10-06-2008
Antwoord op Kamervragen over het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000
Vraagsteller: Vaste commissie voor Defensie
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 9 juni 2008
Ons kenmerk S2008014509
Onderwerp Reactie op verzoek 08-DEF-B-072
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over
het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000 (verzoek met kenmerk 08-DEF-B-
072).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 1/9
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over het
project Precision Guided Munitions voor de PzH2000 (verzoek met kenmerk 08-
DEF-B-072).
1.
In hoeverre is er met het vaststellen van de kwantitatieve behoefte reeds
rekening mee gehouden dat, in geval van missies, er mogelijk relatief grote
hoeveelheden zullen worden verschoten?
7.
Wat is de concrete kwantitatieve behoefte aan Precisiemunitie, onderverdeeld in
LGP en CCF?
De geraamde hoeveelheden Laser Guided Projectiles (LGP-granaten) en Course
Correcting Fuses (CCF-buizen) betreffen een periode van drie jaar. Het geschatte
verbruik tijdens missies is in de raming verwerkt. De concrete aantallen vormen op dit
moment commercieel vertrouwelijke informatie. Deze informatie is opgenomen in de
bijgevoegde commercieel vertrouwelijke brief.
2.
Is er voorzien in additionele opleidings- en oefencapaciteit, gelet op het karakter
van de munitie die deels lasergestuurd is? Is er voorzien in additionele
uitrusting voor de Forward Air Controllers die voor de lasergeleide munitie
doelen moeten aanstralen?
In de vervolgfasen van dit project zullen de gevolgen voor opleiding en training nader
worden beschouwd. De behoefte aan additionele opleidings- en oefencapaciteit wordt
als gering geschat aangezien de toekomstige opleidings- en trainingsactiviteiten
vergelijkbaar zijn met de huidige. Een afzonderlijk project voorziet in de uitrusting van
waarnemers voor lasergeleide munitie.
Pagina 2/9
Ministerie van Defensie
3.
Hoe wordt voorkomen dat tot het moment van verwerving en ingebruikname
van de Course Correcting Fuses (CCF) en Laser Guided Projectiles (LGP) door
het gebruik van de huidige `domme' munitie nevenschade geleden wordt?
8.
Wat zal de operationele uitwerking zijn van ingebruikname van de
precisiemunitie? Welke gevolgen heeft dit voor de op dit moment lopende
missies?
De munitie is naar verwachting niet beschikbaar voor de lopende missies. Totdat de
munitie beschikbaar is, wordt ongewenste nevenschade zoveel mogelijk voorkomen
met de bestaande procedures. Door een vergroting van de nauwkeurigheid kan de
gewenste uitwerking effectiever en efficiënter worden bereikt en wordt ongewenste
nevenschade nog beter voorkomen.
4.
Welke omstandigheden kunnen het gebruik van een LGP beperken?
21.
Welke omstandigheden kunnen het gebruik van een LGP beperken?
23.
Hoe vallen de verschillende omstandigheden te onderscheiden waarin de
verschillende typen effectief en efficiënt ingezet kunnen worden?
Voor het effectief gebruik van lasergeleide munitie is goed zicht op het doel van de
waarnemer en de ontvanger in de LGP-granaat vereist. Wanneer klimatologische of
andere omstandigheden het zicht beperken, kan de LGP-granaat niet worden
gebruikt. Er kunnen dan granaten voorzien van een CCF-buis worden ingezet.
5.
Welke percentage 'missers' is acceptabel bij de te verwerven precisiemunitie?
Pagina 3/9
Ministerie van Defensie
22.
Valt te kwantificeren, en zo niet anderszins te duiden, hoeveel minder
nauwkeurig CCF t.o.v. LGP zijn?
Het karakter van deze informatie is operationeel-vertrouwelijk.
6.
Heeft de toenemende inzet op grotere afstand te maken met de inzet van
International Security Assistance Force (ISAF) troepen in Afghanistan? Zo neen,
waarmee dan wel? Kunt u aangeven wat de gemiddelde afstand was waarop
vuurmonden werden ingezet in respectievelijk 1990, 1996, 2003, 2006 en 2008
tot april? Zo neen, kunt aangeven op welke vergelijking de constatering dat het
inzet op grotere afstand betreft dan wel is gebaseerd?
In relatief grote operatiegebieden zoals in Afghanistan wordt vuursteun geboden met
zo min mogelijk middelen. Meer dan bij het traditionele optreden moet daarbij over
grotere afstanden vuur kunnen worden uitgebracht. De invoering van de PzH2000 in
2006 heeft het mogelijk gemaakt met betrekkelijk weinig systemen grote gebieden af
te dekken. De maximale schootsafstand van de PzH2000 is 40 kilometer, terwijl de
oude vuurmonden M109 en M114 18 tot 24 kilometer konden overbruggen.
9.
Wat wordt gezien als een `gemiddeld' projectrisico? Welke definitie en/of criteria
worden gehanteerd bij het inschatten van dit risico?
10.
Zijn er naast eventuele technische tegenvallers nog andere risico's voorzien?
Het projectrisico is de beoordeling van het totaalbeeld van onderkende risico's in de
gradaties laag, gemiddeld of hoog. Bij de risicoanalyse worden de kans op de
verwezenlijking van het risico en de invloed daarvan op het projectresultaat
beoordeeld.
Pagina 4/9
Ministerie van Defensie
Het project is in deze fase afhankelijk van ontwikkelingen bij de industrie. Het
daarmee gemoeide risico wordt als gemiddeld beoordeeld. Daarnaast is er nog een
zeker risico dat de internationale samenwerking niet van de grond komt. Het gevolg
daarvan zou zijn dat de kosten voor de typeclassificatie en beproevingen niet kunnen
worden verdeeld over de verschillende partners. Zie ook het antwoord op vraag 13.
11.
Welke ervaringen heeft de Koninklijke Luchtmacht bij het gebruik van
precisiemunitie waarvan de techniek overeenkomt met de voor de PzH2000 aan
te schaffen precisiemunitie?
26.
Wordt bij de al toegepaste technieken bij precisiemunitie voor de
luchtstrijdkrachten gedoeld op de Enhanced Paveway?
De Nederlandse krijgsmacht heeft goede ervaringen met de operationele inzet van
precisiemunitie met vliegtuigen. Deze inzet blijkt in hoge mate effectief en efficiënt te
zijn. De industrie gebruikt de technische ervaringen met precisiemunitie van
vliegtuigen bij het vervaardigen van precisiemunitie voor artilleriesystemen. Hierbij
wordt niet gedoeld op één bepaald type munitie.
12.
Welke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat diverse
grote landen de urgentie voor de snelle doorontwikkeling van precisiemunitie
hebben onderstreept? Om welke landen gaat het?
17.
Wat wordt bedoeld met `Gezien de markt en de ontwikkelingen bij NAVO-
partners'? Op welke ontwikkelingen binnen welke markt wordt hier gedoeld?
Over welke NAVO-partners gaat het?
De behoefte aan precisiemunitie houdt verband met de strikte juridische, humanitaire
en operationele kaders bij militaire inzet in crisisbeheersingsoperaties. Het beperken
van ongewenste nevenschade is bovendien van groot belang voor het
Pagina 5/9
Ministerie van Defensie
maatschappelijke draagvlak voor het militaire optreden in zowel het missiegebied als
in het thuisland. Dat geldt voor alle landen die thans aan crisisbeheersingsoperaties
deelnemen.
De behoefte aan PGM-granaten stimuleert de ontwikkeling bij de industrie. In de
(voor)studiefase van dit project wordt een uitgebreide marktverkenning gedaan en
worden de lopende internationale ontwikkelingen onderzocht.
13.
Wat wordt gezien als een `laag' financieel risico? Welke definitie en/of criteria
worden gehanteerd bij het inschatten van dit risico? Kunt u concrete bedragen
noemen? Zo neen, waarom niet?
Het projectbudget is taakstellend en de verwerving heeft pas plaats wanneer de
munitiesoorten voldoende zijn uitontwikkeld. De munitie wordt bovendien van de plank
gekocht. De uiteindelijke stuksprijs bepaalt de aantallen aan te schaffen LGP-
granaten en CCF-buizen. Financieel wordt daardoor weinig risico gelopen. Als in de
toekomst de behoefte groter blijkt te zijn dan thans geraamd, wordt een nieuwe
behoefte gesteld.
14.
Met welke landen zal in dit project worden samengewerkt? Met welke landen
kunnen de kosten van typeclassificatie en beproeving worden gedeeld? Zullen
hiervoor bindende Memoranda of Understanding worden opgesteld en
getekend?
27.
Kunt u aangeven met welke landen wordt samengewerkt bij het aankopen van
de beide PGM-typen?
In de volgende fase wordt een marktonderzoek uitgevoerd waarbij ook de
mogelijkheden voor samenwerking worden onderzocht, bij voorkeur met landen die
ook over de PzH2000 beschikken. Momenteel zijn dat Duitsland, Italië en
Pagina 6/9
Ministerie van Defensie
Griekenland. Mogelijk kan worden samengewerkt binnen het kader van een bestaand
MoU. Een nieuw MoU behoort echter ook tot de mogelijkheden.
15.
Hoe kan worden voorkomen dat bestaande opslagcapaciteit niet hoeft te
worden uitgebreid, wanneer vrijwel tegelijkertijd de bestaande voorraad oude
munitie voorzien zal worden van CCF, en nieuwe LGP verworven wordt? Hoe zal
deze infrastructuur eruit komen te zien?
16.
Hoe verhoudt zich het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000 tot
de uitvoering van de motie Eijsink (31 200 X, nr. 38), waarin wordt opgeroepen
opslagcomplexen met verouderde munitie te saneren en vitale munitiesoorten
aan te vullen? Welke rol speelt het Defensie Munitiebedrijf hierbij?
20.
Wat is naar verwachting de concrete financiële omvang van de vrijval van het
exploitatiebudget voor de te vervangen oudere munitiesoorten?
29.
Is al bekend wat er met de te vervangen munitie gaat gebeuren?
Het Defensie Munitiebedrijf is verantwoordelijk voor de opslag, de distributie en het
onderhoud aan de PGM voor de PzH2000. Het coördineert tevens de inkoop van
aanvullingen op de voorraad nadat de nieuwe munitie is geïntroduceerd. Door de
reeds in gang gezette afstoting en vernietiging van de Dual Purpose Improved
Conventional Munition (DPICM), waarover de Kamer is geïnformeerd op 27 juni 2006
(kamerstuk 21 501-02, nr. 760), en de relatief geringe hoeveelheid aan te schaffen
LGP-granaten, volstaat de bestaande infrastructuur. De overige munitie voor de
PzH2000, te weten de (I)HE-granaten ((Improved) High Explosive), blijft gehandhaafd.
De CCF-buizen zijn voor deze granaten bedoeld. De geplande uitgaven voor de
exploitatie van de DPICM zullen worden aangewend voor de exploitatielasten van de
PGM-granaten.
Pagina 7/9
Ministerie van Defensie
18.
Wanneer zal de (voor)studiefase zijn afgerond? Wanneer zal duidelijk zijn in
hoeverre de Nederlandse industrie en Nederlandse kennisinstituten kunnen
participeren in het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000? Kan
de Kamer over de resultaten van deze studiefase worden geïnformeerd? Zo
neen, waarom niet?
24.
Met welke frequentie en op welke wijze bent u voornemens de Kamer over de
voortgang van het project Precision Guided Munitions (PGM) voor de PzH2000
te informeren?
De (voor)studiefase zal na een jaar zijn voltooid. Het is de bedoeling het project
gemandateerd uit te voeren en de Kamer zoals gebruikelijk via de begroting en de
verantwoording over de voortgang te informeren.
19.
Kunt u een specifieker bedrag voor de projectomvang noemen dan een
schatting tussen 25 en 50 miljoen euro? Zo neen, waarom niet?
Vanwege de positie van Defensie bij de komende onderhandelingen met de industrie
verwijs ik voor de beantwoording van deze vraag naar de bijgevoegde commercieel
vertrouwelijke brief.
25.
Welke typen LGP en/of CCF vergelijkbaar met de wensen van Defensie, zijn op
de markt beschikbaar? Welke internationale fabrikanten produceren, cq.
ontwikkelen welke soorten PGM die voor de PzH2000 geschikt zou zijn?
Uit de marktverkenning in het vervolg van dit project zal blijken welke typen
precisiemunitie beschikbaar zijn.
Pagina 8/9
Ministerie van Defensie
28.
Klopt het dat de PGM-munitie voor de PzH 2000 een klein aantal submunities zal
bevatten, dat gedeactiveerd wordt indien het vijandelijke gepantserde doel
wordt gemist? Kunt u aangeven om hoeveel submunities het gaat in de thans
voorziene PGM en hoe dit zich verhoudt tot de lopende onderhandelingen voor
een internationaal verbod op clustermunitie?
Nee, CCF-buizen of LGP-granaten bevatten geen submunities.
30.
Kunt u aangeven hoe de ervaringen met de PzH2000 in Afghanistan zijn?
31.
Hoeveel PzH2000's zijn er ingezet in Afghanistan en zijn er momenteel actief?
32.
Zijn er problemen met de PzH2000 in Afghanistan omdat deze moeilijk bestand
is tegen de grote hoeveelheid zand waarmee ze daar te maken krijgen?
De Task Force Uruzgan (TFU) heeft goede ervaringen met de PzH2000. Het
wapensysteem is de afgelopen twee jaren in Afghanistan zeer betrouwbaar gebleken
en ook de beschikbaarheid was goed. Er zijn in Afghanistan drie PzH2000-systemen
ingezet. Twee daarvan zijn permanent operationeel en het derde is de operationele en
logistieke reserve. Net als alle andere voertuigen en wapensystemen van de TFU
heeft de PzH2000 last van vervuiling en slijtage door zand en stof. Door extra
onderhoud zijn er geen structurele problemen met het systeem geweest.
Pagina 9/9
---- --
Ministerie van Defensie