Beantwoording Kamervragen over een t-vormige buis met hormonen die bij
koeien wordt ingebracht
09 juni 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister aangeeft dat het product een
geregistreerd diergeneesmiddel is en volgens EU-wetgeving mag worden
gebruikt. Er is geen reden om aan de veiligheid van het middel te
twijfelen.
Meer informatie:
Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen gesteld door het lid Thieme (PvdD),
inzake een t-vormige buis met hormonen die bij koeien wordt ingebracht.
1
Kent u het bericht 'Voorspelbaar tochtig en beter zichtbaar' en 'De eenvoudige formule
voor uitstekende vruchtbaarheid'? '
Ja.
2
Deelt u de mening dat het gebruik van hormonen om melkkoeien kunstmatig vruchtbaar
te maken en te synchroniseren een afkeuringswaardige praktijk is? Zo ja, welke maatregelen
gaat u nemen om deze hormoonbehandelingen tegen te gaan? Zo neen, waarom
niet?
Neen, dit gebruik vind ik niet afkeurenswaardig en is in de Europese Unie (EU) toegestaan.
Het is noodzakelijk voor het verbeteren en beter tonen van de vruchtbaarheid van met
name hoogproductieve koeien. Ik overweeg geen maatregelen, aangezien dit gebruik
volgens Europese criteria is getoetst op toelatingseisen en akkoord bevonden op (onder
andere) volksgezondheids-, dierenwelzijns- en milieuaspecten.
3
Hoe voorkomt u dat het product ook ingezet wordt voor andere toepassingen dan de
toegelaten toepassing van synchronisatie?
Het product mag in de eerste plaats alleen door een dierenarts of apotheker - op recept
van een dierenarts - worden afgeleverd aan houders van dieren voor de geregistreerde
toepassing1.
1 Boerderij 93, no. 30, 22 april 2008, pagina E16 en E24.
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
28 april 2008 2070819360 VD. 2008/1095 9 juni 2008
Kamervragen over een t-vormige buis
met hormonen die bij koeien wordt
ingebracht
De Algemene Inspectiedienst (AID) controleert producenten van diergeneesmiddelen,
dierenartsen en houders van dieren op productie, opslag, voorschrijven, afgeven en
toepassen van dit product. Genoemde partijen zijn tot slot verplicht administratie bij te
houden van verkoop en gebruik van het betreffende product.
4
Hoe staat u tegenover de aanbeveling van de auteur van het artikel in de Boerderij dat
'door naast CIDR ook andere, al lang toegelaten hormonen te gebruiken, gericht in te
zetten er meer effect is te bereiken'?
De tekst van het artikel in "Boerderij" suggereert dat het de gebruiker van de plastic buis
met hormonen vrij staat te overwegen dit toe te passen in combinatie met een ander
hormoon. In de registratiebeschikking staat echter duidelijk dat de t-vormige plastic buis
met hormoon (progesteron), zoals genoemd in het artikel van "Boerderij", moet worden
toegepast in combinatie met een bepaald ander hormoon (prostaglandine).
5
Deelt u de mening dat het gebruiken van hormooncocktails bij melkkoeien de weg naar
een duurzame, diervriendelijke en ethisch verantwoorde veehouderij wordt afgesloten? Zo
ja, op welke wijze gaat u het gebruik van hormooncocktails tegen en binnen welke
termijn? Zo neen, waarom niet?
Deze toepassing van twee hormonen wordt in de EU en in Nederland acceptabel geacht,
gezien de beperkte negatieve gevolgen voor dierenwelzijn. Er zijn verder geen alternatieven
voor deze toepassing beschikbaar. Het gebruik van het middel sluit de weg naar
een duurzame, diervriendelijke en ethisch verantwoorde veehouderij zeker niet af, omdat
een eventueel diervriendelijker toepassing bij de afweging van voor- en nadelen de
voorkeur zou kunnen krijgen boven deze toepassing.
6
Kunt u uiteenzetten waarom het is toegestaan plastic buizen in de schede bij melkkoeien
in te brengen, deze zeven dagen te laten zitten en dan weer te verwijderen, terwijl de
fabrikant aangeeft dat de plastic buis een bepaalde mate van irritatie veroorzaakt?
Het betreft hier een diergeneesmiddel dat door de registratieautoriteiten en de minister
van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is goedgekeurd (in
overeenstemming met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit
betekent dat het voldoet aan onder andere de Europese toelatingscriteria.
7
Kunt u aangeven of is onderzocht welke welzijnsproblemen en irritatie melkkoeien ondervinden
als zij met een tang de plastic buis ingebracht krijgen, als zij deze buis zeven dagen
in de schede moeten verdragen en als deze na zeven dagen weer verwijderd wordt? Zo ja,
door welk onderzoeksinstituut is dit onderzocht en in hoeverre was dat onderzoek onafhankelijk
opgezet, welke welzijnsproblemen en irritaties zijn gevonden en waarom is het
toegestaan dat melkkoeien deze welzijnsproblemen en irritaties moeten ondergaan? Zo
neen, waarom niet?
Over de welzijnsproblemen en irritatie bij melkkoeien zegt de samenvatting van producteigenschappen
dat vaginale afscheiding en lokale irritatie door het product veroorzaakt
kunnen worden, wijzend op een milde lokale irritatie. Voor 2% van de behandelde dieren
is deze irritatie ernstig, maar verdwijnt in het algemeen in de (korte) tijd tussen verwijderen
van het product en inseminatie.
Het onderzoek voor dit product is uitgevoerd in het kader van een Europese registratie
waarbij het Verenigd Koninkrijk (VK) "Reference Member State" was. Dit betekent dat het
betreffende onderzoek, horend bij de registratie door het betreffende instituut in het VK,
het Veterinary Medicines Directorate (VMD), is uitgevoerd en dat dit de basis is voor de
toelating in andere lidstaten. Om te garanderen dat het benodigde onderzoek onafhankelijk
plaatsvindt en het diergeneesmiddel voldoet aan de Europese toelatingseisen, moet
een uitgebreide lijst van Europees vastgestelde onderzoeken bij het middel worden
uitgevoerd. Vervolgens geeft de Europese Commissie (EC) de Commissie Registratie
Diergeneesmiddelen (CRD), bestaande uit onafhankelijke deskundigen, advies aan de
minister van LNV over toelating van het betreffende middel in Nederland op basis van het
advies van de beoordelende instituten. Uiteindelijk besluit de minister van LNV in overeenstemming
met de minister van VWS of het CRD-advies al dan niet wordt overgenomen
of wordt gewijzigd.
8
Kunt u uiteenzetten waarom het is toegestaan melkkoeien deze hormonen toe te dienen
en kunt u daarbij uiteenzetten welke neveneffecten het hormoongebruik kan veroorzaken
bij melkkoeien?
Zie antwoord op vraag 2 voor noodzaak toepassing. Zie antwoord op de vorige vraag
(vraag 7) voor de neveneffecten bij melkkoeien.
9
Kunt u uiteenzetten of onderzocht is of deze toegediende hormonen in vlees of melk van
de melkkoe terecht komen en of deze een gevaar opleveren voor de volksgezondheid? Zo
ja, door welk onderzoeksinstituut is dit onderzocht en in hoeverre was dat onderzoek
onafhankelijk opgezet, welke resultaten heeft dat opgeleverd en welke maatregelen zijn
op grond van de resultaten getrokken? Zo neen, waarom niet en betekent dat dat u de
risico's van kunstmatig toegediende hormonen voor de diergezondheid en de
volksgezondheid niet goed in kaart heeft gebracht?
Of deze hormonen in vlees of melk terechtkomen en of die een gevaar voor de volksgezondheid
opleveren is voorafgaand aan de registratie, door de aanvrager onderzocht en
door de registratieautoriteit en de minister van LNV, in overeenstemming met de minister
van VWS akkoord bevonden (voldoen aan EU-toelatingscriteria), de wachttermijn voor het
betreffende middel voor melk en vlees bedraagt nul dagen. Voor de overige vragen
verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 7.
10
Kunt u uiteenzetten of onderzocht is of urine van koeien die behandeld zijn met hormonen
terecht kan komen in de bodem en het grondwater? Zo ja, door welk onderzoeksinstituut
werd dit onderzoek gedaan en in hoeverre was dat onderzoek onafhankelijk opgezet,
welke resultaten heeft het onderzoek opgeleverd en welke effecten en risico's zijn te
verwachten voor het bodemleven, waterleven en ons drinkwater? Zo neen, waarom niet en
betekent dat dat u de risico's van kunstmatig toegediende hormonen voor de gezondheid
van het bodemleven, waterleven en het drinkwater niet goed in kaart heeft gebracht?
Het VMD in het VK heeft onderzocht hoe het gesteld is met de ecologische gevolgen van
de toepassing van het middel op het milieu. Zie antwoord vraag 7 met betrekking tot onafhankelijkheid
uitgevoerd onderzoek. Zoals al eerder is opgemerkt mogen in verband met
de vertrouwelijkheid van het aanvraagdossier voor markttoegang geen mededelingen
worden gedaan over de details, anders dan die vermeld staan in de samenvatting van de
productkenmerken.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit