Coloradokever tast Hollandse piepers aan

Vliegende veelvraat rukt op

De laatste jaren ondervindt de Nederlandse aardappelteelt steeds meer schade door vreterij van de Coloradokever. De Coloradokevers (Leptinotarsa decemlineata), en vooral de vraatzuchtige larven ervan, kunnen grote vernielingen aanrichten.

De Coloradokever is vermoedelijk in de Eerste Wereldoorlog door militaire transporten vanuit Amerika via Frankrijk in Europa geïntroduceerd. De kever is ongeveer 1 cm lang en heldergeel van kleur met overlangs in totaal 10 zwarte strepen, op elk dekschild 5.

Vanaf eind april komen de kevers tevoorschijn en zoeken lopend of vliegend jonge aardappelplanten op. Zodra de temperatuur boven 17 Celsius komt, begint de ei-afzetting in pakketjes aan de onderzijde van het blad. De vraatzuchtige larve kan de planten tot op de stengel kaalvreten.

Een oorzaak van het oprukken van de kever is het ontbreken van een bestrijdingsplicht. Deze is sinds 1996 niet meer van kracht. De belangrijkste oorzaak is echter de combinatie van relatief zachte winters en warme zomers van de afgelopen tijd.

De ontwikkeling van de Coloradokever wordt sterk beïnvloed door het weer. In zeer warme zomers kan nog een volledige tweede generatie tot ontwikkeling komen. Bij temperaturen boven 25 Celsius en bij gebrek aan voedsel kunnen de kevers zich in grote zwermen vliegend verplaatsen.

Bestrijdingmiddelen werken goed op larven, maar hebben een mindere werking op kevers. Daarom moet zodra de eerste larven worden waargenomen een bespuiting worden uitgevoerd.

Een foto van dit onderwerp is (rechtenvrij) beschikbaar op ANP Fotonet (www.anp-photo.nl) en zichtbaar op www.perssupport.nl. Links: http://productschapakkerbouw.nl