Universiteit Leiden

De oorzaken achter de oorzaken

De gezondheid van mensen in achterstandssituaties is een stuk slechter dan die van de betergesitueerden. De politiek zoekt de remedie in het stimuleren van gezonder leven. Maar dat is niet genoeg, vindt Barend Middelkoop. Oratie vrijdag 6 juni.

Het staat vast dat mensen in een lagere sociaal-economische positie gemiddeld gesproken een slechtere gezondheid hebben. Dat vinden we in Nederland eigenlijk onacceptabel, zegt prof.dr. Barend Middelkoop. Daar moet dus iets aan gebeuren. Maar wat? Middelkoop: 'Het enige dat we daarvoor hebben zijn programma's die aanzetten tot gedragsverandering. Dat zijn programma's waardoor mensen gestimuleerd worden gezond te eten, regelmatig te bewegen en niet te roken. Het is heel goed dat zulke programma's er zijn. Maar we moeten niet denken dat we er zijn als het ons eenmaal gelukt is om het gedrag van mensen in lagere sociaal-economische posities zo te beïnvloeden dat ze zich net zo gezond gedragen als de betergesitueerden. Dat is echt een misvatting.'

Barend Middelkoop: 'De focus op gezond gedrag is te eenzijdig.' 50% meer kans op hart- en vaatziekten
Middelkoop zal in zijn oratie vertellen over uitstekend Engels onderzoek naar wat het verschil tussen rijk en arm betekent voor de kans op het ontwikkelen van hart- en vaaktziekten. Onderzoek dat gebaseerd is op goede, langlopende follow-up studies. Daar komt uit naar voren dat je de kans om te overlijden aan een hart- en vaatziekte met tientallen procenten kunt terugbrengen door gezond gedrag. Maar er blijkt evenzeer uit dat je het risico niet tot nul kunt reduceren. Als mensen in een lagere sociaal-economische positie zich optimaal gezond gaan gedragen, dan houden ze nog altijd een ongeveer 50% hogere kans op het ontwikkelen van hart-en vaatziekten dan mensen uit de hogere milieus. Middelkoop: 'De focus op gezond gedrag is dus te eenzijdig. Er is veel meer aan de hand en het is hoog tijd dat daar aandacht voor komt.'

Hoe gelukkiger hoe gezonder
Er blijft dus nog 50% verhoogd risico over, een percentage dat blijkbaar niet te beïnvloeden is met gezond gedrag. Wat zijn daar dan de oorzaken van? Middelkoop: 'Dat is nog grotendeels speculatief, maar het zou kunnen zijn dat mensen in moeilijker sociaal-economische omstandigheden hun lichaam meer belasten. Er is onderzoek dat erop wijst dat een hogere hoeveelheid stresshormoon in het lichaam een verminderde tolerantie voor glucose veroorzaakt, wat een hogere kans op diabetes geeft. In een andere studie is gevonden dat de kwaliteit van de werking van het autonome zenuwstelsel niet gelijk verdeeld is over de verschillende lagen van de bevolking. Het is keihard aangetoond dat hoe prettig je je voelt in dit leven invloed heeft op je zenuwstelsel. Ik vind dat daar ook aandacht voor moet zijn.

'Blaming the victim'
Middelkoop wijst erop dat die exclusieve aandacht voor gedragsbeïnvloeding ook een gevaar in zich bergt. Als op een gegeven moment blijkt dat gedragsverandering niet goed lukt of onvoldoende effect heeft op de gezondheid, zou de neiging kunnen ontstaan om het slachtoffer zelf de schuld te geven. Men zou dan niet voldoende zijn best gedaan hebben, is de gedachte: blaming the victim. Middelkoop: 'Je moet niet uit het oog verliezen dat het minder gezonde gedrag van mensen in lagere sociaal-economische klassen ook niet uit de lucht komt vallen. Dat gedrag, dat de oorzaak is van de mindere gezondheid, heeft zelf ook weer een oorzaak. Daar moet je dus naar willen kijken, naar de oorzaken achter de oorzaken.'

Politiek
Middelkoop: 'Mijn verhaal heeft dus ook een politieke dimensie. Zolang je alleen bezig bent met het stimuleren van gedragsverandering, hoef je geen politiek standpunt in te nemen. Voldoende beweging en niet roken is voor iedereen goed. Maar als je echt iets wilt doen aan de gezondheidstoestand van de minder bedeelden in onze samenleving, dan betreed je wel het politieke domein. Ik bouw in dit opzicht voort op de opvattingen van de founding fathers van mijn vakgebied, de voorvechters van de Public health uit de negentiende eeuw. Zij vroegen ook aandacht voor de totale fysieke omgeving van de mensen: gezond wonen en werken is en blijft essentieel voor het behoud van een goede gezondheid.'

Leerstoel Public Health
Prof.dr. Barend Middelkoop is de bezetter van een nieuwe leerstoel Public Health, voor 3,5 dag per week. De leerstoel wordt gefinancierd door het LUMC en de gemeente Den Haag. Het LUMC wilde graag weer een hoogleraar Sociale geneeskunde aanstellen. Middelkoops voorganger, professor Doeleman, nam twintig jaar geleden afscheid. De drijfveer van de gemeente Den Haag voor de instelling van de leerstoel was de wens een betere verbinding te maken tussen de universiteit en de praktijk van de sociale geneeskunde binnen de GGD.

Die verbinding tussen praktijk en theorie is er al lang bij de klinische geneeskunde (de patiëntenzorg in een academisch ziekenhuis) en de huisartsengeneeskunde (structurele samenwerking tussen huisartsenpraktijken en universiteiten), maar is nieuw voor de sociale geneeskunde. De sociale geneeskunde is het vakgebied binnen de geneeskunde dat zich bezighoudt met het raakvlak tussen maatschappij en gezondheid.

Middelkoop werkt sinds 1995 bij de afdeling epidemiologie bij de GGD in Den Haag. Sinds 1 maart 2007 combineert hij zijn werk daar met het hoogleraarschap. De laatste tien jaar is er in Den Haag steeds meer aandacht voor de inwoners van achterstandswijken en trekt men extra geld uit om programma's te ontwikkelen om de gezondheid van mensen in die wijken te verbeteren.

De taak van de afdeling Epidemiologie van de GGD is door middel van onderzoek inzicht geven in de gezondheidssituatie van de inwoners van Den Haag. Dat is vooral beschrijvend onderzoek. Maar om goede preventie te kunnen bedrijven, moet je ook meer weten van de oorzaken achter de gezondheidsproblemen. Onderzoek doen naar oorzaken is eigenlijk geen echt GGD-werk. Dat kan beter plaatsvinden in samenwerking met een universiteit. Bovendien kun je vanuit een universiteit makkelijker onderzoeksgeld binnenhalen dan vanuit de GGD. Voor onderzoekers op het gebied van de sociale geneeskunde biedt de samenwerking met de GGD het voordeel dat ze daardoor beter zicht krijgen op welke onderzoeksvragen er in de praktijk leven.

De 3 GGD'en van noordelijk Zuid-Holland werken in hun onderzoek sinds kort samen in de Academische Werkplaats. Dat is een soort wetenschapswinkel op medisch gebied. De Academische Werkplaats werkt vraaggestuurd en voert onderzoek uit dat is ingegeven door vragen vanuit de deelnemende GGD'en. Middelkoop zal als coördinator van de Academische Werkplaats opereren als onderzoeksmanager.

Dr. Barend Middelkoop benoemd tot hoogleraar (nieuwsbrief 27 maart 2007) Het vuil, de stad en de dokter (nieuwsbrief 11 oktober 2005)

(3 juni 2008/DH)