Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Directie Communicatie
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 020 552 2117
Fax 020 624 5550
www.amsterdam.nl
Persbericht
Datum 6 juni 2008
Kenmerk 095
Amsterdamse JUMP-in landelijk schoolvoorbeeld
Op donderdag 5 juni heeft het programma JUMP-in van de Dienst Maatschappelijke
Ontwikkeling (DMO) en de GGD Amsterdam een certificaat gekregen van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het doel van JUMP-in is om
Amsterdamse kinderen tussen 4 en 12 jaar meer te laten bewegen. Het certificaat is
een kwaliteitsstempel. JUMP-in biedt instrumenten die op landelijk niveau ingezet
kunnen worden. Zestig scholen in Amsterdam doen mee aan het programma.
Nederlandse kinderen worden steeds dikker en bewegen minder. Er wordt meer televisie
gekeken en gecomputerd en minder buiten gespeeld. Vooral in achterstandswijken is er
een hoge drempel om te gaan sporten, omdat het sportaanbod ver weg is of omdat de
lessen te duur zijn. Ook hebben de ouders vaak te weinig kennis over een gezonde leefstijl
en de noodzaak van bewegen. Van de kinderen op scholen die aan het JUMP-in
programma deelnemen heeft 30% overgewicht, waarvan 10% leidt aan obesitas.
Wethouder Carolien Gehrels (Sport): "Ik ben op dit moment volop bezig met het Sportplan.
We willen meer dan voorheen en we moéten ook meer. Ik wil de komende vier jaar
bereiken dat alle Amsterdammers een leven lang actief kunnen zijn, op een vrolijke,
energieke en uitdagende manier. Sport moet nog dichter bij de mensen staan in de
haarvaten van de samenleving. Dat dat kan, bewijst dit certificaat voor Jump-in."
Stimuleren van bewegen
JUMP-in helpt kinderen op basisscholen om aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen
te voldoen. Dat betekent dagelijks minimaal één uur matig intensief bewegen en minimaal
twee keer per week intensief bewegen. JUMP-in is een programma op maat en verschilt
dus per school en kind. Het is een programma ter voorkoming van overgewicht en
stimuleert bewegen en sporten. Kinderen met overgewicht of obesitas worden naar de
juiste instanties doorgestuurd. De ouders zijn intensief bij het programma betrokken en
krijgen persoonlijke voorlichting. Wethouder Marijke Vos (Zorg): "Met dit programma gaan
we serieus het overgewicht onder Amsterdamse kinderen aanpakken. We zien dat meer
beweging op een leuke uitdagende manier het verschil kan maken voor kinderen met
overgewicht. En dat is niet alleen gezond, kinderen voelen zich daar ook prettig bij."
De eerste resultaten
Na een pilotproject in 2002 wordt JUMP-in sinds 2004 georganiseerd. Op dit moment
kunnen kinderen op zestig Amsterdamse basisscholen via JUMP-in tijdens schooltijd
kennis maken met verschillende sporten. Na schooltijd kunnen ze, tegen een geringe
bijdrage (ongeveer 0,50 per les), lid worden van een schoolsportclub. Elke JUMP-in
school heeft een aantal van deze sportclubs, waar kinderen onder andere kunnen
voetballen, basketballen, judoën en streetdancen. Alle kinderen die meedoen aan het
JUMP-in programma worden gevolgd in hun gezondheid en beweeggedrag. Volgens het
Sportplan moeten er in 2012 honderd JUMP-in scholen in Amsterdam zijn.
Het EMGO instituut van het VU Medisch Centrum leidt het onderzoek naar de effecten van
JUMP-in. In april 2007 is een nulmeting gehouden en in september 2007 een eerste
.
Nameting.
Bij de nulmeting was 37% van de kinderen sportactief, bij de eerste nameting
(na vijf maanden JUMP-in) was dat toegenomen tot 58%. Onder kinderen met overgewicht
was de toename van een sportlidmaatschap zelfs toegenomen van 39% naar 61%. Dit
duidt er mogelijk op dat juist kinderen met een hoog gezondheidsrisico goed bereikt
worden met het JUMP-in programma. Dit succes komt door de brede opzet van het
programma, dat zich richt op de school, de leerlingen, het schoolteam, de vakdocenten, de
ouders, sportclubs, sportverenigingen, de buurt en het stadsdeel.
Certificering door RIVM
Het JUMP-in programma's is gecertificeerd door het RIVM. Dit betekent dat JUMP-in
landelijk een voorbeeldprogramma wordt voor andere gemeenten. TNO onderschrijft dat
het instrumentarium van JUMP-in op nationaal niveau ingevoerd kan worden. Voorwaarde
is wel dat het hele pakket aan instrumenten gebruikt wordt. De gemeenten worden op
deze manier gedwongen tot het anders inrichten van het werkveld dat JUMP-in beslaat
(zorg, sport en onderwijs).
Pb-095