Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 27 mei 2008 MLB/JZ/18705 21 mei 2008 2070820760

Onderwerp Bijlage(n) Kamervragen over het uitzenden van porno door de 1 publieke omroep

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Van der Vlies (SGP) van uw Kamer over het uitzenden van porno door de publieke omroep.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070820760.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/4

2070820760

Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het uitzenden van porno door de publieke omroep. (Ingezonden 21 mei 2008)


1
Bent u bekend met het artikel `Opnieuw pornofilms bij publieke omroep'?1 Ja. Ik wil u er overigens op wijzen dat de suggestie dat de publieke omroep deze zomer pornofilms uitzendt geheel voor rekening van het desbetreffende dagblad komt. Op 22 mei jl. hebben de VPRO, NPS en NPO een persbericht doen uitgaan waarin zij bestrijden dat de tien wereldklassiekers en drie korte films die worden uitgezonden in de serie Cinema Erotica pornofilms zijn. Deze films worden door kenners bestempeld als kunstzinnig. De meeste films hebben prestigieuze, internationale prijzen gewonnen, zoals de film Belle de Jour van Luis Buñuel uit 1967 met Catherine Deneuve in de hoofdrol die in dat jaar winnaar was van de Gouden Leeuw op het festival te Venetië. Ook de overige, veelal bekroonde films van gelauwerde regisseurs zijn van een volstrekt andere orde dan porno.


2
Herinnert u zich uw uitspraak dat "het uitzenden van porno normaliter geen deel uitmaakt van de programmering van de publieke omroep"?2 Kan uit deze uitspraak worden geconcludeerd dat u meer frequente uitzending van pornofilms als ongewenst wilt tegengaan?

Ja. Zoals de VPRO, NPS en NPO aangaven, is hier geen sprake van pornofilms. Het is overigens niet aan de regering om de inhoud van de uitzendingen van de publieke omroep goed te keuren of tegen te gaan. Zoals ik in antwoord op de kamervragen over Deep Throat meldde, worden in Nederland programma's niet vooraf verboden. Artikel 7, tweede lid, van de Grondwet: "Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending" (vrijheid van meningsuiting). Verder is het op grond van artikel 48 van de Mediawet aan de omroepen om de vorm en inhoud van hun programma's te bepalen en zijn zij verantwoordelijk voor hetgeen in hun zendtijd wordt uitgezonden. De omroepen genieten een bij wet verzekerde vrijheid. Het is aan de omroepen om op verantwoorde wijze invulling te geven aan deze vrijheid. Daarbij moeten zij zich wel aan de geldende wet- en regelgeving en de zelfregulerende maatregelen van het NICAM houden. De Mediawet bepaalt dat programma's die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan 16 jaar gebonden zijn aan de regels en het toezicht van het NICAM. Verder bepaalt deze wet dat programma's die ernstige schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan 16 jaar niet zijn toegestaan. Het Commissariaat voor de Media is belast met de bestuursrechtelijke handhaving van de mediawetgeving en ziet er daarnaast nauwlettend op toe dat de zelfregulerende maatregelen van het NICAM ook daadwerkelijk worden nageleefd (metatoezicht). Altijd geldt dat dit pas na uitzending gebeurt.


1 Nederlands Dagblad, 20 mei 2008.

2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 1423.

blad 3/4

Overigens worden de films waar u op doelt conform de regels van het NICAM na 22.00 uur uitgezonden, meestal ver na middernacht.


3
Hoe beoordeelt u het feit dat deze films vooral worden uitgezonden voor vermaak, terwijl de film Deep Throat ­ zoals u in een eerdere beantwoording zelf aangaf ­ in het kader stond van voorlichting en meningsvorming?2 Biedt dit onderscheid naar uw mening aanleiding om in dit geval wel actie te ondernemen?

Nee. Tot de taken van de publieke omroep behoren nieuwsvoorziening, meningsvorming, voorlichting, duiding, educatie, en ook vermaak en cultuur. Vandaar dat film en drama prominente programmacategorieën zijn bij de publieke omroep. Voor alle categorieën geldt het in mijn antwoord op vraag 2 gegeven uitgangspunt: publieke media zijn onafhankelijk.


4
Kunt u toezeggen dat u de betreffende omroepen vroegtijdig zult proberen te overreden om van uitzending van deze pornofilms af te zien? Welke aanknopingspunten biedt het onderzoek naar de film Fitna voor het tegengaan van ongewenste uitingen via de publieke omroep?

Ik zal niet proberen de NOS en de NPS te overreden om van uitzending van de hier bedoelde films af te zien. Zoals ik hiervoor in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven is het aan de NPS en de VPRO om de vorm en inhoud van hun programma's te bepalen en zijn zij verantwoordelijk voor hetgeen in hun zendtijd wordt uitgezonden. Ik ben daarom ook niet op zoek naar aanknopingspunten voor het tegengaan van bepaalde uitingen via de publieke omroep.


5
Waarom bent u van mening dat het beperken van ongewenste uitingen via de publieke omroep op grond van de vrijheid van meningsuiting onmogelijk is? Kunt u juridisch inzichtelijk maken dat het tegengaan van de uitzending van porno via de publieke omroep absoluut in strijd is met vrije meningsuiting?

Zie het antwoord op vraag 2.


6
Bent u voornemens, gezien uw zorgen over de seksualisering van de maatschappij, de verspreiding van dit soort uitingen tegen te gaan? Waarom beperkt u zich in uw acties tegen seksualisering vooral tot het vergroten van weerbaarheid van jongeren en vindt u het tegengaan van ongewenste uitingen ongewenst?

blad 4/4

Ik hecht zeer aan het vergroten van de weerbaarheid van meisjes en jongens tegen seksualisering. Daarbij hoort echter niet het beperken van de vrijheid van meningsuiting door omroepen beperkingen op te leggen. Zie mijn antwoord op vraag 2. Omroepen zijn zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van hun programma. Juist daarom stimuleer ik de publieke en commerciële omroepen om vanuit het oogpunt van transparantie hun eigen spelregels ten aanzien van die verantwoordelijkheid openbaar te maken3. Ik verwacht verder ook meer resultaten van een inzet op de preventieve kant door het vergroten van de weerbaarheid van meisjes en jongens tegen met name (seksueel) geweld. Het is belangrijk dat jongeren kritisch leren omgaan met geseksualiseerde cultuur en dat ze hun eigen wensen en grenzen goed kunnen bewaken. In de nota Emancipatiebeleid 2008-2011 zijn op dat terrein ook acties aangekondigd.


3 Zie de Kabinetsbrief Mediawijsheid, Kamerstukken II 2007/08, 31 434, nr. 1.