Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Reactie Kabinet op het rapport `Marine Protected Areas'

09 juni 2008 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister reageert op het rapport over te beschermen natuurgebieden op de Noordzee van het Wereld Natuur Fonds. In de Noordzee komen vijf gebieden in aanmerking voor bescherming.

Meer informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
28 maart 2008 08-LNV-8-33 DN. 2008/1693 9 juni 2008 Reactie kabinet op het rapport "Marine
Protected Areas"

Directie Natuur

Geachte Voorzitter,

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij verzocht een kabinetsreactie te geven op het onderzoeksrapport "The Dutch Case, a Network of Marine Protected Areas" (Hugenholtz, E. (2008)) van het Nederlandse Wereld Natuur Fonds. Mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat bericht ik u dat ik met grote belangstelling kennis heb genomen van het rapport. Dit rapport roept op een breed gedragen netwerk van beschermde mariene gebieden met bijzondere natuurwaarden in de Noordzee tot stand te brengen. Deze beschermde natuurgebieden moeten bijdragen aan het ontstaan van een robuust ecosysteem en het behoud van de biodiversiteit van de Noordzee.
Het is ook mijn ambitie zorg te dragen voor een veerkrachtig ecosysteem in de Noordzee. Het aanwijzen van beschermde natuurgebieden op de Noordzee is hierbij een van de maatregelen. Tevens is het van belang een duurzaam gebruik van de gehele Noordzee te realiseren, waarbij de verschillende gebruiksfuncties optimaal samengaan en elkaar versterken. In deze brief licht ik toe welke stappen nodig zijn om dit te bereiken. Beschermde natuurgebieden op de Noordzee
Ik hecht veel waarde aan het vormgeven van beschermde natuurgebieden op de Noordzee. Dit vloeit ook voort uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Zoals u reeds is bericht in de brief van mijn ambtsvoorganger (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2997, 30 195, nr. 17) d.d. 22 januari 2007, is het een belangrijk doel om voor de Noordzee te komen tot een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De bescherming van deze gebieden is uitgewerkt in het Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (IBN 2015), dat in de Tweede Kamer is behandeld. De in het IBN 2015 beschreven gebiedsbescherming is vastgelegd op basis van een voorbereidend onderzoek dat RIKZ en Alterra, met medewerking van RIVO en NIOZ, in opdracht van de ministeries van V&W en LNV hebben uitgevoerd. De onderzoeksresultaten zijn verwoord in het in 2005 verschenen rapport "Gebieden met bijzondere ecologische waarden op het Nederlands deel van het Continentaal Plat". Dit rapport gaat uit van de meest recente informatie over selectiecriteria van de Vogel- en Habitatrichtlijn en OSPAR.

Hieruit is afgeleid welke gebieden een grote bijdrage leveren aan het Europees ecologisch netwerk van natuurgebieden en hoe deze kunnen worden begrensd als speciale beschermingszones op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
Gezien het feit dat de ecologische selectiecriteria van de Vogel- en Habitatrichtlijn bepalend zijn voor het aanwijzen van Natura 2000-gebieden, is in het Integraal Beheerplan Noordzee 2015 aangegeven dat de Doggersbank en de Klaverbank in de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van de Noordzee, en de Noordzeekustzone ten noorden van Bergen en de Westerscheldemonding in de territoriale zee in aanmerking komen te worden aangemeld c.q. aangewezen als een Habitatrichtlijngebied. Het Friese Front en de Noordzeekustzone ten noorden van Bergen zullen worden aangewezen als een Vogelrichtlijngebied. Het gaat er bij deze gebieden om dat ecologische waarden specifieke bescherming zullen krijgen. Hiervoor zullen beschermende maatregelen moeten worden getroffen, die gevolgen zullen hebben voor de in de beschermde gebieden voorkomende gebruiksfuncties, waaronder de visserij.
In verband met deze gevolgen hecht ik eraan zorgvuldig te werk te gaan. De komende maanden zullen worden benut om meer inzicht te krijgen in deze gevolgen. Mogelijk te treffen maatregelen ter bescherming van de in de Habitatrichtlijngebieden voorkomende habitattypes 1110 (zandbanken) en 1170 (grindriffen) raken niet alleen de Nederlandse visserij, maar ook de vissers van andere EU-lidstaten. De komende maanden zullen dan ook worden benut om met andere relevante lidstaten tot goede afstemming te komen. Goede afstemming is nodig, omdat de te treffen geharmoniseerde maatregelen alleen in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid kunnen worden genomen. Regulering van visserij behoort immers tot de exclusieve bevoegdheid van de Europese Gemeenschap. Op grond van met de Europese Commissie gemaakte afspraken ligt het in het voornemen dat in 2008 voormelde Habitatrichtlijngebieden zullen worden aangemeld bij de Europese Commissie en het secretariaat van het OSPAR-verdrag. Aangezien zorgvuldigheid geboden is bij het proces van aanmelden en nomineren van beschermde gebieden, is het niet mogelijk dit vóór 1 september 2008 te realiseren. Ik streef er nu naar vóór 1 januari 2009 over te gaan tot aanmelding bij de Europese Commissie en nominatie bij het secretariaat van het OSPAR-verdrag.

Duurzame ontwikkeling van de Noordzee
Naast de voorgenomen aanwijzing van Natura 2000-gebieden op zee zal in het kader van het project Ruimtelijk Perspectief Noordzee een ruimtelijk ontwikkelkader worden opgesteld dat is gericht op een duurzame ontwikkeling van de Noordzee. Behalve de ecologisch waardevolle gebieden van Natura 2000 zijn ook andere delen met ecologische waarden in de Noordzee van belang voor het maken van goede beleidskeuzes voor de middellange en langere termijn. Het is daarom van essentieel belang de gebruiksfuncties van natuurgebieden en overige gebieden met ecologische waarden in de Noordzee te betrekken binnen de bredere afweging tussen people, profit en planet. Hierbij zal worden bekeken welke ruimte kan worden geboden om de gebruiksfuncties op zee op een dusdanige wijze in te richten dat zij een duurzame ontwikkeling van de gehele Noordzee bevorderen.

In het licht van het belang tot het maken van een brede ruimtelijke afweging tussen gebruiksfuncties en ecologische waarden van de Noordzee, wil ik in dit stadium niet vooruitlopen op de mogelijkheid op termijn andere natuurgebieden aan te wijzen dan reeds voorgenomen.
De focus op de ruimtelijke afweging tussen visserij, zandwinning, scheepvaart, mijnbouw, windturbineparken en andere mogelijke innovatieve projecten op zee zal, met inachtneming van de in het geding zijnde ecologische waarden, worden uitgewerkt in het Ruimtelijk Perspectief Noordzee, dat eind dit jaar wordt uitgebracht. De beleidsmatige verankering van het Ruimtelijk Perspectief Noordzee krijgt zijn beslag in de structuurvisie van het Nationaal Waterplan, die de Nota Ruimte met betrekking tot het Noordzeebeleid zal herzien.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100