Het Rotterdamse college heeft vandaag 29 april, besloten het advies
van de Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) op voorhand op enkele punten
niet op te volgen. Het betreft de voorgestelde adviezen ten aanzien
van de subsidies van respectievelijk het Gergiev Festival, de
Kunsthal, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Festivals Dunya,
Metropolis en Zomercarnaval.
Het college stelt bij zijn afwegingen dat deze instellingen een
belangrijk boegbeeld voor de stad vormen en dat hun voortbestaan van
groot belang is. Onduidelijkheid op korte termijn over de financiële
toekomst zou tot onevenredige schade kunnen leiden voor de
instellingen en de stad Rotterdam. In het geval van Gergiev
Festival/Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Kunsthal is bovendien
sprake van een kwetsbare overgangssituatie gezien de aanstelling van
een nieuwe dirigent, respectievelijk directeur.
Het college stelt dat het budgettaire kader zoals meegegeven in de
opdracht aan de RRKC vooralsnog wordt gehandhaafd. Dit vastgestelde
budget bedraagt 34,1 miljoen euro.
Het college neemt bij de voorjaarsretraite op 26 en 27 mei een
definitief besluit over het budget voor het cultuurplan. Op basis van
het advies van de RRKC maakt het college vervolgens een integrale
afweging. Daarop wordt nu vooruitgelopen omdat volgens het college de
voortdurende onzekerheid voor de betrokken instellingen tot
onevenredige schade zou kunnen leiden.
In september stelt de gemeenteraad het uiteindelijke
verdelingsvoorstel voor de cultuurgelden vast.
Bron: Bestuursdienst, 29-04-2008
Gemeente Rotterdam