Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over doping in de paardensport

19 mei 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister ook ingaat op het onderzoek van de Algemene Inspectiedienst. De paardenpsort werkt aan een plan van aanpak dat welzijn van paarden verbetert.

Meer informatie

* Kamervragen over doping in de paardensport
Kamerstuk | 19-05-2008 | PDF-Document, 58 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel


Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over doping in de paardensport, ingezonden op 31 maart 2008. Tevens kom ik hiermee tegemoet aan de vraag van Tweede Kamer bij monde van het lid Van Velzen, over de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek door de Algemene Inspectiedienst, dienstonderdeel opsporing, naar prestatieverhogende middelen bij drafpaarden.
1
Kent u het bericht `Financieel belang verleidt ruiters'?' Ja.

2
Bij hoeveel spring- en dressuurpaarden wordt jaarlijks doping aangetroffen door de FEI (wereldpaardensportfederatie)? Indien niet bekend is, waarom is dat niet bekend? De Fédération Equestre Internationale (FEI) publiceert het aantal uitgevoerde dopingcontroles, de uitkomsten ervan en de tuchtrechtelijke afhandeling op haar website in haar jaarverslag. Gegevens over de afgelopen jaren zijn:
* 2004 2237 (aantal controles) 4,6% (positief)
* 2005 2563 2,3%

* 2006 3171 2,6%

* 2007 3270 1,1%
') www.volkskrant.nl, 27 maart 2008


3
Kunt u uiteenzetten in welk stadium het onderzoek dat door de Dienst Opsporing van de Algemene Inspectiedienst wordt uitgevoerd naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij drafpaarden zich momenteel bevindt? Wanneer zullen de resultaten hiervan aan de Kamer verstuurd worden?
Bij de beantwoording van de Kamervragen van lid Van Velzen (31 oktober 2007, TK 2007- 2008, Aanhangsel, nr. 970) heb ik u gemeld dat er door de Algemene Inspectiedienst, dienstonderdeel opsporing (AID-DO) een onderzoek wordt uitgevoerd naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij drafpaarden. Het onderzoek bevindt zich momenteel in de afrondende fase en zal naar verwachting in mei 2008 volledig worden overgedragen aan het Openbaar Ministerie. De bevindingen worden door AID-DO vastgelegd in een beleidsrapportage.
Het onderzoek vindt plaats onder gezag van het Openbaar Ministerie en daarom is het niet aan mij om over de inhoud van het onderzoek te rapporteren.
4
Deelt u de mening dat de grote financiële belangen die met de paardensport gemoeid zijn de eerlijke competitie en fairplay, die door de Fédération Equestre Internationale (FEI) en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) centraal gesteld, bemoeilijken? Zo ja, bent u bereid hier in samenwerking met de FEI en de KNHS betere richtlijnen voor op te stellen? Zo neen, waarom niet? Door de grote belangen binnen de topsport, waaronder financiële, kunnen eerlijke competitie en fair play inderdaad onder druk komen te staan. Vandaar dat er voor de topsport een strikt antidopingbeleid wordt gevoerd. Dat is ook het geval voor de paardensport onder de vlag van de FEI en de KNHS. De sector zelf is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van dat beleid, dat voornamelijk wordt vormgegeven door het geven van voorlichting, het uitvoeren van dopingcontroles (zowel bij mens als dier) en de eventuele tuchtrechtelijke afhandeling. De hiertoe opgestelde richtlijnen acht ik voldoende.

5
Bent u van mening dat het huidige beleid afdoende is om dopinggebruik in de hippische wereld aan banden te leggen? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het groeiende gebruik van verboden middelen in de paardensport? Zo neen, bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen?
Ik ben van mening dat het huidige beleid afdoende is. Van een groeiend gebruik van verboden middelen in de paardensport is geen sprake, mede gezien de neerwaartse tendens van het aantal positieve uitslagen bij dopingcontroles.
6
Deelt u de mening dat kennis over de juiste trainings- en verzorgingswijzen van paarden bij ruiters, trainers en artsen vergroot dient te worden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn wilt u dit bewerkstelligen? Zo neen, kunt u dit toelichten? Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
19 mei 2008 VD. 2008/874 3
De analyse van Wageningen UR wijst uit dat er sprake is van welzijnsproblemen met betrekking tot de trainings- en verzorgingswijze. Tegelijkertijd wijst het rapport erop dat er belangrijke kansen voor verbetering liggen bij voorlichting, bewustwording, en een betere kennisontsluiting en -overdracht.
Zoals verwoord in de nota Dierenwelzijn zal ik eerst de sector de gelegenheid geven om met welzijnsverbeterende maatregelen te komen op het gebied van huisvesting, voeding, training en transport. De sector stelt hiertoe op dit moment een plan van aanpak op, waarbij het streven is binnen drie jaar dit plan te realiseren.
7
Bent u bereid de controle op doping- en medicamentgebruik bij spring- en dressuurpaarden verder aan te scherpen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Begin maart van dit jaar is met de KNHS een overleg gestart over de ondersteuning van haar antidopingbeleid door de overheid. De aanleiding was het verschil van de overheidsinzet met betrekking tot het gebruik van doping door de mens en door het dier. Ik verwacht dit overleg in de loop van het jaar af te ronden met het maken van afspraken over een ruimere ondersteuning door de overheid van de preventieve activiteiten van het KNHS om het gebruik van doping bij dieren tegen te gaan. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg