Oosterscheldeziekenhuizen
Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over de mogelijke beïnvloeding door private en commerciële zorgverleners van de keuze voor Goes als hoofdvestiging bij de voorgenomen fusie tussen Ziekenhuis Walcheren en de Oosterscheldeziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2849072
9 juni 2008
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van
Gerven over de mogelijke beïnvloeding door private en commerciële
zorgverleners van de keuze voor Goes als hoofdvestiging bij de
voorgenomen fusie tussen Ziekenhuis Walcheren en de
Oosterscheldeziekenhuizen. (2070819290)
Vraag 1.
Wat is uw reactie op het document "Voorgenomen fusie tussen Ziekenhuis
Walcheren en de Oosterscheldeziekenhuizen" 1) waarin wordt gesteld dat
commerciële private belangen een rol lijken te hebben gespeeld bij de
fusieplannen en de keuze van de ziekenhuizen Walcheren en
Oosterschelde voor Goes als hoofdvestiging, waardoor het ziekenhuis in
Vlissingen zou verdwijnen?
Antwoord 1.
Op mijn verzoek hebben de betreffende ziekenhuizen laten weten geen
betrekkingen te hebben met commerciële partijen. Private initiatieven,
zoals die thans in de zorgsector landelijk opbloeien, zijn ook in
Zeeland ontstaan, maar die hebben zich niet in het bijzonder
geconcentreerd rondom Goes en kunnen derhalve dan ook geen aanleiding
hebben gevormd tot de locatiekeuze.
Vraag 2.
Wat vindt u van de belangenverstrengeling van specialisten van het
ziekenhuis in Goes en het Medisch Welness Centrum Zeeland (MWCZ) in
Goes?
Antwoord 2.
Volgens het ziekenhuis is er geen sprake van belangenverstrengeling.
In het ziekenhuis wordt er voorzichtig beleid gevoerd bij het verlenen
van toestemming aan in het ziekenhuis werkende medisch-specialisten
bij private initiatieven. Er is instemming verleend aan twee
initiatieven als experiment, van tijdelijke duur, om zo alle aspecten
van de initiatieven te ontdekken en een adequaat beleid te kunnen
ontwikkelen voor de toekomst. Het gaat het ziekenhuis er dan met name
om ervoor te kunnen zorgen dat de eigen ziekenhuiszorg en de eigen
ziekenhuispatiënten er mee gediend zijn en blijven.
Vraag 3.
Is de bewering waar dat de uitbreidingsplannen van MWCZ die alleen
kunnen wanneer een goed geoutilleerd ziekenhuis met goede spoedeisende
hulp in de buurt is gelegen de keuze voor Goes als hoofdvestiging
hebben beïnvloed?
Antwoord 3.
Het is de Raden van Bestuur van de ziekenhuizen niet bekend of de
bewering waar is. De uitbreidingsplannen van MWCZ hebben hoe dan ook
geen rol gespeeld bij de locatiekeuze.
Vraag 4.
Welke rol speelt voormalig lid van de Raad van Toezicht van de
Oosterscheldeziekenhuizen de heer Van de K., campinguitbater te Goes,
directeur van Zeeland Investments Beheer en directeur van Roompot BV
dat zich bezig houdt met zorgtoerisme en het MWCZ?
Antwoord 4.
Bij de voorbereidingen van de locatiekeuze hebben deskundigen van
enkele financiële instellingen op verzoek van de ziekenhuizen hun
visie gegeven op de financieringsmogelijkheden bij de voorgenomen
plannen. De heer Van de K, als financier, was één van de adviseurs. De
ziekenhuizen hebben aangegeven met geen van de betrokken instellingen
zakelijke relaties te zijn aangegaan.
Vraag 5.
Is er geen sprake van enorme kapitaalvernietiging als het ziekenhuis
in Vlissingen verdwijnt en het Zeeuws Radiotherapeutisch Instituut,
waar op 15 april jongstleden de officiële opening van de nieuwbouw is
geschied, wordt geïsoleerd? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5.
Het nieuwbouwgedeelte van het ZRTI is in 2004 opgeleverd en niet pas
15 april jongstleden. De ziekenhuizen kunnen zich niet herkennen in de
suggestie van `enorme' kapitaalvernietiging. Het vertrek van het
ziekenhuis uit Vlissingen zal uiteraard gevolgen hebben voor het ZRTI.
Bestaande samenwerkingsafspraken (leveren van diensten en
voorzieningen) tussen Ziekenhuis Walcheren en het ZRTI zullen herzien
moeten worden. Volgens de ziekenhuizen is er nog ruime gelegenheid om
het nog te ontwikkelen ZRTI-meerjarenbeleid en de ziekenhuisplannen
met elkaar te stroomlijnen.
Vraag 6.
Wat is uw reactie op het feit dat er grote onrust is onder het
personeel van ziekenhuis Walcheren, 479 personeelsleden een petitie
van wantrouwen tegen de directeur hebben getekend en het bericht dat
personeel grovelijk geïntimideerd wordt door leidinggevenden? 2) Wat
zegt dit over het draagvlak van de voorgenomen fusie van directie en
bestuur van de ziekenhuizen?
Antwoord 6.
Het betreffende ziekenhuis heeft op mijn verzoek schriftelijk laten
weten deze berichtgeving niet te onderschrijven. Wel is door het
ziekenhuis bevestigd dat het personeel een handtekeningen- en
posteractie is gestart na bekendmaking van de drie toekomstige
locaties van het Ziekenhuis Zeeland (Goes, Middelburg en Zierikzee).
Aan de Raad van Bestuur van het ziekenhuis zijn geen incidenten gemeld
over grove intimidatie en belemmering van de petitie door
leidinggevenden. De Raad van Bestuur sluit echter niet uit dat de
spanning van het moment van invloed is geweest op de communicatie
tussen leidinggevende en personeel. Het zou hier echter eerder gaan om
een incident dan dat er sprake is van benoembare, systematische
intimidatie. Zowel de directie als de Raad van Bestuur van het
ziekenhuis hebben in woord en geschrift hun afkeuring laten blijken
tegen elke vorm van intimidatie van personeelsleden.
Vraag 7.
Bent u bereid een onafhankelijk onderzoek te laten doen hoe de
besluitvorming van de ziekenhuizen voor Goes als hoofdvestiging tot
stand is gekomen, en tot op de bodem uit te zoeken of private
commerciële belangen een maatschappelijk verantwoorde keuze hebben
gefrustreerd? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7.
Nee, ik zie geen aanleiding voor een nader onderzoek naar de
besluitvorming van de locatie Goes. In de beoordeling van de nog in te
dienen fusieaanvraag neemt de NMa de mogelijke invloed van commerciële
(zorg)activiteiten mee voor zover sprake is van horizontale overlap
dan wel een verticale relatie tussen deze commerciële activiteiten en
de activiteiten van de bij de concentratie betrokken partijen. Hierbij
staat de vraag centraal of de relaties leiden tot een significante
beperking van de daadwerkelijke mededinging.
Vraag 8.
Zijn de resultaten van het RIVM-onderzoek in Zeeland naar de
bereikbaarheidsnorm voor spoedeisende hulp, wanneer deze in Goes
zouden worden geconcentreerd, al bekend? Is het bericht waar dat, als
de uitruktijd van de ambulance op drie minuten wordt gesteld, de
wettelijke 45 minutennorm wordt overschreden bij concentratie van de
spoedeisende zorg in Goes? 3) Is het voorts waar dat u nog moet
besluiten over de drie-minuten-norm? Kan de Kamer de resultaten van
het RIVM-onderzoek zo spoedig mogelijk krijgen?
Antwoord 8.
Ja, de resultaten van het RIVM-onderzoek in Zeeland zijn bekend. Bij
een uitruktijd van 3 minuten voor de ambulance en de concentratie van
de acute zorg in Goes zal voor 4.100 inwoners van Walcheren de norm
van 45 minuten worden overschreden. Ik zal u de resultaten van het
RIVM-onderzoek naar de bereikbaarheidsnorm voor spoedeisende hulp zo
spoedig mogelijk doen toekomen.
Over de aanpassing van de uitruktijd van 2 naar 3 minuten is nog geen
definitief besluit genomen. Dit maakt onderdeel uit van de
besluitvorming naar aanleiding van het nieuwe referentiekader
spreiding en beschikbaarheid dat het RIVM eind mei gaat opleveren. Ik
verwacht dit onderzoek nog vóór de zomer aan u toe te zenden.
1) Document "Voorgenomen fusie tussen Ziekenhuis Walcheren en de
Oosterscheldeziekenhuizen. Anonieme medewerkers ziekenhuizen Walcheren
en Oosterscheldeziekenhuizen", 23 april 2008.
2) Regio Zeeuws Nieuws, Grove intimidatie van ziekenhuispersoneel, 22
april 2008.
3) PZC, 12 april 2008