zo veel als mogelijk koppelen van de dienstverlening aan een vacature.

21 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Inzicht in de kortste weg naar werk

In het bepalen van de kortste weg naar werk, gaat de re-integratiecoach veelal uit van de eigen ervaring met instrumenten en functionarissen bij re-integratiebedrijven, soms na overleg met collega's. De beschikbare informatie over de re-integratiebedrijven in de databestanden wordt hiervoor nauwelijks geraadpleegd. Wel worden zij hierin ondersteund door de backoffice IR. Ondanks het vertrouwen van de managers in de coaches signaleert de inspectie hier een risico dat re-integratiecoaches mogelijkheden voor de kortste weg naar werk missen. Verbetermogelijkheden voor een beter inzicht in de kortste weg naar werk:
· De kortste weg naar werk is volgens de inspectie beter gewaarborgd als er structureel gebruik wordt gemaakt van de bestaande inzichten in het aanbod en de prestaties van re-integratiebe- drijven. De voorgenomen plaatsing van de contractdeskundige op de locatie kan de re-integra- tiecoach hierin ondersteunen.

· De bestaande registraties kunnen beter benut worden om de effecten van instrumenten, gekoppeld aan de kenmerken van cliënten, voor de re-integratiecoach inzichtelijk te maken. Handelingsvrijheid
De huidige sturing op resultaat geeft de coach voldoende ruimte om de volgens hem juiste ondersteuning aan de cliënt te geven. De sturing op het volledig benutten van de gunningcon- tracten, de strikte toepassing van intensieve begeleiding en de verplichte inschakeling van de scholingsmakelaar ervaren de coaches als negatief. Volgens de coaches heeft die sturing echter geen grote gevolgen voor de dienstverlening omdat zij in de praktijk toch de dienstverlening kiezen die de klant volgens hen nodig hebben.
De geleverde diensten en het aantal werkhervattingen per coach lopen sterk uiteen. Dat kan het gevolg zijn van de handelingsvrijheid die nodig is voor het leveren van maatwerk. De inspec- tie meent evenwel dat kwaliteit van dienstverlening door de coaches wel geborgd dient te zijn. Verbetermogelijkheden ten aanzien van de handelingsvrijheid zijn volgens de inspectie:
· Kwaliteitsborging en bevordering op het handelen van de re-integratiecoach kan versterkt worden door de mentor hierin een grotere rol te geven, meer collegiale toetsing en/of consul- tatie en een uitbreiding van MCP naar de kwaliteit van dienstverlening.
· Meer inzicht in de effectiviteit van de verschillende vormen van dienstverlening zou de vereiste kwaliteit van de dienstverlening van de coach meer richting geven. De bestaande registraties kunnen hiervoor benut kunnen worden. De coach is gebaat bij een goede ondersteuning bij het gebruik van de systemen.


22 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


7 Beschouwing: De weg naar (maat)werk

De inspectie ziet een aantal positieve ontwikkelingen in de voorwaarden die het realiseren van maatwerk mogelijk maken. Dat geldt in het bijzonder voor de huidige samenwerking tussen UWV en CWI en de aandacht die beide organisaties in toenemende mate hebben voor het aan de kop van het proces bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Het onderzoek onderstreept dat de effectiviteit van re-integratie vergroot kan worden door een betere vraaggerichte re-integra- tie en het sneller inzetten van de juiste dienstverlening. De ontwikkeling naar de invoering van geïntegreerde teams, de fusie tussen UWV en CWI, het stimuleren van regionale samenwerking
15 en het nieuwe inkoopkader van UWV zijn daarbij belangrijke stappen.15 Dat nieuwe kader hanteert als uit-
gangspunten een korte intensieve
dienstverlening aan de kop van het De inspectie constateert tevens knelpunten in de voorwaarden voor het realiseren van maat- proces en het zo veel als mogelijk werk, zoals een hoge caseload en de nog bestaande knip in het re-integratieproces door de koppelen van de dienstverlening
aan een vacature. gescheiden organisaties van CWI en UWV. Die knelpunten staan momenteel een optimaal inzicht in de cliënt, de arbeidsmarkt en de snelste weg naar werk in de weg. Het onderzoek laat verder zien dat de re-integratiecoach een cruciale rol speelt in het huidige re-integratieproces. De handelingsvrijheid van de re-integratiecoach is groot. De inspectie erkent het belang van handelingsruimte voor de professional. Maar er zijn ook grenzen. De reintegratiecoach is een professie in ontwikkeling en ook de huidige inzichten in de effectiviteit van dienstverlening staan nog in de kinderschoenen. De inspectie hecht waarde aan een verbetering van de voorwaarden waaronder de coach ope- reert, én aan het inbedden van structurele kwaliteitsborging ten aanzien van het handelen van de coach. Dat zou volgens de inspectie de kortste weg naar werk kunnen bevorderen. De lan- delijke invoering van integrale dienstverlening waarbij de functie van re-integratiecoach en CWI adviseur gecombineerd wordt tot werkcoach, kan worden benut om meer balans in de voor- waarden, de handelingsvrijheid en de kwaliteitsborging voor de professional te realiseren.


23 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


24 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


8 Reactie UWV/CWI en nawoord IWI

UWV deelt de visie van IWI dat er een aantal positieve ontwikkelingen zijn te duiden in de voorwaarden om maatwerk te realiseren. Dat geldt in het bijzonder voor de samenwerking tussen UWV en CWI en de toenemende aandacht in beide organisaties voor het aan de kop bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Het rapport bevestigt het belang van enkele belangrijke stappen die UWV in dit kader zet in de richting van de vorming van het werkbedrijf UW en CWI - zoals geïntegreerde teams en regionale samenwerking - en van het nieuwe inkoopkader UWV.
UWV komt tot de hoofdconclusie dat de ontwikkelingen die het heeft ingezet ter verbetering van de re-integratie grotendeels aansluiten bij de inzichten uit het IWI rapport, die betrekking hebben op de regio Oost-Nederland. Dat ziet UWV als een bevestiging om verder te gaan op de ingeslagen weg.
UWV ziet geen aanleiding om de caseload van de re-integratiecoach te flexibiliseren met als reden dat UWV ruimschoots voldoet aan de afspraken met de minister van SZW over het tijdig aanbieden van een passend re-integratieaanbod en de toename van het aantal coachingsge- sprekken.
Aan de aandacht voor de kwaliteitsborging van het handelen van de re-integratiecoach, waar IWI om vraagt, werkt UWV via het registreren en inzichtelijk maken van de verleende dien- stenmix in relatie tot de afstand tot de arbeidsmarkt per klant. Uitwisseling van best practices tussen re-integratiecoaches is dan mogelijk. Ook klanttevredenheidsonderzoeken krijgen een plaats in de kwaliteitsborging.
Nawoord IWI
IWI onderschrijft de hoofdconclusie van UWV dat een aantal ontwikkelingen tegemoetkomen aan de door IWI gesignaleerde knelpunten in het re-integratieproces. Over de kwaliteitsborging merkt IWI nog het volgende op. IWI heeft geconstateerd dat de hui- dige registraties in SONAR het in principe mogelijk maken om de effectiviteit van de verleende dienstenmix in relatie tot de kenmerken van de klant in beeld te brengen. Dat biedt inderdaad mogelijkheden tot best practices, en kwaliteitsbevordering. IWI pleit evenwel voor een meer structurele wijze van kwaliteitsborging, zodat in de wijze van dienstverlening de kortste weg naar werk beter dan nu wordt gewaarborgd. Dat kan bijvoorbeeld bereikt worden door een versterking van de rol van de mentor, meer gestructureerde intercollegiale toetsing en consul- tatie en een uitbreiding van het kwaliteitssysteem MCP met de kwaliteit van dienstverlening. IWI vraagt tot slot nog de aandacht voor de workload van de re-integraticoaches. IWI heeft vastgesteld dat re-integratiecoaches niet aan alle aspecten van coaching toekomen. IWI pleit bij de totstandkoming van de functie werkcoach voor een dusdanige organisatie dat de coach aan alle aspecten coaching invulling kan geven.

25 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Lijst van afkortingen

ABS Adviseurs bemiddelingsservice
CWI Centrum voor Werk en Inkomen
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IRO Individuele Re-integratieovereenkomst
IR Inkoop Re-integratie
IWI Inspectie Werk en Inkomen
MCP Minimale controle programma
Rib Re-integratiebedrijf
SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Wet SUWI Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen WW Werkloosheidswet
WWB Wet werk en bijstand


26 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Bijlage 1

Theoretisch onderzoeksmodel
Om maatwerk te verkrijgen heeft de inspectie gesteld dat aan vier voorwaarden moeten worden voldaan (zie figuur 1), te noemen:
1 Het verwerven van inzicht in de cliënt (wensen, mogelijkheden en motivatie), de zogenaamde aanbodgerichte re-integratieaanpak, is nodig om passende dienstverlening aan te kunnen bieden. Factoren die hierop van invloed zijn, zijn de caseload van de re-integratiecoach, de externe samenwerking, handhaving, en interne ondersteuning. De caseload moet zijn afgestemd op de intensiteit van begeleiding die nodig is voor de klan-
16 ten die de re-integratiecoach in portefeuille heeft. Een goede samenwerking met CWI16 leidt De samenwerking tussen gemeen- tot een goede diagnose (aan de kop van het proces) en een warme overdracht, waardoor ten en UWV vormt geen onderdeel
van dit onderzoek. een snelle en op maatgesneden aanpak wordt gewaarborgd. Inzicht in de cliënt wordt daar- naast bevorderd door, in het kader van handhaving, aan de kop van het proces duidelijk afspraken te maken met de cliënt en die afspraken te controleren. Tot slot biedt de organisa- tie de re-integratiecoaches interne ondersteuning door een mentor, goede ICT-mogelijkhe- den en optimale arbeidomstandigheden.
2 Het verwerven van inzicht in de arbeidmarkt, oftewel een vraaggerichte re-integratieaanpak, is nodig om de kans op plaatsing van de cliënt op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te garan- deren en aan de vraag van werkgevers tegemoet te komen. Factoren die hierop van invloed zijn, zijn naast eveneens de caseload en de externe samenwerking; ook de aanwezigheid van een werkgeversbenadering op de locatie. De re-integratiecoach wordt ondersteund door een (keten)brede geïntegreerde werkgeversbenadering, zoals het verwerven van nieuwe en onderhouden van bestaande contacten met werkgevers met vaste aanspreekpunten, analyse van de arbeidsmarktsituatie en een actueel beeld van de vacatures.
3 Voor het inzicht in de snelste weg naar werk, is inzicht nodig in het aanbod en de prestaties van de lokale re-integratiebedrijven, en in de effectiviteit van de verschillende instrumenten die de professional ter beschikking heeft.
4 De laatste voorwaarde betreft de handelingsvrijheid van de professional, in het geval van dit onderzoek, de re-integratiecoach. De professional heeft een bepaalde mate van handelings- vrijheid nodig om de re-integratieondersteuning optimaal af te stemmen op de lokale omstandigheden. Er zijn wel grenzen aan de handelingsvrijheid. De re-integratiecoach moet bijvoorbeeld rekening houden met het uitgangspunt 'kortste weg naar werk'. Figuur 1

---

---

1 Inzicht in de 4 Inzicht in de Maatwerk Inzicht in de cliënt snelste weg naar Handelingsvrijheid arbeidsmarkt werk Inzicht Ondersteunende Caseload effectiviteit factoren instrumenten Inzicht aanbod Samenwerking en effectiviteit Belemmerende met CWI re-integratie factoren bedrijven Handhaving
Interne Werkgevers- ondersteuning benadering
27 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


28 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Bijlage 2

Onderzoeksmethode

Om de centrale onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is in november en december 2007 onderzocht welke verschillen er zijn tussen de UWV locaties in de voorwaarden waaronder het re-integratieproces in de WW tot stand komt. Om de knelpunten en verbetermogelijkheden te kunnen duiden is er allereerst een selectie van een aantal locaties gedaan aan de hand van de uitkomsten van de prestatie-indicatoren per vestiging, in het bijzonder de prestatie-indicator aantal werkhervattingen. Een zestal goed scorende (3) en minder goed scorende vestigingen (3) zijn geselecteerd. De locaties die zijn onderzocht liggen maximaal 50 km van elkaar verwijderd om de invloed van mogelijke verschillen op de arbeidsmarkt die de scores kunnen beïnvloeden te minimaliseren. De zes locaties die zijn onderzocht liggen in de regio Oost Nederland. Een nadere analyse van gegevens van CWI over de arbeidsmarktsituatie rondom de locaties laten inderdaad zien dat er tussen de locaties geen significante conjuncturele verschillen zijn op de
17 arbeidsmarkt.17 Het streven was niet om een landelijk representatief beeld te genereren. Hiervoor zijn data over instroom
werklozen, uitstroom werklozen en
aantal vacatures vergeleken. De onderzoekswijze is vervolgens vergelijkend van aard. Om de verschillen ten aanzien van de voorwaarden die leiden tot maatwerk (zie figuur 1) tussen de locaties te kunnen duiden zijn er verschillende onderzoeksmethodes gebruikt. Allereerst is de bij de inspectie beschikbare infor- matie over de locaties bestudeerd. Daarna is onder alle re-integratiecoaches (circa 27 enquê- tes) werkzaam op de locaties een enquête uitgezet (respons 21 enquêtes). Voorts zijn er op de locaties halfopen gestructureerde interviews gehouden met de managers werk, mentor re-inte- gratiecoaches en re-integratiecoaches. De regiomanager werk, functionarissen van het regio- kantoor en de back office Inkoop re-integratie zijn op dezelfde wijze geïnterviewd. In totaal zijn er circa 20 UWV functionarissen geïnterviewd. CWI-medewerkers zijn schriftelijk vragen gesteld. De verworven vestigingsinformatie bood inzicht in de actuele situatie van de verschil- lende randvoorwaarden waaronder de activering van werklozen tot stand komt. Het doel van het onderzoek was aanvankelijk om causale verbanden te laten zien tussen de aanwezigheid van de randvoorwaarden en de prestatie-indicatoren zoals bijvoorbeeld uitstroom naar werk, door het koppelen van de cijfermatige informatie per vestiging aan de kwalitatieve verworven informatie. De cijfers waren echter dusdanig divers dat we geen significante uitspra- ken hebben kunnen doen over de causale verbanden.


29 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


30 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Bijlage 3

Werkbeschrijving re-integratiecoach
UWV

1 Vormt zich een beeld van de doelgroep(en) en de arbeidsmarkt.
2 Weegt inspanning van re-integratie af tegen de beperking van de schadelast.
3 Bereidt gesprek(ken) met cliënt voor (zowel op inhoud als op het (begeleidings)proces).
4 Maakt diagnose van persoonlijke situatie van klant:

- vormt zich op basis van informatie, risicoanalyses e.d. (afkomstig uit de keten CWI, UWV (FOBO), RIB's, GSD's, ARBO-diensten) een samenhangend beeld van de cliënt, van de doelgroep waartoe cliënt behoort en van de relevante regionale arbeidsmarktsi- tuatie;

- bepaalt welke informatie nog ontbreekt en nog dient te worden verkregen;
- inhoudelijke en gedragscompetenties die de cliënt een werkgever heeft te bieden;
- beperkingen die bij de cliënt spelen ten aanzien van te selecteren vacatures;
- diagnosticeert mogelijkheden op en afstand tot de arbeidsmarkt;
- bepaalt welke aanpak op de voorhand passend lijkt op basis van inschatting van de `mate van zelfredzaamheid' van de cliënt.

5 Onderkent variëteiten in coachen en (inhoud) bijdragen, en past deze afhankelijk van de cliënt en de specifieke situatie toe:

- volledig zelfredzame cliënten worden gemonitord;

- in houding zelfredzame cliënten die middelen behoeven worden ondersteund door begeleiding in de vorm van inhoudelijk advies / informatie;
- niet-zelfredzame cliënten worden gecoacht naar zelfstandige probleembenadering;
- onwillige cliënten worden benaderd met handhavingactiviteiten.
6 Voert gesprek(ken) met de cliënt over de aanpak, met als resultaat:
- benoemen mogelijkheden tot re-integratie en de daarbij in te zetten middelen;
- concrete afspraken met klanten over te volgen traject van re-integratie;
- informeert klanten over voorschriften en procedures, zodanig dat de cliënt weet waar hij aan toe is en wat hem te doen staat (handhaving, rechten en plichten).
7 Maakt, aan de hand van bevindingen, het re-integratieadvies en het bijbehorende plan/plan- ning van aanpak.

8 Adviseert, stimuleert, corrigeert de cliënt ter realisering van diens re-integratiedoelstellin- gen.

9 Legt gegevens en afspraken vast.

10 Verstrekt (binnen de mogelijkheden van raamcontracten) opdrachten voor trajecten aan RIB's, en volgt de kwaliteit en effectiviteit daarvan.

11 Volgt en bewaakt de voortgang van de met de cliënt gemaakte afspraken en de geleverde trajecten, heeft daartoe periodiek contact met klant om uitvoering te bewaken en eventu- eel bij te sturen.

12 Verleent nazorg aan cliënt en doet periodiek navraag en onderzoek naar geplaatste cliën- ten. Gebruikt de hierdoor opgedane kennis en ervaringen.

13 Volgt de effectiviteit van de coaching door vergelijking van feitelijk en theoretisch uitke- ringsvolumen, verbonden aan cliënt / cliëntengroepen.

14 Onderhoudt contacten in- en extern de keten.

15 Coacht de cliënt in zijn zoektocht naar werk tot het moment dat hij/zij werk heeft gevon- den dan wel zijn/haar recht op uitkering eindigt.

31 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


32 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Bijlage 4

Overzicht diensten re-integratiecoach

Diensten die door de Doelstelling Doelgroep Toelichting/opmerkingen RC zelf worden
uitgevoerd
Intensieve begeleiding Het doel van intensieve Intensieve begeleiding kan Onder het begrip duurzaam werk begeleiding is het adviseren ingezet worden voor verstaat UWV een dienstverband en coachen van de cliënt iedere UWV -cliënt die van minimaal 6 maanden. om de kortsteweg naar zelfstandig kan re- Gedurende deze periode is er geen werk voor de cliënt te integreren, direct sprake van een WW-uikering. realiseren. bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, en die naar inschatting van de RC de regels naleeft. Intensieve controle Het doel van intensieve Iedere cliënt van wie ver- controle is het handhaven moed wordt dat het niet van de plichten. Hiermee waarschijnlijk is dat hij/zij wordt beoogd de vertrou- de regels naleeft, komt in wensrelatie tussen de cliënt aanmerking voor Inten- en de RC te verbeteren om sieve Controle. de dienstverlening op regu-
liere wijze voort te kunnen
zetten.
Monitoring Het doel van de inzet van 1.Iedere WW-gerechtigde Uit de beschikbare gegevens blijkt monitoring is om duidelijk- die zelfstandig kan reinte- dat dit instrument relatief veel inge- heid te verkrijgen in de greren en die naar inschat- zet wordt. Afhankelijk van de locatie mogelijkheden van de cliënt. ting van de re-integratie- variërend tussen de 25 tot 46% Dit kan op diverse situaties coach WW (RC -WW) betrekking hebben. Bijvoor- de regels naleeft. beeld de cliënt heeft net 2. Iedere WW-gerechtigde een traject of scholing afge- die naar inschatting van rond. de RC -WW een zeer beperkte kans heeft op de arbeidsmarkt. Proefplaatsing Het doel van de proefplaat- Iedere WW-uitkeringsge- sing is het door middel van rechtigde die langer dan 6 een proeftijd bij een werk- maanden een WW- gever een duurzaam dienst- uitkering heeft, komt in verband te realiseren. aanmerking. Stage Het doel van de stage is het Elke cliënt met een afstand opdoen van werkervaring in tot de arbeidsmarkt komt een bepaalde functie om de in aanmerking voor deze afstand tot de arbeidsmarkt dienst. te verkleinen.
Vrijwilligerswerk Het doel van vrijwilligers- Elke cliënt die al langdurig werk is het opdoen van op zoek is naar duurzame maatschappelijke ervaring arbeid en een grote afstand met alle aspecten die komen heeft tot de arbeidsmarkt, kijken bij het mogelijk ver- komt inaanmerking voor richten van werkzaamheden deze dienst. binnen organisaties. Op deze
wijze wordt beoogd de af-
stand tot de arbeidsmarkt te
verkleinen.
Zelfstandig Het doel van de dienst zelf- Cliënten die willen starten In de praktijk en uit onderzoek ondernemerschap standige is het begeleiden met een eigen onderne- blijkt dat een cliënt die wil en controleren van cliënten ming. Zij maken een onder- starten als ondernemer die aangegeven hebben een nemersplan, doen aan veelal een behoorlijke eigen onderneming te willen marketing etc. coaching nodig heeft. starten.
Vrije dienst Het doel van vrije dienst is Deze dienst is bedoeld om binnen de uitkerings- voor cliënten bij wie periode de cliënt maximaal recentelijk een drama-
2 maanden de ruimte en tijd tische gebeurtenis te geven zijn/haar leven op heeft plaats gevonden in orde te krijgen, dusdanig de directe persoonlijke dat dit de beschikbaarheid of familieomgeving. en re-integratie niet in de
weg staat.

33 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Diensten die door de Doelstelling Doelgroep Toelichting/opmerkingen RC worden ingekocht

Assessment noodzaak Het doel van dit assessment De inzet van scholing wordt scholing is het verkrijgen van inzicht beoordeeld op basis van in de noodzaak tot inzet van het zogenaamde Protocol en de soort scholing voor Scholing. Toepassing hier- een cliënt gelet op zijn com- van zal lang niet voor alle petenties en arbeidsverleden UWV-cliënten in voldoende in relatie tot het spoedig mate uitwijzen dat inzet terugleiden van de cliënt scholing noodzakelijk is, naar de arbeidsmarkt. dan wel de aard van de in te zetten scholing. Deze cliënten zullen worden voorgedragen voor de re-integratiedienst Assessment Noodzaak Scholing. Individuele re- integra- Het doel van de IRO is De IRO is bedoeld voor Uit klanttevredenheid onderzoeken tieovereenkomst IRO cliënten de keuzevrijheid cliënten die behoefte blijkt dat cliënten het instrument en meer beïnvloedings- hebben aan meer keuze- IRO hoog waarderen. Ook mogelijkheden te geven om vrijheid dan in de reguliere blijkt dat dit instrument veel te komen tot een succes- trajecten mogelijk is. ingezet wordt. volle re-integratie naar duur-
zame arbeid.
Jobhunting Omvat alle planmatige zoek Alle cliënten die geschikt zijn activiteiten die door het RIB (gemaakt) voor de arbeids- samen met de cliënt worden markt ­ al dan niet na aan- ondernomen om de cliënt te bodversterkende activiteiten plaatsen. De cliënt wordt
intensief begeleid en onder-
steund bij het zoeken naar
werk.
Losse Diensten Losse diensten worden in Welke dienst in welke situatie principe zelfstandig ingezet. wordt ingezet, wordt door de Dat wil zeggen niet in com- RC in samenspraak met de binatie met andere produc- individuele cliënt bepaald. ten en diensten. Het doel De dienst wordt ingekocht van de dienst is het laten bij een re-integratiebureau. re-integreren van cliënten
met een afstand tot de
arbeidsmarkt.
Opstapje Het doel van opstapjes is Iedere cliënt die WW- Het is en blijft de UWV periode met een cliënt door middel van gerechtigd is, een kleine begeleiding door het CWI. een korte opleiding of cursus afstand tot de arbeidsmarkt CWI beslist en UWV betaalt. binnen de CWI -periode heeft en door middel van versneld doen uitstromen een korte training versneld Voorbeeld taxipas, diploma naar duurzame arbeid. kan uitstromen richting vorkheftruckchauffeur; vaak arbeidsmarkt. is de eis aan de cliënt: aantonen dat na het opstapje er ook daadwerkelijk werk is Preventie inzet CWI- Het doel van de preventieve Met ontslag bedreigde cliënten inzet is om cliënten voor werknemers die een afstand instroom in de WW door tot de arbeidsmarkt kennen, middel van re-integratietra- minimaal fase 2. jecten niet in de WW in te
laten stromen.
Re-integratietraject UWV koopt re-integratie- Er zijn diverse doelgroepen: In de uitvoeringspraktijk wordt trajecten in. Voor de invulling · werklozen met een ook veel als subgroep waarvoor van deze verantwoordelijk- kleine afstand tot de bijzondere aandacht nodig is heid koopt UWV re-integra- arbeidsmarkt genoemd cliënten die niet tietrajecten in bij re-integra- · werklozen met een grote voldoen aan een minimale opleiding. tiebedrijven met het doel, afstand tot de arbeids- via de kortste weg, de markt cliënten duurzaam te plaat- · werklozen van 50 jaar en sen in betaald werk. ouder Het re-integratietraject be- · hoog opgeleide werklozen staat uit trajectonderdelen · werklozen van allochtone en een plaatsingsplan. Af- afkomst hankelijk van de doelgroep · UWV-cliënten die gere- is nazorg een trajectonder- integreerd willen worden deel bij plaatsing. naar zelfstandige arbeid Schuldhulpverlening Het doel is het treffen van Via een schuldhulpverle- De RC bemiddelt of verwijst de een schuldregeling voor de ningstraject wordt een cliënt naar een gespecialiseerd cliënt zodanig dat de schuldregeling getroffen bureau/gemeentelijke kredietbank schuldenproblematiek geen en vormt de schuld en stemt zijn trajectbegeleiding belemmering (meer) vormt geen belemmering meer hierop af. aanbieden van een traject voor deelname aan re- voor deelname aan re- integratieactiviteiten. integratieactiviteiten van de individuele cliënt.
34 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Sociale actviering en Het doel van deze dienst is WW -cliënten met een Deze trajecten worden conform zorgdiensten het laten re-integreren van grote afstand tot de het UWV beleid bij de cliënten met een afstand tot arbeidsmarkt gemeente ingekocht. de arbeidsmarkt via het die geactiveerd moeten bestellen van een dienst bij worden tot maatschap- een Gemeentelijke Sociale pelijke deelname. Dienst (GSD) en/of een zorg- Cliënten met belemmeren- instelling. de situaties voor re- integratie zoals verslaving, schulden, relatieproblemen van ernstige aard of psychische klachten. Sollicitatietraining Het doel van een sollicitatie- Individuele cliënten vaar- Primair is dit een CWI-activiteit; training is het aanleren van digheden bijbrengen die o.a. in de vorm van het geven van adequate zoekmethoden, nog niet bij hen aanwezig workshops. In incidentele zoals het opstellen van ge- zijn als ook het aanscher- situaties krijgt een cliënt na richte sollicitatiebrieven, pen van al bestaande overdracht aan de RC een het trainen van een adequate vaardigheden. individuele training aangeboden. opstelling met betrekking tot
een sollicitatiegesprek, even-
als het concreet oefenen van
sollicitatiesituaties.


35 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


36 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Bijlage 5

Reactie UWV/CWI


37 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk


38 Inspectie Werk en Inkomen De weg naar (maat)werk

Publicaties van de Inspectie Werk en

Inkomen


2008
R08/05 De weg naar (maat)werk
Onderzoek in de regio Oost naar de voorwaarden waaronder de activering van werklozen in de WW tot stand komt
R08/04 UWV en Walvis
Zevende rapportage
R08/03 Oog voor veiligheid
Vervolgonderzoek kwaliteit uitvoering kraankeuringen
R08/02 Invoering Wia
Rapport over implementatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen R08/01 Handhaven door certificeren
Een onderzoek naar het functioneren van certificerende instellingen op het terrein van asbestverwijdering

2007
R07/27 Veilig werken onder water
Certificatie bij duikarbeid
R07/26 Handhaven met beleid
Gemeentelijke handhaving Wet kinderopvang
R07/25 Matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Een onderzoek naar de samenwerking van SUWI-partners op het terrein van werk- geversbenadering
R07/24 Zaak van belang
Begeleiding door UWV, CWI en gemeenten van uitkeringsgerechtigden die willen starten met een eigen bedrijf
R07/23 Gemeentelijke afdoening, de laatste schakel in de handhavingsketen R07/22 Bescherming bepaald
Certificering in het werkveld `Persoonlijke beschermingsmiddelen' R07/21 Jaarverantwoording toezicht en handhaving Wet kinderopvang door gemeenten