Vragen over de problemen in de kottervisserij
10 juni 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister aangeeft dat de problemen in de kottervisserij haar aandacht hebben. Ze is geen voorstander van het zonder meer toekennen van kredieten of het heffen van extra importtarieven op buitenlandse gekweekte vis.
Meer informatie
*
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van der Vlies (SGP) over de
problemen in de kottervisserij.
1
Bent u op de hoogte van de urgentie van de problemen in de kottervisserij?1
Ja.
2
Hoe waardeert u het feit dat diverse kotters aan de kant (zullen) worden gehouden, al dan
niet gedwongen door banken die de inname van brandstof niet langer financieel af willen
dekken?
Niet alleen de kottersector wordt geconfronteerd met hoge brandstofprijzen. De enorme
stijging van de olieprijs onderstreept echter dat beperking van het brandstofgebruik in de
kottervloot dringend noodzakelijk is. Vissers horen immers uit te kunnen varen en vis te
vangen.
In de kottersector speelt, dat vissers voor hun opbrengsten afhankelijk zijn van vrije prijsontwikkeling
op de afslag. Dat betekent dat vissers de hogere kosten die zij maken in
tegenstelling tot bijvoorbeeld de luchtvaart- en de transportsector, niet direct of volledig
kunnen doorberekenen. Zie ook het antwoord op vraag 3.
1 Visserij Nieuws, 9 mei 2008: 'Tussen hoop en vrees'
3 en 4
Erkent u dat de hoge brandstofprijzen en de lage schol- en tongprijzen in verband met de
beperkende quota en andere regelgeving niet zonder meer tot het normale ondernemersrisico
gerekend kunnen worden? Bent u bereid in overleg met de platvissector te zoeken
naar mogelijkheden om te voorkomen dat goed geleide visserijbedrijven failliet gaan,
eventueel via het verstrekken van overbruggingskredieten?
In hoeverre kunnen de ingezette warme sanering, certificering en innovatie op korte en/of
lange termijn perspectief bieden aan de kottervisserij? Wat zijn uw verwachtingen?
Ik vind hoge brandstofprijzen en lage schol- en tongprijzen behoren tot het normale
ondernemersrisico. Anders ligt het met beperkende quota. Hier is sprake van overheidsingrijpen.
Om de gevolgen van de quotumbeperkingen op te vangen, heb ik in 2007 een
saneringsronde gehouden met als doel betere vangst- en investeringsmogelijkheden voor
de overblijvende vissers te bewerkstelligen. Zoals ik in mijn beleidsbrief van september
2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 29 675, nr. 28) heb uiteengezet, wil ik de
problematiek in de Noordzeevisserij oplossen via vernieuwing en verduurzaming. Naar
mijn mening dragen overbruggingskredieten niet bij aan het noodzakelijke transitieproces
in de Noordzeevisserij. Voorts heb ik vorig jaar een garantstellingsregeling voor de visserij
geopend, die als doel heeft investeringen die leiden tot een economisch-duurzamere
bedrijfsvoering te ondersteunen.
Veel factoren zijn van invloed op de toekomst van de Nederlandse kottervisserij op de
Noordzee. Op een factor als de olieprijs heb ik geen invloed. Dat geldt ook voor de prijsvorming
op de markt. Ik heb in september 2007 (TK, vergaderjaar 2007-2008, 29 675,
nr. 28) mijn visie daarop gegeven.
Eind 2007 heeft de Europese Commissie het Nederlandse operationele programma bij het
Europese Visserijfonds goedgekeurd. Daardoor is ruim ¤ 120 mln. beschikbaar voor
aanpassing van de visserij die voldoet aan de eisen van deze tijd. Voor de eerste innovatieregeling
is ¤ 3 mln. beschikbaar. Er zijn alleen al voor deze regeling projectvoorstellen
ingediend ter waarde van ¤ 13 mln. Ik trek daaruit de conclusie dat de sector mijn signalen
"alle hens aan dek" en "het is nu of nooit" met mij deelt. Ik zie veel beweging. Dat stemt
mij positief.
5
Bent u bereid geplande investeringen in onderzoek en innovatie ten behoeve van een
duurzame visserij voor komende jaren naar voren te halen en het onderzoek naar en de
toepassing van duurzamere vistechnieken te intensiveren?
Bedoelde investeringen kennen als kader de gemaakte afspraken onder het Europees
Visserij Fonds. De beschikbare financiële middelen zijn in een meerjarenprogrammering
van het EVF gericht op te nemen maatregelen voor vernieuwing, verduurzaming en
innovatie in de visserij. In overleg met de sector, ben ik bereid nader te bezien of dit
pakket tegemoet komt aan de actuele problemen in de visserij.
6
Hoe waardeert u de import van kweekvis uit China en Zuidoost Azië, een belangrijke
concurrent voor de Nederlandse schol en tong, in het kader van duurzaamheid? Bent u
bereid om op nationaal of Europees niveau in te zetten op het stellen van criteria aan of
het leggen van een heffing op de import van kweekvis, indien de duurzaamheid ten
opzichte van de Nederlandse schol en tong onvoldoende is?
Bij de import van kweekvis uit landen buiten de Europese Unie worden, naast eisen aan
voedselveiligheid, ook eisen gesteld aan gezondheid en welzijn. Daarnaast stimuleer ik de
duurzaamheid van kweekvis in het kader van de Partnership Programma's. In Vietnam
werk ik actief aan een verduurzaming van de kweek van pangasius en in Indonesië aan de
verduurzaming van de garnalenteelt.
De EU legt reeds een importheffing op voor gekweekte vis als pangasius en tilapia. Een
verhoging van de heffing is niet zonder meer mogelijk vanwege de afspraken gemaakt in
WTO-kader over vrije handel. Het willen aanbrengen van een wijziging in de afspraken
vergt overeenstemming in EU-kader en vervolgens in de WTO zelf. Een verhoging van de
importheffing voor Nederland als exporteur is niet wenselijk omdat het ertoe kan leiden
dat de getroffen landen tegenmaatregelen nemen. Daarnaast zou in dit specifieke geval
met kweekvis aangetoond moeten worden dat de anti-dumpingsregels worden overtreden.
Dit maakt een inzet om tot wijziging van de tarieven voor kweekvis te komen niet
gewenst en niet kansrijk.
7
Herkent u het in het artikel geconstateerde gebrek aan communicatie van de platvissector
richting de markt? Welke stimulerende rol zou u hierin willen en kunnen spelen?
Ja. Zowel het consumentenplatform van LNV als Europêche, het samenwerkingsorgaan
van Europese visserijverenigingen constateren dat er grote afstand bestaat tussen de
consument en de visserij. Om die afstand te verkleinen heb ik in het operationele programma
van het Europese Visserijfonds middelen gereserveerd. Deze middelen zijn onder
meer bedoeld om de bevordering van kwaliteitscertificering, etikettering of promotiecampagnes,
die bijdragen aan verduurzaming van de visserij te ondersteunen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit