Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief D.d. 25 april 2008 Doorkiesnummer Ons kenmerk UB/K/08/12595 Datum 19 mei 2008 Onderwerp Reactie op Verslag van een schriftelijk overleg van
de vaste commissies voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en Financiën

Hierbij zenden wij u onze reactie op uw Verslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën over de brief d.d. 31 maart 2008 van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën inzake stroomlijning loonaangifte werkgevers.

De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van en Werkgelegenheid, Financiën,

(J.P.H. Donner) (J.C. de Jager)

Ons kenmerk UB/K/08/12595

Opmerkingen en vragen van de vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën over de brief d.d. 31 maart 2008 van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën inzake stroomlijning loonaangifte werkgevers. (Ingezonden 25 april 2008)

Opmerkingen en vragen van de leden van de CDA-fractie


1.
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de regering enige voortgang maakt bij het werkend krijgen van de polisadministratie. Het aantal werkgevers dat is geconfronteerd met een extra uitvraag van gegevens is drastisch gedaald dit jaar.
De regering stelt nu voor om een volgende stap te maken en namelijk alle werkgevers te verplichten op een uniforme wijze de loonaangifte te verzorgen. Dit roept bij de leden van de CDA-fractie een groot aantal vragen op.
Al eerder heeft de regering overwogen om ofwel iedereen te laten overschakelen op loon-in ofwel iedereen op loon-over. Toen lag er een ACTAL-rapport dat kleine jaarlijkse besparingen liet zien voor deze operatie, maar grote eenmalige kosten met een terugverdientijd van honderd jaar. De leden van de CDA-fractie missen een verwijzing naar dat rapport in het voorliggende rapport. Kan de regering aangeven of de inhoud van dat rapport nog steeds geldig is of hier een andere oplossing gekozen wordt? En indien er een andere oplossing gekozen wordt, ligt het dan niet in de rede om ACTAL om een nieuwe berekening te vragen?


2.
Met enige verbazing lezen de leden van de CDA-fractie de inhoud van het EIM rapport. Hoeveel heeft dit onderzoek gekost en wat is de meerwaarde hiervan?


3.
De conclusie van het EIM-rapport is tweeledig:
Enerzijds wordt opgemerkt dat de structurele gevolgen van de omzetting gering zijn. Anderzijds wordt opgemerkt dat " hoewel het niet de focus was van het onderzoek, kwam tijdens de interviews sterk naar voren dat de respondenten van mening zijn dat de grootste eenmalige wijzigingen (en dus incidentele kosten) betrekking zullen hebben op de aanpassingen van de software. De softwareaanpassingen zullen tevens, naar verwachting, de grootste kostenpost vormen. Een aantal respondenten benadrukt hierbij dat een gesprek met de softwareleveranciers cruciaal zou kunnen zijn voor de besluitvorming met betrekking tot de onderzochte oplossing."
Is het waar dat er dus niet gezocht is naar inzichten (noch kwalitatief, noch kwantitatief) in de kosten van de omzetting, terwijl juist deze kosten de reden waren om af te zien van harmonisatie in 2005? Waarom zijn deze inzichten niet gezocht?
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering ACTAL te vragen alsnog inzicht te geven in de structurele kosten en baten en van de gekozen oplossing.


4.
In het rapport valt nog een aantal zaken op. "Meervoudig gebruik van de loongegevens uit de loonaangifte vereist dat: de verzekerde (mede) verantwoordelijk is voor de juistheid van zijn in de polisadministratie opgenomen gegevens. Daartoe zal de verzekerde zijn in de polisadministratie per tijdvak opgenomen gegevens dienen te controleren door de gegevens op het verzekeringsbericht te vergelijken met de gegevens op de loonstrook" Is het de bedoeling dat de verzekerde inderdaad de gegevens in de polisadministratie zelf controleert op juistheid? Zo ja, hoeveel administratieve lasten zijn daarvoor berekend voor burgers?
Op welke wijze heeft een burger in Nederland inzage in de polisadministratie op dit moment? Wanneer zal hij op een eenvoudige wijze volledige inzage hebben? Bij de wetsbehandeling is het amendement Omtzigt/Weekers aangenomen dat voorziet in het jaarlijkse verzekeringsbericht. Er is verschillende keren gemeld dat dit zou worden ingevoerd middels een pilot. Wat zijn de uitkomsten van de pilot en wanneer zal de regering de wet naleven en de mensen een jaarlijks polisbericht sturen?


5.
Op pagina 10 van het EIM-rapport wordt gemeld dat er voor de loon-in inhoudingsplichtigen nagenoeg niets verandert. Wat verandert er precies wel voor hen in de gekozen oplossing?


6.
Op pagina 10 van het EIM-rapport staat dat de correctieberichten en de correctieverplichtingen worden afgeschaft. Zij kunnen toch niet in zijn geheel worden afgeschaft. Kan toegelicht worden op welke correcties verplicht blijven en welke worden afgeschaft in het voorstel?


7.
Op bladzijde 1 van de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën wordt gemeld dat de overheidswerkgevers de ACTAL ramingen nog immer realistisch achten. Hoe hoog schatten zij en de regering dus de eenmalige kosten van overgang in?


8.
In de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën staat dat "VNO-NCW en MKB-Nederland in reactie op het ACTAL advies gevraagd hebben om handhaving van de huidige situatie". De uitvoerbaarheid van de alternatieve oplossing is nagegaan met alle partijen en de oplossing is uitvoerbaar, zo schrijft de regering. De leden van de CDA-fractie hebben andere signalen en
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

verzoeken de regering aan te geven welk overleg zij gehad hebben met softwareleveranciers en welke conclusies daar door de partijen gezamenlijk zijn getrokken.


9.
Kan de regering de gevolgen voor de uitkeringsvaststelling in kaart brengen, vooral wanneer forse nabetalingen plaatsvinden op het moment dat de uitkering al is ingegaan?


10.
Heeft het CBS een voorkeur voor een systeem op basis van loon-in of op basis van loon-over?


11.
Bij de invoering van de wet WALVIS heeft de regering gezegd een piepsysteem te zullen opzetten voor mensen, wiens loon achteraf nog wordt gewijzigd. Op welke wijze is hieraan gevolg geven, hoe wordt dit systeem gepubliceerd en hoeveel mensen hebben hiervan gebruik gemaakt sinds 1 januari 2006?


12.
Op twee plaatsen in de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën wordt gerefereerd aan nader overleg in de komende weken en in april. Wat is de uitkomst van dat overleg met werkgevers? Kan de regering de werkgevers Kan de regering de softwareleveranciers hetzelfde vragen?

Opmerkingen en vragen van de leden van de PvdA-fractie


13.
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende voorstel. Zij hebben hierover nog een klein aantal vragen. Een `klein groepje' ziet meer nadelen dan voordelen. Uit wie bestaat deze groep? Zijn hun bezwaren structureel van aard, of gaat het ze meer om overgangsmaatregelen?


14.
Respondenten hebben aangegeven dat de Belastingdienst en het UWV eerst hun eigen systemen op orde moeten hebben voordat ze willen overgaan tot de onderzochte oplossing. Ook willen ze hierover tijdig geïnformeerd worden. Kan de regering aan deze verzoeken voldoen? Heeft snelheid of zorgvuldigheid de hoogste prioriteit?


---

Ons kenmerk UB/K/08/12595


15.
Hoe goed is nagedacht over de voorgestelde oplossing? Wordt inderdaad de gewenste stabiliteit bereikt die voor ogen staat? Kan de regering ingaan op de open vraag die het EIM stelt over de situatie bij een zwangerschapsuitkering (bladzijde 35 van het EIM-onderzoek)?


16.
In hoeverre wordt de organisatie, werkwijze en de koppelingen tussen personeelsinformatiesystemen en de verwerkingspakketten van de individuele werkgevers aangetast door de voorgestelde wijziging?


17.
Zijn de Belastingdienst en het UWV goed toegerust op deze oplossing? Kan de regering nauwkeurig beschrijven welke stappen beide organisaties moeten zetten voordat zij gereed zijn? Kan de regering de risico's die eraan verbonden zijn in kaart brengen?

Opmerkingen en vragen van de leden van de VVD-fractie


18.
Begin 2007 adviseerde Actal over de gehele linie de loon-in systematiek in te voeren. Waarom wordt dat advies niet gevolgd? Zijn er andere dan financiële redenen?


19.
In de voorgestelde oplossing worden correctieberichten afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt saldering op de loonaangifte in het tijdvak van betaling. Op welke wijze wijkt de in de brief voorgestelde oplossing af van invoering van de loon-in systematiek voor overheidswerkgevers?


20.
Hoe zijn de eenmalige kosten die zijn verbonden met de omschakeling van een loon-over naar een loon-in systematiek bij overheidswerkgevers (+/- 3,5 miljard euro) opgebouwd?


21.
Kan de regering uitleggen waarom overschakeling van meer dan 300.000 bedrijven van een loon-in naar een loon-over systeem een eenmalige kostenpost met zich mee zou brengen van
+/- 800 miljoen euro, terwijl een omschakeling van 30.000 overheidsinstellingen van een loon- over naar een loon-in systeem, een eenmalig 3,5 miljard euro zou kosten? Dit terwijl er zo'n 6 miljoen mensen in reguliere bedrijven en organisaties werkzaam zijn tegenover slechts 1 miljoen bij overheidswerkgevers.


---

Ons kenmerk UB/K/08/12595


22.
Wordt er door de aangegeven oplossing niet vastgehouden aan een inefficiënte systematiek die voor onnodige lastendruk en onduidelijkheid leidt?


23.
Het VNO-NCW en MKB-Nederland adviseren beide de huidige situatie te handhaven. Waarom gaat de regering voorbij aan de wensen van deze organisaties?

Antwoorden 1, 2, 3, 7, 13, 18, 19, 20 en 21
Relatie voorstel eenduidige loonaangifte en ACTAL-rapport, en kosten voor werkgevers Begin 2007 heeft ACTAL geadviseerd over de gehele linie te komen tot een loon-in aangiftesystematiek, omdat daarmee de administratieve lasten voor werkgevers structureel beperkt worden. De eenmalige kosten voor de overgang van loon-over naar loon-in werden echter zeer hoog geraamd. Volgens de onderzoekers bestaat de populatie inhoudingsplichtigen met een loon-over administratie voornamelijk uit overheidswerkgevers, naast een aantal grote particuliere bedrijven.
Gezien deze eenmalige hoge kosten is een alternatieve oplossing uitgewerkt om te komen tot een loon-in aangiftesystematiek. Deze oplossing heeft een geheel ander karakter dan de oplossing die in het ACTAL-rapport als uitgangspunt is genomen. In het ACTAL-rapport is het uitgangspunt om de salarisadministraties naar loon-in om te vormen. Ons is gebleken dat er bij loon-over werkgevers grote bezwaren bestaan tegen dit uitgangspunt, omdat dat voor hen zou betekenen dat zij een dubbele administratie zouden moeten voeren. Loon-over werkgevers blijven hun loon-over administratie namelijk ook nodig houden voor het kunnen toerekenen en doorberekenen van kosten aan tijdvakken waarop deze kosten betrekking hebben. Het voordeel van de oplossing die nu is uitgewerkt, en die in onze brief van 31 maart jl. is uiteengezet, is dat het voor hen niet nodig is om de administraties om te vormen. Het enige dat voor hen verandert is de wijze van loonaangifte, die bij de gekozen oplossing eenduidig wordt voor alle werkgevers, ongeacht de wijze van administratie. Deze loonaangifte moet worden gedaan op basis van loon in.
Gezien deze andere benaderingswijze is het ACTAL-advies, en daarmee ook de opvattingen van de werkgeversorganisaties daarover, niet van toepassing op de gekozen oplossing. Om te achterhalen wat de gevolgen voor werkgevers bij de thans gekozen oplossing zijn, is deze oplossing meermalen doorgesproken met werkgevers(organisaties) en softwareleveranciers. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd door het EIM om de gevolgen van de gekozen oplossing voor werkgevers in kaart te brengen. Uit het EIM-rapport blijkt dat de structurele effecten en kosten met betrekking tot administratieve processen als gevolg van de onderzochte oplossing naar verwachting gering zullen zijn. De respondenten geven aan te verwachten dat de eenmalige softwareaanpassing de grootste kostenpost zal vormen. Ook door
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

onze departementen is herhaaldelijk overleg gevoerd met softwareleveranciers. Daarbij is aan de hand van de voorstellen gevraagd naar de verwachtte kosten voor de aanpassing van de software. Softwareleveranciers konden die vraag niet eenduidig beantwoorden. Uit een ruwe schatting van hun kant bleek dat deze kosten relatief beperkt van omvang zullen zijn. Dit beeld wordt bevestigd door de in het EIM-onderzoek betrokken overheidswerkgevers, die hebben aangegeven te verwachten dat hun eenmalige kosten een fractie zullen zijn van de oude oplossing waarover ACTAL begin 2007 heeft geadviseerd. De uitkomst van het EIM- onderzoek en de schatting van de softwareleveranciers zelf achten wij dan ook voldoende onderbouwing voor een verantwoorde besluitvorming. Gegeven deze opmaat naar de nu gekozen oplossing zien wij geen aanleiding om ACTAL opnieuw te vragen onderzoek te doen naar de structurele kosten en baten van de nu gekozen oplossing.

In antwoord op de specifieke vraag naar een passage uit het EIM-rapport waar staat dat een `klein groepje' meer nadelen dan voordelen ziet het volgende. Dit kleine groepje betreft drie respondenten. De nadelen zagen vooral op de eenmalige aanpassingen aan de kant van de respondenten, die nodig zijn voor de realisatie. Dit werd ingegeven door hun voorkeur om niets te veranderen of om de aanpassingen aan de kant van de polisadministratie door te voeren. Op deze bezwaren wordt ingegaan bij de beantwoording van vraag 8 en 12. Ook werden nadelen gesignaleerd die betrekking hebben op de overgangsperiode, zoals extra denkwerk bij de omschakeling of extra werk voor het beantwoorden van vragen van medewerkers over loonstroken. Een derde bezwaar betreft de gevolgen voor de uitkeringsvaststelling; hierop zullen wij nader ingaan bij de beantwoording van vraag 9, 11 en 15. Een laatste bezwaar ging over een specifiek systeem dat in dat bedrijf werd gehanteerd waarbij gewerkt werd met vervangende loonstroken bij nabetalingen. Dit bedrijf achtte het belangrijk om die werkwijze te handhaven. Omdat in het voorstel geen wijziging brengt in de wijze van de verstrekking van de loonstroken is dit bezwaar niet aan de orde.

De vraag over de kosten van het EIM-onderzoek kunnen wij niet beantwoorden omdat deze informatie niet openbaar is. Wel kunnen we aangeven dat omvang van de kosten beperkt is.

Antwoord 4
Verzekeringsbericht
De via de loonaangifte van de werkgevers ontvangen gegevens van de verzekerden worden in de polisadministratie opgenomen. Wettelijk is voorzien in het verzekeringsbericht om de verzekerden inzage te geven in zijn verzekeringsgegevens, zoals dienstverband- en loongegevens. Door middel van het in ontwikkeling zijnde digitale verzekeringsbericht krijgen de verzekerden digitaal toegang tot deze gegevens en worden zij in staat gesteld deze gegevens te controleren. Constateren zij onjuiste en/of onvolledige gegevens of is een arbeidsverhouding niet in de polisadministratie opgenomen, dan moeten zij een correctieverzoek indienen. Bij het voorgaande is van belang dat de inzet is om de kwaliteit van de gegevens in de
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

polisadministratie niet afhankelijk te maken van het al dan niet indienen van correctieverzoeken door verzekerden.
Zoals in de Integrale Probleemanalyse is vermeld is de invoering van het verzekeringsbericht eerst dan verantwoord als de kwaliteit van de gegevens van voldoende niveau is, reden waarom is besloten in 2008 eerst een pilot digitaal verzekeringsbericht te doen plaatsvinden. In oktober 2008 is een pilot voorzien onder medewerkers van UWV en Belastingdienst. Voor de invoering van het verzekeringsbericht is ook van belang dat de loongegevens in de polisadministratie stabiel zijn en niet permanent met terugwerkende kracht worden gewijzigd. De recent gekozen oplossing van de loon-in aangifte systematiek per 2010 ­ in het bijzonder de afschaffing van de correctieberichten - heeft tot gevolg dat de loongegevens vanaf 2010 stabiel zullen zijn.
Nu de invoering van de nieuwe systematiek niet per 2009, maar per 2010 zal plaatsvinden, wordt onderzocht wat dit betekent voor het invoeringstraject van het verzekeringsbericht.

Antwoorden 5, 6, 10 en 16
Gevolgen voor inhoudingsplichtigen
In de gekozen oplossing wijzigt er voor de werkwijze van de correctiesystematiek over voorgaande jaren voor inhoudingsplichtigen niets. Omdat het correctiebericht in het lopende jaar vervalt, moeten geconstateerde fouten uit voorgaande perioden worden hersteld in de eerstvolgende aangifte. Deze systematiek is ook nieuw voor loon-in inhoudingsplichtigen. Financiële fouten worden daarbij hersteld door saldering met de huidige aangifte. Over de wijze van herstellen in de huidige aangifte van identiteit-, tijdvak- (bijvoorbeeld aanvang dienstbetrekking) en andere majeure fouten wordt in mei een vervolgoverleg gevoerd met de marktpartijen.

Het CBS geeft aan geen voorkeur te hebben voor een systeem op basis van loon-in of op basis van loon-over. Essentieel voor het CBS is dat de systematiek tussentijds niet (te veel) wijzigt en zij van een eventuele wijziging tijdig op de hoogte wordt gesteld.

De gekozen oplossing brengt geen wijziging in de wijze waarop gegevens in de salarisadministratie worden geadministreerd. Wel wordt wijziging gebracht in de manier waarop vanuit de salarisadministratie de loonaangifte wordt samengesteld. De gekozen oplossing heeft dan ook in beginsel geen gevolgen voor de personeelsinformatiesystemen en de koppeling met de verwerkingspakketten. Gezien de diversiteit in automatiseringspakketten valt niet geheel uit te sluiten dat in een enkel geval wijziging noodzakelijk is in aanpalende automatiseringssystemen.


---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

Antwoorden 8, 12, 22 en 23
Afstemming met werkgevers en softwareleveranciers
Er is veelvuldig met alle direct betrokkenen gesproken over het voorstel:
· Met enkele salarisverwerkers voor de overheidssector (diverse departementen, onderwijs en het UWV) is nagegaan op welke wijze (overheids)werkgevers ondersteund kunnen worden bij de overgang naar een loon-in salarisadministratie, en of het mogelijk is om de kosten voor deze overgang beperkt te houden. Op basis van deze verkenning is geconcludeerd dat het aanpassen van de loon-over salarisadministraties naar een loon-in salarisadministratie zeer kostbaar is, omdat loon-over werkgevers dan een dubbele administratie zouden moeten voeren. De gekozen oplossing waarbij alleen de aangiftesystematiek aangepast wordt, leidt tot aanzienlijk lagere kosten.
· De voorgestelde oplossing is op 31 januari 2008 gepresenteerd aan de Werkgroep Sociale Zekerheid van het VSO. Het Bestuur van de VSO heeft daarna laten weten in te stemmen met de voorgestelde oplossing.

· Op diverse momenten heeft intensief overleg plaatsgevonden met VNO-NCW en MKB- Nederland. Voor MKB-Nederland is uitgangspunt dat er voor hun achterban (loon-in werkgevers) niets moet veranderen. Dit is met het gekozen voorstel aan de orde, behoudens het vervallen van het correctiebericht in het lopende jaar. MKB-Nederland heeft geen bezwaren tegen de gekozen oplossing. VNO-NCW wil het liefst dat er niets verandert voor alle werkgevers, maar begrijpt dat er een oplossing moet komen voor de loon-over problematiek. De voorgestelde oplossing is voor VNO-NCW acceptabel.
· Op diverse momenten is uitgebreid gesproken met softwareleveranciers. De softwareleveranciers staan uiteraard niet te juichen, omdat zij hun systemen aan moeten passen. De softwareleveranciers hebben een voorkeur voor het handhaven van het huidige systeem. Voor een werkende keten is een oplossing van de problematiek loon in loon over echter cruciaal, zodat `alles laten zoals het is' niet aan de orde is. Een tweede voorkeur van de softwareleveranciers is dat de loonaangifte door werkgevers onveranderd blijft, maar dat het UWV zelf op basis van de correctieberichten zorg draagt voor juiste (loon-in) verwerking in de polisadministratie. Deze zogenaamde `nuloptie' is echter niet uitvoerbaar, zoals hierna nader wordt toegelicht.

Waarom is de nuloptie niet uitvoerbaar
UWV en Belastingdienst worden geconfronteerd met een grote stroom aan correctieberichten. Over 2007 gaat het om ruim 150 miljoen correctieregels, wat overeenkomt met 42% van het totaal aantal geleverde regels. Deze correctieberichten zijn zowel loon-over correcties als herstel van fouten, maar ook correcties over reeds eerder gecorrigeerde gegevens.

Naar aanleiding van de Integrale Probleemanalyse is breed vastgesteld, dat de huidige loonaangifteketen te complex is en eenvoudiger moet. Afschaffing van de correctieberichten blijkt een aanzienlijke bijdrage te leveren aan het verminderen van de complexiteit. Bij de voorgestelde nuloptie blijft het zeer grote aantal correctieberichten naast de oorspronkelijke
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

aangifte en aanvullende aangiften per tijdvak in stand. De polisadministratie dient uit deze verschillende aangiften per tijdvak en de correctieberichten het totale loon van dat tijdvak af te leiden. Als dit in de voorgestelde nuloptie al praktisch mogelijk is, is dit een complexiteitverhogend proces met een grote foutkans met de volgende consequenties:
· De polisadministratie moet het verschil vaststellen tussen het correctiebericht en de initiële aangifte en dit verschil salderen met het huidige tijdvakloon. Bij het synchroon ontvangen van verschillende berichten is het hierbij niet mogelijk om vast te stellen welk bericht het andere bericht vervangt. Bij deze werkwijze moet de polisadministratie zowel de saldering vastleggen als de initiële aangifte van het huidige tijdvak en eveneens het gecorrigeerde tijdvakloon. Dit om in het geval van een volgend correctiebericht weer een verschil te kunnen maken tussen het correctiesaldo en de initiële aangegeven loon. In feite spreken we hier dan over het creëren van twee polisadministraties, zowel een zuivere loon-in als een loon-over polisadministratie.

· De omvang en complexiteit die correctieberichten nu bij de Belastingdienst teweeg brengt op collectief niveau, blijft bij de nuloptie bestaan. Bij bezwaarschriften moet momenteel een administratieve eenheid bij de Belastingdienst vanuit de initiële aangifte, en vaak uit de correcties over correcties, de gegevens van dat tijdvak bepalen. Dit is een complexe, arbeidsintensieve aangelegenheid, waarbij ook de rechtszekerheid in het geding is.

Zoals aangegeven verwerkt de polisadministratie de correctieberichten in het aangiftetijdvak, in plaats van in de periode waarop de correctie betrekking heeft. In wezen zijn de correctieberichten dan geen correctieberichten meer, maar aanvullende aangiften in het tijdvak waarin het loon wordt betaald/verrekend met de werknemer. In deze optie wordt niet voldaan aan het principe van eenduidige aangifte:

· De polisadministratie neemt een deel van de verantwoordelijkheid van de werkgever voor het doen van loonaangifte over.

· Bij het uitoefenen van toezicht door de Belastingdienst ontstaat in deze optie een onduidelijker situatie dan nu. Bij het ontbreken van de aansluiting tussen de loon-over administratie en de polisadministratie is de oorzaak (fout bij werkgever, fout bij polis of bij beide) niet meer of zeer lastig traceerbaar.

· Voor de werknemer zijn de gegevens in de polisadministratie niet langer herkenbaar, niet transparant en moeilijk controleerbaar. Ook is niet langer duidelijk bij wie hij met vragen terecht moet, bij de werkgever of bij het UWV.

Conclusie
Bij de totstandkoming van het kabinetsbesluit is zoveel mogelijk rekening gehouden met de adviezen die wij ontvangen hebben van alle marktpartijen. We noemen twee voorbeelden:
1. Softwareleveranciers hebben aangegeven dat wijziging naar één algemeen systeem een flinke voorbereidings- en implementatietijd kost. Zij hebben daarom geadviseerd de nieuwe systematiek niet reeds per 1 januari 2009 in te voeren. Hoezeer wij ook hechten aan 10

Ons kenmerk UB/K/08/12595

een snelle oplossing per 1 januari 2009, hebben wij dit advies ter harte genomen, en de datum van invoering gesteld op 1 januari 2010.

2. Een variant die besproken is waarbij alleen loon-over correcties werden afgeschaft, bleek voor zowel VNO-NCW als voor de aanwezige softwareontwikkelaars niet acceptabel. Op grond van hun argumenten is de oplossing alsnog ingrijpend gewijzigd, in die zin dat de correctieberichten gedurende het jaar volledig zijn afgeschaft. Na deze aanpassingen heeft VNO-NCW op ambtelijk niveau laten weten te kunnen leven met de voorgestelde oplossing.
Bij de totstandkoming van het Kabinetsbesluit is daarnaast van belang geweest dat de marktpartijen hebben laten weten dat de voorgestelde oplossing uitvoerbaar is, en dat deze geen structurele maar alleen eenmalige kosten met zich mee zou brengen.

In reactie op de vraag naar de uitkomst van het overleg in april met werkgevers het volgende. Het overleg met de markt zal ­ in tegenstelling tot wat in de brief staat ­ in mei plaatsvinden. Tevens wordt erop gekoerst om de specificaties begin juni gereed te hebben.

Antwoorden 9, 11 en 15
Gevolgen voor de uitkeringsvaststelling
Het dagloon voor een uitkering wordt vastgesteld op basis van het loon dat een werknemer heeft genoten in de referteperiode, zoals vastgesteld op basis van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen. Loon dat vorderbaar was, maar nog niet inbaar in de referteperiode en pas wordt nabetaald op een moment waarop de uitkering al is ingegaan wordt meegenomen in het dagloon voorzover deze nabetaling betrekking heeft op de referteperiode. Loon, dat nog niet vorderbaar was in de referteperiode, wordt niet meegenomen in het dagloon ook niet als het later wordt toegekend en uitbetaald.
Als een uitkeringsgerechtigde tijdens de ontvangst van de uitkering inkomsten uit arbeid heeft, kan dat inkomen mede bepalend zijn voor het uit te betalen uitkeringsbedrag (geldt naar huidig recht voor ZW, WAO, WIA en TW), en in de WIA voor de vaststelling of de betrokkene voldoet aan de inkomenseis voor recht op loonaanvulling of vervolguitkering. Nabetalingen worden in beginsel toegerekend aan het tijdvak waarin ze worden uitbetaald.

Op dit moment wordt er voor de dagloonvaststelling nog niet uitgegaan van de loongegevens in de polisadministratie. Er vindt thans een pilot plaats waarbij bezien wordt of de gegevens in de polisadministratie een voldoende betrouwbaar karakter hebben om de dagloonvaststelling op te kunnen baseren. Loongegevens voor de dagloonvaststelling worden uitgevraagd bij werkgever/werknemer.
Uitgegaan wordt van de loongegevens genoten (betaald) in de referteperiode. Betrokkene krijgt een beschikking met daarin het dagloon vermeld. Als betrokkene het er niet mee eens is, kan hij in bezwaar gaan of UWV verzoeken het al vastgestelde dagloon met terugwerkende kracht te herzien. Het gaat bij deze vraag om loonbetalingen van de werkgever die gedaan
---

Ons kenmerk UB/K/08/12595

worden na einde referteperiode/vaststelling van het dagloon. Voor het piepsysteem is er niet een apart systeem ingericht. Er wordt ook geen registratie van bijgehouden, dus wij kunnen niet aangeven in hoeveel gevallen er gebruik gemaakt is van het "piepsysteem'.

De Polisadministratie is onderdeel van de loonaangifteketen. In 2007 is gebleken dat de loonaangifteketen niet goed werkte. Dit heeft geleid tot het opstellen van de Integrale Probleemanalyse Loonaangifteketen. Deze zogenoemde IPA is rond Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aangeboden. In de IPA is een groot aantal maatregelen benoemd om de werking van de keten te verbeteren. Deze maatregelen dragen bij aan de stabiliteit van de Polisadministratie. Onder de regie van het Ketenbureau werken UWV en Belastingdienst deze maatregelen gezamenlijk uit.
Daarnaast levert de gekozen oplossingsrichting rond de loon-in/loon-over discussie een belangrijke bijdrage aan de stabiliteit van de gegevens in de Polisadmistratie. Immers de gekozen oplossing zal ertoe leiden dat de gegevens in de polisadministratie niet steeds met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Dit draagt bij aan het meervoudig gebruik van gegevens uit de polisadministratie. Op de onderbouwing van gekozen oplossing verwijzen wij naar de beantwoording van de vragen 8, 12, 22 en 23.
Voor de vaststelling van het dagloon voor een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschap en bevalling geldt een referteperiode van een maand in plaats van de gebruikelijke referteperiode van een jaar. Voor de vaststelling van het dagloon gelden voor het overige dezelfde regels als bij een referteperiode van een jaar.

Antwoorden 14, 15 en 17
Implementatietraject
De stand van zaken is dat de keten in 2007 beter heeft gefunctioneerd dan in 2006. Dit blijkt o.a. uit de aanvullende uitvraag over 2007 van 33.000 inhoudingsplichtigen, dit was voor 2006 nog 108.000. De geringe uitval bij de verscherpte controles bij de poort geeft verder aan dat in 2008 een volgende stap is gemaakt in de verbetering.

Naar aanleiding van de Integrale Probleemanalyse is breed vastgesteld, dat de huidige loonaangifteketen te complex is en eenvoudiger moet. Afschaffing van de correctieberichten levert een aanzienlijke bijdrage aan het verminderen van de complexiteit en het verder op orde krijgen van de aangifteketen.
De gekozen oplossing betekent vooral dat complexe processen vervallen bij de Belastingdienst en het UWV, zonder grote aanpassingen. Bij de uitwerking van de oplossing wordt gestreefd naar een zo eenvoudig mogelijk proces.
Het invoeren van de gekozen oplossing per 1 januari 2010, waarbij de specificaties begin juni 2008 bekend zijn, geeft alle partijen voldoende tijd om deze wijziging grondig voor te bereiden en te testen.

12