Kamerbrief inzake de Nederlandse inzet voor de achtste zitting van de
VN-mensenrechtenraad
09-06-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
In vervolg op mijn brief van 7 april 2008, betreffende het verslag van
de zevende reguliere zitting van de VN-Mensenrechtenraad, Kamerstuk
2007-2008, 26150, nr. 56, informeer ik u hierbij, mede namens de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de Nederlandse inzet
voor de achtste zitting van de Raad. De achtste zitting vindt plaats
van 2 tot en met 18 juni. Voorafgaand aan de achtste zitting kwam de
Raad bijeen voor een speciale zitting over het recht op voedsel op 22
mei.
De achtste reguliere zitting staat in het teken van de plenaire
behandeling van de uitkomsten van de eerste twee zittingen van de
werkgroep inzake de Universal Periodic Review en de afronding van de
herziening van de landen- en thematische mandaten. De prioriteiten
voor Nederland zijn: verlenging van het mandaat van de speciale
rapporteur inzake marteling, de onderwerpen geweld tegen vrouwen en
kastendiscriminatie, en het benutten van de agenda voor het bespreken
van ernstige landensituaties, waaronder in ieder geval Birma, Soedan,
de Democratische Republiek Congo, Sri Lanka en Zimbabwe. De Raad zal
tijdens de achtste zitting ook het rapport van het Nederlandse
UPR-examen behandelen. Hierover wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
Universal Periodic Review
Nederland is positief over de eerste reeks landenexamens. De
tweeëndertig landenexamens uit de eerste twee zittingen van de
UPR-werkgroep waren zeer divers. De belangrijkste
mensenrechtenkwesties per landenexamen zijn - al dan niet door het
land zelf - geagendeerd. Nederland heeft actief in de werkgroep
geparticipeerd door voor alle behandelde landen schriftelijke vragen
in te sturen en mondelinge aanbevelingen te doen.
Tijdens de plenaire behandeling van de resultaten van de landenexamens
in de Raad zal Nederland erop toezien dat alle onderliggende
documentatie met inbegrip van de aanbevelingen die in de UPR-werkgroep
gedaan zijn en de reactie van de geëxamineerde landen hierop, openbaar
gemaakt worden zodat de desbetreffende landen in een later stadium op
hun toezeggingen kunnen worden aangesproken. Aanbevelingen moeten
vanzelfsprekend in overeenstemming zijn met andere VN-rapporten, zoals
de conclusies van verdragscomités en de aanbevelingen van de
rapporteurs. NGO's zullen bij de bespreking van de resultaten van de
landenexamens in de Raad in ruime mate hun mening moeten kunnen geven,
omdat zij in de werkgroep geen spreekrecht hebben.
Het is positief dat landen veelal een constructieve houding innemen in
het UPR-proces. Het instrument biedt hierdoor goede mogelijkheden om
mensenrechten beter bespreekbaar te maken en in VN-verband te
agenderen. Landen committeren zich publiekelijk - en onder peer
pressure van de leden van de Raad - aan de implementatie van concrete
aanbevelingen. Nederland zal erop blijven aandringen dat de
aanbevelingen daadwerkelijk worden geïmplementeerd en dat de
implementatie ervan door de Raad wordt getoetst.
Verlenging mandaten
De Raad zal zich buigen over de verlenging van de mandaten van de
rapporteurs inzake marteling, mensenrechten en multinationale
ondernemingen, buitenrechtelijke executies, de onafhankelijkheid van
rechters en advocaten, recht op onderwijs, extreme armoede,
mensenhandel en migranten. Nederland steunt de verlenging van deze
mandaten. Denemarken neemt het initiatief om het mandaat van de
speciale rapporteur inzake marteling te verlengen. Nederland zal de
Deense lobby actief bijstaan en bij andere leden van de Raad aanname
van deze resolutie bepleiten.
Landensituaties
Nederland zal er op aandringen dat de Europese Unie en gelijkgezinde
leden van de Raad alle mogelijkheden benutten om ernstige
mensenrechtenschendingen aan de orde te stellen in de dialoog met de
Hoge Commissaris, met de speciale rapporteurs en in de debatten onder
de verschillende agendapunten van de Raad.
Democratische Republiek Congo
Nederland hecht een groot belang aan effectieve uitvoering van de
resolutie over de DRC die de Raad tijdens zijn zevende zitting aannam.
De resolutie vraagt zeven relevante Speciale Rapporteurs om een
gecoördineerd rapport over de DRC aan de Raad uit te brengen in zijn
zitting van maart 2009. Nederland zal alle mogelijkheden aangrijpen om
de nog steeds zeer zorgwekkende mensenrechtensituatie aan de orde te
stellen, vooral waar het Oost-Congo betreft. De interactieve dialoog
met de Speciaal Rapporteur voor de onafhankelijkheid van rechters en
advocaten, die de DRC in april 2007 bezocht, biedt daartoe
gelegenheid. Een andere mogelijkheid is om de Speciale Rapporteurs te
vragen om hangende hun rapportage in maart 2009 op korte termijn al
met een gezamenlijke verklaring over de situatie in de DRC te komen.
Soedan
Nederland zal de slechte mensenrechtensituatie in Soedan aan de orde
stellen onder agendapunten die daartoe ruimte bieden. De Speciale
Rapporteur voor Soedan zal in de septemberzitting van de
Mensenrechtenraad rapport uitbrengen over de situatie in Soedan,
alsmede over de uitvoering die de regering heeft gegeven aan de
aanbevelingen van de voormalige Darfur Expert Group teneinde de
mensenrechtensituatie in Darfur tastbaar te verbeteren.
Sri Lanka
De mensenrechtensituatie in Sri Lanka blijft slecht en is de afgelopen
periode niet verbeterd. Er vinden nog steeds systematische
mensenrechtenschendingen plaats. Het is nog onbekend hoe de Sri
Lankaanse regering zal reageren op de aanbevelingen van de
UPR-werkgroep van de Raad. Op aandringen van onder andere Nederland
zal de Europese Unie de druk op Sri Lanka verhogen met als doel
opvolging van de UPR-aanbevelingen door de Sri Lankaanse regering en
versterking van de veldpresentie van het kantoor van de Hoge
Commissaris voor de Rechten van de Mens in Sri Lanka.
Iran
In Iran worden de mensenrechten geschonden, en staat het
maatschappelijk middenveld onder druk. Mensenrechtenverdedigers worden
lastiggevallen door de autoriteiten en de persvrijheid is nog steeds
beperkt. De doodstraf wordt veelvuldig toegepast in Iran. De positie
van religieuze minderheden, waaronder Bahai, is zorgelijk. Nederland
is verontrust door de mensenrechtensituatie in Iran, en zal erop
toezien dat deze in de VN-Mensenrechtenraad nadrukkelijk aan de orde
zal komen.
Zimbabwe
Nederland zal in zijn interventies aandacht vragen voor de zeer
slechte mensenrechtensituatie in Zimbabwe. Nederland is uiterst
bezorgd over het groeiende geweld en de toename van
mensenrechtenschendingen inclusief het bestaan van martelcentra.
Afhankelijk van de ontwikkelingen zal worden bezien welke aanvullende
mogelijkheden worden aangegrepen. Daarbij kan gedacht worden aan het
houden van een speciaal debat of het organiseren van een fact finding
missie van het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de
Mens.
Birma
De humanitaire situatie in Birma blijft zeer zorgelijk. Weliswaar zijn
ongeveer 1,3 miljoen van de in totaal 2,4 miljoen hulpbehoevenden
bereikt met noodhulp van de internationale gemeenschap. De Nederlandse
regering heeft de afgelopen dagen diverse malen aangegeven het
onverantwoordelijk en onacceptabel te vinden dat een regering haar
eigen burgers bij zo'n grote ramp geen bescherming biedt en zeer
moeizaam meewerkt aan de toegang voor internationale hulpverlening.
Weliswaar heeft de Birmese junta aan de Secretaris-generaal van de VN
toegezegd internationale hulpverleners toe te laten, maar deze
toezegging is nog niet volledig nagekomen.
Ondanks de ramp heeft het regime het referendum gehouden over de
grondwet, ook in de getroffen gebieden. Volgens het Birmese
autoriteiten was de opkomst bijna 100% stemde meer dan 90% voor de
nieuwe grondwet. Ik zet grote vraagtekens bij het democratisch gehalte
van dit referendum gezien het toenemend aantal berichten over
intimidatie en verkiezingsfraude.
Tijdens de achtste zitting zal de Raad zich buigen over het verslag
van de Speciale Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in Birma.
Nederland zal in EU-verband aandringen op een krachtige uitspraak over
de nog altijd onveranderd slechte mensenrechtensituatie in Birma, het
niet vrij en eerlijk verlopen referendum over de Birmese grondwet, het
ontbreken van betrokkenheid van de verschillende etnische groepen bij
de opstelling van de grondwet, het feit dat het leger in de nieuwe
grondwet zijn politieke macht behoudt en de consequentie van de nieuwe
grondwet dat Aung San Suu Kyi geen president kan worden, omdat zij
getrouwd is geweest met een buitenlander.
Ook zal Nederland aandacht vragen voor de verslechterende situatie van
de mensenrechten in Somalië.
Thematische onderwerpen - Geweld tegen Vrouwen
Tijdens de achtste zitting is donderdag 5 juni ingeruimd voor twee
paneldiscussies over de rechten van vrouwen. Eén van de
paneldiscussies zal gaan over de follow-up van de resolutie van de
Algemene Vergadering van de VN over geweld tegen vrouwen. Deze
resolutie is destijds geschreven en uitonderhandeld door Nederland
samen met Frankrijk. Het spreekt voor zich dat Nederland op actieve
wijze zal deelnemen aan deze discussie. Ook zal Nederland actief
bijdragen aan een informele bijeenkomst over geweld tegen vrouwen die
zal worden georganiseerd en marge van deze paneldiscussie. De tweede
paneldiscussie heeft moedersterfte als onderwerp.
Speciale zitting recht op voedsel
Op verzoek van Cuba heeft de Raad op 22 mei een speciale zitting
gehouden over de gevolgen van de wereld- voedselcrisis voor de
realisatie van het recht op adequate voeding. Dit is de eerste keer
dat de Raad in een speciale zitting voor een thematisch onderwerp
bijeenkwam. Hoewel Nederland dit uit het oogpunt van evenwichtige
aandacht voor landen- en themasituaties een goede zaak vindt, was
Nederland niet geheel gelukkig met de Cubaanse oproep voor de zitting,
die gericht was op eenzijdige bespreking van vermeende onderliggende
oorzaken van de voedselcrisis. Om deze redenen heeft Nederland de
Cubaanse argumentatie voor het bijeenroepen van de speciale zitting
niet ondersteund. Nederland heeft tijdens de zitting actief
geparticipeerd aan de discussie, om ervoor te zorgen dat de discussie
zich toespitste op gevolgen van de voedselcrisis voor het recht op
adequate voeding. De Nederlandse interventie was er op gericht dat de
speciale zitting juist vanuit de specifieke mensenrechteninvalshoek
zou bijdragen aan de internationale inspanningen rond de
voedselcrisis, zoals de FAO-top die van 3 tot 5 juni in Rome
plaatsvindt en waarop de voedselcrisis een hoofdthema is. De
interventie benadrukte dat het vanuit mensenrechtenperspectief
essentieel is dat kwetsbare groepen toegang tot voedsel krijgen en dat
tegelijkertijd wordt geï nvesteerd in productie en het vermarkten,
zodat er meer voedsel beschikbaar komt en toegankelijk wordt. De
primaire plicht om de armen toegang tot voedsel te geven ligt bij
nationale staten, maar de internationale gemeenschap heeft eveneens
een verantwoordelijkheid. Nederland stelde onder verwijzing naar Birma
tevens dat nationale staten de plicht hebben humanitaire hulp toe te
laten. Duidelijke verwijzingen naar de plichten van nationale staten
werden door de meeste westerse landen bepleit. Helaas was Cuba niet
bereid deze belangrijke elementen op te nemen in de resolutie. Om deze
reden hebben de meeste EU-lidstaten en westerse landen de resolutie
over de voedselcrisis, die met consensus werd aangenomen, niet
gecosponsord.
Kastendiscriminatie
Nederland zal er op aandringen dat de Europese Unie het initiatief
neemt om de Raad te vragen opvolging te geven aan de door de
voormalige Subcommissie voor de mensenrechten opgestelde rapporten
inzake discriminatie op basis van werk en afkomst
(kastendiscriminatie).
Slot
De achtste zitting van de Raad zal plaatshebben van 2 tot 18 juni a.s.
Op 18 juni eindigt het tweede zittingsjaar van de Raad en daarmee het
Nederlandse vice-voorzitterschap van de Raad. Op 19 juni komt de Raad
in nieuwe samenstelling bijeen voor een organisatorische bijeenkomst.
Nederland zal dan het tweede jaar van zijn driejarige lidmaatschap
ingaan.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken