Bestuursrechter besluit over openbaarmaking geheim Strattera-rapport


Amsterdam, 20080526 -- Op 9 juni 2008 is er een zitting van de Bestuursrechtbank in Amsterdam aangaande de openbaarmaking van het "Preliminary Assesment report - Strattera (atomoxetine) - Risk Benefit Assessment", in het kader van de Wet Openbaarheid Bestuur. Het betreft een in Engeland opgesteld evaluatierapport nadat Strattera, een antidepressivum dat voorgeschreven wordt aan kinderen met een ADHD-diagnose, 5 jaar op de markt was. Het rapport is geschreven in opdracht van Eli Lilly, de producent van Strattera.

De coördinatrice van het Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens, Hanneke Teunisse, heeft het rapport opgevraagd bij het Nederlands College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) nadat op 3 mei 2006 de productinformatie was aangescherpt op basis van dit rapport. Het betreft naast de eerdere waarschuwingen aangaande het risico op zelfmoord ook een waarschuwing op de start van de behandeling waarbij een verhoogd risico is geconstateerd op toevallen en hartritmestoornissen.

Er zijn, na een soortgelijke procedure in Zweden, 67 pagina's van het rapport openbaar gemaakt. Een groot deel van het rapport en de vele pagina's tellende bijlagen zijn tot nu toe geheim gehouden. In de 67 beschikbare pagina's zijn o.a. de volgende gegevens te vinden:
130 meldingen van suicidaal gedrag in één maand
766 spontane meldingen van hartaandoeningen
172 meldingen van leverbeschadigingen
ongeveer 20 geslaagde zelfmoorden

Hanneke Teunisse zegt hierover: "De waarschuwingen van het CBG en de schokkende cijfers in de vrijgegeven pagina's, hebben mij nieuwsgierig gemaakt naar de rest van het rapport. Het NCRM vindt dat veel te veel kinderen een ADHD-diagnose opgeplakt krijgen zonder dat er enig wetenschappelijk onderzoek aan te pas komt.

De kinderen krijgen op basis daarvan psychiatrische medicatie voorgeschreven. Deze zware middelen blijken steeds vaker ernstige bijwerkingen te hebben die door de farmaceutische industrie en psychiatrie niet, of veel te laat onderkend worden. Toen ik het CBG om het rapport vroeg stuitte ik op tegenwerking. In plaats van naleving van de Wet Openbaarheid Bestuur belandde ik in een procedure van twee jaar met diverse warrige besluiten.

Het CBG zette zelfs een duur advocatenkantoor in om te voorkomen dat ik het rapport zou krijgen. Uitermate vreemd gedrag van de instantie die het belang van de consument zou moeten dienen. Nu ligt de zaak dus bij de bestuursrechter en ik hoop dat het rapport openbaar gemaakt zal worden zodat het recht van ouders om te kunnen beschikken over deze informatie wordt erkend. Inmiddels hebben diverse leden van de Tweede Kamer interesse getoond in het rapport en is het als onderwerp op de agenda van de Commissie Volksgezondheid Welzijn en Sport geplaatst."





Ingezonden persbericht